archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 18
20 mei 2021
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Malta: De sultan en de ezel Luc Houtkamp

1814BS Malta15 Juni 2017, Valletta. Een juichende massa op het centrale plein, voor het oude paleis van de Grootmeesters van Malta. De Maltese Labourpartij heeft net met een overweldigende meerderheid de verkiezingen gewonnen. De minister-president, Joseph Muscat, verschijnt met zijn gezin op het bordes. Hij had zelf deze verkiezingen uitgeschreven, omdat de oppositie, de rechtse Nationalistische partij de regering al een tijd van corruptie beschuldigt.  
Met deze verkiezing laat hij zien dat zijn steun onder de bevolking alleen maar is toegenomen. Tijdens zijn wandeltocht door de hoofdstraat van Valletta lijkt hij op een koning, de sultan van Malta.

Het is vooral in het zuiden, waar veel kiezers van Labour wonen, dagenlang één groot feest. Het verkeer loopt overal vast tussen auto’s en vrachtwagens vol met zingende mensen, zwaaiend met vlaggen. In Malta zijn de partijgebouwen van de nationalisten op last van de politie gesloten om rellen en vechtpartijen te voorkomen.   Door de straten trekt een stoet Labour-aanhangers, met een ezel op een pick-up truck die een vlag van de Nationalistische partij over zich heen heeft.  

In de vier jaar dat Labour aan de macht is zijn er een hoop dingen veranderd in het land. De lonen zijn gestegen, er is nauwelijks werkloosheid en de Maltezen hebben het over het algemeen beter gekregen. Ook zijn er op ethisch gebied vernieuwingen doorgevoerd. Zo is het huwelijk opengesteld voor mensen van hetzelfde geslacht. Over corruptie maken maar weinig mensen zich zorgen, die is hier van alle tijden.

Het Maltese kiessysteem is gebaseerd op een districtenstelsel. Voor ons is het extra gecompliceerd omdat het gebruik maakt van het principe ‘single transferable vote’. Naast het uitbrengen van een stem op de favoriete kandidaat moet de kiezer ook een tweede en mogelijk derde kandidaat aangeven. Als de eerste kandidaat de kiesdeler niet haalt wordt de stem doorgegeven aan de tweede, enzovoort. In theorie zou dat moeten helpen om meer dan twee partijen in het parlement te krijgen, zoals bijvoorbeeld in Ierland, waar ze eenzelfde systeem hebben. Maar in Malta helpt dat niet echt, sinds de onafhankelijkheid in 1964 zijn slechts twee partijen in het parlement vertegenwoordigd, de centrumlinkse Labour partij en de rechtse nationalisten.
Er zijn weliswaar verschillende andere partijen, maar die halen niet genoeg stemmen om een rol van betekenis te spelen. Links van Labour is er de groene partij Alternattiva Demokratika, die vorig jaar is gefuseerd met de Democratische partij.

De geschiedenis van de twee grote partijen is uitermate grillig, en heeft veel te maken met de jarenlange strijd voor de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië. Op 6 juni 1919 vond de eerste en belangrijkste opstand plaats tegen de Britten. Directe aanleiding was het omhoogstuwen van de broodprijs. Bij de demonstraties werden vier mensen gedood. De opstand werd gesteund door de leider van de Nationalistische partij, Enrico Mizzi, die in eerste instantie niet zozeer onafhankelijkheid nastreefde, maar aansluiting bij Italië. De partij schurkte in de 20er en 30er jaren dicht tegen het fascisme van Mussolini aan. De zwarte kleur in het embleem van de partij en het partijlied, de fascistische Giovinezza, herinneren nog altijd aan die periode.
De onafhankelijkheid van1814BS Malta2 Malta doorliep verschillende fases, waarin de twee grote partijen om beurten een rol speelden. Labour was meer geneigd om met Londen te onderhandelen voor onafhankelijkheid, terwijl veel nationalisten een harde koers aanhielden, en door de Britten vooral gezien werden als verraders. Een deel van de partijtop werd tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Uganda verbannen.

Een belangrijke rol in het proces naar onafhankelijkheid van Malta was weggelegd door Labourleider Dom Mintoff, die minister-president was van 1955-58 en van 1971-1984. Hij was een bijzonder kleurrijk figuur. In eerste instantie was hij architect, en bouwde hij een goede reputatie op bij de heropbouw van het tijdens de oorlog zwaar beschadigde Malta. In de eerste periode dat hij aan de macht was, werd hij door de Britten beschouwd als een heel vanzelfsprekende onderhandelingspartner. Mintoff kwam echter in conflict met de katholieke kerk, die in 1961 ieder Labourlid tot zondaar verklaarde, met als gevolg dat zij niet meer op gewijde grond begraven konden worden of in de kerk mochten trouwen. Eind 50er jaren kreeg de Nationalistische partij de meerderheid en kreeg in 1964 onder George Borg Olivier eindelijk de zo felbegeerde onafhankelijkheid. Weliswaar bedongen de Britten dat voorlopig de troepen Malta nog als thuisbasis mochten gebruiken. In 1979, toen Labour weer aan de macht was gekomen, vertrokken ook de Britse troepen. Het absurde gevolg is dat Malta nu twee verschillende Onafhankelijkheidsdagen heeft, waarvan de ene door de nationalisten en de andere door Labour wordt gevierd.

In zijn tweede periode als minister-president ontpopte Dom Mintoff zich als eigenzinnig, onafhankelijk en sluw politicus. Hij weigerde om Malta lid te laten worden van de NATO en knoopte vriendschappelijke betrekkingen aan met China, Roemenië en Muammar Gaddafi van Libië.

De politiek in Malta was en wordt nog steeds gekenmerkt door de machtsstrijd tussen de twee grote partijen en hun partizaanse aanhangers. Politieke moorden van beide kanten zijn regelmatig voorgekomen, waarbij de laatste, in 2017, op journaliste Daphne Caruana Galizia nog altijd vers in het geheugen ligt. Maar die zaak is dusdanig complex, dat ik daar graag een ander stuk aan zal wijden.
De Maltese politiek is voor mensen uit de rest van Europa niet altijd goed te begrijpen. Nog altijd speelt de polarisatie tussen de twee grote partijen een belangrijke rol in het bepalen van de standpunten. Labour heeft vaak afwijkende opvattingen vergeleken bij andere Europese sociaaldemocraten, bijvoorbeeld op het gebied van de abortuswetgeving. Duidelijk is dat er zich ter linkerzijde een groep jonge intellectuelen bevindt die helaas nauwelijks de kans krijgt hun invloed in de partij of in het parlement te doen gelden. Jong links wordt in Malta vooral vertegenwoordigd door NGO’s, zoals Movimenti Graffitti en Isle of the Left. Op dit moment is dat de beste manier om vernieuwende politiek te bedrijven. Toch zijn dankzij Labour een aantal dingen langzaam aan het veranderen. Het accepteren van homorechten bijvoorbeeld en het veranderen van het softdrugsbeleid.

Het is te hopen dat deze ontwikkeling zich in de komende jaren voortzet, en Malta een werkelijk progressieve politiek zal gaan voeren.

-----
De plaatjes zijn van de schrijver


© 2021 Luc Houtkamp meer Luc Houtkamp - meer "Brief uit ..."
Beschouwingen > Brief uit ...
Malta: De sultan en de ezel Luc Houtkamp
1814BS Malta15 Juni 2017, Valletta. Een juichende massa op het centrale plein, voor het oude paleis van de Grootmeesters van Malta. De Maltese Labourpartij heeft net met een overweldigende meerderheid de verkiezingen gewonnen. De minister-president, Joseph Muscat, verschijnt met zijn gezin op het bordes. Hij had zelf deze verkiezingen uitgeschreven, omdat de oppositie, de rechtse Nationalistische partij de regering al een tijd van corruptie beschuldigt.  
Met deze verkiezing laat hij zien dat zijn steun onder de bevolking alleen maar is toegenomen. Tijdens zijn wandeltocht door de hoofdstraat van Valletta lijkt hij op een koning, de sultan van Malta.

Het is vooral in het zuiden, waar veel kiezers van Labour wonen, dagenlang één groot feest. Het verkeer loopt overal vast tussen auto’s en vrachtwagens vol met zingende mensen, zwaaiend met vlaggen. In Malta zijn de partijgebouwen van de nationalisten op last van de politie gesloten om rellen en vechtpartijen te voorkomen.   Door de straten trekt een stoet Labour-aanhangers, met een ezel op een pick-up truck die een vlag van de Nationalistische partij over zich heen heeft.  

In de vier jaar dat Labour aan de macht is zijn er een hoop dingen veranderd in het land. De lonen zijn gestegen, er is nauwelijks werkloosheid en de Maltezen hebben het over het algemeen beter gekregen. Ook zijn er op ethisch gebied vernieuwingen doorgevoerd. Zo is het huwelijk opengesteld voor mensen van hetzelfde geslacht. Over corruptie maken maar weinig mensen zich zorgen, die is hier van alle tijden.

Het Maltese kiessysteem is gebaseerd op een districtenstelsel. Voor ons is het extra gecompliceerd omdat het gebruik maakt van het principe ‘single transferable vote’. Naast het uitbrengen van een stem op de favoriete kandidaat moet de kiezer ook een tweede en mogelijk derde kandidaat aangeven. Als de eerste kandidaat de kiesdeler niet haalt wordt de stem doorgegeven aan de tweede, enzovoort. In theorie zou dat moeten helpen om meer dan twee partijen in het parlement te krijgen, zoals bijvoorbeeld in Ierland, waar ze eenzelfde systeem hebben. Maar in Malta helpt dat niet echt, sinds de onafhankelijkheid in 1964 zijn slechts twee partijen in het parlement vertegenwoordigd, de centrumlinkse Labour partij en de rechtse nationalisten.
Er zijn weliswaar verschillende andere partijen, maar die halen niet genoeg stemmen om een rol van betekenis te spelen. Links van Labour is er de groene partij Alternattiva Demokratika, die vorig jaar is gefuseerd met de Democratische partij.

De geschiedenis van de twee grote partijen is uitermate grillig, en heeft veel te maken met de jarenlange strijd voor de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië. Op 6 juni 1919 vond de eerste en belangrijkste opstand plaats tegen de Britten. Directe aanleiding was het omhoogstuwen van de broodprijs. Bij de demonstraties werden vier mensen gedood. De opstand werd gesteund door de leider van de Nationalistische partij, Enrico Mizzi, die in eerste instantie niet zozeer onafhankelijkheid nastreefde, maar aansluiting bij Italië. De partij schurkte in de 20er en 30er jaren dicht tegen het fascisme van Mussolini aan. De zwarte kleur in het embleem van de partij en het partijlied, de fascistische Giovinezza, herinneren nog altijd aan die periode.
De onafhankelijkheid van1814BS Malta2 Malta doorliep verschillende fases, waarin de twee grote partijen om beurten een rol speelden. Labour was meer geneigd om met Londen te onderhandelen voor onafhankelijkheid, terwijl veel nationalisten een harde koers aanhielden, en door de Britten vooral gezien werden als verraders. Een deel van de partijtop werd tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Uganda verbannen.

Een belangrijke rol in het proces naar onafhankelijkheid van Malta was weggelegd door Labourleider Dom Mintoff, die minister-president was van 1955-58 en van 1971-1984. Hij was een bijzonder kleurrijk figuur. In eerste instantie was hij architect, en bouwde hij een goede reputatie op bij de heropbouw van het tijdens de oorlog zwaar beschadigde Malta. In de eerste periode dat hij aan de macht was, werd hij door de Britten beschouwd als een heel vanzelfsprekende onderhandelingspartner. Mintoff kwam echter in conflict met de katholieke kerk, die in 1961 ieder Labourlid tot zondaar verklaarde, met als gevolg dat zij niet meer op gewijde grond begraven konden worden of in de kerk mochten trouwen. Eind 50er jaren kreeg de Nationalistische partij de meerderheid en kreeg in 1964 onder George Borg Olivier eindelijk de zo felbegeerde onafhankelijkheid. Weliswaar bedongen de Britten dat voorlopig de troepen Malta nog als thuisbasis mochten gebruiken. In 1979, toen Labour weer aan de macht was gekomen, vertrokken ook de Britse troepen. Het absurde gevolg is dat Malta nu twee verschillende Onafhankelijkheidsdagen heeft, waarvan de ene door de nationalisten en de andere door Labour wordt gevierd.

In zijn tweede periode als minister-president ontpopte Dom Mintoff zich als eigenzinnig, onafhankelijk en sluw politicus. Hij weigerde om Malta lid te laten worden van de NATO en knoopte vriendschappelijke betrekkingen aan met China, Roemenië en Muammar Gaddafi van Libië.

De politiek in Malta was en wordt nog steeds gekenmerkt door de machtsstrijd tussen de twee grote partijen en hun partizaanse aanhangers. Politieke moorden van beide kanten zijn regelmatig voorgekomen, waarbij de laatste, in 2017, op journaliste Daphne Caruana Galizia nog altijd vers in het geheugen ligt. Maar die zaak is dusdanig complex, dat ik daar graag een ander stuk aan zal wijden.
De Maltese politiek is voor mensen uit de rest van Europa niet altijd goed te begrijpen. Nog altijd speelt de polarisatie tussen de twee grote partijen een belangrijke rol in het bepalen van de standpunten. Labour heeft vaak afwijkende opvattingen vergeleken bij andere Europese sociaaldemocraten, bijvoorbeeld op het gebied van de abortuswetgeving. Duidelijk is dat er zich ter linkerzijde een groep jonge intellectuelen bevindt die helaas nauwelijks de kans krijgt hun invloed in de partij of in het parlement te doen gelden. Jong links wordt in Malta vooral vertegenwoordigd door NGO’s, zoals Movimenti Graffitti en Isle of the Left. Op dit moment is dat de beste manier om vernieuwende politiek te bedrijven. Toch zijn dankzij Labour een aantal dingen langzaam aan het veranderen. Het accepteren van homorechten bijvoorbeeld en het veranderen van het softdrugsbeleid.

Het is te hopen dat deze ontwikkeling zich in de komende jaren voortzet, en Malta een werkelijk progressieve politiek zal gaan voeren.

-----
De plaatjes zijn van de schrijver
© 2021 Luc Houtkamp
powered by CJ2