archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 3
19 januari 2006
Bezigheden > Te water delen printen terug
Zwemmen? Katharina Kouwenhoven

0306 BZ Zwemmen
Een jaar of vijf geleden stelde mijn dochter voor om een keer met haar te gaan zwemmen in Sportfondsenbad Oost. Zij woonde daar toen in de buurt en had er goede verhalen over gehoord. 'Zwemmen?' riep ik paniekerig. Ik vond het een indecent voorstel. Hoewel ik in mijn jeugd niet veel traumatische ervaringen heb opgelopen, hebben de weinige die ik als zodanig beschouw, allemaal iets met zwemmen en vooral met zwembaden te maken. Volgens haar was er echter helemaal geen reden tot paniek. Er werd keurig in baantjes gezwommen en voornamelijk door bejaarden, dus dollende jongelui die bovenop je doken of je een paar minuten onder water hielden hoefde ik niet te vrezen, laat staan grote ballen die snoeihard tegen je kop gegooid werden of enorme luchtbedden waarmee je overvaren werd. Alles ging er rustig en gedisciplineerd aan toe.

Dat mocht dan wel zo zijn, maar het ging toch om zwemmen en dat speelt zich af in het water, een element waar ik me nooit echt in thuis heb gevoeld en dat me voornamelijk angst in boezemde. Als we voor het water bestemd waren, zouden we immers wel kieuwen en vinnen gehad hebben. Mijn dochter vond mijn reactie tamelijk kinderachtig. Tenslotte had ik die angst ook overwonnen toen ik haar had leren zwemmen, want zij weigerde als kind te water te gaan, als ik dat niet zelf ook deed. Ik vond het toch belangrijk dat zij leerde zwemmen? Dan moest ik zelf het goede voorbeeld geven. Dat was allemaal goed en wel, maar toen bestond er een duidelijke noodzaak voor mijn dappere geploeter dat met een gevaarlijk hoge hartslag gepaard ging zodra ik mij in het 'diepe' begaf door de permanente vrees niet levend de overkant te halen. Ik zwichtte uiteindelijk voor het argument dat zwemmen zo 'gezond' was. Nu is alle lichaamsbeweging 'gezond', zolang het binnen redelijke proporties blijft, maar met zwemmen is de kans op blessures allerminiemst, in het water zweet je niet, je gebruikt allemachtig veel verschillende spieren en je hebt geen last van je gewicht. Dus op een goede dag toog ik met mijn dochter naar dat Sportfondsenbad.

Een zwembad is typisch zo'n situatie, waarvan wij een zogenaamd script in het hoofd hebben, waarin ligt opgeslagen hoe je je daar dient te gedragen, gegeven natuurlijk, dat je ooit wel eens in een zwembad geweest bent. Wij hadden zo'n script, maar dat bleek bij uitvoering hopeloos verouderd. Een kaartje kopen aan de kassa, dat sprak van zelf. Maar een omkleedhokje bezet houden gedurende de gehele periode dat je van het zwembad gebruik maakte en waar je dus je kleren liet hangen, dat was er niet meer bij. Je werd nu geacht die kleren op een haak te draperen en dan in een soort kluis weg te hangen. Dat soort kluizen, in twee rijen boven elkaar, zie je vaak in politieseries. Ze hangen in unheimische ruimtes waar de detectives gesprekken houden die niet voor andermans oren bestemd zijn. Om zo'n kluis af te kunnen sluiten, had je echter een kwartje nodig en dat hadden wij niet. Huiverend in je badpakje weer naar de kassa af dalen, leek ons wat te veel gevraagd en daarom besloten we onze kleren toch maar in onze hokjes te laten hangen. Dat kwam ons op een berisping te staan.

Een groter probleem bleek echter bij het zwemwater te geraken. We zagen het liggen en de trap er naar toe was niet moeilijk te vinden, maar de toegang tot de trap werd ons onmogelijk gemaakt door een hek, dat echter gelukkig niet onneembaar bleek. Deze situatie was ontstaan, doordat wij het kleedhokje hadden verlaten aan de kant waar we binnen waren gegaan. Die kleedhokjes hebben aan twee kanten een deur en dat is natuurlijk niet voor niks. Maar ter plekke kom je er aan een onlogische kant - de kant van het zwemwater - binnen en moet je er dus ook aan een onlogische kant - de kant met een blinde muur - weer uit.

We klommen dus maar over dat hek, daalden de trap af en stonden voor het lonkende water. Mijn dochter dook er meteen in en ik ging via het trapje. Onmiddellijk werden we weer berispt. We hadden namelijk eerst moeten douchen. Dit kwam mij voor als een buitengewoon bizarre regel in het nieuwe script. Je doucht toch na afloop, om dat gore bleekwater van je lijf en uit je haar te spoelen, maar waarom zou je vóóraf douchen. Uit hygiënische overwegingen, volgens de dienstdoende badmeester. Hygiënische overwegingen? Maar daarvoor zit dat badwater toch vol met dat stinkende chloor? Later, toen bleek dat in die douches de legionellabacil welig tierde, kreeg dit argument zelfs een humoristisch karakter.

Hoe dan ook, uiteindelijk konden we aan onze baantjes beginnen. Mijn dochter ging voortvarend van start, maar ik begon voorzichtig met één, want die 25 meter vond ik al een behoorlijke afstand, waarvan ik niet goed kon overzien of die wel tot mijn mogelijkheden behoorde. Niet zonder moeite bereikte ik de overkant, waar ik hijgend aan de rand bleef hangen. Voorwaar een hele prestatie. Moest ik er nog een proberen? Mijn dochter had er inmiddels al vier afgelegd en sommeerde mij toch minstens tien baantjes te zwemmen, want anders was het zonde van het geld. Ook dat nog. Dus ging ik de strijd weer aan, amechtig proberend het hoofd boven water te houden, zodat ik kramp in mijn nek kreeg en pijn in mijn rug door de ongemakkelijke houding, in paniek als ik water in mijn neus kreeg en half blind door het chloor dat in mijn ogen prikte. Ik heb het gehaald! Zo maar, zonder voorbereiding tien baantjes afgelegd met iets dat vaag leek op zwemmen en zonder dat ik halverwege gestikt was en als een pop naar de bodem gezonken.
'Volgende week weer?' vroeg mijn dochter uitnodigend. 'Volgende week weer' sprak ik instemmend, 'maar dan doe ik er twintig.'


© 2006 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Te water" -
Bezigheden > Te water
Zwemmen? Katharina Kouwenhoven
0306 BZ Zwemmen
Een jaar of vijf geleden stelde mijn dochter voor om een keer met haar te gaan zwemmen in Sportfondsenbad Oost. Zij woonde daar toen in de buurt en had er goede verhalen over gehoord. 'Zwemmen?' riep ik paniekerig. Ik vond het een indecent voorstel. Hoewel ik in mijn jeugd niet veel traumatische ervaringen heb opgelopen, hebben de weinige die ik als zodanig beschouw, allemaal iets met zwemmen en vooral met zwembaden te maken. Volgens haar was er echter helemaal geen reden tot paniek. Er werd keurig in baantjes gezwommen en voornamelijk door bejaarden, dus dollende jongelui die bovenop je doken of je een paar minuten onder water hielden hoefde ik niet te vrezen, laat staan grote ballen die snoeihard tegen je kop gegooid werden of enorme luchtbedden waarmee je overvaren werd. Alles ging er rustig en gedisciplineerd aan toe.

Dat mocht dan wel zo zijn, maar het ging toch om zwemmen en dat speelt zich af in het water, een element waar ik me nooit echt in thuis heb gevoeld en dat me voornamelijk angst in boezemde. Als we voor het water bestemd waren, zouden we immers wel kieuwen en vinnen gehad hebben. Mijn dochter vond mijn reactie tamelijk kinderachtig. Tenslotte had ik die angst ook overwonnen toen ik haar had leren zwemmen, want zij weigerde als kind te water te gaan, als ik dat niet zelf ook deed. Ik vond het toch belangrijk dat zij leerde zwemmen? Dan moest ik zelf het goede voorbeeld geven. Dat was allemaal goed en wel, maar toen bestond er een duidelijke noodzaak voor mijn dappere geploeter dat met een gevaarlijk hoge hartslag gepaard ging zodra ik mij in het 'diepe' begaf door de permanente vrees niet levend de overkant te halen. Ik zwichtte uiteindelijk voor het argument dat zwemmen zo 'gezond' was. Nu is alle lichaamsbeweging 'gezond', zolang het binnen redelijke proporties blijft, maar met zwemmen is de kans op blessures allerminiemst, in het water zweet je niet, je gebruikt allemachtig veel verschillende spieren en je hebt geen last van je gewicht. Dus op een goede dag toog ik met mijn dochter naar dat Sportfondsenbad.

Een zwembad is typisch zo'n situatie, waarvan wij een zogenaamd script in het hoofd hebben, waarin ligt opgeslagen hoe je je daar dient te gedragen, gegeven natuurlijk, dat je ooit wel eens in een zwembad geweest bent. Wij hadden zo'n script, maar dat bleek bij uitvoering hopeloos verouderd. Een kaartje kopen aan de kassa, dat sprak van zelf. Maar een omkleedhokje bezet houden gedurende de gehele periode dat je van het zwembad gebruik maakte en waar je dus je kleren liet hangen, dat was er niet meer bij. Je werd nu geacht die kleren op een haak te draperen en dan in een soort kluis weg te hangen. Dat soort kluizen, in twee rijen boven elkaar, zie je vaak in politieseries. Ze hangen in unheimische ruimtes waar de detectives gesprekken houden die niet voor andermans oren bestemd zijn. Om zo'n kluis af te kunnen sluiten, had je echter een kwartje nodig en dat hadden wij niet. Huiverend in je badpakje weer naar de kassa af dalen, leek ons wat te veel gevraagd en daarom besloten we onze kleren toch maar in onze hokjes te laten hangen. Dat kwam ons op een berisping te staan.

Een groter probleem bleek echter bij het zwemwater te geraken. We zagen het liggen en de trap er naar toe was niet moeilijk te vinden, maar de toegang tot de trap werd ons onmogelijk gemaakt door een hek, dat echter gelukkig niet onneembaar bleek. Deze situatie was ontstaan, doordat wij het kleedhokje hadden verlaten aan de kant waar we binnen waren gegaan. Die kleedhokjes hebben aan twee kanten een deur en dat is natuurlijk niet voor niks. Maar ter plekke kom je er aan een onlogische kant - de kant van het zwemwater - binnen en moet je er dus ook aan een onlogische kant - de kant met een blinde muur - weer uit.

We klommen dus maar over dat hek, daalden de trap af en stonden voor het lonkende water. Mijn dochter dook er meteen in en ik ging via het trapje. Onmiddellijk werden we weer berispt. We hadden namelijk eerst moeten douchen. Dit kwam mij voor als een buitengewoon bizarre regel in het nieuwe script. Je doucht toch na afloop, om dat gore bleekwater van je lijf en uit je haar te spoelen, maar waarom zou je vóóraf douchen. Uit hygiënische overwegingen, volgens de dienstdoende badmeester. Hygiënische overwegingen? Maar daarvoor zit dat badwater toch vol met dat stinkende chloor? Later, toen bleek dat in die douches de legionellabacil welig tierde, kreeg dit argument zelfs een humoristisch karakter.

Hoe dan ook, uiteindelijk konden we aan onze baantjes beginnen. Mijn dochter ging voortvarend van start, maar ik begon voorzichtig met één, want die 25 meter vond ik al een behoorlijke afstand, waarvan ik niet goed kon overzien of die wel tot mijn mogelijkheden behoorde. Niet zonder moeite bereikte ik de overkant, waar ik hijgend aan de rand bleef hangen. Voorwaar een hele prestatie. Moest ik er nog een proberen? Mijn dochter had er inmiddels al vier afgelegd en sommeerde mij toch minstens tien baantjes te zwemmen, want anders was het zonde van het geld. Ook dat nog. Dus ging ik de strijd weer aan, amechtig proberend het hoofd boven water te houden, zodat ik kramp in mijn nek kreeg en pijn in mijn rug door de ongemakkelijke houding, in paniek als ik water in mijn neus kreeg en half blind door het chloor dat in mijn ogen prikte. Ik heb het gehaald! Zo maar, zonder voorbereiding tien baantjes afgelegd met iets dat vaag leek op zwemmen en zonder dat ik halverwege gestikt was en als een pop naar de bodem gezonken.
'Volgende week weer?' vroeg mijn dochter uitnodigend. 'Volgende week weer' sprak ik instemmend, 'maar dan doe ik er twintig.'
© 2006 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2