archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 11
Jaargang 2
7 april 2005
Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Zet die primula's gewoon in de tuin Theo Capel

In de perkjes rond de palmen aan de Promenade des Anglais in Nice waar ik een paar dagen rondliep, stonden overal primula's. Het waren dezelfde plantjes die bij ons ook op bloemenmarkten en in tuincentra te koop staan, meestal in partijtjes van vijf tot tien stuks en in allerlei kleuren. Veelkleurigheid spreekt de mensen aan, maar zelf ben ik het meest gesteld op witte en gele primula's. Dat zijn de kleuren van de pauselijke vlag, maar ook zonder die associatie vind ik die kleuren mooi. Het zijn ook de kleuren van een ei en dat is misschien bepalender voor deze tijd van het jaar. Waarom zou je dan ook nog rode primula's willen of in weet ik het allemaal wat voor andere tinten. De mannen van de groenvoorziening in Nice hielden zich niet met die overwegingen bezig en zetten gewoon een bij elkaar geraapt stelletje kleuren in de perkjes. Niet dat dat erg was. Een palm verliest er zijn kracht en schoonheid niet door en eigenlijk moet je ook zeggen dat het vriendelijk oogde.

Langzaam maar zeker heb ik de wijsheid verworven dat de goedkoopste planten het het beste doen in de tuin. Eigenlijk moet je zeggen dat aanwaaiers waaraan je geen eurocent hebt hoeven te besteden, het nog beter doen. Maar dan heb je niet meer over tuinieren en voordat je het weet, beweer je dan dat van een gazon vol paardebloemen ook erg te genieten valt.
Maar van de primula's die eerst voor een paar centen de huiskamer hebben staan opvrolijken, heb je later in de volle grond van de tuin nog een keer plezier. En niet alleen dan, maar ook nog vele seizoenen erna. En langzaam maar zeker groeien ze tot grote klonten uit die vol bloemen zitten en vaak ook nog onwaarschijnlijk vroeg in het jaar. De rimpelige bladeren ter grootte van oudemannenoren zijn niet fraai, maar ze weten hun plaats.

In de border zou je een groep primula's voor een rijtje schoenlappersplanten (bergenia's) kunnen zetten. Die planten hebben meer olifantsoren en daar moet je van houden, maar de bijvoorbeeld witte bloemetjes aan de stevige steel maken weer veel goed en de bladeren vullen de border mooi op.
Voor de kenners waaronder ik mezelf niet reken, is de primula of sleutelbloem veel meer dan het kamerplantje annex perkplantje dat je overal kan kopen. Zij zijn vaak meer gecharmeerd van de primula met bloemen op een steel. Die geven een tuin meer cachet dan de vulgaris zoals de alomtegenwoordige versie terecht heet. Maar vulgair is toch weer iets anders dan vulgaris.

Terwijl de primula nog bloeit, is ook de bellis present. In Nice was die ook ruim aanwezig in de witte variant. De bellis is een madeliefje, maar anders dan de lintbloemetjes die tussen het gras opschieten, heeft de bellis in het tuincentrum meestal een bloem als een pompon. Een van de kweekvormen heeft dan ook 'Pomponette'. Ze staan overal in kistjes vol in een roze en in een witte variant op kopers te wachten. Neem de witte, is mijn advies.
De bellis is0211 Nice een tweejarige plant, zodat hij opeens weer kan opduiken, maar de kwekers die niet houden van planten die terugkomen en zo hun handel verzieken, zijn er in geslaagd om steriele vormen te ontwikkelen. Die moet je gewoon na het bloeiseizoen weghalen of laten verkommeren in de grond.

Bij mij in de tuin staat de bellis tussen de aardbeiplantjes. Die heb ik er ooit in gezet in de hoop zelf de vruchten ervan te kunnen plukken. De vogels zijn me altijd voor en als die ze niet hebben weggepikt, dan zijn ze vaak weggerot omdat ze op de aarde lagen. Wil je echt van aardbeien genieten, dan schijn je stro tussen de planten te moeten doen en een net er overheen te moeten spannen. Dan ben je dus bezig met een moestuin in plaats van een siertuin. Voordat de vruchten verschijnen heeft de aardbeiplant eerst aardige witte bloemetjes en de kenmerkende groene bladeren die altijd met zijn drieën bij elkaar zitten, doen het ook goed. De planten vermeerderen zichzelf door uitlopers, zodat je ze eigenlijk nooit kwijt raakt.

Bij het planten van de bellis is de grond meestal nog behoorlijk koud en voel je kou ook in je knieën trekken. In Nice was het voorjaar al volop bezig, hoewel de mensen ter plaatse zeiden dat de mimosa dit jaar laat in bloei was gekomen. Net als wij hadden ze na een zeer zachte periode aan het eind van de winter ook opeens een koudegolfje meegemaakt. Daar was nu niets meer van te merken. Men wil de mens graag bang maken met de opwarming van de aarde, maar als je over de Promenade des Anglais flaneert, zou alleen maar wensen dat het klimaat bij ons ook zo was. Maar palmen in Holland in plaats van populieren en wilgen? Dat zou toch een gemene schok geven. Het blijft toch leuker om eerst met je knieën op de koude grond te zitten en dan ermee in de zon. Ik weet niet of primula's er ook zo over denken. Ik weet eigenlijk wel zeker dat primula's niet denken. Laat het denken en verzinnen maar over aan de tuinier.

Als het dan toch onvermijdelijk is dat we bij ons een middellandsezeeklimaat krijgen, kun je maar beter voorbereid zijn. Daarom leek het een goed idee om de Jardin Botanique te bezoeken om te zien wat er behalve primula's, palmen en mimosa nog aan lokale plantengroei te beleven viel. De tuin zou met het openbaar vervoer te bereiken zijn, maar met welke bus was een geheim dat het meisje achter de balie van het stadsvervoer veel problemen gaf. Uiteindelijk kreeg ik een overstapadvies, waarvan bleek dat de overstaphalte weliswaar dezelfde naam had op beide lijnen, maar dat toch sprake was van twee verschillende haltes, waarvan ik de andere pas na goed zoeken ontdekte. Het zou een voorteken blijken, want in tegenstelling tot wat in de folder stond, bleek de botanische tuin die tegen de beginnende bergen aan de rand van Nice ligt, op zaterdag te zijn gesloten.
Waarom zou je eigenlijk ook meer willen dan primula's die blijkbaar betrekkelijk onverschillig op het klimaat reageren?


© 2005 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Zet die primula's gewoon in de tuin Theo Capel
In de perkjes rond de palmen aan de Promenade des Anglais in Nice waar ik een paar dagen rondliep, stonden overal primula's. Het waren dezelfde plantjes die bij ons ook op bloemenmarkten en in tuincentra te koop staan, meestal in partijtjes van vijf tot tien stuks en in allerlei kleuren. Veelkleurigheid spreekt de mensen aan, maar zelf ben ik het meest gesteld op witte en gele primula's. Dat zijn de kleuren van de pauselijke vlag, maar ook zonder die associatie vind ik die kleuren mooi. Het zijn ook de kleuren van een ei en dat is misschien bepalender voor deze tijd van het jaar. Waarom zou je dan ook nog rode primula's willen of in weet ik het allemaal wat voor andere tinten. De mannen van de groenvoorziening in Nice hielden zich niet met die overwegingen bezig en zetten gewoon een bij elkaar geraapt stelletje kleuren in de perkjes. Niet dat dat erg was. Een palm verliest er zijn kracht en schoonheid niet door en eigenlijk moet je ook zeggen dat het vriendelijk oogde.

Langzaam maar zeker heb ik de wijsheid verworven dat de goedkoopste planten het het beste doen in de tuin. Eigenlijk moet je zeggen dat aanwaaiers waaraan je geen eurocent hebt hoeven te besteden, het nog beter doen. Maar dan heb je niet meer over tuinieren en voordat je het weet, beweer je dan dat van een gazon vol paardebloemen ook erg te genieten valt.
Maar van de primula's die eerst voor een paar centen de huiskamer hebben staan opvrolijken, heb je later in de volle grond van de tuin nog een keer plezier. En niet alleen dan, maar ook nog vele seizoenen erna. En langzaam maar zeker groeien ze tot grote klonten uit die vol bloemen zitten en vaak ook nog onwaarschijnlijk vroeg in het jaar. De rimpelige bladeren ter grootte van oudemannenoren zijn niet fraai, maar ze weten hun plaats.

In de border zou je een groep primula's voor een rijtje schoenlappersplanten (bergenia's) kunnen zetten. Die planten hebben meer olifantsoren en daar moet je van houden, maar de bijvoorbeeld witte bloemetjes aan de stevige steel maken weer veel goed en de bladeren vullen de border mooi op.
Voor de kenners waaronder ik mezelf niet reken, is de primula of sleutelbloem veel meer dan het kamerplantje annex perkplantje dat je overal kan kopen. Zij zijn vaak meer gecharmeerd van de primula met bloemen op een steel. Die geven een tuin meer cachet dan de vulgaris zoals de alomtegenwoordige versie terecht heet. Maar vulgair is toch weer iets anders dan vulgaris.

Terwijl de primula nog bloeit, is ook de bellis present. In Nice was die ook ruim aanwezig in de witte variant. De bellis is een madeliefje, maar anders dan de lintbloemetjes die tussen het gras opschieten, heeft de bellis in het tuincentrum meestal een bloem als een pompon. Een van de kweekvormen heeft dan ook 'Pomponette'. Ze staan overal in kistjes vol in een roze en in een witte variant op kopers te wachten. Neem de witte, is mijn advies.
De bellis is0211 Nice een tweejarige plant, zodat hij opeens weer kan opduiken, maar de kwekers die niet houden van planten die terugkomen en zo hun handel verzieken, zijn er in geslaagd om steriele vormen te ontwikkelen. Die moet je gewoon na het bloeiseizoen weghalen of laten verkommeren in de grond.

Bij mij in de tuin staat de bellis tussen de aardbeiplantjes. Die heb ik er ooit in gezet in de hoop zelf de vruchten ervan te kunnen plukken. De vogels zijn me altijd voor en als die ze niet hebben weggepikt, dan zijn ze vaak weggerot omdat ze op de aarde lagen. Wil je echt van aardbeien genieten, dan schijn je stro tussen de planten te moeten doen en een net er overheen te moeten spannen. Dan ben je dus bezig met een moestuin in plaats van een siertuin. Voordat de vruchten verschijnen heeft de aardbeiplant eerst aardige witte bloemetjes en de kenmerkende groene bladeren die altijd met zijn drieën bij elkaar zitten, doen het ook goed. De planten vermeerderen zichzelf door uitlopers, zodat je ze eigenlijk nooit kwijt raakt.

Bij het planten van de bellis is de grond meestal nog behoorlijk koud en voel je kou ook in je knieën trekken. In Nice was het voorjaar al volop bezig, hoewel de mensen ter plaatse zeiden dat de mimosa dit jaar laat in bloei was gekomen. Net als wij hadden ze na een zeer zachte periode aan het eind van de winter ook opeens een koudegolfje meegemaakt. Daar was nu niets meer van te merken. Men wil de mens graag bang maken met de opwarming van de aarde, maar als je over de Promenade des Anglais flaneert, zou alleen maar wensen dat het klimaat bij ons ook zo was. Maar palmen in Holland in plaats van populieren en wilgen? Dat zou toch een gemene schok geven. Het blijft toch leuker om eerst met je knieën op de koude grond te zitten en dan ermee in de zon. Ik weet niet of primula's er ook zo over denken. Ik weet eigenlijk wel zeker dat primula's niet denken. Laat het denken en verzinnen maar over aan de tuinier.

Als het dan toch onvermijdelijk is dat we bij ons een middellandsezeeklimaat krijgen, kun je maar beter voorbereid zijn. Daarom leek het een goed idee om de Jardin Botanique te bezoeken om te zien wat er behalve primula's, palmen en mimosa nog aan lokale plantengroei te beleven viel. De tuin zou met het openbaar vervoer te bereiken zijn, maar met welke bus was een geheim dat het meisje achter de balie van het stadsvervoer veel problemen gaf. Uiteindelijk kreeg ik een overstapadvies, waarvan bleek dat de overstaphalte weliswaar dezelfde naam had op beide lijnen, maar dat toch sprake was van twee verschillende haltes, waarvan ik de andere pas na goed zoeken ontdekte. Het zou een voorteken blijken, want in tegenstelling tot wat in de folder stond, bleek de botanische tuin die tegen de beginnende bergen aan de rand van Nice ligt, op zaterdag te zijn gesloten.
Waarom zou je eigenlijk ook meer willen dan primula's die blijkbaar betrekkelijk onverschillig op het klimaat reageren?
© 2005 Theo Capel
powered by CJ2