archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 3
15 december 2005
Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
McDougal Street Henk Klaren

0305 VG Luister McD
Dave van Ronk was een forse man met een baard, die de blues zong en speelde. Oorspronkelijk was hij banjospeler in een trad jazzband. Hij heeft ook nog wel skiffle gespeeld en een jugband gehad, maar de blues was zijn muziek. Van Ronk was bezig een boek te schrijven samen met schrijver/muzikant Elijah Wald. Hij ging dood voor het af was. Wald heeft het boek afgemaakt: The Mayor of MacDougal Street. Het gaat over de folk revival van de zestiger jaren van de vorige eeuw. MacDougal Street in New York was daarvan een belangrijk centrum, misschien wel hét centrum. Dave van Ronk was heel belangrijk in die scene, vandaar dat burgemeester. Voor de duidelijkheid: hij maakt geen onderscheid tussen folk en blues. Blues is gewoon zwarte folk.

Dave was een man met uitgesproken standpunten, zowel in de muziek als in de politiek. Hij had een geweldige hekel aan de – in zijn ogen - onechte folk van het Kingston Trio, maar was een bewonderaar van Pete Seeger. Als onvervalst communist en vakbondsman vond hij Bob Dylan eigenlijk maar een modieuze liberal. Liedjes schrijven is volgens Dave een ambacht, dat dan ook ambachtelijk benaderd moet worden. Hij vond Bob Dylan weliswaar geniaal, maar als songschrijver eigenlijk te vaak slordig. Van zijn eigen liedjes voerde hij alleen de allerbeste uit. Waarom zou je mindere liedjes van jezelf zingen als er betere van anderen voorhanden zijn, was zijn standpunt. Hij zag zichzelf dus vooral als een uitvoerend muzikant. Hij speelde betrouwbare blues, niet al te gecompliceerd: zang met akoestische gitaar. Het gitaarspel (finger style) schijnt in die tijd vernieuwend te zijn geweest, maar de tijd schrijdt voort en het klinkt nu wat ouderwets.

Bob Dylan komt nogal eens voor in het boek. Waar de verhalen elkaar raken, komen die uit dit boek overeen met Dylan’s autobiografische boek Chronicles Volume One. Dylan heeft de nachten van zijn eerste jaar in Greenwich Village voornamelijk doorgebracht op de bank in het huis van Van Ronk. Van iets latere datum is wat misschien wel het mooiste van de vele verhalen is uit The Mayor.

The House of the Rising Sun is ooit ontdekt door de onsterfelijke Alan Lomax, die eerst in Amerika en later in zowat de hele wereld volksliedjes verzamelde. De melodie komt van een oud Engels volksliedje. De tekst is geschreven door Georgia Turner en Bert Martin uit Kentucky. Georgia Turner – een mooie, slanke, blonde mijnwerkersdochter - zong het lied voor Lomax, die het opnam voor zijn verzameling. Sinds de jaren twintig zijn er plaatopnamen van uitgebracht door tientallen, heel uiteenlopende artiesten.

Begin jaren zestig maakte Dave van Ronk er een nieuw arrangement voor. Bob Dylan vroeg of hij het goed vond, dat hij het nummer in dat arrangement op de plaat zou zetten. Van Ronk antwoordde dat hij net van plan was om dat zelf een week of zo later te doen, waarop Dylan bekende dat hij die middag de opname al gemaakt had. Ze hebben daarom lange tijd niet met elkaar gesproken. Later is dat wel weer goed gekomen, maar Dave heeft het nummer nooit meer gespeeld. Hij kon het niet zetten dat hem steeds werd gevraagd dat nummer van Dylan te spelen. Gerechtigheid kwam naar zijn gevoel toen The Animals er een megahit mee scoorden. Het verhaal is dat Bob Dylan op zijn beurt het nummer daarna ook nooit meer gespeeld heeft, omdat hij het niet leuk vond dat hem steeds gevraagd werd om dat lied van The Animals te spelen.

Er zijn veel theorieën over het soort huis waar het lied over gaat. Toen The Animals hun hit hadden werd Eric Burdon overspoeld door verhalen daar over. Het zou gaan om gevangenissen, drugspanden, gekkenhuizen, noem maar op. De meeste mensen denken dat The House of the Rising Sun een bordeel was. Zelfs de naam van de hoerenmadam tref je aan in verhalen: Marianne LeSoleil Levant. Dave van Ronk dacht ook altijd dat het om een bordeel ging. Tot hij op een keer in New Orleans een foto van de plaatselijke vrouwengevangenis zag. Boven de ingang stond een reliëf van een opgaande zon: het huis van de opgaande zon is een vrouwengevangenis.

Dat lijkt me het juiste verhaal, vanwaar anders:
‘I’m going back to New Orleans to wear that ball and chain’.
‘It’s been the ruin of many a poor boy, in diverse door mannen gezongen versies klopt dus niet helemaal. De oorspronkelijke tekst uit het boek van Lomax luidt:
‘It’s been the ruin of many a poor girl’.
Zou dat gebouw er trouwens nog staan?
 
 
*****************************************************
Weer geopend: het Jazzcenter aan de Wagenstraat 125a in Den Haag.
Ga voor informatie naar www.jazzcenter.nl .


© 2005 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
McDougal Street Henk Klaren
0305 VG Luister McD
Dave van Ronk was een forse man met een baard, die de blues zong en speelde. Oorspronkelijk was hij banjospeler in een trad jazzband. Hij heeft ook nog wel skiffle gespeeld en een jugband gehad, maar de blues was zijn muziek. Van Ronk was bezig een boek te schrijven samen met schrijver/muzikant Elijah Wald. Hij ging dood voor het af was. Wald heeft het boek afgemaakt: The Mayor of MacDougal Street. Het gaat over de folk revival van de zestiger jaren van de vorige eeuw. MacDougal Street in New York was daarvan een belangrijk centrum, misschien wel hét centrum. Dave van Ronk was heel belangrijk in die scene, vandaar dat burgemeester. Voor de duidelijkheid: hij maakt geen onderscheid tussen folk en blues. Blues is gewoon zwarte folk.

Dave was een man met uitgesproken standpunten, zowel in de muziek als in de politiek. Hij had een geweldige hekel aan de – in zijn ogen - onechte folk van het Kingston Trio, maar was een bewonderaar van Pete Seeger. Als onvervalst communist en vakbondsman vond hij Bob Dylan eigenlijk maar een modieuze liberal. Liedjes schrijven is volgens Dave een ambacht, dat dan ook ambachtelijk benaderd moet worden. Hij vond Bob Dylan weliswaar geniaal, maar als songschrijver eigenlijk te vaak slordig. Van zijn eigen liedjes voerde hij alleen de allerbeste uit. Waarom zou je mindere liedjes van jezelf zingen als er betere van anderen voorhanden zijn, was zijn standpunt. Hij zag zichzelf dus vooral als een uitvoerend muzikant. Hij speelde betrouwbare blues, niet al te gecompliceerd: zang met akoestische gitaar. Het gitaarspel (finger style) schijnt in die tijd vernieuwend te zijn geweest, maar de tijd schrijdt voort en het klinkt nu wat ouderwets.

Bob Dylan komt nogal eens voor in het boek. Waar de verhalen elkaar raken, komen die uit dit boek overeen met Dylan’s autobiografische boek Chronicles Volume One. Dylan heeft de nachten van zijn eerste jaar in Greenwich Village voornamelijk doorgebracht op de bank in het huis van Van Ronk. Van iets latere datum is wat misschien wel het mooiste van de vele verhalen is uit The Mayor.

The House of the Rising Sun is ooit ontdekt door de onsterfelijke Alan Lomax, die eerst in Amerika en later in zowat de hele wereld volksliedjes verzamelde. De melodie komt van een oud Engels volksliedje. De tekst is geschreven door Georgia Turner en Bert Martin uit Kentucky. Georgia Turner – een mooie, slanke, blonde mijnwerkersdochter - zong het lied voor Lomax, die het opnam voor zijn verzameling. Sinds de jaren twintig zijn er plaatopnamen van uitgebracht door tientallen, heel uiteenlopende artiesten.

Begin jaren zestig maakte Dave van Ronk er een nieuw arrangement voor. Bob Dylan vroeg of hij het goed vond, dat hij het nummer in dat arrangement op de plaat zou zetten. Van Ronk antwoordde dat hij net van plan was om dat zelf een week of zo later te doen, waarop Dylan bekende dat hij die middag de opname al gemaakt had. Ze hebben daarom lange tijd niet met elkaar gesproken. Later is dat wel weer goed gekomen, maar Dave heeft het nummer nooit meer gespeeld. Hij kon het niet zetten dat hem steeds werd gevraagd dat nummer van Dylan te spelen. Gerechtigheid kwam naar zijn gevoel toen The Animals er een megahit mee scoorden. Het verhaal is dat Bob Dylan op zijn beurt het nummer daarna ook nooit meer gespeeld heeft, omdat hij het niet leuk vond dat hem steeds gevraagd werd om dat lied van The Animals te spelen.

Er zijn veel theorieën over het soort huis waar het lied over gaat. Toen The Animals hun hit hadden werd Eric Burdon overspoeld door verhalen daar over. Het zou gaan om gevangenissen, drugspanden, gekkenhuizen, noem maar op. De meeste mensen denken dat The House of the Rising Sun een bordeel was. Zelfs de naam van de hoerenmadam tref je aan in verhalen: Marianne LeSoleil Levant. Dave van Ronk dacht ook altijd dat het om een bordeel ging. Tot hij op een keer in New Orleans een foto van de plaatselijke vrouwengevangenis zag. Boven de ingang stond een reliëf van een opgaande zon: het huis van de opgaande zon is een vrouwengevangenis.

Dat lijkt me het juiste verhaal, vanwaar anders:
‘I’m going back to New Orleans to wear that ball and chain’.
‘It’s been the ruin of many a poor boy, in diverse door mannen gezongen versies klopt dus niet helemaal. De oorspronkelijke tekst uit het boek van Lomax luidt:
‘It’s been the ruin of many a poor girl’.
Zou dat gebouw er trouwens nog staan?
 
 
*****************************************************
Weer geopend: het Jazzcenter aan de Wagenstraat 125a in Den Haag.
Ga voor informatie naar www.jazzcenter.nl .
© 2005 Henk Klaren
powered by CJ2