archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 17
30 januari 2020
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Drents Landschap Dik Kruithof

1707VG Drenthe1Rijdend door Drenthe denk ik aan hunebedden die in grote heidevelden staan.  Het mooie van de tentoonstelling het Drentse Landschap is dat er natuurlijk veel meer is. Bij het museum hangt een groot doek met  ‘Welkom thuis, onkruidverbrandertje!’. Dat slaat op een schilderij dat Vincent van Gogh gemaakt heeft van een Drentse boer. Het schilderij is ‘thuisgekomen’ in de zin dat het pas recent in bezit is van Nederlandse Musea – het Van Gogh Museum en het Drents Museum hebben het samen gekocht – en nu voor het eerst te zien is waar het werd gemaakt. Op een ander werk is een boer te zien die, met zijn vrouw, turf laadt op een bootje. Mooie bewijzen voor het feit dat hij in Drenthe is geweest en tekenend voor zijn instelling. Hij zocht de mensen op die het moeilijk hadden.

De meeste schilders gingen liever naar het gebied ten oosten van Assen. Waar nu nog een mooi coulisselandschap te zien is en waar veel schilderijen gemaakt zijn van koeien, bomen, heidevelden en houtwallen en buitenhuizen; op een heel andere manier mooi. Rond 1840 wordt de verftube uitgevonden, die maakte het mogelijk om buiten te schilderen. In Frankrijk is dat beslissend geweest voor de opkomst van het kunstenaarsdorp Barbizon, zo’n 65 kilometer ten zuidoosten van Parijs en favoriet zomerverblijf van veel schilders in die tijd.

De tentoonstelling in Assen heet ‘Het Barbizon van het Noorden’ en kent de rol van kunstenaarsdorp toe aan Zweeloo, Rolde en Vries. Datt zal redelijk onomstreden zijn als met Het Noorden de drie noordelijke provincies worden bedoeld. Als het Noorden staat voor alles boven Parijs, dan is gerechtvaardigde concurrentie mogelijk van bij voorbeeld Laren en Worpswede bij Bremen. Maar dat alles doet niets af aan het feit dat1707VG Drenthe2 het een goede tentoonstelling is geworden, waar veel te zien is dat in Drenthe geschilderd is en waar ook mooie verbanden gelegd worden. Een landschapshistoricus laat zijn licht schijnen op ontwikkelingen in de landbouw en een zanger wijdt uit over het landschap als inspiratiebron.

Maar het gaat natuurlijk over de schilderijen en de makers. Bekende namen die er zijn geweest en waar werk van te zien is zijn Jozef Israels, Hendrik Mesdag, George Breitner, Anton Mauve en Max Lieberman. Zo kon het museum in 2018 De Drentse madonna van Jozef Israëls kopen van een particuliere verzamelaar in Praag en die hangt nu te pronk naast het voor mij bijna nog mooiere Terugkeer van de kudde van David Artz, een prachtig verstil beeld van een jonge vrouw met een lammetje op de arm uit de kudde die achter haar staat.

En natuurlijk zijn er ook veel hunebedden. Hunebed D6 van Willem Roelofs valt op (overigens was die ook in Barbizon bekend): het kleinste hunebed van Nederland, gelegen in het dorp Tynaarlo. Een reusachtige steenstapel in een eenzaam heideveld, met een schaapherder die vanuit een hoge uitkijksteen zijn kudde in de gaten houdt. Als je in de tentoonstellingsgids de foto van het hunebed ziet, is het contrast wel erg groot. Maar ja, het is nu eenmaal het voorrecht van de kunstenaar om zijn eigen visie te geven.
Er is ook een mooie verbinding gemaakt met de nieuwere tijd. Schilders van De Ploeg hebben ook in Drenthe gewerkt. Er is zelfs echt moderne kunst, tot aan een prachtig werk van de Drentse kunstenares Saskia Boelsum: zij werkt met fotografische technieken. Het museum heeft het prachtige ‘Erica’ verworven.

Het Drentse Landschap is te zien tot en met 22 maart 2020.

-----
De plaatjes zijn van de schrijver


© 2020 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Drents Landschap Dik Kruithof
1707VG Drenthe1Rijdend door Drenthe denk ik aan hunebedden die in grote heidevelden staan.  Het mooie van de tentoonstelling het Drentse Landschap is dat er natuurlijk veel meer is. Bij het museum hangt een groot doek met  ‘Welkom thuis, onkruidverbrandertje!’. Dat slaat op een schilderij dat Vincent van Gogh gemaakt heeft van een Drentse boer. Het schilderij is ‘thuisgekomen’ in de zin dat het pas recent in bezit is van Nederlandse Musea – het Van Gogh Museum en het Drents Museum hebben het samen gekocht – en nu voor het eerst te zien is waar het werd gemaakt. Op een ander werk is een boer te zien die, met zijn vrouw, turf laadt op een bootje. Mooie bewijzen voor het feit dat hij in Drenthe is geweest en tekenend voor zijn instelling. Hij zocht de mensen op die het moeilijk hadden.

De meeste schilders gingen liever naar het gebied ten oosten van Assen. Waar nu nog een mooi coulisselandschap te zien is en waar veel schilderijen gemaakt zijn van koeien, bomen, heidevelden en houtwallen en buitenhuizen; op een heel andere manier mooi. Rond 1840 wordt de verftube uitgevonden, die maakte het mogelijk om buiten te schilderen. In Frankrijk is dat beslissend geweest voor de opkomst van het kunstenaarsdorp Barbizon, zo’n 65 kilometer ten zuidoosten van Parijs en favoriet zomerverblijf van veel schilders in die tijd.

De tentoonstelling in Assen heet ‘Het Barbizon van het Noorden’ en kent de rol van kunstenaarsdorp toe aan Zweeloo, Rolde en Vries. Datt zal redelijk onomstreden zijn als met Het Noorden de drie noordelijke provincies worden bedoeld. Als het Noorden staat voor alles boven Parijs, dan is gerechtvaardigde concurrentie mogelijk van bij voorbeeld Laren en Worpswede bij Bremen. Maar dat alles doet niets af aan het feit dat1707VG Drenthe2 het een goede tentoonstelling is geworden, waar veel te zien is dat in Drenthe geschilderd is en waar ook mooie verbanden gelegd worden. Een landschapshistoricus laat zijn licht schijnen op ontwikkelingen in de landbouw en een zanger wijdt uit over het landschap als inspiratiebron.

Maar het gaat natuurlijk over de schilderijen en de makers. Bekende namen die er zijn geweest en waar werk van te zien is zijn Jozef Israels, Hendrik Mesdag, George Breitner, Anton Mauve en Max Lieberman. Zo kon het museum in 2018 De Drentse madonna van Jozef Israëls kopen van een particuliere verzamelaar in Praag en die hangt nu te pronk naast het voor mij bijna nog mooiere Terugkeer van de kudde van David Artz, een prachtig verstil beeld van een jonge vrouw met een lammetje op de arm uit de kudde die achter haar staat.

En natuurlijk zijn er ook veel hunebedden. Hunebed D6 van Willem Roelofs valt op (overigens was die ook in Barbizon bekend): het kleinste hunebed van Nederland, gelegen in het dorp Tynaarlo. Een reusachtige steenstapel in een eenzaam heideveld, met een schaapherder die vanuit een hoge uitkijksteen zijn kudde in de gaten houdt. Als je in de tentoonstellingsgids de foto van het hunebed ziet, is het contrast wel erg groot. Maar ja, het is nu eenmaal het voorrecht van de kunstenaar om zijn eigen visie te geven.
Er is ook een mooie verbinding gemaakt met de nieuwere tijd. Schilders van De Ploeg hebben ook in Drenthe gewerkt. Er is zelfs echt moderne kunst, tot aan een prachtig werk van de Drentse kunstenares Saskia Boelsum: zij werkt met fotografische technieken. Het museum heeft het prachtige ‘Erica’ verworven.

Het Drentse Landschap is te zien tot en met 22 maart 2020.

-----
De plaatjes zijn van de schrijver
© 2020 Dik Kruithof
powered by CJ2