archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 3
18 mei 2006
Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
NWO's Jan Dijkhof Frits Hoorweg

0313BS Rustige mens
Dr. Jan Dijkhof is 60 jaar oud en werkt al sinds 1978 bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Althans hij begon bij een voorloper van die organisatie. De NWO moest in 1978 nog worden opgericht. Hij is bestuurssecretaris van Aard- en Levenswetenschappen, een van de negen terreinen die binnen NWO worden onderscheiden en die ieder een aparte organisatie vormen met een eigen bestuur.

‘Er zijn wel eens momenten geweest dat ik dacht: moet ik niet wat anders? Maar dan realiseerde ik mij weer hoe interessant dit werk is. Je neemt als een van de eersten kennis van allerlei nieuwe ontwikkelingen die maatschappelijk heel relevant zijn, over onderwerpen als klimaatontwikkeling en biodiversiteit. Bijna dagelijks heb ik contact met interessante mensen en het is heel fijn als je die kunt helpen om hun plannen te realiseren. Tot ’98 was ik ook directeur van de sector, maar toen heb ik besloten om het wat rustiger aan te gaan doen. En dat kon ook. Ik werk nu 3,5 dag per week. Niet dat het altijd lukt om het daartoe te beperken. Je moet hier veel lezen om een beetje bij te blijven, alleen dat al.’

‘Ja, heel simpel gezegd zijn wij een organisatie die op grote schaal geld uitdeelt; een kleine 500 miljoen per jaar. En we doen dat – ik houd het maar simpel – in drie ongeveer gelijke blokken. Eén gaat naar onderzoeksvoorstellen die doorlopend bij ons worden ingediend. Tussen die voorstellen vindt eigenlijk gewoon een competitie plaats. De beoordeling ervan gebeurt in eerste instantie door vakgenoten van over de hele wereld, op basis van vooraf afgesproken criteria. De rapporten die binnenkomen worden hier globaal getoetst, om te voorkomen dat ‘old boys’ elkaar de bal teveel toeschuiven. En tenslotte beslissen de besturen van de negen sectoren. Het tweede blok is voor persoonsgerichte bijdragen voor maximaal 4 jaar; zeg maar een subsidie voor een promotieonderzoek. Ook daar heb je een dergelijk beoordelingssysteem voor, dat iets simpeler is en vooral uitgaat van de kwaliteit van de indieners, hoewel de aard van het voorstel ook een rol speelt. En het derde blok is voor thematische programma’s, dat is een verhaal apart. Daar kom ik zo op terug.’

‘Het blijft inderdaad een geweldige papierwinkel, ook al is die nu gedigitaliseerd. Maar ja, dat kan moeilijk anders. De mensen hier op het bureau hebben vaak wel een wetenschappelijke achtergrond, maar na een paar jaar ben je niet goed meer in staat zelf voorstellen op inhoud te beoordelen. Daar heb je mensen voor nodig die zelf wetenschappelijk doen en van de nieuwste ontwikkelingen op de hoogte zijn. Voor onze sector werken 35 mensen, waarvan 14 academici. Zelf heb ik in Groningen biochemie gestudeerd. Daarna heb ik bij het laboratorium voor Histologie en Celbiologie in Utrecht gewerkt. Na zes jaar ben ik gepromoveerd en daarna ben ik hier gaan werken, bij wat toen nog de Stichting voor Medisch Wetenschappelijk Onderzoek was en die later is opgegaan in NWO.’

‘Ongeveer één derde van het budget besteden we aan thematische programma’s, bijvoorbeeld biodiversiteit. Dat programma is nu in ontwikkeling. We zijn er ruim een jaar mee bezig en hopen de voorbereidingen binnenkort te kunnen afronden. Het gaat ongeveer als volgt. Iemand van het bureau maakt een eerste voorstel. Daarbij wordt rekening gehouden met kleinere programma’s die in het verleden zijn uitgevoerd, met discussies in wetenschappelijke tijdschriften en gesprekken met deskundigen, en dergelijke. Zo’n eerste voorstel wordt eerst intern besproken en vervolgens gaat het voor commentaar naar deskundigen. En naar mogelijke financiers natuurlijk, want in dat stadium is nog lang niet duidelijk wat het totale budget wordt van het programma. We weten wel zo ongeveer wat NWO ervoor over heeft, maar we willen graag samenwerken met anderen. Met een organisatie als WWF (World Wildlife Fund) bijvoorbeeld, maar ook met ministeries als Landbouw, Natuur & Visserij en Buitenlandse Zaken. Die hebben ook budgetten voor dat soort programma’s en het is natuurlijk mooi als het lukt een zekere eenheid in onze nationale inspanningen te bewerkstelligen. Naar aanleiding van discussies wordt een tweede versie gemaakt en dan misschien nog wel een. Tenslotte hopen we het programma met enige fanfare te kunnen presenteren en onderzoekers uit te nodigen voorstellen in te dienen. Als het goed is hebben die zich daarop al voorbereid. De projectvoorstellen liggen bij wijze van spreken al klaar.’

Wat moeten wij ons voorstellen bij zo’n thema als biodiversiteit? Op de website www.nwo.nl/biodiversiteit vond ik een paar projecten die in zo’n thema lijken te passen en waarbij ik mij bovendien iets kan voorstellen. Vanuit de Landbouw Universiteit Wageningen werd door professor Brussaard een project ingediend met de volgende omschrijving: ‘Het belang van biologische diversiteit in landbouwgrond voor het onderdrukken van ziekten en voor voedselopname.’ En in Groningen wil professor Bakker: ‘Planten biodiversiteit voorspellen in veranderende Nederlandse landschappen.’

‘Door samenwerking hopen we op den duur effectiever te kunnen opereren. Niet alleen samenwerking in Nederland, maar ook in Europa. De wijze waarop wij in Nederland het wetenschapsbeleid hebben georganiseerd is niet fundamenteel verschillend van wat men in andere landen doet. Alleen werkt men in de grotere landen vaak met meerdere organisaties. In heel Europa zijn er wel 76 met NWO vergelijkbare organisaties. Zo’n getal maakt meteen wel duidelijk hoe moeilijk het is om tot iets van overeenstemming te komen. Toch moet het.’

‘Aardig om te vermelden is dat we de laatste tijd veel voor de jeugd proberen te doen. Dat komt ook doordat we een voorlichter hebben die daar aardigheid in heeft. Dat leidt bijvoorbeeld tot steun aan Museum Naturalis voor het onderhouden van een website en de inrichting van een wetenschapszaal. Om jongeren voor wetenschap te interesseren. Te laten zien dat het leuk is om daarin je werk te zoeken. Ik hoop dat ik daar in ons gesprek ook een beetje in ben geslaagd.’
 
*************************************************************
Op 22 mei a.s. presenteert NWO in de Grote Kerk in Den Haag zijn Strategisch
Plan 2007-2010.
 


© 2006 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
NWO's Jan Dijkhof Frits Hoorweg
0313BS Rustige mens
Dr. Jan Dijkhof is 60 jaar oud en werkt al sinds 1978 bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Althans hij begon bij een voorloper van die organisatie. De NWO moest in 1978 nog worden opgericht. Hij is bestuurssecretaris van Aard- en Levenswetenschappen, een van de negen terreinen die binnen NWO worden onderscheiden en die ieder een aparte organisatie vormen met een eigen bestuur.

‘Er zijn wel eens momenten geweest dat ik dacht: moet ik niet wat anders? Maar dan realiseerde ik mij weer hoe interessant dit werk is. Je neemt als een van de eersten kennis van allerlei nieuwe ontwikkelingen die maatschappelijk heel relevant zijn, over onderwerpen als klimaatontwikkeling en biodiversiteit. Bijna dagelijks heb ik contact met interessante mensen en het is heel fijn als je die kunt helpen om hun plannen te realiseren. Tot ’98 was ik ook directeur van de sector, maar toen heb ik besloten om het wat rustiger aan te gaan doen. En dat kon ook. Ik werk nu 3,5 dag per week. Niet dat het altijd lukt om het daartoe te beperken. Je moet hier veel lezen om een beetje bij te blijven, alleen dat al.’

‘Ja, heel simpel gezegd zijn wij een organisatie die op grote schaal geld uitdeelt; een kleine 500 miljoen per jaar. En we doen dat – ik houd het maar simpel – in drie ongeveer gelijke blokken. Eén gaat naar onderzoeksvoorstellen die doorlopend bij ons worden ingediend. Tussen die voorstellen vindt eigenlijk gewoon een competitie plaats. De beoordeling ervan gebeurt in eerste instantie door vakgenoten van over de hele wereld, op basis van vooraf afgesproken criteria. De rapporten die binnenkomen worden hier globaal getoetst, om te voorkomen dat ‘old boys’ elkaar de bal teveel toeschuiven. En tenslotte beslissen de besturen van de negen sectoren. Het tweede blok is voor persoonsgerichte bijdragen voor maximaal 4 jaar; zeg maar een subsidie voor een promotieonderzoek. Ook daar heb je een dergelijk beoordelingssysteem voor, dat iets simpeler is en vooral uitgaat van de kwaliteit van de indieners, hoewel de aard van het voorstel ook een rol speelt. En het derde blok is voor thematische programma’s, dat is een verhaal apart. Daar kom ik zo op terug.’

‘Het blijft inderdaad een geweldige papierwinkel, ook al is die nu gedigitaliseerd. Maar ja, dat kan moeilijk anders. De mensen hier op het bureau hebben vaak wel een wetenschappelijke achtergrond, maar na een paar jaar ben je niet goed meer in staat zelf voorstellen op inhoud te beoordelen. Daar heb je mensen voor nodig die zelf wetenschappelijk doen en van de nieuwste ontwikkelingen op de hoogte zijn. Voor onze sector werken 35 mensen, waarvan 14 academici. Zelf heb ik in Groningen biochemie gestudeerd. Daarna heb ik bij het laboratorium voor Histologie en Celbiologie in Utrecht gewerkt. Na zes jaar ben ik gepromoveerd en daarna ben ik hier gaan werken, bij wat toen nog de Stichting voor Medisch Wetenschappelijk Onderzoek was en die later is opgegaan in NWO.’

‘Ongeveer één derde van het budget besteden we aan thematische programma’s, bijvoorbeeld biodiversiteit. Dat programma is nu in ontwikkeling. We zijn er ruim een jaar mee bezig en hopen de voorbereidingen binnenkort te kunnen afronden. Het gaat ongeveer als volgt. Iemand van het bureau maakt een eerste voorstel. Daarbij wordt rekening gehouden met kleinere programma’s die in het verleden zijn uitgevoerd, met discussies in wetenschappelijke tijdschriften en gesprekken met deskundigen, en dergelijke. Zo’n eerste voorstel wordt eerst intern besproken en vervolgens gaat het voor commentaar naar deskundigen. En naar mogelijke financiers natuurlijk, want in dat stadium is nog lang niet duidelijk wat het totale budget wordt van het programma. We weten wel zo ongeveer wat NWO ervoor over heeft, maar we willen graag samenwerken met anderen. Met een organisatie als WWF (World Wildlife Fund) bijvoorbeeld, maar ook met ministeries als Landbouw, Natuur & Visserij en Buitenlandse Zaken. Die hebben ook budgetten voor dat soort programma’s en het is natuurlijk mooi als het lukt een zekere eenheid in onze nationale inspanningen te bewerkstelligen. Naar aanleiding van discussies wordt een tweede versie gemaakt en dan misschien nog wel een. Tenslotte hopen we het programma met enige fanfare te kunnen presenteren en onderzoekers uit te nodigen voorstellen in te dienen. Als het goed is hebben die zich daarop al voorbereid. De projectvoorstellen liggen bij wijze van spreken al klaar.’

Wat moeten wij ons voorstellen bij zo’n thema als biodiversiteit? Op de website www.nwo.nl/biodiversiteit vond ik een paar projecten die in zo’n thema lijken te passen en waarbij ik mij bovendien iets kan voorstellen. Vanuit de Landbouw Universiteit Wageningen werd door professor Brussaard een project ingediend met de volgende omschrijving: ‘Het belang van biologische diversiteit in landbouwgrond voor het onderdrukken van ziekten en voor voedselopname.’ En in Groningen wil professor Bakker: ‘Planten biodiversiteit voorspellen in veranderende Nederlandse landschappen.’

‘Door samenwerking hopen we op den duur effectiever te kunnen opereren. Niet alleen samenwerking in Nederland, maar ook in Europa. De wijze waarop wij in Nederland het wetenschapsbeleid hebben georganiseerd is niet fundamenteel verschillend van wat men in andere landen doet. Alleen werkt men in de grotere landen vaak met meerdere organisaties. In heel Europa zijn er wel 76 met NWO vergelijkbare organisaties. Zo’n getal maakt meteen wel duidelijk hoe moeilijk het is om tot iets van overeenstemming te komen. Toch moet het.’

‘Aardig om te vermelden is dat we de laatste tijd veel voor de jeugd proberen te doen. Dat komt ook doordat we een voorlichter hebben die daar aardigheid in heeft. Dat leidt bijvoorbeeld tot steun aan Museum Naturalis voor het onderhouden van een website en de inrichting van een wetenschapszaal. Om jongeren voor wetenschap te interesseren. Te laten zien dat het leuk is om daarin je werk te zoeken. Ik hoop dat ik daar in ons gesprek ook een beetje in ben geslaagd.’
 
*************************************************************
Op 22 mei a.s. presenteert NWO in de Grote Kerk in Den Haag zijn Strategisch
Plan 2007-2010.
 
© 2006 Frits Hoorweg
powered by CJ2