archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 2
17 maart 2005
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Hedendaags nihilisme Willem Minderhout

0210 Hedendaags nihilisme
Mijn waardering van Grunberg’s Joodse Messias baseerde ik op mijn voorkeur voor hoofdfiguren met goede intenties die er zo’n puinhoop van maken dat een slechte afloop onvermijdelijk is. Dat is op zich niet onwaar, maar doet in zijn beknoptheid Grunberg tekort. Grunberg’s boek is namelijk niet zomaar een ‘hilarisch verhaal’ over het noodlot dat de mens over zichzelf oproept, waarvan je in je leunstoel stil kunt genieten. ‘De Joodse Messias’ is een filosofisch, misschien zelfs wel maatschappijkritisch boek vergelijkbaar met Michel Houellebecq’s Les Particules élémentaires.

De parallellen vallen al snel op. Liefdeloze ouders, mechanische seks, zinloos geweld en in zichzelf opgesloten personages spelen een grote rol in beide boeken. Beide boeken kennen een minutieus beschreven eerste deel, waarna je het vervolg ‘als grote stappen gauw thuis’ kunt kenschetsen. Zelfs de namen van de hoofdpersonen van beide romans lijken naar elkaar te verwijzen. Houellebecq’s gebroeders Djerzinski en Grunberg’s hoofdpersoon Xavier Radek hebben achternamen van oude Bolsjewisten. Of het feit dat deze twee Bolsjewieken ook nog van Poolse afkomst waren relevant is, of toeval, weet ik niet.
Is dit een verwijzing naar Aldous Huxley’s beroemde anti-utopie ‘Brave New World’ waarin ook sprake is van namen als ‘Lenina‘? Ik denk het, in het geval van Houellebecq, wel. Was het bolsjewisme niet gegrondvest op utopisch filosofische uitgangspunten, die in de praktijk in hun tegendeel verkeerden, net als de door de ‘filosofen van de jaren zestig’ voorbereide eenzame woestijn van het consumentendom?

Houellebecq zet zich af tegen deze ‘generatie van de jaren zestig’. Het uit die tijd stammende individualisme en hedonisme heeft niet tot ‘bevrijding’ geleid, maar tot doelloos consumentisme, een leegte die alleen gevuld kan worden door nóg meer te consumeren, maar nooit echt bevredigd wordt. Houellebecq ziet wel een uitweg. Waar de filosofie heeft gefaald, zal de natuurwetenschap zegevieren. De mensheid blijkt uiteindelijk in staat om boven zich zelf uit te stijgen door, met behulp van genetische manipuatie, een ‘nieuwe mens’ te creëren die onvatbaar is voor het ‘oudmenselijk’ falen.

De plot van Grunberg wijkt hier op een aantal punten radikaal van af. Bij hem verkeert álles in zijn tegendeel. Een kleinkind van een Nazi met de achternaam van een Pools-Joodse Bolsjewiek, wil de Joden troosten; de kaasboer die hem door hem te besnijden Jood wil maken, snijdt een testikel af, waardoor hij nog meer op Hitler gaat lijken; een horde zinloos geweldplegers citeert tijdens het molesteren Kierkegaard, de individualistsche Godzoeker bij uitstek; de rabbijn is eigenlijk een autist; de Hamasleider een vermoeide knapenschender; actievoeren en hulpverlening vindt vooral plaats ten behoeve van de actievoerder en de hulpverleners zelf.

Het belangrijkste verschil is dat de personages van Houellebecq het als een gemis beschouwen dat ze niet in staat zijn om echt iets te voelen. Grunberg’s hoofdpersonen streven daar juist naar. Xavier Radek is gefascineerd door het lijden van de mens, omdat hij daar zelf niet toe in staat is. Hij wil niet voelen, maar ‘troosten’, daarmee bedoelt hij, dat hij de betekenisloze pijn van anderen betekenis wil geven. En wat geeft meer betekenis aan het lijden dan het bestrijden van een vijand? Grunberg roept net als Houellebecq de natuurwetenschappen te hulp om de mens zichzelf te laten overwinnen. Niet door een genetisch betere versie te creëren, maar door hem met kernwapens te vernietigen. Hij verslaat Houellebecq niet alleen in de mate van nihilisme, maar ook in stilisme. Houellebecq is qua stijl geschikt als schrijver van het officiële telefoonboek, want dat laat geen enkele indruk na. Dankzij Grunberg zullen kipfilé en falaffelballetjes nooit meer hetzelfde smaken als voorheen.

Maar hoe zit het nu met die maatschappijkritiek? Die ligt er gelukkig niet dik bovenop. De antifilosoof Houellebecq lijkt te pleiten voor een herwaardering van de natuurwetenschappen in het – uiterst filosofische – streven de mens te verbeteren. De nihilist Grunberg schetst een beeld van de perverse effecten van alle menselijk streven en het totale failliet van de beschaving.
En toch en toch ... Zelfs in Grunberg’s doos van Pandora zit nog enige hoop verborgen. Want als alles verloren lijkt, dan is daar eindelijk de pelikaan.


© 2005 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Hedendaags nihilisme Willem Minderhout
0210 Hedendaags nihilisme
Mijn waardering van Grunberg’s Joodse Messias baseerde ik op mijn voorkeur voor hoofdfiguren met goede intenties die er zo’n puinhoop van maken dat een slechte afloop onvermijdelijk is. Dat is op zich niet onwaar, maar doet in zijn beknoptheid Grunberg tekort. Grunberg’s boek is namelijk niet zomaar een ‘hilarisch verhaal’ over het noodlot dat de mens over zichzelf oproept, waarvan je in je leunstoel stil kunt genieten. ‘De Joodse Messias’ is een filosofisch, misschien zelfs wel maatschappijkritisch boek vergelijkbaar met Michel Houellebecq’s Les Particules élémentaires.

De parallellen vallen al snel op. Liefdeloze ouders, mechanische seks, zinloos geweld en in zichzelf opgesloten personages spelen een grote rol in beide boeken. Beide boeken kennen een minutieus beschreven eerste deel, waarna je het vervolg ‘als grote stappen gauw thuis’ kunt kenschetsen. Zelfs de namen van de hoofdpersonen van beide romans lijken naar elkaar te verwijzen. Houellebecq’s gebroeders Djerzinski en Grunberg’s hoofdpersoon Xavier Radek hebben achternamen van oude Bolsjewisten. Of het feit dat deze twee Bolsjewieken ook nog van Poolse afkomst waren relevant is, of toeval, weet ik niet.
Is dit een verwijzing naar Aldous Huxley’s beroemde anti-utopie ‘Brave New World’ waarin ook sprake is van namen als ‘Lenina‘? Ik denk het, in het geval van Houellebecq, wel. Was het bolsjewisme niet gegrondvest op utopisch filosofische uitgangspunten, die in de praktijk in hun tegendeel verkeerden, net als de door de ‘filosofen van de jaren zestig’ voorbereide eenzame woestijn van het consumentendom?

Houellebecq zet zich af tegen deze ‘generatie van de jaren zestig’. Het uit die tijd stammende individualisme en hedonisme heeft niet tot ‘bevrijding’ geleid, maar tot doelloos consumentisme, een leegte die alleen gevuld kan worden door nóg meer te consumeren, maar nooit echt bevredigd wordt. Houellebecq ziet wel een uitweg. Waar de filosofie heeft gefaald, zal de natuurwetenschap zegevieren. De mensheid blijkt uiteindelijk in staat om boven zich zelf uit te stijgen door, met behulp van genetische manipuatie, een ‘nieuwe mens’ te creëren die onvatbaar is voor het ‘oudmenselijk’ falen.

De plot van Grunberg wijkt hier op een aantal punten radikaal van af. Bij hem verkeert álles in zijn tegendeel. Een kleinkind van een Nazi met de achternaam van een Pools-Joodse Bolsjewiek, wil de Joden troosten; de kaasboer die hem door hem te besnijden Jood wil maken, snijdt een testikel af, waardoor hij nog meer op Hitler gaat lijken; een horde zinloos geweldplegers citeert tijdens het molesteren Kierkegaard, de individualistsche Godzoeker bij uitstek; de rabbijn is eigenlijk een autist; de Hamasleider een vermoeide knapenschender; actievoeren en hulpverlening vindt vooral plaats ten behoeve van de actievoerder en de hulpverleners zelf.

Het belangrijkste verschil is dat de personages van Houellebecq het als een gemis beschouwen dat ze niet in staat zijn om echt iets te voelen. Grunberg’s hoofdpersonen streven daar juist naar. Xavier Radek is gefascineerd door het lijden van de mens, omdat hij daar zelf niet toe in staat is. Hij wil niet voelen, maar ‘troosten’, daarmee bedoelt hij, dat hij de betekenisloze pijn van anderen betekenis wil geven. En wat geeft meer betekenis aan het lijden dan het bestrijden van een vijand? Grunberg roept net als Houellebecq de natuurwetenschappen te hulp om de mens zichzelf te laten overwinnen. Niet door een genetisch betere versie te creëren, maar door hem met kernwapens te vernietigen. Hij verslaat Houellebecq niet alleen in de mate van nihilisme, maar ook in stilisme. Houellebecq is qua stijl geschikt als schrijver van het officiële telefoonboek, want dat laat geen enkele indruk na. Dankzij Grunberg zullen kipfilé en falaffelballetjes nooit meer hetzelfde smaken als voorheen.

Maar hoe zit het nu met die maatschappijkritiek? Die ligt er gelukkig niet dik bovenop. De antifilosoof Houellebecq lijkt te pleiten voor een herwaardering van de natuurwetenschappen in het – uiterst filosofische – streven de mens te verbeteren. De nihilist Grunberg schetst een beeld van de perverse effecten van alle menselijk streven en het totale failliet van de beschaving.
En toch en toch ... Zelfs in Grunberg’s doos van Pandora zit nog enige hoop verborgen. Want als alles verloren lijkt, dan is daar eindelijk de pelikaan.
© 2005 Willem Minderhout
powered by CJ2