archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 3
8 juni 2006
Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Girofieber (2) Gijs Zandbergen & Marco Pinotti

0314BZ Fiets
Nog een keer iets uit het brievenboek Girofieber van Gijs Zandbergen&Marco Pinotti. Het volgende fragment is uit brief 31 van Gijs aan Marco (zie ook nummer 13).

Ik heb je eens geschreven dat het me over het algemeen weinig uitmaakt wie er wint. Nog sterker, degene die tweede wordt, vind ik meestal interessanter, omdat hij ergens een fout heeft gemaakt. Een winnaar doet alles goed. Dat is saai. Sinds onze kennismaking is deze theorie echter een beetje ingehaald door de praktijk. Tegenwoordig hoop ik namelijk dat jij wint, al ben ik realist genoeg te weten dat de kans daarop klein is, ook al is zij altijd nog groter dan de mogelijkheid dat ik kampioen van Nederland bij de journalisten word.

Dat schrijf ik hier op, omdat ik dit jaar toch weer heb meegedaan. Ik moet erbij zeggen dat een voorname reden was dat de wedstrijd dit keer dichtbij, in Noordwijk, werd georganiseerd. Ik kon er bij wijze van spreken op de fiets naartoe. Verstandig geworden had ik me voor de B-categorie ingeschreven. Nu kon ik de renners wel bijhouden, zij het met de tong op het stuur. Op het laatst waren we nog met een man of tien over en ik kwam zelfs als derde uit de laatste bocht. Dat was de ideale positie om de twee laatste renners voor me te passeren en kampioen van Nederland te worden. Ik hoefde alleen nog naar de zwaarste versnelling te schakelen, op mijn pedalen te gaan staan en er met mijn machtige turbodijen de eindsprint uit te knallen. Maar toen ik daarmee begon, ben ik weer gauw gaan zitten. Van mijn longen tot mijn tenen deed het pijn en ik ben voorzichtig naar de eindstreep gepeddeld. Een van de voordelen van de middelbare leeftijd is dat je daar geen probleem mee heb.

Na afloop was er, net als vorig jaar, een koud buffet. Dit keer vond het tegenover de finish plaats in een viersterren hotel. Onze wedstrijd was namelijk een voorprogramma geweest van een damesklassieker en het was de bedoeling dat de sponsors van die koers en hun gasten elkaar ontmoetten op de eerste verdieping van het hotel. Vanaf het balkon hadden ze dan uitzicht op de eindstreep. Het was een soort skybox, maar dan voor een wielerwedstrijd. Wij journalisten hadden heen en weer over de boulevard gefietst, maar de vrouwen reden over een parkoers van tien kilometer en kwamen elk kwartier voorbij. Om het voor de sponsors en zakenrelaties aantrekkelijk te maken waren er zogenoemde eregasten uitgenodigd. Dat zie je vaak bij wielrennen. Zij hoeven er alleen maar te zijn en beschikbaar te zijn voor een praatje.

Ik sluit niet uit dat sommigen daarvoor zelfs een vergoeding krijgen. Het is een heel eigen circuit dat zichzelf in stand houdt. Ik kan er wel ironisch over doen, maar ik geef ze schoon gelijk. Bovendien heb ik er van geprofiteerd. Zo kwam ik bijvoorbeeld in contact met oud-Tourwinnaar Jan Janssen, die met zijn vrouw aan een belendende tafel stond. Ik heb me aan hen voorgesteld en herinnerde Janssen eraan dat we elkaar 25 jaar geleden hadden gesproken en dat ik het zo aardig had gevonden dat hij me maanden nadien nog een nieuwjaarskaartje had gestuurd. Hij zei dat hij zich het herinnerde, maar dat klonk niet heel overtuigend. Ach, waarom zou ik mijn illusie om zeep helpen?

Dankzij jouw brieven in De Muur had Janssen wel over ons gehoord. Na zijn wielercarrière heeft hij racefietsen met zijn naam op de markt gebracht. Dat bedrijf is later verkocht aan een grote fietsenfabriek, die er verder weinig mee deed, waarna de twee zoons van Janssen de merknaam hebben teruggekocht en het bedrijf tot redelijke bloei hebben gebracht. De naamgever is inmiddels gepensioneerd en bemoeit zich er niet meer mee. Althans, dat probeert hij. Maar het valt niet mee om, als je jarenlang een regelvedette bent geweest, die eigenschap aan de kant te zetten. Ik vond het in elk geval plezierig met hem en zijn vrouw gesproken te hebben, te meer daar we het na verloop van tijd niet meer over wielrennen hadden, maar over opvoeding, school, taakverdelingen in huis, sudoku’s en verre vakanties. Over het algemeen leer je mensen beter kennen als je niet over hun specialiteiten praat.



© 2006 Gijs Zandbergen & Marco Pinotti meer Gijs Zandbergen & Marco Pinotti - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Girofieber (2) Gijs Zandbergen & Marco Pinotti
0314BZ Fiets
Nog een keer iets uit het brievenboek Girofieber van Gijs Zandbergen&Marco Pinotti. Het volgende fragment is uit brief 31 van Gijs aan Marco (zie ook nummer 13).

Ik heb je eens geschreven dat het me over het algemeen weinig uitmaakt wie er wint. Nog sterker, degene die tweede wordt, vind ik meestal interessanter, omdat hij ergens een fout heeft gemaakt. Een winnaar doet alles goed. Dat is saai. Sinds onze kennismaking is deze theorie echter een beetje ingehaald door de praktijk. Tegenwoordig hoop ik namelijk dat jij wint, al ben ik realist genoeg te weten dat de kans daarop klein is, ook al is zij altijd nog groter dan de mogelijkheid dat ik kampioen van Nederland bij de journalisten word.

Dat schrijf ik hier op, omdat ik dit jaar toch weer heb meegedaan. Ik moet erbij zeggen dat een voorname reden was dat de wedstrijd dit keer dichtbij, in Noordwijk, werd georganiseerd. Ik kon er bij wijze van spreken op de fiets naartoe. Verstandig geworden had ik me voor de B-categorie ingeschreven. Nu kon ik de renners wel bijhouden, zij het met de tong op het stuur. Op het laatst waren we nog met een man of tien over en ik kwam zelfs als derde uit de laatste bocht. Dat was de ideale positie om de twee laatste renners voor me te passeren en kampioen van Nederland te worden. Ik hoefde alleen nog naar de zwaarste versnelling te schakelen, op mijn pedalen te gaan staan en er met mijn machtige turbodijen de eindsprint uit te knallen. Maar toen ik daarmee begon, ben ik weer gauw gaan zitten. Van mijn longen tot mijn tenen deed het pijn en ik ben voorzichtig naar de eindstreep gepeddeld. Een van de voordelen van de middelbare leeftijd is dat je daar geen probleem mee heb.

Na afloop was er, net als vorig jaar, een koud buffet. Dit keer vond het tegenover de finish plaats in een viersterren hotel. Onze wedstrijd was namelijk een voorprogramma geweest van een damesklassieker en het was de bedoeling dat de sponsors van die koers en hun gasten elkaar ontmoetten op de eerste verdieping van het hotel. Vanaf het balkon hadden ze dan uitzicht op de eindstreep. Het was een soort skybox, maar dan voor een wielerwedstrijd. Wij journalisten hadden heen en weer over de boulevard gefietst, maar de vrouwen reden over een parkoers van tien kilometer en kwamen elk kwartier voorbij. Om het voor de sponsors en zakenrelaties aantrekkelijk te maken waren er zogenoemde eregasten uitgenodigd. Dat zie je vaak bij wielrennen. Zij hoeven er alleen maar te zijn en beschikbaar te zijn voor een praatje.

Ik sluit niet uit dat sommigen daarvoor zelfs een vergoeding krijgen. Het is een heel eigen circuit dat zichzelf in stand houdt. Ik kan er wel ironisch over doen, maar ik geef ze schoon gelijk. Bovendien heb ik er van geprofiteerd. Zo kwam ik bijvoorbeeld in contact met oud-Tourwinnaar Jan Janssen, die met zijn vrouw aan een belendende tafel stond. Ik heb me aan hen voorgesteld en herinnerde Janssen eraan dat we elkaar 25 jaar geleden hadden gesproken en dat ik het zo aardig had gevonden dat hij me maanden nadien nog een nieuwjaarskaartje had gestuurd. Hij zei dat hij zich het herinnerde, maar dat klonk niet heel overtuigend. Ach, waarom zou ik mijn illusie om zeep helpen?

Dankzij jouw brieven in De Muur had Janssen wel over ons gehoord. Na zijn wielercarrière heeft hij racefietsen met zijn naam op de markt gebracht. Dat bedrijf is later verkocht aan een grote fietsenfabriek, die er verder weinig mee deed, waarna de twee zoons van Janssen de merknaam hebben teruggekocht en het bedrijf tot redelijke bloei hebben gebracht. De naamgever is inmiddels gepensioneerd en bemoeit zich er niet meer mee. Althans, dat probeert hij. Maar het valt niet mee om, als je jarenlang een regelvedette bent geweest, die eigenschap aan de kant te zetten. Ik vond het in elk geval plezierig met hem en zijn vrouw gesproken te hebben, te meer daar we het na verloop van tijd niet meer over wielrennen hadden, maar over opvoeding, school, taakverdelingen in huis, sudoku’s en verre vakanties. Over het algemeen leer je mensen beter kennen als je niet over hun specialiteiten praat.

© 2006 Gijs Zandbergen & Marco Pinotti
powered by CJ2