archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 3
24 november 2005
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
De verlossende pelikaan en het traptreewezen Willem Minderhout

0304 VG Literatuur Pelikaan
Over Borges, Grunberg, Van Maerlant en Buddingh’.
 
 
Ik heb er al eerder op gewezen in de Leunstoel* dat in Arnon Grunbergs meesterwerk De Joodse Messias de ware messias opduikt, of liever aan komt vliegen, in de vorm van een pelikaan. Ik dacht dat het idee van de Pelikaan als Verlosser een persoonlijke absurditeit was van Grunberg. Pelikanen zijn natuurlijk wel erg goede vissers. Omdat Jezus een ‘Visser van Mensen’ was, vermoedde ik dat het daar iets mee te maken zou kunnen hebben. Zijn volgelingen plakken immers nog steeds een visje op hun auto om te tonen dat ze door Hem aan de haak zijn geslagen.

Deze indruk werd nog versterkt doordat Arnon Grunberg in de inleiding tot zijn bloemlezing uit het verzameld werk van God (Grunbergbijbel: Arnon Grunberg leest het Boek der Boeken) schrijft: ‘Als men mij vraagt het hele Nieuwe Testament samen te vatten in één zin zou ik zeggen: ‘Kom volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’’

Onlangs trof ik echter in Het Boek van de Denkbeeldige Wezens (1967) van Jorge Luis Borges een omschrijving van de pelikaan aan, die dit raadsel oplost. De moederpelikaan werd er in oude bestiaria van verdacht haar kroost zo innig te knuffelen dat het aan die liefkozingen bezweek. Als de vaderpelikaan drie dagen later zijn dode kuikens op het nest aantrof pikte hij zijn borst open en bracht de jongen met zijn bloed weer tot leven.

De pelikaan komt ook in de Bijbel, maar vreemd genoeg niet in de Grunbergbijbel, voor in Psalm 102: ‘Ik ben gelijk aan een pelikaan in de woestijn’. De heilige Hiëronymus heeft zich, geïnspireerd door deze psalm, verdiept in de pelikanologie. Hij meende, volgens Borges, dat de jonge pelikanen niet door de moederpelikaan, maar door slangen werden gedood. Leonardo Da Vinci schreef in navolging van Hiëronymus: ‘Hij houdt heel veel van zijn kinderen en als hij ze dood in het nest vindt, vermoord door de slangen, klauwt hij zijn eigen borst open en brengt ze weer tot leven door ze in zijn bloed te dompelen.’

Onze eigen Jacob van Maerlant wilde niets van die slangen weten. Hij schreef in Het Boek der Natuur (1266): ‘Laat de betekenis van de pelikaan, die zijn jongen van het leven berooft als straf voor hun verderfelijke gulzigheid en ze met zijn bloed weer opwekt uit de dood, eens goed tot U doordringen. Zo heeft de goede God ook met onze stamvader Adam gehandeld, die lange tijd dood was geweest en in diepe ellende in het voorgeborchte van de hel verbleef, totdat zijn lot het medelijden wekte van de Heer, Die ons met Zijn bloed vrijkocht en levend maakte. Christus was de ware pelikaan.’

Het schijnt in de Rooms Katholieke kerk gebruikelijk te zijn om de afbeelding van een pelikaan in de hostiekelken te graveren. Dus wie durft er nog te twijfelen? De Messias is een Pelikaan.

Ook Cees Buddingh’ was zeer bedreven in de zoölogie. Hij ontdekte veel wezens, die voor het ongeoefende oog verborgen waren gebleven. Eén van de bekendste is de Gringergoriaan. Als ik haast heb, schep ik er nog steeds genoegen in om er een groot aantal van in leven te roepen. Zoals u weet:
 
     ‘De Gringergoriaan ontstaat
     wanneer men een traptree overslaat.
     Uit zeven delen traptreezucht
     en evenveel gewone lucht.
     Hij klemt zich aan uw broekspijp vast
     Doch voelt zich snel als overlast.
     Zodat hij ijlings sublimeert 
     en dan dus niet meer existeert.’
 
Borges beschrijft een vergelijkbaar wezen: de A Bao A Qu. Dit Chinese Traptreewezen bevindt zich op de onderste trede van de Toren van de Overwinning in Chittaurgarh. Hij klemt zich aan de benen van de pelgrims die de toren beklimmen vast. Bij iedere tree omhoog wordt de A Bao A Qu mooier en kleuriger. Anders dan de Gringergoriaan lijdt hij niet aan verlegenheid, maar hij is wel erg gevoelig voor de geestelijke ontwikkeling van de eigenaar van de broekspijp. Alleen als de man of vrouw met wie hij meelift heel puur is, kan de A Bao A Qu de hoogste tree bereiken. Slechts op deze hoogste tree is zijn lichaam volledig gevormd en straalt hij een levendig blauw licht uit. Dit schijnt in de loop der eeuwen nog slechts éénmaal te zijn voorgekomen.

Het zou mij niet verbazen als de A Bao A Qu zich destijds aan de poten van een pelikaan had vastgeklampt, maar daarover laat Borges ons in het ongewisse.


Literatuur:

Het Boek van de Denkbeeldige Wezens van Borges is onmisbaar voor liefhebbers van het werk van Arnon Grunberg, God de Heer en Cees Buddingh’. Ook de fans van de Harry Potter boeken van J.K. Rowling die willen weten wat een Basilisk, een Hippogriffioen e.d. nu eigenlijk echt is, kunnen niet buiten dit werk. Persoonlijk vond ik vooral de beschrijving van ‘De Ezel met Drie Poten’ erg verhelderend. Je vindt het in: Jorge Luis Borges, Werken in Vier Delen, Deel 2: Het verslag van Brodie en andere verhalen. (De Bezige Bij, Amsterdam, 1998).

Wie een echt antiek bestiarium wil lezen kan online het Boek der Natuur van Jacob van Maerlant raadplegen. Van Maerlant schrijft niets over ezels, maar ik vond dit middel tegen epilepsie wel erg mooi: ‘Epilepsie kan genezen worden door het hart van een wolf tot as te verbranden en direct op te drinken. De zieke moet zich in het vervolg wel onthouden van de omgang met vrouwen.’ Het staat, door Peter Burger in soepel modern Nederlands vertaald, op http://www.dbnl.org/tekst/maer002dern01_02/index.htm

Voor wie geïnteresseerd is in het verzameld werk van God de Heer, winnaar van de NS-publieksprijs van dit jaar, maar wat aanhikt tegen de omvang en de vele minder interessante passages is de handzame Grunbergbijbel (Atheneum, Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2005) een aanrader. Grunberg heeft in 290 bladzijden alle hoogtepunten uit de werken van de Heer der Heirscharen wel zo’n beetje te pakken, al ontbreekt zoals gezegd de pelikaan. Dit wordt ruimschoots gecompenseerd doordat het verhaal van de sprekende ezel van Bileam integraal is opgenomen. Ook de bruikbaarheid van het ezelskaakbeen als Gode welgevallig moordwapen, zoals gedemonstreerd door Simson, wordt nauwkeurig gedocumenteerd.

Geïnteresseerden in lichtere kost raad ik aan om C. Buddingh', Alle Gorgelrijmen.
(De Bezige Bij, Amsterdam 2003) te lezen. Met tekeningen van Wim Hofman en een nawoord van Wim Huijser.
 
* Willem Minderhout. Ezels en Aarsgaten. De Leunstoel, jaargang 2, nummer 13, 19.05.2005.
 
************************************************************
Literatuur en kunst onder één dak bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den
Haag. Bekijk er het werk van de Diet Wiegman Group. Zondag 18 december is
er een lezing over Thomas Mann door Tom Domisse.
Ga voor nadere informatie naar www.buddenbrooks.nl .
 
 
 


© 2005 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
De verlossende pelikaan en het traptreewezen Willem Minderhout
0304 VG Literatuur Pelikaan
Over Borges, Grunberg, Van Maerlant en Buddingh’.
 
 
Ik heb er al eerder op gewezen in de Leunstoel* dat in Arnon Grunbergs meesterwerk De Joodse Messias de ware messias opduikt, of liever aan komt vliegen, in de vorm van een pelikaan. Ik dacht dat het idee van de Pelikaan als Verlosser een persoonlijke absurditeit was van Grunberg. Pelikanen zijn natuurlijk wel erg goede vissers. Omdat Jezus een ‘Visser van Mensen’ was, vermoedde ik dat het daar iets mee te maken zou kunnen hebben. Zijn volgelingen plakken immers nog steeds een visje op hun auto om te tonen dat ze door Hem aan de haak zijn geslagen.

Deze indruk werd nog versterkt doordat Arnon Grunberg in de inleiding tot zijn bloemlezing uit het verzameld werk van God (Grunbergbijbel: Arnon Grunberg leest het Boek der Boeken) schrijft: ‘Als men mij vraagt het hele Nieuwe Testament samen te vatten in één zin zou ik zeggen: ‘Kom volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’’

Onlangs trof ik echter in Het Boek van de Denkbeeldige Wezens (1967) van Jorge Luis Borges een omschrijving van de pelikaan aan, die dit raadsel oplost. De moederpelikaan werd er in oude bestiaria van verdacht haar kroost zo innig te knuffelen dat het aan die liefkozingen bezweek. Als de vaderpelikaan drie dagen later zijn dode kuikens op het nest aantrof pikte hij zijn borst open en bracht de jongen met zijn bloed weer tot leven.

De pelikaan komt ook in de Bijbel, maar vreemd genoeg niet in de Grunbergbijbel, voor in Psalm 102: ‘Ik ben gelijk aan een pelikaan in de woestijn’. De heilige Hiëronymus heeft zich, geïnspireerd door deze psalm, verdiept in de pelikanologie. Hij meende, volgens Borges, dat de jonge pelikanen niet door de moederpelikaan, maar door slangen werden gedood. Leonardo Da Vinci schreef in navolging van Hiëronymus: ‘Hij houdt heel veel van zijn kinderen en als hij ze dood in het nest vindt, vermoord door de slangen, klauwt hij zijn eigen borst open en brengt ze weer tot leven door ze in zijn bloed te dompelen.’

Onze eigen Jacob van Maerlant wilde niets van die slangen weten. Hij schreef in Het Boek der Natuur (1266): ‘Laat de betekenis van de pelikaan, die zijn jongen van het leven berooft als straf voor hun verderfelijke gulzigheid en ze met zijn bloed weer opwekt uit de dood, eens goed tot U doordringen. Zo heeft de goede God ook met onze stamvader Adam gehandeld, die lange tijd dood was geweest en in diepe ellende in het voorgeborchte van de hel verbleef, totdat zijn lot het medelijden wekte van de Heer, Die ons met Zijn bloed vrijkocht en levend maakte. Christus was de ware pelikaan.’

Het schijnt in de Rooms Katholieke kerk gebruikelijk te zijn om de afbeelding van een pelikaan in de hostiekelken te graveren. Dus wie durft er nog te twijfelen? De Messias is een Pelikaan.

Ook Cees Buddingh’ was zeer bedreven in de zoölogie. Hij ontdekte veel wezens, die voor het ongeoefende oog verborgen waren gebleven. Eén van de bekendste is de Gringergoriaan. Als ik haast heb, schep ik er nog steeds genoegen in om er een groot aantal van in leven te roepen. Zoals u weet:
 
     ‘De Gringergoriaan ontstaat
     wanneer men een traptree overslaat.
     Uit zeven delen traptreezucht
     en evenveel gewone lucht.
     Hij klemt zich aan uw broekspijp vast
     Doch voelt zich snel als overlast.
     Zodat hij ijlings sublimeert 
     en dan dus niet meer existeert.’
 
Borges beschrijft een vergelijkbaar wezen: de A Bao A Qu. Dit Chinese Traptreewezen bevindt zich op de onderste trede van de Toren van de Overwinning in Chittaurgarh. Hij klemt zich aan de benen van de pelgrims die de toren beklimmen vast. Bij iedere tree omhoog wordt de A Bao A Qu mooier en kleuriger. Anders dan de Gringergoriaan lijdt hij niet aan verlegenheid, maar hij is wel erg gevoelig voor de geestelijke ontwikkeling van de eigenaar van de broekspijp. Alleen als de man of vrouw met wie hij meelift heel puur is, kan de A Bao A Qu de hoogste tree bereiken. Slechts op deze hoogste tree is zijn lichaam volledig gevormd en straalt hij een levendig blauw licht uit. Dit schijnt in de loop der eeuwen nog slechts éénmaal te zijn voorgekomen.

Het zou mij niet verbazen als de A Bao A Qu zich destijds aan de poten van een pelikaan had vastgeklampt, maar daarover laat Borges ons in het ongewisse.


Literatuur:

Het Boek van de Denkbeeldige Wezens van Borges is onmisbaar voor liefhebbers van het werk van Arnon Grunberg, God de Heer en Cees Buddingh’. Ook de fans van de Harry Potter boeken van J.K. Rowling die willen weten wat een Basilisk, een Hippogriffioen e.d. nu eigenlijk echt is, kunnen niet buiten dit werk. Persoonlijk vond ik vooral de beschrijving van ‘De Ezel met Drie Poten’ erg verhelderend. Je vindt het in: Jorge Luis Borges, Werken in Vier Delen, Deel 2: Het verslag van Brodie en andere verhalen. (De Bezige Bij, Amsterdam, 1998).

Wie een echt antiek bestiarium wil lezen kan online het Boek der Natuur van Jacob van Maerlant raadplegen. Van Maerlant schrijft niets over ezels, maar ik vond dit middel tegen epilepsie wel erg mooi: ‘Epilepsie kan genezen worden door het hart van een wolf tot as te verbranden en direct op te drinken. De zieke moet zich in het vervolg wel onthouden van de omgang met vrouwen.’ Het staat, door Peter Burger in soepel modern Nederlands vertaald, op http://www.dbnl.org/tekst/maer002dern01_02/index.htm

Voor wie geïnteresseerd is in het verzameld werk van God de Heer, winnaar van de NS-publieksprijs van dit jaar, maar wat aanhikt tegen de omvang en de vele minder interessante passages is de handzame Grunbergbijbel (Atheneum, Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2005) een aanrader. Grunberg heeft in 290 bladzijden alle hoogtepunten uit de werken van de Heer der Heirscharen wel zo’n beetje te pakken, al ontbreekt zoals gezegd de pelikaan. Dit wordt ruimschoots gecompenseerd doordat het verhaal van de sprekende ezel van Bileam integraal is opgenomen. Ook de bruikbaarheid van het ezelskaakbeen als Gode welgevallig moordwapen, zoals gedemonstreerd door Simson, wordt nauwkeurig gedocumenteerd.

Geïnteresseerden in lichtere kost raad ik aan om C. Buddingh', Alle Gorgelrijmen.
(De Bezige Bij, Amsterdam 2003) te lezen. Met tekeningen van Wim Hofman en een nawoord van Wim Huijser.
 
* Willem Minderhout. Ezels en Aarsgaten. De Leunstoel, jaargang 2, nummer 13, 19.05.2005.
 
************************************************************
Literatuur en kunst onder één dak bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den
Haag. Bekijk er het werk van de Diet Wiegman Group. Zondag 18 december is
er een lezing over Thomas Mann door Tom Domisse.
Ga voor nadere informatie naar www.buddenbrooks.nl .
 
 
 
© 2005 Willem Minderhout
powered by CJ2