archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 4
30 november 2006
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Een pleidooi voor impulsaankopen Frits Hoorweg

Ook de laatste van Coetzee kon ik niet laten liggen en ik heb hem met plezier gelezen. Toch is Slow Man een ongewoon boek. Dat was me uit de kritieken al duidelijk geworden. In die zin dat een aanvankelijk traditioneel verhaal wordt onderbroken door iets dat op een deus ex machina lijkt. Misschien dat het me door die voorkennis minder onaangenaam trof dan de meeste critici. In het algemeen houd ik niet zo van onverklaarbare ingrepen van hogerhand.

De hoofdpersoon van het boek heet Paul Rayment, initialen, waarschijnlijk niet toevallig, PR. Hij is een enigszins ontwortelde, tot somberheid neigende man, die zijn kleine en grote leed via innerlijke monologen tot de bodem uitdiept. Nu heeft hij ook wel wat te klagen. Als gevolg van een aanrijding moest zijn been worden afgezet. Althans: was dat wel echt nodig? De dokter laat merken dat hij bij een jonger iemand misschien wel gekozen had voor een serie operaties om te kijken wat er te redden was. Hij beklaagt zichzelf in stilte. Incidentele bezoekers proberen hem op te beuren en hij beseft dat hij flink moet zijn (‘ach het was maar een been …’), maar dat lukt hem niet goed.

En wat gebeurt er met een man die getraumatiseerd is en erg eenzaam? Juist, hij wordt verliefd op de eerste de beste vrouw die een beetje aardig doet: zijn verzorgster. Zo gaat dat en Coetzee beschrijft het vaardig. Maar het is natuurlijk wel een melodrama. Hoe moet je zo’n plot als schrijver in de hand houden? Elsschot zou het gedaan hebben door de verteller consequent de ironische toon te laten gebruiken en het verhaal misschien wel in een farce te laten ontaarden. Maar dat wil Coetzee niet. Hij wil de problematiek blijven uitdiepen via die zeurderige inner voice van PR, en daarom verzint hij iets anders.

Als het verhaal definitief in een melodrama dreigt te ontaarden loopt er ineens een oudere vrouw bij PR binnen (wie heeft haar gestuurd, hoe komt ze binnen?), die hem ongevraagd adviezen gaat geven. De gesprekken die hij met haar voert geven de schrijver de mogelijkheid om de problematiek van de oude invalide man nog scherper onder woorden te brengen. Misschien is Coetzee wel geen echte schrijver. Hij lijkt er namelijk niet in de eerste plaats op uit een verhaal te vertellen, neen hij wil een probleem uitputtend behandelen. En erkend moet worden dat hij dat meesterlijk doet. Waarom hij die oude vrouw laat samenvallen met de hoofdfiguur uit een eerdere roman (Elizabeth Costello) is mij niet duidelijk. Ik kreeg daardoor het idee dat er een grap met me werd uitgehaald. Het wordt zo toch een farce, terwijl ik juist de indruk had dat dat niet de bedoeling was.

Mijn kasten staan vol met boeken die ik nog moet lezen. Het zal me waarschijnlijk nooit lukken om ze allemaal tot mij te nemen. Impulsaankopen zijn het waarschijnlijk geweest, er was iets dat me aansprak en mij aanspoorde tot0404VG LitFH onmiddellijke aanschaf. De staatshuishouding draait er goed door, maar mijn eigen huishouding dreigt erdoor dicht te slibben. Nog afgezien van het geld dat die boeken kosten. Want als er één terrein is geweest waar de prijzen de pan uit zijn gerezen sinds de invoering van de Euro zijn het de boeken wel. Daar schrijft eigenlijk nooit iemand over, valt mij op. Is hier soms sprake van ongewenste belangenverstrengeling?

Maar af en toe zet zo’n impulsaankoop je op een gelukkig spoor waar je anders nooit op terecht zou zijn gekomen. Van de zomer heb ik in een opwelling Ten Sorry Tales van Mick Jackson (Faber and Faber) aangeschaft. Ik zal proberen de gang van zaken voor u te reconstrueren. We waren in een boekhandel in Cambridge. Mijn vrouw schoot mij aan met drie boeken in de handen, die zij van plan was aan te schaffen. En ik had nog niks! ‘Goh, ja, ik kijk nog even rond.’ Nu had ik dat boek van Jackson al een paar keer doorgebladerd. De boekhandel had er een ruime voorraad van ingeslagen en bracht deze nadrukkelijk onder de aandacht. De vormgeving en vooral de tekening op de omslag deden denken aan een kinderboek. Maar dan wel één die je liever uit de buurt van je kinderen houdt. Op de omslag staan twee vrouwen die je grimmig aan staren, de ene heeft een bebloed schort aan. Afijn, in een split-second besloot ik het te kopen en nu blijkt het het aardigste boek te zijn dat ik in tijden gelezen heb.

De vrouwen op de omslag zijn de Pearce-zusters uit het verhaal waarmee de bundel opent. Zij wonen heel rustig in een huisje aan zee, tot er een drenkeling aanspoelt. Je voelt wel aan dat daar narigheid van komt, maar dan toch weer anders dan ik van te voren had gedacht. Dat geldt voor bijna ieder verhaal in de bundel. Er wordt een merkwaardige situatie neergezet: een schooljongen bedenkt uit verveling dat hij een ruimteschip heeft zien landen, een gepensioneerde man gaat in zijn kelder een boot bouwen, een jongen besluit dode vlinders tot leven te gaan wekken. Aanvankelijk lijken de verhalen naar een voor de hand liggende climax te moeten gaan, maar dan verzint de schrijver toch weer iets verrassends. De finale wending is meestal niet puur grappig, zoals bijvoorbeeld vaak bij Roald Dahl (die vergelijking dringt zich op, hoewel Jackson totaal anders is), maar in de zijpaden van het verhaal zitten genoeg geestige wendingen. Zo was ik erg gecharmeerd van de burgemeester die geconfronteerd met het ruimteschipverhaal meldde dat hij daar nog geen mededelingen over kon doen. ‘De zaak is in onderzoek,’ zei hij. Dat leren dergelijke functionarissen op een cursus.

De tekeningen van David Roberts zijn ook geweldig!
 
*********************************
Wilt u meer weten over hyperventilatie?
Ga naar www.hyperventilatie.org



© 2006 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Een pleidooi voor impulsaankopen Frits Hoorweg
Ook de laatste van Coetzee kon ik niet laten liggen en ik heb hem met plezier gelezen. Toch is Slow Man een ongewoon boek. Dat was me uit de kritieken al duidelijk geworden. In die zin dat een aanvankelijk traditioneel verhaal wordt onderbroken door iets dat op een deus ex machina lijkt. Misschien dat het me door die voorkennis minder onaangenaam trof dan de meeste critici. In het algemeen houd ik niet zo van onverklaarbare ingrepen van hogerhand.

De hoofdpersoon van het boek heet Paul Rayment, initialen, waarschijnlijk niet toevallig, PR. Hij is een enigszins ontwortelde, tot somberheid neigende man, die zijn kleine en grote leed via innerlijke monologen tot de bodem uitdiept. Nu heeft hij ook wel wat te klagen. Als gevolg van een aanrijding moest zijn been worden afgezet. Althans: was dat wel echt nodig? De dokter laat merken dat hij bij een jonger iemand misschien wel gekozen had voor een serie operaties om te kijken wat er te redden was. Hij beklaagt zichzelf in stilte. Incidentele bezoekers proberen hem op te beuren en hij beseft dat hij flink moet zijn (‘ach het was maar een been …’), maar dat lukt hem niet goed.

En wat gebeurt er met een man die getraumatiseerd is en erg eenzaam? Juist, hij wordt verliefd op de eerste de beste vrouw die een beetje aardig doet: zijn verzorgster. Zo gaat dat en Coetzee beschrijft het vaardig. Maar het is natuurlijk wel een melodrama. Hoe moet je zo’n plot als schrijver in de hand houden? Elsschot zou het gedaan hebben door de verteller consequent de ironische toon te laten gebruiken en het verhaal misschien wel in een farce te laten ontaarden. Maar dat wil Coetzee niet. Hij wil de problematiek blijven uitdiepen via die zeurderige inner voice van PR, en daarom verzint hij iets anders.

Als het verhaal definitief in een melodrama dreigt te ontaarden loopt er ineens een oudere vrouw bij PR binnen (wie heeft haar gestuurd, hoe komt ze binnen?), die hem ongevraagd adviezen gaat geven. De gesprekken die hij met haar voert geven de schrijver de mogelijkheid om de problematiek van de oude invalide man nog scherper onder woorden te brengen. Misschien is Coetzee wel geen echte schrijver. Hij lijkt er namelijk niet in de eerste plaats op uit een verhaal te vertellen, neen hij wil een probleem uitputtend behandelen. En erkend moet worden dat hij dat meesterlijk doet. Waarom hij die oude vrouw laat samenvallen met de hoofdfiguur uit een eerdere roman (Elizabeth Costello) is mij niet duidelijk. Ik kreeg daardoor het idee dat er een grap met me werd uitgehaald. Het wordt zo toch een farce, terwijl ik juist de indruk had dat dat niet de bedoeling was.

Mijn kasten staan vol met boeken die ik nog moet lezen. Het zal me waarschijnlijk nooit lukken om ze allemaal tot mij te nemen. Impulsaankopen zijn het waarschijnlijk geweest, er was iets dat me aansprak en mij aanspoorde tot0404VG LitFH onmiddellijke aanschaf. De staatshuishouding draait er goed door, maar mijn eigen huishouding dreigt erdoor dicht te slibben. Nog afgezien van het geld dat die boeken kosten. Want als er één terrein is geweest waar de prijzen de pan uit zijn gerezen sinds de invoering van de Euro zijn het de boeken wel. Daar schrijft eigenlijk nooit iemand over, valt mij op. Is hier soms sprake van ongewenste belangenverstrengeling?

Maar af en toe zet zo’n impulsaankoop je op een gelukkig spoor waar je anders nooit op terecht zou zijn gekomen. Van de zomer heb ik in een opwelling Ten Sorry Tales van Mick Jackson (Faber and Faber) aangeschaft. Ik zal proberen de gang van zaken voor u te reconstrueren. We waren in een boekhandel in Cambridge. Mijn vrouw schoot mij aan met drie boeken in de handen, die zij van plan was aan te schaffen. En ik had nog niks! ‘Goh, ja, ik kijk nog even rond.’ Nu had ik dat boek van Jackson al een paar keer doorgebladerd. De boekhandel had er een ruime voorraad van ingeslagen en bracht deze nadrukkelijk onder de aandacht. De vormgeving en vooral de tekening op de omslag deden denken aan een kinderboek. Maar dan wel één die je liever uit de buurt van je kinderen houdt. Op de omslag staan twee vrouwen die je grimmig aan staren, de ene heeft een bebloed schort aan. Afijn, in een split-second besloot ik het te kopen en nu blijkt het het aardigste boek te zijn dat ik in tijden gelezen heb.

De vrouwen op de omslag zijn de Pearce-zusters uit het verhaal waarmee de bundel opent. Zij wonen heel rustig in een huisje aan zee, tot er een drenkeling aanspoelt. Je voelt wel aan dat daar narigheid van komt, maar dan toch weer anders dan ik van te voren had gedacht. Dat geldt voor bijna ieder verhaal in de bundel. Er wordt een merkwaardige situatie neergezet: een schooljongen bedenkt uit verveling dat hij een ruimteschip heeft zien landen, een gepensioneerde man gaat in zijn kelder een boot bouwen, een jongen besluit dode vlinders tot leven te gaan wekken. Aanvankelijk lijken de verhalen naar een voor de hand liggende climax te moeten gaan, maar dan verzint de schrijver toch weer iets verrassends. De finale wending is meestal niet puur grappig, zoals bijvoorbeeld vaak bij Roald Dahl (die vergelijking dringt zich op, hoewel Jackson totaal anders is), maar in de zijpaden van het verhaal zitten genoeg geestige wendingen. Zo was ik erg gecharmeerd van de burgemeester die geconfronteerd met het ruimteschipverhaal meldde dat hij daar nog geen mededelingen over kon doen. ‘De zaak is in onderzoek,’ zei hij. Dat leren dergelijke functionarissen op een cursus.

De tekeningen van David Roberts zijn ook geweldig!
 
*********************************
Wilt u meer weten over hyperventilatie?
Ga naar www.hyperventilatie.org

© 2006 Frits Hoorweg
powered by CJ2