archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 19
Jaargang 2
8 september 2005
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Paradijsje (in wording) Theo Capel

‘Dan is hij voor u,’ zei de man van de volkstuinvereniging toen ik aangaf dat ik de tuin wel wilde hebben. Het was meer een lapje grond dan een tuin. Zoals het wel vaker gaat met volkstuinen had de gemeente, uit het oogpunt van niet te vermijden vooruitgang, tuinders van een andere plek verdreven en - voor zolang het duurt - een nieuw plekje gegeven op een voormalig sportterrein. En zoals het wel vaker gaat, hadden niet alle heimatvertriebene de overgang aangewild, aangedurfd of aangekund, alleen al omdat de dood diverse tuinders had ingehaald. De natuur geeft en de natuur neemt. Na de bloei, komt het verval en erger. Dat weet ook de volkstuinder. Dit nieuwe complex had als naam De Hof van Eden meegekregen. Ik hoop dat het voorlopig de ‘Hof van Heden’ voor mij blijft en dat ik de tijd krijg om er een aards paradijsje aan te leggen.

Waar eerst atleten zich in het zweet konden lopen, kan ik nu mijn krachten beproeven met spade en spitvork. De opbouw van een huisje op de daarvoor gestorte betonnen plaat is een zaak op zich, die ik voorlopig voor me uitschuif. Als nieuwe tuinder was ik welkom, al was het alleen al omdat veel tuinders onrustig werden van het onkruid dat in een drastisch tempo op de nog in onbruik zijnde veldjes opschiet. Een mooie tuin is een nette tuin, is het devies van veel tuinders. Ik ben het daarmee wel eens, als dat tenminste betekent dat een mooie tuin een genot voor het oog moet zijn.

Een van mijn buurlieden die goedkeurend keek naar mijn spitarbeid, probeerde me enthousiast te maken voor al het groen dat zich al op de venige grond had gevestigd.
‘Is dat niet koninginnekruid?’ riep hij enthousiast. Ik had al gezien dat sommigen die plant in hun tuin hadden laten staan, maar ik zou niet bij de koningin met eupatorium cannabinum willen aankomen. Het is een struikachtige plant die meer dan één meter hoog kan worden met onbeduidende roze schermbloemen0219 Hof van Eden en met smalle, ingesneden bladeren die spaarzaam aan de stengels zitten. Een soort armoe-spierstruik zou je het kunnen noemen. Maar als je een spierstruik (spiraea) in elk tuincentrum kunt kopen, waarom zou je dit onkruid – of ‘wilde planten’ zoals de eco-enthousiasteling ze noemt – dan handhaven. Als er dan toch iets moet blijven zou ik eerder voor valkruid, gewoon biggekruid en groot streepzaad kiezen. Dat zijn ook composieten, net als koninginnekruid, maar lager aan de grond en met een vriendelijke gele bloem. Die soorten kwam ik nauwelijks tegen, maar ‘kale jonker’ des te meer. Vraag me niet waarom een distel zo’n naam heeft. Een distel is rijk, en dan vooral rijk aan gemene stekels die zich aan je huid hechten.

Hoe maak je van een weilandje vol met heemplanten een tuin?  Stap één ligt achter me. Die bestond uit het graven van een kuil van meer dan een meter in het vierkant en meer dan een meter diep om al het onkruid, zoals ik gewend ben het te noemen, te deponeren. Stap één had natuurlijk moeten zijn wat ik met de uitgegraven grond aanwilde. ‘Je moet voorkomen dat je drie maal bezig bent met zaken die je in één keer had kunnen klaren,’ was het ongevraagde advies dat ik hierover achteraf kreeg. Stap twee is spitten. Het lijkt erop dat dit ook stap drie tot en met tien wordt.

‘Het begint er al een beetje op te lijken,’ is het commentaar om me heen. Gezeten op een campingstoeltje op een betonnen plaat vind ik dat een overdreven compliment, maar ik begin al wel te denken aan de vorm van de border en wat er in de tuin moet komen te staan. Nu eerst nog een paar extra vrije dagen om verder te spitten.
 
***************************************************************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered. Ga voor nadere informatie over dat bureau naar www.peppered.nl


© 2005 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Paradijsje (in wording) Theo Capel
‘Dan is hij voor u,’ zei de man van de volkstuinvereniging toen ik aangaf dat ik de tuin wel wilde hebben. Het was meer een lapje grond dan een tuin. Zoals het wel vaker gaat met volkstuinen had de gemeente, uit het oogpunt van niet te vermijden vooruitgang, tuinders van een andere plek verdreven en - voor zolang het duurt - een nieuw plekje gegeven op een voormalig sportterrein. En zoals het wel vaker gaat, hadden niet alle heimatvertriebene de overgang aangewild, aangedurfd of aangekund, alleen al omdat de dood diverse tuinders had ingehaald. De natuur geeft en de natuur neemt. Na de bloei, komt het verval en erger. Dat weet ook de volkstuinder. Dit nieuwe complex had als naam De Hof van Eden meegekregen. Ik hoop dat het voorlopig de ‘Hof van Heden’ voor mij blijft en dat ik de tijd krijg om er een aards paradijsje aan te leggen.

Waar eerst atleten zich in het zweet konden lopen, kan ik nu mijn krachten beproeven met spade en spitvork. De opbouw van een huisje op de daarvoor gestorte betonnen plaat is een zaak op zich, die ik voorlopig voor me uitschuif. Als nieuwe tuinder was ik welkom, al was het alleen al omdat veel tuinders onrustig werden van het onkruid dat in een drastisch tempo op de nog in onbruik zijnde veldjes opschiet. Een mooie tuin is een nette tuin, is het devies van veel tuinders. Ik ben het daarmee wel eens, als dat tenminste betekent dat een mooie tuin een genot voor het oog moet zijn.

Een van mijn buurlieden die goedkeurend keek naar mijn spitarbeid, probeerde me enthousiast te maken voor al het groen dat zich al op de venige grond had gevestigd.
‘Is dat niet koninginnekruid?’ riep hij enthousiast. Ik had al gezien dat sommigen die plant in hun tuin hadden laten staan, maar ik zou niet bij de koningin met eupatorium cannabinum willen aankomen. Het is een struikachtige plant die meer dan één meter hoog kan worden met onbeduidende roze schermbloemen0219 Hof van Eden en met smalle, ingesneden bladeren die spaarzaam aan de stengels zitten. Een soort armoe-spierstruik zou je het kunnen noemen. Maar als je een spierstruik (spiraea) in elk tuincentrum kunt kopen, waarom zou je dit onkruid – of ‘wilde planten’ zoals de eco-enthousiasteling ze noemt – dan handhaven. Als er dan toch iets moet blijven zou ik eerder voor valkruid, gewoon biggekruid en groot streepzaad kiezen. Dat zijn ook composieten, net als koninginnekruid, maar lager aan de grond en met een vriendelijke gele bloem. Die soorten kwam ik nauwelijks tegen, maar ‘kale jonker’ des te meer. Vraag me niet waarom een distel zo’n naam heeft. Een distel is rijk, en dan vooral rijk aan gemene stekels die zich aan je huid hechten.

Hoe maak je van een weilandje vol met heemplanten een tuin?  Stap één ligt achter me. Die bestond uit het graven van een kuil van meer dan een meter in het vierkant en meer dan een meter diep om al het onkruid, zoals ik gewend ben het te noemen, te deponeren. Stap één had natuurlijk moeten zijn wat ik met de uitgegraven grond aanwilde. ‘Je moet voorkomen dat je drie maal bezig bent met zaken die je in één keer had kunnen klaren,’ was het ongevraagde advies dat ik hierover achteraf kreeg. Stap twee is spitten. Het lijkt erop dat dit ook stap drie tot en met tien wordt.

‘Het begint er al een beetje op te lijken,’ is het commentaar om me heen. Gezeten op een campingstoeltje op een betonnen plaat vind ik dat een overdreven compliment, maar ik begin al wel te denken aan de vorm van de border en wat er in de tuin moet komen te staan. Nu eerst nog een paar extra vrije dagen om verder te spitten.
 
***************************************************************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered. Ga voor nadere informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
© 2005 Theo Capel
powered by CJ2