archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 4
30 november 2006
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Genieten van andermans spullen Theo Capel

0404BZ Tuin
De feestdagen komen er weer aan en dan zijn er altijd mensen die niet kunnen wachten tot ze een presentje krijgen. Ze gaan op pad om zich andermans spullen toe te eigenen om zo – wederrechterlijk – te kunnen genieten. Van de skimmiadieven die tuinen afstropen om plantmateriaal te stelen voor kerststukjes die later langs de deuren worden verkocht, hoor je niet zo veel meer. Maar inbrekers maken dankbaar gebruik van het begin van de wintertijd en de vroeg intredende duisternis. Bij ons tuincomplex zijn ze weer eens langs geweest. Met een schroevendraaier of een dergelijk stuk gereedschap werden de deuren van vele huisjes geforceerd. Meer dan een fluitketeltje, afgedragen kleding voor in de tuin en een blikje bier is er eigenlijk niet te stelen. Bij mij staan verfblikken met een restantje erin en kwasten die hard dreigen te worden. Het was blijkbaar teveel moeite om de deur daarvoor open te breken. Dit keer bleef ik gelukkig gespaard. Ik zou mijn huisje eigenlijk netter moeten inrichten, maar behalve dat rommel mogelijk inbrekers buiten houdt, zijn er nog moeilijk benoembare andere krachten aan het werk. Is het niet de aard van de man om temidden van de rommel zich prettig te voelen? Een beetje tevreden in een schuurtje of tuinhuisje rondhangen en bedenken dat er een hoop omhanden is, maar er toch niks aan doen, dat ligt een man wel. Op een Engelse website las ik zo een lofzang op het schuurtje.

Een tuinhuisje is maar een klein stapje in het luxebestaan verwijderd van het schuurtje. In Engeland kan men – eigenlijk moet je zeggen ‘man’ – daar dus lyrisch over doen. Het is een vluchtplek voor moeder de vrouw met haar poetsdrang. Temidden van de rommel kun je er een beetje zitten suffen of voor je uit kijken en tot rust komen. Helaas gebeuren er ook duistere zaken in schuurtjes, zoals Youp (Joep) van het Hek zo treffend in het liedje ‘Flappie’ weet te vertellen. Tegenwoordig schijnt een enkeling er ook bijna illegaal de in huis verboden sigaar te roken. En het lokt dus ook types aan die met alle geweld willen weten wat zich achter de gesloten deur bevindt en niet willen geloven dat er slechts een schoffel, hark, een zak kunstmest en een tuinstoel in te vinden is.

‘The Garden Shed’, zoals de Engelsen het noemen, is een van de nominaties voor een website die is gewijd aan het typische Engelse karakter. Op www.icons.org.uk staat fraai weergegeven wat Engeland tot Engeland maakt. En dan moet Engeland niet worden verward met Groot-Brittannië. De website gaat alleen over Engeland. De Schotten horen er bijvoorbeeld niet bij.
Op dit moment bestaat, wat wij de canon zouden noemen, al uit enkele tientallen voorwerpen, zaken, activiteiten. De Rolls Royce staat erbij en de Bolhoed en de Vossenjacht, maar ook Winnie-the-Pooh. Bij elk ‘icoon’ krijg je een algemene beschrijving, kenmerkende zaken, verwijzingen en bestaat er ook de mogelijkheid van commentaar. Vooral de Vossenjacht heeft ontzettend veel mensen het schuim op de mond weten te brengen. En niet omdat het niet zou horen, maar omdat om te beginnen het verbod op de jacht gekoppeld is aan de naam (‘Foxhunting and the ban’). De verzorgingsstaat die zich tot een verbodsstaat ontwikkelt zit veel Engelsen hoog. Een bezoeker weet zo te vermelden dat Hitler ook het jagen (op dieren dan) verbood.

Het tuinschuurtje bevindt zich nog in de nominatiefase, evenals de cottagetuin. Dat is een term waar ik geen goed Nederlands woord voor weet. Een volkstuin is het niet, maar het lijkt er wel enigszins op. Het is een tuin die bij een eenvoudig huisje hoort en die soms ook nog deels als moestuin dient. Het kenmerkende is dat hij volgeplempt staat met planten en dat er geen verboden toegang heerst voor de tuinkabouter. De planten zijn die van alle tijden zoals riddersporen, vingerhoedskruid, zonnekruid en duizendblad, om er maar enkele te noemen.
In het kwartaalblad Onze Eigen Tuin werd een tijdje terug gelamenteerd over de teloorgang van de klassieke tuinbeplanting. Waar is de doronicum (gele voorjaarsmargriet) gebleven en waar de goudenregen en de weigelia die zelfs nu niet meer zo blijkt heten, maar modernistisch weigela zou worden genoemd? Bij mij in de tuin, kan ik bijna bij elke betreurde plant antwoorden. En de overal oprukkende hortensia (hydrangea) waar de schrijfster over klaagt, die wil ik ook niet. Bij het artikel stond een oude kleurenfoto van een meisje met een sombrero aan een koord om haar hals en in haar hand een mandje gevuld met duizendschonen. ‘Hé, die had mijn vader ook in zijn tuin staan,’ zei een medetuinder tegen me toen hij die plant bij mij zag. Ik geniet blijkbaar van andermans spullen, maar dan op een andere en op een eerlijke manier. Zonder dat ik het besef, houd ik een tuintraditie in stand. Misschien moet ik binnenkort ook nog een konijnenhok gaan timmeren voor een eigen Flappie. Maar nog beter is misschien gewoon een beetje in mijn tuingoed in mijn huisje rond te lummelen, een tijdschrift lezen en een catalogus doorbladeren en kijken wat ik in mijn schoen of onder de boom wil aantreffen.
 
*************************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org


© 2006 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Genieten van andermans spullen Theo Capel
0404BZ Tuin
De feestdagen komen er weer aan en dan zijn er altijd mensen die niet kunnen wachten tot ze een presentje krijgen. Ze gaan op pad om zich andermans spullen toe te eigenen om zo – wederrechterlijk – te kunnen genieten. Van de skimmiadieven die tuinen afstropen om plantmateriaal te stelen voor kerststukjes die later langs de deuren worden verkocht, hoor je niet zo veel meer. Maar inbrekers maken dankbaar gebruik van het begin van de wintertijd en de vroeg intredende duisternis. Bij ons tuincomplex zijn ze weer eens langs geweest. Met een schroevendraaier of een dergelijk stuk gereedschap werden de deuren van vele huisjes geforceerd. Meer dan een fluitketeltje, afgedragen kleding voor in de tuin en een blikje bier is er eigenlijk niet te stelen. Bij mij staan verfblikken met een restantje erin en kwasten die hard dreigen te worden. Het was blijkbaar teveel moeite om de deur daarvoor open te breken. Dit keer bleef ik gelukkig gespaard. Ik zou mijn huisje eigenlijk netter moeten inrichten, maar behalve dat rommel mogelijk inbrekers buiten houdt, zijn er nog moeilijk benoembare andere krachten aan het werk. Is het niet de aard van de man om temidden van de rommel zich prettig te voelen? Een beetje tevreden in een schuurtje of tuinhuisje rondhangen en bedenken dat er een hoop omhanden is, maar er toch niks aan doen, dat ligt een man wel. Op een Engelse website las ik zo een lofzang op het schuurtje.

Een tuinhuisje is maar een klein stapje in het luxebestaan verwijderd van het schuurtje. In Engeland kan men – eigenlijk moet je zeggen ‘man’ – daar dus lyrisch over doen. Het is een vluchtplek voor moeder de vrouw met haar poetsdrang. Temidden van de rommel kun je er een beetje zitten suffen of voor je uit kijken en tot rust komen. Helaas gebeuren er ook duistere zaken in schuurtjes, zoals Youp (Joep) van het Hek zo treffend in het liedje ‘Flappie’ weet te vertellen. Tegenwoordig schijnt een enkeling er ook bijna illegaal de in huis verboden sigaar te roken. En het lokt dus ook types aan die met alle geweld willen weten wat zich achter de gesloten deur bevindt en niet willen geloven dat er slechts een schoffel, hark, een zak kunstmest en een tuinstoel in te vinden is.

‘The Garden Shed’, zoals de Engelsen het noemen, is een van de nominaties voor een website die is gewijd aan het typische Engelse karakter. Op www.icons.org.uk staat fraai weergegeven wat Engeland tot Engeland maakt. En dan moet Engeland niet worden verward met Groot-Brittannië. De website gaat alleen over Engeland. De Schotten horen er bijvoorbeeld niet bij.
Op dit moment bestaat, wat wij de canon zouden noemen, al uit enkele tientallen voorwerpen, zaken, activiteiten. De Rolls Royce staat erbij en de Bolhoed en de Vossenjacht, maar ook Winnie-the-Pooh. Bij elk ‘icoon’ krijg je een algemene beschrijving, kenmerkende zaken, verwijzingen en bestaat er ook de mogelijkheid van commentaar. Vooral de Vossenjacht heeft ontzettend veel mensen het schuim op de mond weten te brengen. En niet omdat het niet zou horen, maar omdat om te beginnen het verbod op de jacht gekoppeld is aan de naam (‘Foxhunting and the ban’). De verzorgingsstaat die zich tot een verbodsstaat ontwikkelt zit veel Engelsen hoog. Een bezoeker weet zo te vermelden dat Hitler ook het jagen (op dieren dan) verbood.

Het tuinschuurtje bevindt zich nog in de nominatiefase, evenals de cottagetuin. Dat is een term waar ik geen goed Nederlands woord voor weet. Een volkstuin is het niet, maar het lijkt er wel enigszins op. Het is een tuin die bij een eenvoudig huisje hoort en die soms ook nog deels als moestuin dient. Het kenmerkende is dat hij volgeplempt staat met planten en dat er geen verboden toegang heerst voor de tuinkabouter. De planten zijn die van alle tijden zoals riddersporen, vingerhoedskruid, zonnekruid en duizendblad, om er maar enkele te noemen.
In het kwartaalblad Onze Eigen Tuin werd een tijdje terug gelamenteerd over de teloorgang van de klassieke tuinbeplanting. Waar is de doronicum (gele voorjaarsmargriet) gebleven en waar de goudenregen en de weigelia die zelfs nu niet meer zo blijkt heten, maar modernistisch weigela zou worden genoemd? Bij mij in de tuin, kan ik bijna bij elke betreurde plant antwoorden. En de overal oprukkende hortensia (hydrangea) waar de schrijfster over klaagt, die wil ik ook niet. Bij het artikel stond een oude kleurenfoto van een meisje met een sombrero aan een koord om haar hals en in haar hand een mandje gevuld met duizendschonen. ‘Hé, die had mijn vader ook in zijn tuin staan,’ zei een medetuinder tegen me toen hij die plant bij mij zag. Ik geniet blijkbaar van andermans spullen, maar dan op een andere en op een eerlijke manier. Zonder dat ik het besef, houd ik een tuintraditie in stand. Misschien moet ik binnenkort ook nog een konijnenhok gaan timmeren voor een eigen Flappie. Maar nog beter is misschien gewoon een beetje in mijn tuingoed in mijn huisje rond te lummelen, een tijdschrift lezen en een catalogus doorbladeren en kijken wat ik in mijn schoen of onder de boom wil aantreffen.
 
*************************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org
© 2006 Theo Capel
powered by CJ2