archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 3
8 juni 2006
Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Shane MacGowan Henk Klaren

0314VG Luister
Een paar weken geleden was ik met een groep vrienden een weekeindje weg. We hadden een huisje gehuurd. Er was een CD-speler en ik had wat CD-tjes meegenomen van dingetjes waar ik de laatste maanden over heb geschreven voor De Leunstoel. Dat verschaft een gespreksonderwerp. Niet dat we daar gewoonlijk om verlegen zitten, maar toch. Dus op een avond zaten we over muziek te kletsen en kwam Shane MacGowan ter sprake. Hoe dat zo kwam weet ik ook niet meer. Misschien omdat hij over Jesse James heeft gezongen. Geen van mijn vrienden had ooit van hem gehoord. Toen ik de naam van zijn vorige band – The Pogues – liet vallen ging er nog geen belletje rinkelen. Terwijl ik met diverse van diezelfde vrienden naar concerten ben geweest van The Dubliners en van Mary Black. Ook Ierse pop.
Misschien is Shane wel voor meer mensen, geheel onbekend, terwijl ze zijn muziek wel zouden waarderen. Dat zou toch jammer zijn. Vandaar.

Shane MacGowan’s muziek wordt wel omschreven als Ierse punk of rock. Een kruising tussen The Dubliners en The Ramones heb ik ook gelezen. Daar zit wel wat in, maar hijzelf denkt er niet op die manier over. Goeie Ierse muziek noemt hij het zelf. In een enkele jaren geleden uitgezonden TV-documentaire zei hij dat zijn enige ambitie was dat zijn liedjes tot in lengte van jaren in de pubs van Ierland gezongen zouden worden. Dat lijkt me een haalbaar doel gezien de kwaliteit van zijn productie. Een drietal MacGowan-nummers zijn dan ook te vinden op een verzamelalbum uit 1997: Pub Classics.
De muziek is duidelijk diep geworteld in de Ierse volksmuziek. Zijn bands gebruiken de instrumenten van die muziek: fiddle, fluitjes, banjo, uilean pipes enzo. Er zijn samenwerkingsprojecten met bijvoorbeeld The Dubliners. Barney McKenna van The Dubliners speelt mee op het Album The Snake van Shane MacGowan and The Popes. Toch is het popmuziek. Soms tegen de punk aan, zoals zijn versie van My Way. Die doet denken aan de vertolking van Delilah door Flogging Molly. In de nummers van MacGowan vind je ook citaten van popnummers, zoals Me And Bobby McGee in Back In The County Hell. Soms zijn het ook gewoon prachtige ballads.

De eerste echte band waar Shane MacGowan in speelde was The Nipple Erectors, ofwel The Nips. Eén van hun albums heette The Tits Of Soho. De band waarmee hij doorbrak heette The Pogues. Ik las ergens dat die band aanvankelijk Kiss My Ass heette. Wel het soort namen dat je met punk associeert. De liedjes hebben echter in het algemeen een heldere melodie. De uitvoering is soms erg stevig, maar niet altijd. Na een geweldige ruzie is Shane uit The Pogues gestapt. Dat had iets te maken met de hierarchie in de groep. Shane was niet de baas, al was hij zanger, frontman en enige liedjesschrijver. Toen is hij begonnen met Shane MacGowan and The Popes. Daarmee heeft hij maar twee albums uitgebracht, The Snake en The Crock Of Gold. De laatste in 1998. In eerdergenoemde TV-documentaire geeft hij geweldig af op The Pogues. Hij vond bijvoorbeeld The Popes véél betere muzikanten. Toch is er kort geleden een muzikale reünie geweest. De tijd heelt kennelijk wonden.
Shane’s doorbraak was een kerstliedje: Fairytale of New York met de Pogues en Kirsty MacColl, de Britse zangers van het geestige There’s A Guy Works Down The Chipshop Swears He’s Elvis. Kirsty is in 2000 overleden toen ze werd overvaren door een speedboot in Mexico, nadat ze haar zoontje van hetzelfde lot had gered. Ze was 41 jaar…

Op de officiële website van Shane MacGowan staat vermeld, dat alle optredens van The Popes zijn afgelast. Shane is erg ziek geweest. Iets met zijn maag. Gezondheid is bij hem toch wel een probleem. Zijn levensstijl zal er iets mee te maken hebben. Drank, drank en nog eens drank. Streams Of Whiskey zingt hij en That Woman Got Me Drinking. Hij zegt zelf dat hij gewoon kiest voor een leven met drank. Maar tijdens optredens moet hij zich vaak overeind houden met de microfoonstandaard. Soms helpt dat niet en valt hij van het podium. Nou ja, de samenwerking met Barney McKenna zal dan wel goed gaan. Want die Dubliners kunnen er ook wat van met McKenna voorop. Hij verdwijnt dan nogal eens. De voormalige voorman van The Dubliners was Ronnie Drew. De man met de laagste stem ter wereld. Shane MacGowan heeft nog liedjes voor hem geschreven. Aan deze Ronnie Drew – zelf ook niet vies van een slok – werd tijdens een interview eens gevraagd wat zijn drie voornaamste zorgen waren. Hij noemde twee politiek correcte grote zorgen. Ik weet niet precies meer welke. Oorlog overal ter wereld en honger in Afrika of zoiets. De derde was: “Where the fuck is Barney McKenna”.
Maar Barney speelt geweldig banjo.

Als je Shane zou tegenkomen zou je hem een cent geven. Hij ziet er niet uit. Bleek, flaporen, een wat leipe oogopslag en geen tanden, maar bruine stompjes. Niet het voorbeeld van een popidool. Een scherp contrast met één van zijn beste vrienden, acteur Johnny Depp. Die heeft ook wel een drank- en drugsprobleem gehad, maar ziet er een stuk beter uit. Depp is ooit als muzikant begonnen. Hij speelt ook mee op The Snake. “Special Teen Idol Johnny Depp – guitar weird noises” staat bij de opsomming van gastmuzikanten.

Het uiterlijk van MacGowan en zijn drankgebruik vergeet je subiet als je zijn mooiste muziek hoort. Luister eens naar You’re The One, een duet met Maíre (tegenwoordig Mayo) Brennan uit de Clannad familie. Het is het lied onder de aftiteling van de film Circle of Friends, een schattige romantische komedie.
Maar dat lied……… Kippenvel!










© 2006 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Shane MacGowan Henk Klaren
0314VG Luister
Een paar weken geleden was ik met een groep vrienden een weekeindje weg. We hadden een huisje gehuurd. Er was een CD-speler en ik had wat CD-tjes meegenomen van dingetjes waar ik de laatste maanden over heb geschreven voor De Leunstoel. Dat verschaft een gespreksonderwerp. Niet dat we daar gewoonlijk om verlegen zitten, maar toch. Dus op een avond zaten we over muziek te kletsen en kwam Shane MacGowan ter sprake. Hoe dat zo kwam weet ik ook niet meer. Misschien omdat hij over Jesse James heeft gezongen. Geen van mijn vrienden had ooit van hem gehoord. Toen ik de naam van zijn vorige band – The Pogues – liet vallen ging er nog geen belletje rinkelen. Terwijl ik met diverse van diezelfde vrienden naar concerten ben geweest van The Dubliners en van Mary Black. Ook Ierse pop.
Misschien is Shane wel voor meer mensen, geheel onbekend, terwijl ze zijn muziek wel zouden waarderen. Dat zou toch jammer zijn. Vandaar.

Shane MacGowan’s muziek wordt wel omschreven als Ierse punk of rock. Een kruising tussen The Dubliners en The Ramones heb ik ook gelezen. Daar zit wel wat in, maar hijzelf denkt er niet op die manier over. Goeie Ierse muziek noemt hij het zelf. In een enkele jaren geleden uitgezonden TV-documentaire zei hij dat zijn enige ambitie was dat zijn liedjes tot in lengte van jaren in de pubs van Ierland gezongen zouden worden. Dat lijkt me een haalbaar doel gezien de kwaliteit van zijn productie. Een drietal MacGowan-nummers zijn dan ook te vinden op een verzamelalbum uit 1997: Pub Classics.
De muziek is duidelijk diep geworteld in de Ierse volksmuziek. Zijn bands gebruiken de instrumenten van die muziek: fiddle, fluitjes, banjo, uilean pipes enzo. Er zijn samenwerkingsprojecten met bijvoorbeeld The Dubliners. Barney McKenna van The Dubliners speelt mee op het Album The Snake van Shane MacGowan and The Popes. Toch is het popmuziek. Soms tegen de punk aan, zoals zijn versie van My Way. Die doet denken aan de vertolking van Delilah door Flogging Molly. In de nummers van MacGowan vind je ook citaten van popnummers, zoals Me And Bobby McGee in Back In The County Hell. Soms zijn het ook gewoon prachtige ballads.

De eerste echte band waar Shane MacGowan in speelde was The Nipple Erectors, ofwel The Nips. Eén van hun albums heette The Tits Of Soho. De band waarmee hij doorbrak heette The Pogues. Ik las ergens dat die band aanvankelijk Kiss My Ass heette. Wel het soort namen dat je met punk associeert. De liedjes hebben echter in het algemeen een heldere melodie. De uitvoering is soms erg stevig, maar niet altijd. Na een geweldige ruzie is Shane uit The Pogues gestapt. Dat had iets te maken met de hierarchie in de groep. Shane was niet de baas, al was hij zanger, frontman en enige liedjesschrijver. Toen is hij begonnen met Shane MacGowan and The Popes. Daarmee heeft hij maar twee albums uitgebracht, The Snake en The Crock Of Gold. De laatste in 1998. In eerdergenoemde TV-documentaire geeft hij geweldig af op The Pogues. Hij vond bijvoorbeeld The Popes véél betere muzikanten. Toch is er kort geleden een muzikale reünie geweest. De tijd heelt kennelijk wonden.
Shane’s doorbraak was een kerstliedje: Fairytale of New York met de Pogues en Kirsty MacColl, de Britse zangers van het geestige There’s A Guy Works Down The Chipshop Swears He’s Elvis. Kirsty is in 2000 overleden toen ze werd overvaren door een speedboot in Mexico, nadat ze haar zoontje van hetzelfde lot had gered. Ze was 41 jaar…

Op de officiële website van Shane MacGowan staat vermeld, dat alle optredens van The Popes zijn afgelast. Shane is erg ziek geweest. Iets met zijn maag. Gezondheid is bij hem toch wel een probleem. Zijn levensstijl zal er iets mee te maken hebben. Drank, drank en nog eens drank. Streams Of Whiskey zingt hij en That Woman Got Me Drinking. Hij zegt zelf dat hij gewoon kiest voor een leven met drank. Maar tijdens optredens moet hij zich vaak overeind houden met de microfoonstandaard. Soms helpt dat niet en valt hij van het podium. Nou ja, de samenwerking met Barney McKenna zal dan wel goed gaan. Want die Dubliners kunnen er ook wat van met McKenna voorop. Hij verdwijnt dan nogal eens. De voormalige voorman van The Dubliners was Ronnie Drew. De man met de laagste stem ter wereld. Shane MacGowan heeft nog liedjes voor hem geschreven. Aan deze Ronnie Drew – zelf ook niet vies van een slok – werd tijdens een interview eens gevraagd wat zijn drie voornaamste zorgen waren. Hij noemde twee politiek correcte grote zorgen. Ik weet niet precies meer welke. Oorlog overal ter wereld en honger in Afrika of zoiets. De derde was: “Where the fuck is Barney McKenna”.
Maar Barney speelt geweldig banjo.

Als je Shane zou tegenkomen zou je hem een cent geven. Hij ziet er niet uit. Bleek, flaporen, een wat leipe oogopslag en geen tanden, maar bruine stompjes. Niet het voorbeeld van een popidool. Een scherp contrast met één van zijn beste vrienden, acteur Johnny Depp. Die heeft ook wel een drank- en drugsprobleem gehad, maar ziet er een stuk beter uit. Depp is ooit als muzikant begonnen. Hij speelt ook mee op The Snake. “Special Teen Idol Johnny Depp – guitar weird noises” staat bij de opsomming van gastmuzikanten.

Het uiterlijk van MacGowan en zijn drankgebruik vergeet je subiet als je zijn mooiste muziek hoort. Luister eens naar You’re The One, een duet met Maíre (tegenwoordig Mayo) Brennan uit de Clannad familie. Het is het lied onder de aftiteling van de film Circle of Friends, een schattige romantische komedie.
Maar dat lied……… Kippenvel!








© 2006 Henk Klaren
powered by CJ2