archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 3
15 december 2005
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Liever geen debat over 'intelligent design' Frits Hoorweg

0305 BS Leven Debat
Halverwege het jaar was er ineens opwinding over een wetenschappelijke theorie; dat maak je niet vaak mee. In de kranten werd erover geschreven alsof er een baanbrekende ontdekking was gedaan. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen toonde zich voorstander van een debat over de theorie in kwestie en de argumenten voor en tegen. Op TV vroeg een professor zich af waar ze zich mee bemoeide. Zo hakte men lustig op elkaar in zonder dat het de geïnteresseerde leek, zoals ik, aanvankelijk duidelijk werd gemaakt waar het eigenlijk over ging. De laatste maanden hoor je er weinig meer over, tijd voor rustige mensen om de balans op te maken.

Het ging om de theorie van de natuurlijke selectie. Deze theorie stelt dat ‘soorten’ overleven door karakteristieken die goed passen bij of goed aan te passen zijn aan een bepaalde omgeving. Gevoegd bij een ander mechanisme, namelijk dat van willekeurige mutaties die zich af en toe voordoen in allerlei erfelijke eigenschappen, levert de theorie van de natuurlijke selectie al 150 jaar lang inspiratie, een denkrichting, om verschijnselen in de natuur te verklaren. Met name de evolutie van de ene soort uit een andere, waarvan de sporen in de bodem worden aangetroffen, is zonder de theorie moeilijk te begrijpen. In verband daarmee wordt ook wel de term ‘evolutieleer’ gebruikt, maar dat is nogal misleidend want het woord leer suggereert een sluitende redenering en die is er niet.

Waar ging de opwinding over? Aanvankelijk kreeg ik de indruk dat iemand meende concreet bewijsmateriaal te hebben gevonden dat de theorie van de natuurlijke selectie zou ontkrachten. Dat zou dan moeten zijn: een skelet, of zelfs een nog levend dier, met eigenschappen die niet passen bij de omgeving waarin hij geleefd heeft, of nog leeft. Iets dergelijks is echter nauwelijks denkbaar, want in die zin is de theorie van de natuurlijke selectie geen echt wetenschappelijke theorie, hij is namelijk niet toetsbaar. (Je weet pas dat een soort zich goed kan aanpassen als je geconstateerd hebt dat deze het vermogen heeft te overleven.) De theorie is wat men noemt metafysisch of heuristisch, ze geeft richting aan onderzoek, zonder op zich afdoende verklaringen te geven. Alleen samen met andere theorieën, die wel toetsbaar zijn, verklaart de theorie concrete verschijnselen.

Bij nader inzien bleek de commotie dan ook te gaan over een metafysisch argument. Iemand had vastgesteld dat er in de natuur zoveel gecompliceerde wezens voorkomen dat het ondenkbaar is dat toevallige mutaties en natuurlijke selectie alleen het bestaan daarvan zouden kunnen verklaren. Dat is een goed, maar overigens geen nieuw punt. Het is inderdaad moeilijk voor te stellen. Er is nog veel dat we niet weten en zo’n metafysische theorie verklaart lang niet alles. Daar staat tegenover dat het veronderstellen van intelligent design door een almachtige schepper, zoals nu dus weer door een paar mensen wordt gepropageerd, tot andere moeilijk te verklaren dingen leidt. Want die gecompliceerde wezens die de aarde bevolken mogen dan wel kleine wondertjes lijken, perfecte ontwerpen zijn het absoluut niet. De mens bijvoorbeeld loopt rechtop met een skelet dat daar niet voor gemaakt lijkt. Geef een ontwerper de opdracht om iets te ontwerpen zoals de mens en hij komt gegarandeerd met iets totaal anders aanzetten.

Is er in de kerken met enthousiasme gereageerd op deze kanttekening bij de theorie van de natuurlijke selectie? Ik vroeg het aan Frans de Jong, een vriend die zichzelf als gelovig christen beschouwt en die daarnaast, net als ik, een enthousiast student van de natuurlijke historie is. Althans we lezen en praten er graag over. Voor veldonderzoek hebben we helaas geen tijd en overigens veronderstelt dat vaardigheden die wij niet bezitten.
‘Van opwinding onder wat ik noem gelovige christenen heb ik niets gemerkt. Nee joh, die hebben al 150 jaar (en misschien wel langer, want ook vóór Darwin met die natuurlijke selectie kwam voelden sommigen al nattigheid) kunnen wennen aan de idee dat het scheppingsverhaal in de bijbel niet letterlijk moet worden genomen. Ja, natuurlijk er zijn ook dogmatische christenen. In de Verenigde Staten wonen er blijkbaar erg veel, maar hier is het een kleine minderheid. Trouwens ook die gelovige (niet dogmatische) christenen zijn een kleine minderheid. De meeste mensen interesseert het gewoon niks en ze maken zich er niet druk over. Laat dat toch lekker zo. Ga vooral geen debat organiseren, want dan hebben de mensen die er weinig van weten de neiging om in extremen te vluchten.’

Onder wetenschappers ontstond wel enige opwinding. Daarvoor zijn twee redenen, een goede en een slechte. De eerste, minder honorabele, reden voor opwinding onder wetenschappers is dat sommigen onder hen de theorie van de natuurlijke selectie te absoluut interpreteren. Ze zijn hem als een leer gaan zien in plaats van als de metafysische theorie die hij feitelijk is. De tweede, gegronde, reden is dat men vreest dat dogmatici van verschillende pluimage een poging zullen doen om onderwijzers te verbieden de theorie van de natuurlijke selectie in hun lessen aan de orde te stellen. Kijk maar naar de Verenigde Staten zegt men, waar hier en daar pogingen worden ondernomen zo’n verbod in te voeren; inderdaad geen prettig vooruitzicht. Moeten we daar nu echt bang voor zijn? In Nederland zal het wel niet zo’n vaart lopen, maar er is nog iets anders. Probeer je voor te stellen hoe zo’n verbod geëffectueerd moet worden. Uit eigen ervaring weet ik dat dat erg moeilijk is. Mijn aardrijkskundeleraar op de christelijke HBS deed erg zijn best om de theorie van de natuurlijke selectie te omzeilen. Hij kwam, bijna onvermijdelijk, terecht bij de theorie van Philip Gosse, een tijdgenoot van Darwin.

We treffen in de natuur fossiele overblijfselen aan van dieren die lijken op dieren die nu nog leven, maar die blijkbaar zijn uitgestorven. Dat is moeilijk te rijmen met de gedachte van een letterlijk almachtige schepper. Als je daaraan toch vast wilt houden ben je bijna gedwongen aan te nemen dat deze schepper die fossiele resten in de bodem heeft verstopt, de theorie van Philip Gosse. Als 16-jarige vond ik het meteen absurd, net als het grootste deel van mijn klasgenoten, terwijl we er nog nooit wat over gelezen of gehoord hadden. Wat wil ik daarmee zeggen? Dat je wel een wet kunt maken waarin wordt gelast dat de jeugd dient te worden misleid, maar dat wil nog niet zeggen dat het lukt, zelfs niet als de leraren van harte meewerken.
 
*********************************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Ga voor informatie naar www.bn.nl .


© 2005 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Liever geen debat over 'intelligent design' Frits Hoorweg
0305 BS Leven Debat
Halverwege het jaar was er ineens opwinding over een wetenschappelijke theorie; dat maak je niet vaak mee. In de kranten werd erover geschreven alsof er een baanbrekende ontdekking was gedaan. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen toonde zich voorstander van een debat over de theorie in kwestie en de argumenten voor en tegen. Op TV vroeg een professor zich af waar ze zich mee bemoeide. Zo hakte men lustig op elkaar in zonder dat het de geïnteresseerde leek, zoals ik, aanvankelijk duidelijk werd gemaakt waar het eigenlijk over ging. De laatste maanden hoor je er weinig meer over, tijd voor rustige mensen om de balans op te maken.

Het ging om de theorie van de natuurlijke selectie. Deze theorie stelt dat ‘soorten’ overleven door karakteristieken die goed passen bij of goed aan te passen zijn aan een bepaalde omgeving. Gevoegd bij een ander mechanisme, namelijk dat van willekeurige mutaties die zich af en toe voordoen in allerlei erfelijke eigenschappen, levert de theorie van de natuurlijke selectie al 150 jaar lang inspiratie, een denkrichting, om verschijnselen in de natuur te verklaren. Met name de evolutie van de ene soort uit een andere, waarvan de sporen in de bodem worden aangetroffen, is zonder de theorie moeilijk te begrijpen. In verband daarmee wordt ook wel de term ‘evolutieleer’ gebruikt, maar dat is nogal misleidend want het woord leer suggereert een sluitende redenering en die is er niet.

Waar ging de opwinding over? Aanvankelijk kreeg ik de indruk dat iemand meende concreet bewijsmateriaal te hebben gevonden dat de theorie van de natuurlijke selectie zou ontkrachten. Dat zou dan moeten zijn: een skelet, of zelfs een nog levend dier, met eigenschappen die niet passen bij de omgeving waarin hij geleefd heeft, of nog leeft. Iets dergelijks is echter nauwelijks denkbaar, want in die zin is de theorie van de natuurlijke selectie geen echt wetenschappelijke theorie, hij is namelijk niet toetsbaar. (Je weet pas dat een soort zich goed kan aanpassen als je geconstateerd hebt dat deze het vermogen heeft te overleven.) De theorie is wat men noemt metafysisch of heuristisch, ze geeft richting aan onderzoek, zonder op zich afdoende verklaringen te geven. Alleen samen met andere theorieën, die wel toetsbaar zijn, verklaart de theorie concrete verschijnselen.

Bij nader inzien bleek de commotie dan ook te gaan over een metafysisch argument. Iemand had vastgesteld dat er in de natuur zoveel gecompliceerde wezens voorkomen dat het ondenkbaar is dat toevallige mutaties en natuurlijke selectie alleen het bestaan daarvan zouden kunnen verklaren. Dat is een goed, maar overigens geen nieuw punt. Het is inderdaad moeilijk voor te stellen. Er is nog veel dat we niet weten en zo’n metafysische theorie verklaart lang niet alles. Daar staat tegenover dat het veronderstellen van intelligent design door een almachtige schepper, zoals nu dus weer door een paar mensen wordt gepropageerd, tot andere moeilijk te verklaren dingen leidt. Want die gecompliceerde wezens die de aarde bevolken mogen dan wel kleine wondertjes lijken, perfecte ontwerpen zijn het absoluut niet. De mens bijvoorbeeld loopt rechtop met een skelet dat daar niet voor gemaakt lijkt. Geef een ontwerper de opdracht om iets te ontwerpen zoals de mens en hij komt gegarandeerd met iets totaal anders aanzetten.

Is er in de kerken met enthousiasme gereageerd op deze kanttekening bij de theorie van de natuurlijke selectie? Ik vroeg het aan Frans de Jong, een vriend die zichzelf als gelovig christen beschouwt en die daarnaast, net als ik, een enthousiast student van de natuurlijke historie is. Althans we lezen en praten er graag over. Voor veldonderzoek hebben we helaas geen tijd en overigens veronderstelt dat vaardigheden die wij niet bezitten.
‘Van opwinding onder wat ik noem gelovige christenen heb ik niets gemerkt. Nee joh, die hebben al 150 jaar (en misschien wel langer, want ook vóór Darwin met die natuurlijke selectie kwam voelden sommigen al nattigheid) kunnen wennen aan de idee dat het scheppingsverhaal in de bijbel niet letterlijk moet worden genomen. Ja, natuurlijk er zijn ook dogmatische christenen. In de Verenigde Staten wonen er blijkbaar erg veel, maar hier is het een kleine minderheid. Trouwens ook die gelovige (niet dogmatische) christenen zijn een kleine minderheid. De meeste mensen interesseert het gewoon niks en ze maken zich er niet druk over. Laat dat toch lekker zo. Ga vooral geen debat organiseren, want dan hebben de mensen die er weinig van weten de neiging om in extremen te vluchten.’

Onder wetenschappers ontstond wel enige opwinding. Daarvoor zijn twee redenen, een goede en een slechte. De eerste, minder honorabele, reden voor opwinding onder wetenschappers is dat sommigen onder hen de theorie van de natuurlijke selectie te absoluut interpreteren. Ze zijn hem als een leer gaan zien in plaats van als de metafysische theorie die hij feitelijk is. De tweede, gegronde, reden is dat men vreest dat dogmatici van verschillende pluimage een poging zullen doen om onderwijzers te verbieden de theorie van de natuurlijke selectie in hun lessen aan de orde te stellen. Kijk maar naar de Verenigde Staten zegt men, waar hier en daar pogingen worden ondernomen zo’n verbod in te voeren; inderdaad geen prettig vooruitzicht. Moeten we daar nu echt bang voor zijn? In Nederland zal het wel niet zo’n vaart lopen, maar er is nog iets anders. Probeer je voor te stellen hoe zo’n verbod geëffectueerd moet worden. Uit eigen ervaring weet ik dat dat erg moeilijk is. Mijn aardrijkskundeleraar op de christelijke HBS deed erg zijn best om de theorie van de natuurlijke selectie te omzeilen. Hij kwam, bijna onvermijdelijk, terecht bij de theorie van Philip Gosse, een tijdgenoot van Darwin.

We treffen in de natuur fossiele overblijfselen aan van dieren die lijken op dieren die nu nog leven, maar die blijkbaar zijn uitgestorven. Dat is moeilijk te rijmen met de gedachte van een letterlijk almachtige schepper. Als je daaraan toch vast wilt houden ben je bijna gedwongen aan te nemen dat deze schepper die fossiele resten in de bodem heeft verstopt, de theorie van Philip Gosse. Als 16-jarige vond ik het meteen absurd, net als het grootste deel van mijn klasgenoten, terwijl we er nog nooit wat over gelezen of gehoord hadden. Wat wil ik daarmee zeggen? Dat je wel een wet kunt maken waarin wordt gelast dat de jeugd dient te worden misleid, maar dat wil nog niet zeggen dat het lukt, zelfs niet als de leraren van harte meewerken.
 
*********************************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Ga voor informatie naar www.bn.nl .
© 2005 Frits Hoorweg
powered by CJ2