archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 5
Jaargang 17
12 december 2019
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
De kunst van het (niet) informeren Paul Bordewijk

1705BS InformerenWat wist Rutte van het bombardement in 2015 vanuit Nederlandse F16’s op het Irakese Hawija? Vooral door de secundaire explosies kostte het vermoedelijk 70 doden, als het er al niet meer waren. Die vraag stond centraal in het Kamerdebat van veertien dagen geleden. Rutte zei dat het zou kunnen dat hij geïnformeerd was, maar dat hij daar geen actieve herinnering aan had. Veel mensen vinden dat ongeloofwaardig, maar ik denk dat het best zou kunnen.

Ergens in het militaire apparaat moet al snel duidelijk zijn geworden dat er in Hawija een geweldige explosie was geweest, die veel doden had geëist. Waarschijnlijk was dat niet voorzien, zoals de Oekraïense rebellen ook niet wisten dat de MH17 die ze neerhaalden een passagiersvliegtuig was en geen Oekraïens legervliegtuig. Maar het zou ook kunnen zijn dat het bombarderen van de munitieopslag bewust als het kleinste kwaad werd gezien. Daar zouden we een helder antwoord op moeten hebben.

Wanneer het geen opzet was moet de schrik groot geweest zijn. Niet alleen omdat militairen tegenwoordig niet meer gewend zijn aan dergelijke aantallen slachtoffers (in de Eerste Wereldoorlog was dat wel anders), maar ook omdat men grote problemen vreesde aan het thuisfront. Oorlogen kunnen alleen gewonnen worden wanneer ze voldoende steun vinden in de publieke opinie en die steun zou in dit geval kunnen wegvallen.

Nu was men niet verplicht om dat openbaar te maken, vanwege de afspraken die rondom de missie waren gemaakt om de deelnemende militairen te beschermen. Maar niets vertellen aan de politieke leiding was natuurlijk weer het andere uiterste en had, wanneer het uitkwam, tot ernstige verwijten kunnen leiden. De oplossing van dit dilemma is om de informatie in vage termen te geven, zodat je niet achteraf het verwijt kunt krijgen cruciale informatie te hebben achtergehouden, maar zonder slapende honden wakker te maken.

Het is mij niet duidelijk of Janine Hennis in het complot zat, of dat zij zelf ook alleen in vage termen was geïnformeerd. In beide gevallen kan het betekend hebben dat zij tegen Mark Rutte iets gezegd heeft als: ‘het zou kunnen dat er in Irak burgerdoden zijn gevallen, maar we zoeken het nog uit’. Je kunt zeggen dat de premier dan onmiddellijk had moeten aanslaan op het woord ‘burgerdoden’, maar het is heel plausibel dat hij dat niet deed. Je kunt niet eisen dat er in een oorlog tegen een smerige tegenstander als IS nooit slachtoffers vallen, ook niet als die met het conflict niets te maken hebben. En dus is het heel plausibel dat Rutte wel een beetje geïnformeerd was, maar dat hij Janine Hennis er succes mee gewenst heeft en verder ging met wat er die dag te doen was, zonder het zich later te herinneren.

Dat zoiets niet onaannemelijk is blijkt uit de avonturen van Mark Harbers op het departement van Justitie en Veiligheid. Die stuurde informatie door over door asielzoekers gepleegde misdrijven die op zichzelf niet onjuist was, maar wel misleidend, omdat de ernstigste misdrijven, die gelukkig maar zelden voorkwamen, waren samengevat onder ‘overige’. Harbers vroeg zelf niet wat daar allemaal onder viel, maar kwam in de problemen toen De Telegraaf daarnaar vroeg. Ook hier had men geprobeerd wel te informeren maar geen slapende honden wakker te maken. Het eindigde ermee dat Harbers zelf tot de conclusie kwam dat hij onder die omstandigheden niet kon functioneren. De VVD zette toen als een soort desperado Ankie Broekers-Knol op die plek, van wie we mogen aannemen dat ze verder toch geen politieke ambities heeft.

In mijn wethouderstijd heb ik ook wel eens meegemaakt dat ik aan ambtenaren vroeg waarom ik iets niet wist. Dan wezen ze mij erop dat het ergens in een bijzin wel degelijk genoemd was, zij het in cryptische bewoordingen. Ik heb ook wel meegemaakt dat een kleine diefstal werd verantwoord als ‘kosten betalingsverkeer’.

Het onderwerp Hawija is nu van de politieke agenda, maar we weten nog steeds niet hoe het zit. Waarom is er niets schriftelijk vastgelegd van mededelingen door Hennis, bij voorbeeld in de notulen van de ministerraad? Wat wist zij eigenlijk zelf? Hoe kwam de brief tot stand waarin drie ministers schreven dat er niets bekend was van burgerdoden. Is niet een van hen gewaarschuwd dat het niet klopte?

De Tweede Kamer heeft een voorstel van de SP afgewezen om een parlementair onderzoek in te stellen naar hoe dit gelopen is. Dat zou pijnlijke momenten hebben kunnen opleveren voor de partijen die deel uitmaakten van Rutte II en III, met ministers die zich dingen niet meer kunnen herinneren. Altijd een onaangenaam gezicht. Maar het had wel zeer belangrijke informatie kunnen opleveren over hoe departementen eigenlijk werken.

Nu betekent het dat ambtenaren door kunnen gaan met informeren zonder te informeren en dat politici zich steeds moeten afvragen of er achter onschuldige formuleringen niet een werkelijkheid schuil gaat die voor hen verborgen moet worden gehouden. Dat is niet in ’s lands belang.

-----
Het plaatje is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl


© 2019 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
De kunst van het (niet) informeren Paul Bordewijk
1705BS InformerenWat wist Rutte van het bombardement in 2015 vanuit Nederlandse F16’s op het Irakese Hawija? Vooral door de secundaire explosies kostte het vermoedelijk 70 doden, als het er al niet meer waren. Die vraag stond centraal in het Kamerdebat van veertien dagen geleden. Rutte zei dat het zou kunnen dat hij geïnformeerd was, maar dat hij daar geen actieve herinnering aan had. Veel mensen vinden dat ongeloofwaardig, maar ik denk dat het best zou kunnen.

Ergens in het militaire apparaat moet al snel duidelijk zijn geworden dat er in Hawija een geweldige explosie was geweest, die veel doden had geëist. Waarschijnlijk was dat niet voorzien, zoals de Oekraïense rebellen ook niet wisten dat de MH17 die ze neerhaalden een passagiersvliegtuig was en geen Oekraïens legervliegtuig. Maar het zou ook kunnen zijn dat het bombarderen van de munitieopslag bewust als het kleinste kwaad werd gezien. Daar zouden we een helder antwoord op moeten hebben.

Wanneer het geen opzet was moet de schrik groot geweest zijn. Niet alleen omdat militairen tegenwoordig niet meer gewend zijn aan dergelijke aantallen slachtoffers (in de Eerste Wereldoorlog was dat wel anders), maar ook omdat men grote problemen vreesde aan het thuisfront. Oorlogen kunnen alleen gewonnen worden wanneer ze voldoende steun vinden in de publieke opinie en die steun zou in dit geval kunnen wegvallen.

Nu was men niet verplicht om dat openbaar te maken, vanwege de afspraken die rondom de missie waren gemaakt om de deelnemende militairen te beschermen. Maar niets vertellen aan de politieke leiding was natuurlijk weer het andere uiterste en had, wanneer het uitkwam, tot ernstige verwijten kunnen leiden. De oplossing van dit dilemma is om de informatie in vage termen te geven, zodat je niet achteraf het verwijt kunt krijgen cruciale informatie te hebben achtergehouden, maar zonder slapende honden wakker te maken.

Het is mij niet duidelijk of Janine Hennis in het complot zat, of dat zij zelf ook alleen in vage termen was geïnformeerd. In beide gevallen kan het betekend hebben dat zij tegen Mark Rutte iets gezegd heeft als: ‘het zou kunnen dat er in Irak burgerdoden zijn gevallen, maar we zoeken het nog uit’. Je kunt zeggen dat de premier dan onmiddellijk had moeten aanslaan op het woord ‘burgerdoden’, maar het is heel plausibel dat hij dat niet deed. Je kunt niet eisen dat er in een oorlog tegen een smerige tegenstander als IS nooit slachtoffers vallen, ook niet als die met het conflict niets te maken hebben. En dus is het heel plausibel dat Rutte wel een beetje geïnformeerd was, maar dat hij Janine Hennis er succes mee gewenst heeft en verder ging met wat er die dag te doen was, zonder het zich later te herinneren.

Dat zoiets niet onaannemelijk is blijkt uit de avonturen van Mark Harbers op het departement van Justitie en Veiligheid. Die stuurde informatie door over door asielzoekers gepleegde misdrijven die op zichzelf niet onjuist was, maar wel misleidend, omdat de ernstigste misdrijven, die gelukkig maar zelden voorkwamen, waren samengevat onder ‘overige’. Harbers vroeg zelf niet wat daar allemaal onder viel, maar kwam in de problemen toen De Telegraaf daarnaar vroeg. Ook hier had men geprobeerd wel te informeren maar geen slapende honden wakker te maken. Het eindigde ermee dat Harbers zelf tot de conclusie kwam dat hij onder die omstandigheden niet kon functioneren. De VVD zette toen als een soort desperado Ankie Broekers-Knol op die plek, van wie we mogen aannemen dat ze verder toch geen politieke ambities heeft.

In mijn wethouderstijd heb ik ook wel eens meegemaakt dat ik aan ambtenaren vroeg waarom ik iets niet wist. Dan wezen ze mij erop dat het ergens in een bijzin wel degelijk genoemd was, zij het in cryptische bewoordingen. Ik heb ook wel meegemaakt dat een kleine diefstal werd verantwoord als ‘kosten betalingsverkeer’.

Het onderwerp Hawija is nu van de politieke agenda, maar we weten nog steeds niet hoe het zit. Waarom is er niets schriftelijk vastgelegd van mededelingen door Hennis, bij voorbeeld in de notulen van de ministerraad? Wat wist zij eigenlijk zelf? Hoe kwam de brief tot stand waarin drie ministers schreven dat er niets bekend was van burgerdoden. Is niet een van hen gewaarschuwd dat het niet klopte?

De Tweede Kamer heeft een voorstel van de SP afgewezen om een parlementair onderzoek in te stellen naar hoe dit gelopen is. Dat zou pijnlijke momenten hebben kunnen opleveren voor de partijen die deel uitmaakten van Rutte II en III, met ministers die zich dingen niet meer kunnen herinneren. Altijd een onaangenaam gezicht. Maar het had wel zeer belangrijke informatie kunnen opleveren over hoe departementen eigenlijk werken.

Nu betekent het dat ambtenaren door kunnen gaan met informeren zonder te informeren en dat politici zich steeds moeten afvragen of er achter onschuldige formuleringen niet een werkelijkheid schuil gaat die voor hen verborgen moet worden gehouden. Dat is niet in ’s lands belang.

-----
Het plaatje is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
© 2019 Paul Bordewijk
powered by CJ2