archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 3
15 december 2005
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Geitenzuiger. Sylvia Plath vertaald Willem Minderhout

0305 VG Literatuur Geitenzuiger
Als u het woord goatsucker leest, denkt u wellicht aan een enigszins gekuiste vertaling van een bekende niet al te subtiele omschrijving van Theo van Gogh van de ‘allochtoonse medemens’ voor een artikel in een Amerikaans tijdschrift. Zo gek is dat niet. De Rolling Stones moesten ooit op een platenhoes de titel van het nummer Starfucker veranderen in Star Star. En dan hadden ze het nog wel over een tamelijk wijdverspreide heteroseksuele gewoonte, zij het met de subspecies homo sapiens celebratis.

Goatsucker heeft echter niets van doen met Theo Van Gogh, maar is de titel van een gedicht van Sylvia Plath. Een Amerikaanse dichter die zichzelf slechts een kort leven gunde, maar onsterfelijk werd door haar vrijwel ondraaglijk intense gedichten en haar boek The Bell Jar. (En door haar tumultueuze huwelijk met de Engelse dichter Ted Hughes, maar dit ter zijde hoewel haar werk en haar biografie veel met elkaar te maken hebben.) De titel is geen vorm van (zelf)censuur want het gedicht heeft niets met tegennatuurlijke geitenliefde, zelfs niet met de integratieproblematiek in bredere zin, te maken.

De Goatsucker is namelijk een dier. Het is geen fabeldier uit Jorge Luis Borges’ Boek van de Denkbeeldige Wezens, maar een echt dier, een soort vogel. Wij Nederlanders kennen deze vogel onder de naam nachtzwaluw. De officiële Engelse naam is nightjar. Dit heeft niets met haar autobiografische roman The Bell Jar (glazen stolp) te maken, maar moet als ‘nachtkrasser’ worden vertaald. Deze nachtvogel maakt namelijk een vreemd krassend en snorrend (jarring) geluid.

De bijnaam goatsucker is gebaseerd op het volksgeloof dat deze vogel ’s nachts de melk uit de uiers van geiten zuigt. Dit volksgeloof is niet tot de Engelstalige landen beperkt, want ook in Nederland is ‘geitenmelker’ een bijnaam van de nachtzwaluw. Het gedicht gaat erover dat deze ‘duivelsvogel’ door iedere geitenhoeder gevreesd en gehaat wordt, terwijl hij in werkelijkheid slechts meikevers en bleke, groene maanmotten* eet.

Goatsucker
Old goatherds swear how all night long they hear
The warning whirr and burring of the bird
Who wakes with darkness and till dawn works hard
Vampiring dry of milk each great goat udder.
Moon full, moon dark, the chary dairy farmer
Dreams that his fattest cattle dwindle, fevered
By claw-cuts of the Goatsucker, alias Devil-bird,
Its eye, flashlit, a chip of ruby fire.

So fables say the Goatsucker moves, masked from men's sight
In an ebony air, on wings of witch cloth,
Well-named, ill-famed a knavish fly-by-night,
Yet it never milked any goat, nor dealt cow death
And shadows only--cave-mouth bristle beset--
Cockchafers and the wan, green luna moth.

Ik vind het eerste couplet geniaal. Je hoort het onheilspellende snorren van de nachtzwaluw in ieder woord doortrillen. Het tweede couplet houdt deze sfeer goed vast, maar pleit de nachtzwalw wel vrij van zijn misdaden.

Is dit een kenmerkend gedicht voor Plath? Ik denk het wel. Ze ging tijdens haar korte leven gebukt onder angsten en depressies. De mogelijke bron van die angsten is de dood van haar vader toen zij zelf nog maar acht jaar oud was. In haar meest huiveringwekkende gedicht, Daddy, vertelt zij daarover. Ik denk dat zij zich er zelf goed van bewust was dat haar angsten voornamelijk imaginair waren, zoals de imaginaire angst van de geitenhoeders voor de nachtzwaluw. Net als haar grote inspiratiebron Vincent van Gogh ging zij uiteindelijk wel heel concreet aan die imaginaire angsten ten onder.

Ik heb dit gedicht geprobeerd te vertalen. Dat viel niet mee. De problemen beginnen al bij de titel. Hier vind ik een letterlijke vertaling (geitenzuiger) mooier, want onheilspellender, dan een correcte (nachtzwaluw, of nog correcter: geitenmelker).

Geitenzuiger
Oude geitenhoeders zweren hoe zij gedurende de nacht
Het brommen en snorren van de vogel horen
Die ontwaakt in het duister en tot de ochtend zwoegt
En als een vampier alle van melk dikke geitenuiers droog zuigt
Volle maan, nieuwe maan, de zuinige melkboer
Droomt dat zijn vetste vee wegkwijnt, koortsontstoken
Door klauwkrassen van de geitenzuiger, dat duivels gebroed
Zijn vonkend oog, een schilfer robijnen vuur.

Volgens volksverhalen beweegt de geitenzuiger onttrokken aan het oog
In de ebbenhouten nacht, op vleugels van heksendoek,
Goed genaamd, slecht befaamd een schurkachtige nachtvlieger,
Toch molk hij nimmer een geit, noch verspreidde hij koeiendood
En schaduwt slechts – met grotmuil borstelbesnord –
Meikevers en de bleke, groene maanmot.

Is deze vertaling geslaagd? Ik vind het resultaat zelf nogal mager in vergelijking met het origineel. De donkere dreiging is vrijwel verdwenen. Het gedicht lijkt nu, naar mijn smaak, niet genoeg op die onheilspellende nachtzwaluw, maar meer op zijn prooi: de bleke, groene maanmot.

* Maanmot is een vrije vertaling voor Luna Moth. Deze vlinder (Actias luna) heeft naar mijn weten geen Nederlandse naam.
 
 
*******************************************************
Een aardig tussendoortje bij Museum Meermanno in Den Haag: een kleine
tentoonstelling over een bijzondere uitgave van het werk van Boutens. Elf 
van de twaalf exemplaren van Naenia, dat in 1903 werd uitgegeven, zijn te
bezichtigen; tot 26 februari 2006.


© 2005 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Geitenzuiger. Sylvia Plath vertaald Willem Minderhout
0305 VG Literatuur Geitenzuiger
Als u het woord goatsucker leest, denkt u wellicht aan een enigszins gekuiste vertaling van een bekende niet al te subtiele omschrijving van Theo van Gogh van de ‘allochtoonse medemens’ voor een artikel in een Amerikaans tijdschrift. Zo gek is dat niet. De Rolling Stones moesten ooit op een platenhoes de titel van het nummer Starfucker veranderen in Star Star. En dan hadden ze het nog wel over een tamelijk wijdverspreide heteroseksuele gewoonte, zij het met de subspecies homo sapiens celebratis.

Goatsucker heeft echter niets van doen met Theo Van Gogh, maar is de titel van een gedicht van Sylvia Plath. Een Amerikaanse dichter die zichzelf slechts een kort leven gunde, maar onsterfelijk werd door haar vrijwel ondraaglijk intense gedichten en haar boek The Bell Jar. (En door haar tumultueuze huwelijk met de Engelse dichter Ted Hughes, maar dit ter zijde hoewel haar werk en haar biografie veel met elkaar te maken hebben.) De titel is geen vorm van (zelf)censuur want het gedicht heeft niets met tegennatuurlijke geitenliefde, zelfs niet met de integratieproblematiek in bredere zin, te maken.

De Goatsucker is namelijk een dier. Het is geen fabeldier uit Jorge Luis Borges’ Boek van de Denkbeeldige Wezens, maar een echt dier, een soort vogel. Wij Nederlanders kennen deze vogel onder de naam nachtzwaluw. De officiële Engelse naam is nightjar. Dit heeft niets met haar autobiografische roman The Bell Jar (glazen stolp) te maken, maar moet als ‘nachtkrasser’ worden vertaald. Deze nachtvogel maakt namelijk een vreemd krassend en snorrend (jarring) geluid.

De bijnaam goatsucker is gebaseerd op het volksgeloof dat deze vogel ’s nachts de melk uit de uiers van geiten zuigt. Dit volksgeloof is niet tot de Engelstalige landen beperkt, want ook in Nederland is ‘geitenmelker’ een bijnaam van de nachtzwaluw. Het gedicht gaat erover dat deze ‘duivelsvogel’ door iedere geitenhoeder gevreesd en gehaat wordt, terwijl hij in werkelijkheid slechts meikevers en bleke, groene maanmotten* eet.

Goatsucker
Old goatherds swear how all night long they hear
The warning whirr and burring of the bird
Who wakes with darkness and till dawn works hard
Vampiring dry of milk each great goat udder.
Moon full, moon dark, the chary dairy farmer
Dreams that his fattest cattle dwindle, fevered
By claw-cuts of the Goatsucker, alias Devil-bird,
Its eye, flashlit, a chip of ruby fire.

So fables say the Goatsucker moves, masked from men's sight
In an ebony air, on wings of witch cloth,
Well-named, ill-famed a knavish fly-by-night,
Yet it never milked any goat, nor dealt cow death
And shadows only--cave-mouth bristle beset--
Cockchafers and the wan, green luna moth.

Ik vind het eerste couplet geniaal. Je hoort het onheilspellende snorren van de nachtzwaluw in ieder woord doortrillen. Het tweede couplet houdt deze sfeer goed vast, maar pleit de nachtzwalw wel vrij van zijn misdaden.

Is dit een kenmerkend gedicht voor Plath? Ik denk het wel. Ze ging tijdens haar korte leven gebukt onder angsten en depressies. De mogelijke bron van die angsten is de dood van haar vader toen zij zelf nog maar acht jaar oud was. In haar meest huiveringwekkende gedicht, Daddy, vertelt zij daarover. Ik denk dat zij zich er zelf goed van bewust was dat haar angsten voornamelijk imaginair waren, zoals de imaginaire angst van de geitenhoeders voor de nachtzwaluw. Net als haar grote inspiratiebron Vincent van Gogh ging zij uiteindelijk wel heel concreet aan die imaginaire angsten ten onder.

Ik heb dit gedicht geprobeerd te vertalen. Dat viel niet mee. De problemen beginnen al bij de titel. Hier vind ik een letterlijke vertaling (geitenzuiger) mooier, want onheilspellender, dan een correcte (nachtzwaluw, of nog correcter: geitenmelker).

Geitenzuiger
Oude geitenhoeders zweren hoe zij gedurende de nacht
Het brommen en snorren van de vogel horen
Die ontwaakt in het duister en tot de ochtend zwoegt
En als een vampier alle van melk dikke geitenuiers droog zuigt
Volle maan, nieuwe maan, de zuinige melkboer
Droomt dat zijn vetste vee wegkwijnt, koortsontstoken
Door klauwkrassen van de geitenzuiger, dat duivels gebroed
Zijn vonkend oog, een schilfer robijnen vuur.

Volgens volksverhalen beweegt de geitenzuiger onttrokken aan het oog
In de ebbenhouten nacht, op vleugels van heksendoek,
Goed genaamd, slecht befaamd een schurkachtige nachtvlieger,
Toch molk hij nimmer een geit, noch verspreidde hij koeiendood
En schaduwt slechts – met grotmuil borstelbesnord –
Meikevers en de bleke, groene maanmot.

Is deze vertaling geslaagd? Ik vind het resultaat zelf nogal mager in vergelijking met het origineel. De donkere dreiging is vrijwel verdwenen. Het gedicht lijkt nu, naar mijn smaak, niet genoeg op die onheilspellende nachtzwaluw, maar meer op zijn prooi: de bleke, groene maanmot.

* Maanmot is een vrije vertaling voor Luna Moth. Deze vlinder (Actias luna) heeft naar mijn weten geen Nederlandse naam.
 
 
*******************************************************
Een aardig tussendoortje bij Museum Meermanno in Den Haag: een kleine
tentoonstelling over een bijzondere uitgave van het werk van Boutens. Elf 
van de twaalf exemplaren van Naenia, dat in 1903 werd uitgegeven, zijn te
bezichtigen; tot 26 februari 2006.
© 2005 Willem Minderhout
powered by CJ2