archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 1
22 april 2004
Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
Latin en Amerikaans Theo Capel

0113 Latin en Amerikaans
Cuba is in of eigenlijk nooit uit geweest. Muziek waarvan je kont vanzelf gaat draaien, rum om alles wat losser te maken en de zon om het aangenaam te houden. Dat het onder Castro een ellendig armoeland is geworden, daar kijkt men graag overheen. Liever doet men alsof de revolutie van al bijna meer dan een halve eeuw terug nog steeds extra élan toevoegt.
Theo IJzermans kent Cuba door veelvuldig verblijf bijna als zijn broekzak. Het vormt het fundament van zijn thrillerdebuut Rum en Coca-Cola (Signature, € 14,95), dat voor een groot deel in Santiago de Cuba speelt, de vroegere hoofdstad van het eiland, vlakbij de Amerikaanse basis in Guantánamo, in het zuiden van het eiland. In de bergen achter Santiago begon in 1959 Fidel Castro's zegetocht die ook het begin vormt van IJzermans’ verhaal over liefde en bedrog; en vol salsamuziek.
IJzermans is een geoefende schrijver van met name psychologische zelfhulp boeken, zijn vakgebied. Voor een fictiedebuut heeft hij een hoop uit de kast gehaald, misschien wel iets te veel. Het verhaal is in drie delen opgedeeld die elkaar keer op keer afwisselen. De basis is een diefstal van juwelen rond de machtsovername door Castro. Een medewerker van het Bacardiconcern die ze voor de familie het land uit moet smokkelen, laat ze zich ontfutselen. Die diefstal vormt in onze tijd aanleiding voor moord en doodslag en zorgt ervoor dat Lex Eckhardt, een Nederlander met een passie voor Cubaanse muziek, bij het geheel betrokken raakt. Daar tussendoor krijg je ook nog een dagboek te lezen van een vrouw, waarvan identiteit niet bekend wordt gemaakt, maar die je wel langzaam maar zeker gaat herkennen. Het is een compositie die voor meer bedreven thrillerschrijvers een uitdaging zou vormen die misschien wel niet zou worden aangenomen en die meer geschikt lijkt voor een gewone roman. Het voortdurende gebruik van de onvoltooid tegenwoordige tijd versterkt die indruk.
 
Van de figuur van Eckhardt moet je houden. Hij is een gescheiden man met een opgroeiende dochter die bij zijn ex woont. Daarnaast zijn er nog andere exen en nu heeft hij iets moois met een Cubaanse die van haar Hollandse echtgenoot af is en daardoor uitgewezen wordt. Van zijn vak is hij forensisch onderzoeker, met name op financieel gebied. Eerder heeft hij bij de politie gewerkt. Min of meer uit nieuwsgierigheid mengt hij zich in het moordonderzoek dat het begin van het verhaal vormt en wordt dan om zijn medewerking door de politie gevraagd. Zijn rol ligt tussen een privé-detective en een politieman in.
De verbinding tussen de diefstal in het verleden en de verwikkelingen in het heden komt maar heel langzaam uit de verf en dat leidt ertoe dat je het gevoel hebt twee parallelle verhalen te lezen. Maar de historische verhalen over Cuba en de hedendaagse gang van zaken op het eiland die het eind van het boek vormen beschrijft IJzermans met de schwung van een routinier en dat maakt veel goed.
 
Hoewel er meer Nederlandse thrillerschrijvers zijn die de actie in het buitenland situeren, blijft de Nederlandse misdaadroman toch vooral een product dat op eigen bodem speelt. Dat leidt regelmatig tot vlakheid, een kenmerk van ons land. Het is dan ook goed dat auteurs de grens eens overgaan. Iets meer swing, schwung, salsa of eventueel de tango kan geen kwaad. Rum en Coca-Cola maakt het genre weer een beetje swingerder. Debutant IJzermans laat zien dat hij zich met succes kan meten met 'buitenlandse' schrijvers als Aad van den Heuvel, Hilbert Kuik, Bert Spoelstra, Charles den Tex en ook Tomas Ross, voor zover die nog de grens overgaat.
 
Debutant Elvin Post heeft met Groene Vrijdag (Anthos, € 18,95) Nederland volledig gelaten voor wat het is. Zijn swingende boek speelt in New York met een Afro-Amerikaan als hoofdpersoon. Zo werd de man aangeduid in de drukproef die ik las naar aanleiding van de vraag of ik voor de achterflap een aanbeveling kon leveren. Die staat er nu met grote letters op, want Groene Vrijdag is een smakelijke, gewelddadige thriller vol Amerikaanse toestanden. Alleen blijkt de Afro-Amerikaan nu een neger te zijn geworden. Is dat wel (politiek-)correct? Aan het leesplezier doet het verder niets af.
 
De jonge Post, een zoon van Jacques Post, ook thrillerauteur, heeft een schelmenroman bedacht waarin de betweter Winston Malone de werkelijkheid benadert alsof die identiek is aan een tv-praatshow van Jerry Springer en Hollywoodfilms van Tarantino. Het verhaal wordt zodoende bevolkt door personages van wie de intelligentie het niet haalt bij hun eigendunk en fantasie.
Malone berooft zijn baas om zijn schuld bij een woekeraar af te lossen en raakt dan onbedoeld betrokken bij de kidnapping van het zoontje van een hoofdpersoon uit een tv-soap. Dat is een plan van een gangster wiens vader ook in de misdaad zit, maar onder de dekmantel van ijscoman opereert. Dat er geen normaal mens in het verhaal voorkomt, is eigenlijk te zwak uitgedrukt, maar het aardige is dat iedereen wel erg zijn best doet zich zo gewoon mogelijk te gedragen. De enige uitzondering is de echtgenote van Malone die echt normaal is en die niet ten onrechte vreest haar man in zijn graf of in ieder geval in de gevangenis te zien belanden.
Humor, vaart, mooie wendingen in de intrige en dat allemaal door iemand die er op de achterflap als een melkmuil uitziet. In werkelijkheid valt dat wel mee. Elvin Post is dertig, de leeftijd waarop zijn vader ook debuteerde, zoals hij opmerkte bij de overhandiging van het eerste exemplaar aan hem.
Jacques Post schreef ook smakelijke thrillers, maar hield daar een jaar of wat geleden mee op. Gelukkig dat de zoon nu de schuld van de vader inlost. Met Elvin Post is er een jonge, originele Nederlandse misdaadschrijver bijgekomen. De woorden komen uit mijn mond en staan op de achterflap, maar ik herhaal ze hier graag.


© 2004 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Misdaadboeken"
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
Latin en Amerikaans Theo Capel
0113 Latin en Amerikaans
Cuba is in of eigenlijk nooit uit geweest. Muziek waarvan je kont vanzelf gaat draaien, rum om alles wat losser te maken en de zon om het aangenaam te houden. Dat het onder Castro een ellendig armoeland is geworden, daar kijkt men graag overheen. Liever doet men alsof de revolutie van al bijna meer dan een halve eeuw terug nog steeds extra élan toevoegt.
Theo IJzermans kent Cuba door veelvuldig verblijf bijna als zijn broekzak. Het vormt het fundament van zijn thrillerdebuut Rum en Coca-Cola (Signature, € 14,95), dat voor een groot deel in Santiago de Cuba speelt, de vroegere hoofdstad van het eiland, vlakbij de Amerikaanse basis in Guantánamo, in het zuiden van het eiland. In de bergen achter Santiago begon in 1959 Fidel Castro's zegetocht die ook het begin vormt van IJzermans’ verhaal over liefde en bedrog; en vol salsamuziek.
IJzermans is een geoefende schrijver van met name psychologische zelfhulp boeken, zijn vakgebied. Voor een fictiedebuut heeft hij een hoop uit de kast gehaald, misschien wel iets te veel. Het verhaal is in drie delen opgedeeld die elkaar keer op keer afwisselen. De basis is een diefstal van juwelen rond de machtsovername door Castro. Een medewerker van het Bacardiconcern die ze voor de familie het land uit moet smokkelen, laat ze zich ontfutselen. Die diefstal vormt in onze tijd aanleiding voor moord en doodslag en zorgt ervoor dat Lex Eckhardt, een Nederlander met een passie voor Cubaanse muziek, bij het geheel betrokken raakt. Daar tussendoor krijg je ook nog een dagboek te lezen van een vrouw, waarvan identiteit niet bekend wordt gemaakt, maar die je wel langzaam maar zeker gaat herkennen. Het is een compositie die voor meer bedreven thrillerschrijvers een uitdaging zou vormen die misschien wel niet zou worden aangenomen en die meer geschikt lijkt voor een gewone roman. Het voortdurende gebruik van de onvoltooid tegenwoordige tijd versterkt die indruk.
 
Van de figuur van Eckhardt moet je houden. Hij is een gescheiden man met een opgroeiende dochter die bij zijn ex woont. Daarnaast zijn er nog andere exen en nu heeft hij iets moois met een Cubaanse die van haar Hollandse echtgenoot af is en daardoor uitgewezen wordt. Van zijn vak is hij forensisch onderzoeker, met name op financieel gebied. Eerder heeft hij bij de politie gewerkt. Min of meer uit nieuwsgierigheid mengt hij zich in het moordonderzoek dat het begin van het verhaal vormt en wordt dan om zijn medewerking door de politie gevraagd. Zijn rol ligt tussen een privé-detective en een politieman in.
De verbinding tussen de diefstal in het verleden en de verwikkelingen in het heden komt maar heel langzaam uit de verf en dat leidt ertoe dat je het gevoel hebt twee parallelle verhalen te lezen. Maar de historische verhalen over Cuba en de hedendaagse gang van zaken op het eiland die het eind van het boek vormen beschrijft IJzermans met de schwung van een routinier en dat maakt veel goed.
 
Hoewel er meer Nederlandse thrillerschrijvers zijn die de actie in het buitenland situeren, blijft de Nederlandse misdaadroman toch vooral een product dat op eigen bodem speelt. Dat leidt regelmatig tot vlakheid, een kenmerk van ons land. Het is dan ook goed dat auteurs de grens eens overgaan. Iets meer swing, schwung, salsa of eventueel de tango kan geen kwaad. Rum en Coca-Cola maakt het genre weer een beetje swingerder. Debutant IJzermans laat zien dat hij zich met succes kan meten met 'buitenlandse' schrijvers als Aad van den Heuvel, Hilbert Kuik, Bert Spoelstra, Charles den Tex en ook Tomas Ross, voor zover die nog de grens overgaat.
 
Debutant Elvin Post heeft met Groene Vrijdag (Anthos, € 18,95) Nederland volledig gelaten voor wat het is. Zijn swingende boek speelt in New York met een Afro-Amerikaan als hoofdpersoon. Zo werd de man aangeduid in de drukproef die ik las naar aanleiding van de vraag of ik voor de achterflap een aanbeveling kon leveren. Die staat er nu met grote letters op, want Groene Vrijdag is een smakelijke, gewelddadige thriller vol Amerikaanse toestanden. Alleen blijkt de Afro-Amerikaan nu een neger te zijn geworden. Is dat wel (politiek-)correct? Aan het leesplezier doet het verder niets af.
 
De jonge Post, een zoon van Jacques Post, ook thrillerauteur, heeft een schelmenroman bedacht waarin de betweter Winston Malone de werkelijkheid benadert alsof die identiek is aan een tv-praatshow van Jerry Springer en Hollywoodfilms van Tarantino. Het verhaal wordt zodoende bevolkt door personages van wie de intelligentie het niet haalt bij hun eigendunk en fantasie.
Malone berooft zijn baas om zijn schuld bij een woekeraar af te lossen en raakt dan onbedoeld betrokken bij de kidnapping van het zoontje van een hoofdpersoon uit een tv-soap. Dat is een plan van een gangster wiens vader ook in de misdaad zit, maar onder de dekmantel van ijscoman opereert. Dat er geen normaal mens in het verhaal voorkomt, is eigenlijk te zwak uitgedrukt, maar het aardige is dat iedereen wel erg zijn best doet zich zo gewoon mogelijk te gedragen. De enige uitzondering is de echtgenote van Malone die echt normaal is en die niet ten onrechte vreest haar man in zijn graf of in ieder geval in de gevangenis te zien belanden.
Humor, vaart, mooie wendingen in de intrige en dat allemaal door iemand die er op de achterflap als een melkmuil uitziet. In werkelijkheid valt dat wel mee. Elvin Post is dertig, de leeftijd waarop zijn vader ook debuteerde, zoals hij opmerkte bij de overhandiging van het eerste exemplaar aan hem.
Jacques Post schreef ook smakelijke thrillers, maar hield daar een jaar of wat geleden mee op. Gelukkig dat de zoon nu de schuld van de vader inlost. Met Elvin Post is er een jonge, originele Nederlandse misdaadschrijver bijgekomen. De woorden komen uit mijn mond en staan op de achterflap, maar ik herhaal ze hier graag.
© 2004 Theo Capel
powered by CJ2