archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 3
2 maart 2006
Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
Karl Spaaij, maquettebouwer Frits Hoorweg

0309 Spaaij
Karl Spaaij is maquettebouwer, ogenschijnlijk het ideale beroep voor iemand die graag knutselt en beschikt over een goed ontwikkelde fijne motoriek. In een modern gebouw op een industrieterrein bij Amersfoort, dat onderdak biedt aan 15 werknemers, legt hij me uit dat er meer bij komt kijken.

‘Het maken van iets moois blijft een belangrijke drijfveer hoor, maar je moet wel zakelijk redeneren. Er is bijvoorbeeld altijd te weinig tijd, want bij de opdrachtgever, veelal een projectontwikkelaar, zijn ze tot het laatste moment bezig met het sleutelen aan de plannen. Pas als het bijna te laat is wordt de maquettebouwer ingeschakeld; soms denkt men dan pas aan de mogelijkheid van een maquette. Dan hebben we zeg maar drie weken voor iets waar je misschien ook wel drie maanden aan zou kunnen besteden. Zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar. Dat het vaak zo gaat betekent vanzelf dat je bureau een zekere omvang moet hebben om de serieuzere opdrachten aan te kunnen.’

‘Van de ongeveer 200 bureaus voor maquettebouw die er in Nederland zijn, is een fiks aantal overigens wel klein. Er zijn zelfs nogal wat eenmansbedrijven bij. Ja, die werken in bepaalde nichemarkten waar blijkbaar andere wetten gelden. Mijn drijfveer is altijd geweest om mee te kunnen doen met het serieuzere werk. Als je een beetje omvang hebt dan kun je ook inspelen op nieuwe ontwikkelingen. In de loop der jaren is er steeds geavanceerdere apparatuur gekomen en de ontwikkeling staat nog steeds niet stil. De eerste sprong vooruit werd eind jaren tachtig gemaakt met de CAD/CAM ontwerpprogrammatuur, eerst op een grote computer en al snel ook op de PC. Vervolgens kreeg je een computergestuurd laser-snijapparaat. We hebben er beneden een staan.’

Later krijg ik een rondleiding en zie ik hoe op een mysterieuze manier, vanuit een verticaal hangend ‘aanwijsstokje’ door laserstralen een perspexplaat op maat wordt gesneden en voorzien van de juiste inkepingen en openingen Af en toe springt er een vonk weg. Het snijapparaat wordt aangestuurd door een driedimensionaal ontwerp van de maquette dat in een computerprogramma is ontworpen. De doorzichtige kooi waarin het snijden plaatsvindt, is grondig beveiligd. Als je aan het luikje morrelt slaat de machine meteen af. De bewerkte perspexplaat is samen met andere bewerkte platen de basis voor de woningen, flats en andere gebouwen die je later beschilderd in de maquettes terugvindt.

Terwijl ik bij de snijmachine stond te kijken waren in de aangrenzende ruimte drie man, ieder achter een werktafel bezig met het verwerken van perspex dat al eerder was voorgesneden. Daar vond het priegelige werk plaats dat ik mij had voorgesteld: onderdeeltjes in elkaar passen, lijmen, met een fijn penseeltje beschilderen en op een grote bodemplaat aanbrengen. Achterin het gebouw waren mensen bezig met materiaalbewerking, op veilige afstand en achter een gesloten deur, vanwege de stofvorming. Boven, ook weer afgezonderd, werden achter schermen de ontwerpen gemaakt.

‘Inmiddels zijn er al weer nieuwe machines die een vloeibaar materiaal dat snel stolt op een plaat aanbrengen. Laagje voor laagje wordt aldus, weer volgens een in de computer vastliggend ontwerp, de maquette gebouwd. Kwalitatief stelt het nog niet veel voor, maar nu het begin er is zal de ontwikkeling vast snel gaan. Over een paar jaar zal de snijmachine er dus wel uit kunnen en kan er nog sneller en goedkoper gewerkt worden. M’n vader, die nu 75 is, komt nog wel eens kijken en zegt nu al vaak “daar deed ik vroeger weken over”. Hij is het bedrijf in 1963 begonnen, maar werkte veel meer dan ik vanuit een ambachtelijke interesse. Als constructeur was hij er vooral op gericht interessante uitdagende dingen maken. Daarom is zijn interesse voor die maquettes gaandeweg verflauwd en heeft hij zich later toegelegd op het ontwerpen van de binnenkant van koffiezetapparaten.’

‘Ik had aanvankelijk helemaal geen trek om in de zaak van mijn vader te gaan. Na de Landbouwschool ben ik bij het LEI gaan werken. Maar toen ik 24 was begon het toch te kriebelen en wilde ik zelf iets aanpakken. Nou daar heb ik toen, 1985 was het, met mijn vader over gesproken en die zei: “Als jij dat wilt dan moet je dat doen.” En vervolgens kon ik het op mijn eigen manier uitbouwen. Eerst deed ik natuurlijk ook alles zelf, maar alras kwamen er mensen bij en nu ben ik meer tijd voor dan achter.’

‘Het zijn vooral projectontwikkelaars die maquettes bij ons bestellen. Die moeten een plan realiseren en zorgen dat de huizen en de bedrijfsruimten aan de man worden gebracht. En zo’n maquette is een veel beter middel om mensen voor iets te winnen dan tekeningen. De maquette wordt soms zelfs mooier gevonden dan het uiteindelijke, levensgrote resultaat! Leuk overzichtelijk. Die overzichtelijkheid kan op zich reden zijn om er een te laten maken. Bij het ontwerpen van een nieuwe stadswijk als Leidsche Rijn bijvoorbeeld (hij pakt het fotoboek erbij) moet de hele infrastructuur van wegen en openbaar vervoer beoordeeld kunnen worden en een maquette geeft een beeld dat je anders nooit krijgt. Als je voor dat doel iets maakt verklein je de boel nog verder dan normaal, 1 op 200 of zelfs 1 op 500, dan zijn de huizen niet meer dan blokjes. Om de huizen er echt individueel uit te laten springen moet je op 1 op 50 of zo gaan zitten.’

‘Ik werk vooral met mensen die een middelbare beroepsopleiding hebben gehad. Maar eigenlijk moeten ze het vak hier nog helemaal leren. Ja, op het eerste gezicht zou je zeggen dat het bouwen van een maquette een ideale activiteit is voor op school. Het beroerde is alleen dat ze geen geld hebben om de goede spullen ervoor aan te schaffen. Ze hebben er veel tijd en te weinig geld. Bij ons is het net andersom. Het geld om goede spullen te kopen is er wel maar wij hebben weer geen tijd. En verder dienen zich steeds nieuwe dingen aan. Nu wil men graag maquettes met allerlei elektronische foefjes, een touchscreen en bijbehorende lampjes die oplichten. Mensen kunnen bijvoorbeeld een adres aantikken en daardoor licht er een lampje in de betreffende woning op. En dan is het ook nog aardig als het een rood lampje is als die woning al verkocht is. Het werken met die elektronica moet natuurlijk ook weer worden geleerd. Zo zijn we nogal druk met het opleiden van mensen, maar ja ik zou niet weten hoe het anders moet.’
 
**************************************
Meer informatie op: www.spaaijmaquettebouw.nl .


© 2006 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
Karl Spaaij, maquettebouwer Frits Hoorweg
0309 Spaaij
Karl Spaaij is maquettebouwer, ogenschijnlijk het ideale beroep voor iemand die graag knutselt en beschikt over een goed ontwikkelde fijne motoriek. In een modern gebouw op een industrieterrein bij Amersfoort, dat onderdak biedt aan 15 werknemers, legt hij me uit dat er meer bij komt kijken.

‘Het maken van iets moois blijft een belangrijke drijfveer hoor, maar je moet wel zakelijk redeneren. Er is bijvoorbeeld altijd te weinig tijd, want bij de opdrachtgever, veelal een projectontwikkelaar, zijn ze tot het laatste moment bezig met het sleutelen aan de plannen. Pas als het bijna te laat is wordt de maquettebouwer ingeschakeld; soms denkt men dan pas aan de mogelijkheid van een maquette. Dan hebben we zeg maar drie weken voor iets waar je misschien ook wel drie maanden aan zou kunnen besteden. Zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar. Dat het vaak zo gaat betekent vanzelf dat je bureau een zekere omvang moet hebben om de serieuzere opdrachten aan te kunnen.’

‘Van de ongeveer 200 bureaus voor maquettebouw die er in Nederland zijn, is een fiks aantal overigens wel klein. Er zijn zelfs nogal wat eenmansbedrijven bij. Ja, die werken in bepaalde nichemarkten waar blijkbaar andere wetten gelden. Mijn drijfveer is altijd geweest om mee te kunnen doen met het serieuzere werk. Als je een beetje omvang hebt dan kun je ook inspelen op nieuwe ontwikkelingen. In de loop der jaren is er steeds geavanceerdere apparatuur gekomen en de ontwikkeling staat nog steeds niet stil. De eerste sprong vooruit werd eind jaren tachtig gemaakt met de CAD/CAM ontwerpprogrammatuur, eerst op een grote computer en al snel ook op de PC. Vervolgens kreeg je een computergestuurd laser-snijapparaat. We hebben er beneden een staan.’

Later krijg ik een rondleiding en zie ik hoe op een mysterieuze manier, vanuit een verticaal hangend ‘aanwijsstokje’ door laserstralen een perspexplaat op maat wordt gesneden en voorzien van de juiste inkepingen en openingen Af en toe springt er een vonk weg. Het snijapparaat wordt aangestuurd door een driedimensionaal ontwerp van de maquette dat in een computerprogramma is ontworpen. De doorzichtige kooi waarin het snijden plaatsvindt, is grondig beveiligd. Als je aan het luikje morrelt slaat de machine meteen af. De bewerkte perspexplaat is samen met andere bewerkte platen de basis voor de woningen, flats en andere gebouwen die je later beschilderd in de maquettes terugvindt.

Terwijl ik bij de snijmachine stond te kijken waren in de aangrenzende ruimte drie man, ieder achter een werktafel bezig met het verwerken van perspex dat al eerder was voorgesneden. Daar vond het priegelige werk plaats dat ik mij had voorgesteld: onderdeeltjes in elkaar passen, lijmen, met een fijn penseeltje beschilderen en op een grote bodemplaat aanbrengen. Achterin het gebouw waren mensen bezig met materiaalbewerking, op veilige afstand en achter een gesloten deur, vanwege de stofvorming. Boven, ook weer afgezonderd, werden achter schermen de ontwerpen gemaakt.

‘Inmiddels zijn er al weer nieuwe machines die een vloeibaar materiaal dat snel stolt op een plaat aanbrengen. Laagje voor laagje wordt aldus, weer volgens een in de computer vastliggend ontwerp, de maquette gebouwd. Kwalitatief stelt het nog niet veel voor, maar nu het begin er is zal de ontwikkeling vast snel gaan. Over een paar jaar zal de snijmachine er dus wel uit kunnen en kan er nog sneller en goedkoper gewerkt worden. M’n vader, die nu 75 is, komt nog wel eens kijken en zegt nu al vaak “daar deed ik vroeger weken over”. Hij is het bedrijf in 1963 begonnen, maar werkte veel meer dan ik vanuit een ambachtelijke interesse. Als constructeur was hij er vooral op gericht interessante uitdagende dingen maken. Daarom is zijn interesse voor die maquettes gaandeweg verflauwd en heeft hij zich later toegelegd op het ontwerpen van de binnenkant van koffiezetapparaten.’

‘Ik had aanvankelijk helemaal geen trek om in de zaak van mijn vader te gaan. Na de Landbouwschool ben ik bij het LEI gaan werken. Maar toen ik 24 was begon het toch te kriebelen en wilde ik zelf iets aanpakken. Nou daar heb ik toen, 1985 was het, met mijn vader over gesproken en die zei: “Als jij dat wilt dan moet je dat doen.” En vervolgens kon ik het op mijn eigen manier uitbouwen. Eerst deed ik natuurlijk ook alles zelf, maar alras kwamen er mensen bij en nu ben ik meer tijd voor dan achter.’

‘Het zijn vooral projectontwikkelaars die maquettes bij ons bestellen. Die moeten een plan realiseren en zorgen dat de huizen en de bedrijfsruimten aan de man worden gebracht. En zo’n maquette is een veel beter middel om mensen voor iets te winnen dan tekeningen. De maquette wordt soms zelfs mooier gevonden dan het uiteindelijke, levensgrote resultaat! Leuk overzichtelijk. Die overzichtelijkheid kan op zich reden zijn om er een te laten maken. Bij het ontwerpen van een nieuwe stadswijk als Leidsche Rijn bijvoorbeeld (hij pakt het fotoboek erbij) moet de hele infrastructuur van wegen en openbaar vervoer beoordeeld kunnen worden en een maquette geeft een beeld dat je anders nooit krijgt. Als je voor dat doel iets maakt verklein je de boel nog verder dan normaal, 1 op 200 of zelfs 1 op 500, dan zijn de huizen niet meer dan blokjes. Om de huizen er echt individueel uit te laten springen moet je op 1 op 50 of zo gaan zitten.’

‘Ik werk vooral met mensen die een middelbare beroepsopleiding hebben gehad. Maar eigenlijk moeten ze het vak hier nog helemaal leren. Ja, op het eerste gezicht zou je zeggen dat het bouwen van een maquette een ideale activiteit is voor op school. Het beroerde is alleen dat ze geen geld hebben om de goede spullen ervoor aan te schaffen. Ze hebben er veel tijd en te weinig geld. Bij ons is het net andersom. Het geld om goede spullen te kopen is er wel maar wij hebben weer geen tijd. En verder dienen zich steeds nieuwe dingen aan. Nu wil men graag maquettes met allerlei elektronische foefjes, een touchscreen en bijbehorende lampjes die oplichten. Mensen kunnen bijvoorbeeld een adres aantikken en daardoor licht er een lampje in de betreffende woning op. En dan is het ook nog aardig als het een rood lampje is als die woning al verkocht is. Het werken met die elektronica moet natuurlijk ook weer worden geleerd. Zo zijn we nogal druk met het opleiden van mensen, maar ja ik zou niet weten hoe het anders moet.’
 
**************************************
Meer informatie op: www.spaaijmaquettebouw.nl .
© 2006 Frits Hoorweg
powered by CJ2