archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 17
16 januari 2020
Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Pijn aan oren en ogen Arie de Jong

1706BZ PijnSoms heb je een woord, of een uitdrukking, die pijn doet aan de oren èn aan de ogen.
Op de lagere school kreeg ik in de hogere klassen les van meester Van Leeuwen, Bram van Leeuwen. Ik herinner me dat hij twee woorden noemde en op het bord schreef, nog met zo’n wit krijtje: ‘plotseling’ en ‘eensklaps’. Hij vertelde ons dat die woorden hetzelfde betekenen en dat mensen ze soms verhaspelen tot ‘plotsklaps’, een contaminatie. Hij maakte ons duidelijk dat je dat niet moet doen. Wat uiteraard betekende dat als je dat verhaspelde woord in een opstel gebruikte, er een rode streep doorheen ging: volle fout!

Tot op de dag van vandaag stoort het me als iemand ‘plotsklaps’ gebruikt. Erger nog, bij mij komt dan de Wet van Heldring boven. Jérôme Heldring, die overleed in 2013, was eerst journalist, later hoofdredacteur en nog weer later columnist van NRC/Handelsblad. Zijn stelling was, dat taal- en stijlfouten in een geschreven stuk het vermoeden rechtvaardigde dat het ook denkfouten bevatte. Regelmatig schreef hij een column waarin hij zijn gelijk bewees door een artikel of boek te fileren.

Nog zoiets: onnodig gebruik van de Engelse taal. Het aantal voorbeelden is legio. Bij het doornemen van de VPRO-gids viel mij op hoe vaak programma’s die worden uitgezonden op een Nederlands televisiekanaal, onnodig een Engelse titel hebben. Dikdoenerij. Regelmatig gaat het ook nog om de verkeerde uitdrukking. Afschuwelijk. ‘Het kan altijd nog erger’ een typisch Engelse uitdrukking, letterlijk overgenomen in de Nederlandse taal. Heel veel mensen zeggen of schrijven ‘uitproberen’ als ze ‘proberen’ bedoelen. Au, doen mijn oren of ogen. Wat je ook steeds vaker hoort is dat iemand geen beslissing neemt, maar een beslissing ‘maakt’. Lichamelijke tuchtiging lijkt me op zijn plaats.

Nog zo één. Vermoedelijk om gewichtig te doen zeggen sommigen ‘recentelijk’ als het volstaat om ‘recent’ te zeggen. Wie dit woord met enige allure gebruikte was indertijd Jozef Luns, de langstzittende Nederlandse minister na de Tweede Wereldoorlog. Negentien jaar vertegenwoordigde hij ons land als minister van Buitenlandse Zaken. Niet onverdienstelijk, want hij zag kans in meer talen dan het Nederlands gewichtig te doen. Hij had trouwens ook het geluk langer te zijn dan de meeste mensen. Daardoor kon hij Charles de Gaulle recht in de ogen kijken.
Hoe dan ook, doe het niet, zulke overbodige fratsen.

Wat ook niet mocht van meester Van Leeuwen: germanismen en anglicismen. Mochten vernederlandste Franse woorden wel? Geen idee, daar bestaat in ieder geval geen uitdrukking voor. De Nederlandse taal zit van oudsher vol woorden die uit het Frans zijn overgenomen. Van piano tot premier. Van telefoon tot televisie. Van auto tot portemonnee. Volgens mij komt er uit het Frans al jaren niet of nauwelijks nog wat bij, het is allemaal Engels (of beter: Amerikaans) dat wordt overgenomen.
Rare woorden komen op. Zo lees ik af en toe ‘sterkhouder’ en ik weet nog steeds niet wat dat is. Ik vermoed een vertaling van ‘stakeholder’, volgens het woordenboek ‘iemand die de pot bewaard’, kortom, de penningmeester bij een spelletje. Het begrip ‘sterkhouder’ doet het goed in de voetbalwereld. Nu is er een uitstekende en heldere Nederlandse uitdrukking voor: ‘drijvende kracht’. Dus welke lul de behanger gebruikt dan zo’n belachelijk woord als ‘sterkhouder’ nog?

Er zijn mensen die dit allemaal gezeur vinden, om opmerkingen te maken over iemands taalgebruik. Dat laten ze me ook weten. Vooral jongeren vinden mijn kanttekeningen onnodig. Als ik een corrigerende opmerking plaats dan wordt dat niet ervaren als een goedbedoeld advies, maar als een vervelende en storende opmerking. Op zijn best meldt iemand dat taal ‘nu eenmaal’ levend is, aan verandering onderhevig. Klopt hoor, dat taal in de loop van de tijd verandert, maar dat betekent toch niet dat elke verandering winst is?

Nog even een uitsmijter: dat de Nederlandse Spoorwegen de sneltrein ‘intercity’ is gaan noemen (ook als er wordt gestopt op elk dorpsstation), het zij zo, maar dat de stoptrein ‘sprinter’ is gaan heten, is een voorbeeld van wat George Orwell in het overbekende boek 1984 ‘newspeak’ of voor ons Nederlanders ‘nieuwspraak’ noemde. Dus: ik wil de ‘sneltrein’ en de ‘stoptrein’ terug!

-------
Het plaatje is van Petra Busstra
Meer informatie op: www.petrabusstra.com


© 2020 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Pijn aan oren en ogen Arie de Jong
1706BZ PijnSoms heb je een woord, of een uitdrukking, die pijn doet aan de oren èn aan de ogen.
Op de lagere school kreeg ik in de hogere klassen les van meester Van Leeuwen, Bram van Leeuwen. Ik herinner me dat hij twee woorden noemde en op het bord schreef, nog met zo’n wit krijtje: ‘plotseling’ en ‘eensklaps’. Hij vertelde ons dat die woorden hetzelfde betekenen en dat mensen ze soms verhaspelen tot ‘plotsklaps’, een contaminatie. Hij maakte ons duidelijk dat je dat niet moet doen. Wat uiteraard betekende dat als je dat verhaspelde woord in een opstel gebruikte, er een rode streep doorheen ging: volle fout!

Tot op de dag van vandaag stoort het me als iemand ‘plotsklaps’ gebruikt. Erger nog, bij mij komt dan de Wet van Heldring boven. Jérôme Heldring, die overleed in 2013, was eerst journalist, later hoofdredacteur en nog weer later columnist van NRC/Handelsblad. Zijn stelling was, dat taal- en stijlfouten in een geschreven stuk het vermoeden rechtvaardigde dat het ook denkfouten bevatte. Regelmatig schreef hij een column waarin hij zijn gelijk bewees door een artikel of boek te fileren.

Nog zoiets: onnodig gebruik van de Engelse taal. Het aantal voorbeelden is legio. Bij het doornemen van de VPRO-gids viel mij op hoe vaak programma’s die worden uitgezonden op een Nederlands televisiekanaal, onnodig een Engelse titel hebben. Dikdoenerij. Regelmatig gaat het ook nog om de verkeerde uitdrukking. Afschuwelijk. ‘Het kan altijd nog erger’ een typisch Engelse uitdrukking, letterlijk overgenomen in de Nederlandse taal. Heel veel mensen zeggen of schrijven ‘uitproberen’ als ze ‘proberen’ bedoelen. Au, doen mijn oren of ogen. Wat je ook steeds vaker hoort is dat iemand geen beslissing neemt, maar een beslissing ‘maakt’. Lichamelijke tuchtiging lijkt me op zijn plaats.

Nog zo één. Vermoedelijk om gewichtig te doen zeggen sommigen ‘recentelijk’ als het volstaat om ‘recent’ te zeggen. Wie dit woord met enige allure gebruikte was indertijd Jozef Luns, de langstzittende Nederlandse minister na de Tweede Wereldoorlog. Negentien jaar vertegenwoordigde hij ons land als minister van Buitenlandse Zaken. Niet onverdienstelijk, want hij zag kans in meer talen dan het Nederlands gewichtig te doen. Hij had trouwens ook het geluk langer te zijn dan de meeste mensen. Daardoor kon hij Charles de Gaulle recht in de ogen kijken.
Hoe dan ook, doe het niet, zulke overbodige fratsen.

Wat ook niet mocht van meester Van Leeuwen: germanismen en anglicismen. Mochten vernederlandste Franse woorden wel? Geen idee, daar bestaat in ieder geval geen uitdrukking voor. De Nederlandse taal zit van oudsher vol woorden die uit het Frans zijn overgenomen. Van piano tot premier. Van telefoon tot televisie. Van auto tot portemonnee. Volgens mij komt er uit het Frans al jaren niet of nauwelijks nog wat bij, het is allemaal Engels (of beter: Amerikaans) dat wordt overgenomen.
Rare woorden komen op. Zo lees ik af en toe ‘sterkhouder’ en ik weet nog steeds niet wat dat is. Ik vermoed een vertaling van ‘stakeholder’, volgens het woordenboek ‘iemand die de pot bewaard’, kortom, de penningmeester bij een spelletje. Het begrip ‘sterkhouder’ doet het goed in de voetbalwereld. Nu is er een uitstekende en heldere Nederlandse uitdrukking voor: ‘drijvende kracht’. Dus welke lul de behanger gebruikt dan zo’n belachelijk woord als ‘sterkhouder’ nog?

Er zijn mensen die dit allemaal gezeur vinden, om opmerkingen te maken over iemands taalgebruik. Dat laten ze me ook weten. Vooral jongeren vinden mijn kanttekeningen onnodig. Als ik een corrigerende opmerking plaats dan wordt dat niet ervaren als een goedbedoeld advies, maar als een vervelende en storende opmerking. Op zijn best meldt iemand dat taal ‘nu eenmaal’ levend is, aan verandering onderhevig. Klopt hoor, dat taal in de loop van de tijd verandert, maar dat betekent toch niet dat elke verandering winst is?

Nog even een uitsmijter: dat de Nederlandse Spoorwegen de sneltrein ‘intercity’ is gaan noemen (ook als er wordt gestopt op elk dorpsstation), het zij zo, maar dat de stoptrein ‘sprinter’ is gaan heten, is een voorbeeld van wat George Orwell in het overbekende boek 1984 ‘newspeak’ of voor ons Nederlanders ‘nieuwspraak’ noemde. Dus: ik wil de ‘sneltrein’ en de ‘stoptrein’ terug!

-------
Het plaatje is van Petra Busstra
Meer informatie op: www.petrabusstra.com
© 2020 Arie de Jong
powered by CJ2