archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 16
17 januari 2019
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Omweg waard? Dacht het niet! Katharina Kouwenhoven

1606VG OpartVorige week weer eens een bezoek gebracht aan de Kunsthal in Rotterdam, gelokt door de titel van een van de tentoonstellingen: ‘100 jaar kinetische kunst’.

Ik heb een hekel aan die Kunsthal, want het is er levensgevaarlijk met die schuine hellingen. De architect Rem Koolhaas is er om onbegrijpelijke redenen wereldberoemd mee geworden. Hem is het idee dat een gebouw functioneel moet zijn ten ene male vreemd. Hij is de enige niet. Terwijl iedereen weet dat de museumbezoeker steeds bejaarder wordt, wordt het museumbezoek hem steeds moeilijker gemaakt door allerlei opgeworpen obstakels, de allervenijnigste ongetwijfeld de trap zonder leuning met ongelijke treden, maar dit terzijde. De lokroep van kinetische kunst kon ik niet weerstaan.

De titel had echter al de nodige argwaan moeten wekken. Kinetische kunst bestaat nog helemaal geen 100 jaar en de lijst met exposanten had me nog alerter moeten maken. Marcel Duchamp, Alexander Calder en Victor Vasareley zijn geen kinetische kunstenaars. Misschien kun je ‘de weduwe van de wielrenner’ van Duchamp tot de kinetische kunst rekenen, maar dat is wel wat mager, hoe leuk het object ook is. Calder maakte mobiles, die meestal in beweging zijn. Dat zijn de enige bewegende objecten die hij maakte, allemaal volgens hetzelfde principe. En Vasareley is een Op-art kunstenaar.

Van de andere deelnemers had ik nog nooit gehoord. En dat was heel begrijpelijk, want op de hele tentoonstelling was op een enkele uitzondering na helemaal geen kinetische kunst te zien. Praktisch al het gepresenteerde hing aan de muur (!) en er bewoog niets. Ik voelde me hogelijk belazerd. Weer onder valse voorwendsels naar een museum gelokt waar je ook nog extra voor moet betalen. Maar wat hing daar dan wel? Voor het grootste deel Op-art of iets dat daar op leek. De vreemde patronen daar aangeboden moeten beweging suggereren, maar dat is een visuele illusie. Dat levert soms wel interessante beelden op, die bij epileptici aanvallen kunnen opwekken, maar het zijn geen bewegende objecten, waarvan de beweging wordt opgewekt door een elektromotor of temperatuurwisseling, wind of geluid.

Een paar jaar geleden was er in die zelfde Kunsthal een prachtige tentoonstelling van het werk van Tinguely. Sommige van de tentoongestelde objecten waren zo groot dat je ze niet in één keer kon overzien en het hele bewegingspatroon volgen. En al die objecten kon je aanzetten. Dat was nog eens wat, een genot voor groot en klein. Dat was ook de tentoonstelling van de strandbeesten van Theo Jansen. Op dat soort dingen zitten we te wachten en niet op grillige patronen aan de muur waaraan niets beweegt. Ik voelde me bekocht.

----
Het plaatje is van de schrijfster


© 2019 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Omweg waard? Dacht het niet! Katharina Kouwenhoven
1606VG OpartVorige week weer eens een bezoek gebracht aan de Kunsthal in Rotterdam, gelokt door de titel van een van de tentoonstellingen: ‘100 jaar kinetische kunst’.

Ik heb een hekel aan die Kunsthal, want het is er levensgevaarlijk met die schuine hellingen. De architect Rem Koolhaas is er om onbegrijpelijke redenen wereldberoemd mee geworden. Hem is het idee dat een gebouw functioneel moet zijn ten ene male vreemd. Hij is de enige niet. Terwijl iedereen weet dat de museumbezoeker steeds bejaarder wordt, wordt het museumbezoek hem steeds moeilijker gemaakt door allerlei opgeworpen obstakels, de allervenijnigste ongetwijfeld de trap zonder leuning met ongelijke treden, maar dit terzijde. De lokroep van kinetische kunst kon ik niet weerstaan.

De titel had echter al de nodige argwaan moeten wekken. Kinetische kunst bestaat nog helemaal geen 100 jaar en de lijst met exposanten had me nog alerter moeten maken. Marcel Duchamp, Alexander Calder en Victor Vasareley zijn geen kinetische kunstenaars. Misschien kun je ‘de weduwe van de wielrenner’ van Duchamp tot de kinetische kunst rekenen, maar dat is wel wat mager, hoe leuk het object ook is. Calder maakte mobiles, die meestal in beweging zijn. Dat zijn de enige bewegende objecten die hij maakte, allemaal volgens hetzelfde principe. En Vasareley is een Op-art kunstenaar.

Van de andere deelnemers had ik nog nooit gehoord. En dat was heel begrijpelijk, want op de hele tentoonstelling was op een enkele uitzondering na helemaal geen kinetische kunst te zien. Praktisch al het gepresenteerde hing aan de muur (!) en er bewoog niets. Ik voelde me hogelijk belazerd. Weer onder valse voorwendsels naar een museum gelokt waar je ook nog extra voor moet betalen. Maar wat hing daar dan wel? Voor het grootste deel Op-art of iets dat daar op leek. De vreemde patronen daar aangeboden moeten beweging suggereren, maar dat is een visuele illusie. Dat levert soms wel interessante beelden op, die bij epileptici aanvallen kunnen opwekken, maar het zijn geen bewegende objecten, waarvan de beweging wordt opgewekt door een elektromotor of temperatuurwisseling, wind of geluid.

Een paar jaar geleden was er in die zelfde Kunsthal een prachtige tentoonstelling van het werk van Tinguely. Sommige van de tentoongestelde objecten waren zo groot dat je ze niet in één keer kon overzien en het hele bewegingspatroon volgen. En al die objecten kon je aanzetten. Dat was nog eens wat, een genot voor groot en klein. Dat was ook de tentoonstelling van de strandbeesten van Theo Jansen. Op dat soort dingen zitten we te wachten en niet op grillige patronen aan de muur waaraan niets beweegt. Ik voelde me bekocht.

----
Het plaatje is van de schrijfster
© 2019 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2