archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 15
15 maart 2018
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Een verkeerde vader Hans Knegtmans

1510VG Legrand1Sinds het terecht gelauwerde Kramer vs. Kramer (1979) zijn filmische echtscheidingen er niet subtieler of beschaafder op geworden. Jusqu’à la garde, het regiedebuut van de Franse acteur Xavier Legrand, toont meedogenloos hoe foeilelijk een echtelijk conflict kan zijn. Zo lelijk dat het een wonder mag heten dat de bom niet al jaren eerder is gebarsten.

In de openingsscène heb je nog geen idee hoe heftig het verhaal zal worden. Een rechter moet een besluit nemen over de voogdij van de twee kinderen van het voormalige echtpaar Antoine (Denis Ménochet) en Miriam (Léa Drucker). Eigenlijk gaat het alleen om de elfjarige Julien. Zijn zuster Joséphine wordt binnenkort 18, dus die kan zelf haar besognes wel regelen.

Beide ouders hebben zich netjes gekleed voor de gelegenheid en beider advocaten zijn zicht- en hoorbaar geprepareerd voor de klus. De vrouwelijke rechter zit de bijeenkomst professioneel voor en toont zich niet hinderlijk partijdig in de ondervraging van de partners. Weliswaar heeft Julien aangegeven bang te zijn voor zijn vader, maar die is ervan overtuigd dat zijn vrouw haar kinderen heeft opgestookt. De rechter heeft besloten, deze kwestie niet op de spits te drijven. Zij besluit dat Antoine, in afwachting van het vonnis, zijn zoon tweewekelijks te logeren mag hebben.

De kijker die verwacht onthaald te worden op subtiele en misschien wel sophisticated communicatieproblemen, komt van een koude kermis thuis. Hij ontdekt dat Antoine niet weet dat zijn vrouw inmiddels is verhuisd en haar vorige adres (dat van haar ouders) alleen gebruikt op de momenten dat hij zijn zoontje ophaalt of terugbezorgt. Het is pas halverwege de film – wanneer een kennis zegt de kinderen ’s ochtends in alle vroegte in een buitenwijk op straat te hebben gezien – dat hij begrijpt dat Miriam in alle stiekemheid bij haar ouders1510VG Legrand2 is weggegaan.

De bioscoopbezoeker neemt dat haar niet kwalijk. Die heeft namelijk al een aantal keren de interactie tussen vader en zoon mogen meemaken en die is van een zeldzame perversiteit. Antoine steekt andere filmvaders die ik me herinner met flair in zijn zak. Niet door expliciete mishandeling, lichamelijk of geestelijk. Hij slaat hem niet, snauwt hem niet af en kleineert hem niet of nauwelijks. Nee, ‘liefdeloos’ is het gedrag dat hij in alle opzichten uitstraalt. Een beetje, stel ik me voor, zoals iemand de hond van zijn overleden vrouw blijft verzorgen. Omdat dat hoort. Omdat het in zekere zin toch ook zíjn hond is. Het kind is doodsbang voor zijn norse, zwijgzame vader.

Er is weinig verbeeldingskracht voor nodig om je voor te stellen hoe Antoine zijn vrouw behandelde toen ze nog samen waren. In één scene licht Legrand een tipje van de sluier op. Wanneer Antoine eenmalig (en ongevraagd) in haar flatje rondstruint (‘ik wil weten waar mijn kinderen wonen’) lijkt hij in een moment van helderheid te beseffen wat hij haar vroeger heeft aangedaan en wordt hij overvallen door een onstuitbare huilbui. ‘Ik ben veranderd,’ snikt hij drie, vier keer. Wij geloven hem niet, en Miriam nog minder.

Op het feestje ter gelegenheid van haar achttienjarige verjaardag zingt dochter Joséphine samen met haar vriendje een ontroerend onbeholpen versie van de Creedence Clearwater Revival-hit Proud Mary. Na alle filmische ellende was dit bijna meer dan ik aankon.

Critici storen zich aan de laatste twintig minuten van de film, waarin Antoine zijn greep op de werkelijkheid verliest op een manier die iedereen doet denken aan Jack Nicholson in The Shining. Dat is niet het slotakkoord dat deze film en de voortreffelijke acteurs verdienen.

------
De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver 


© 2018 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Een verkeerde vader Hans Knegtmans
1510VG Legrand1Sinds het terecht gelauwerde Kramer vs. Kramer (1979) zijn filmische echtscheidingen er niet subtieler of beschaafder op geworden. Jusqu’à la garde, het regiedebuut van de Franse acteur Xavier Legrand, toont meedogenloos hoe foeilelijk een echtelijk conflict kan zijn. Zo lelijk dat het een wonder mag heten dat de bom niet al jaren eerder is gebarsten.

In de openingsscène heb je nog geen idee hoe heftig het verhaal zal worden. Een rechter moet een besluit nemen over de voogdij van de twee kinderen van het voormalige echtpaar Antoine (Denis Ménochet) en Miriam (Léa Drucker). Eigenlijk gaat het alleen om de elfjarige Julien. Zijn zuster Joséphine wordt binnenkort 18, dus die kan zelf haar besognes wel regelen.

Beide ouders hebben zich netjes gekleed voor de gelegenheid en beider advocaten zijn zicht- en hoorbaar geprepareerd voor de klus. De vrouwelijke rechter zit de bijeenkomst professioneel voor en toont zich niet hinderlijk partijdig in de ondervraging van de partners. Weliswaar heeft Julien aangegeven bang te zijn voor zijn vader, maar die is ervan overtuigd dat zijn vrouw haar kinderen heeft opgestookt. De rechter heeft besloten, deze kwestie niet op de spits te drijven. Zij besluit dat Antoine, in afwachting van het vonnis, zijn zoon tweewekelijks te logeren mag hebben.

De kijker die verwacht onthaald te worden op subtiele en misschien wel sophisticated communicatieproblemen, komt van een koude kermis thuis. Hij ontdekt dat Antoine niet weet dat zijn vrouw inmiddels is verhuisd en haar vorige adres (dat van haar ouders) alleen gebruikt op de momenten dat hij zijn zoontje ophaalt of terugbezorgt. Het is pas halverwege de film – wanneer een kennis zegt de kinderen ’s ochtends in alle vroegte in een buitenwijk op straat te hebben gezien – dat hij begrijpt dat Miriam in alle stiekemheid bij haar ouders1510VG Legrand2 is weggegaan.

De bioscoopbezoeker neemt dat haar niet kwalijk. Die heeft namelijk al een aantal keren de interactie tussen vader en zoon mogen meemaken en die is van een zeldzame perversiteit. Antoine steekt andere filmvaders die ik me herinner met flair in zijn zak. Niet door expliciete mishandeling, lichamelijk of geestelijk. Hij slaat hem niet, snauwt hem niet af en kleineert hem niet of nauwelijks. Nee, ‘liefdeloos’ is het gedrag dat hij in alle opzichten uitstraalt. Een beetje, stel ik me voor, zoals iemand de hond van zijn overleden vrouw blijft verzorgen. Omdat dat hoort. Omdat het in zekere zin toch ook zíjn hond is. Het kind is doodsbang voor zijn norse, zwijgzame vader.

Er is weinig verbeeldingskracht voor nodig om je voor te stellen hoe Antoine zijn vrouw behandelde toen ze nog samen waren. In één scene licht Legrand een tipje van de sluier op. Wanneer Antoine eenmalig (en ongevraagd) in haar flatje rondstruint (‘ik wil weten waar mijn kinderen wonen’) lijkt hij in een moment van helderheid te beseffen wat hij haar vroeger heeft aangedaan en wordt hij overvallen door een onstuitbare huilbui. ‘Ik ben veranderd,’ snikt hij drie, vier keer. Wij geloven hem niet, en Miriam nog minder.

Op het feestje ter gelegenheid van haar achttienjarige verjaardag zingt dochter Joséphine samen met haar vriendje een ontroerend onbeholpen versie van de Creedence Clearwater Revival-hit Proud Mary. Na alle filmische ellende was dit bijna meer dan ik aankon.

Critici storen zich aan de laatste twintig minuten van de film, waarin Antoine zijn greep op de werkelijkheid verliest op een manier die iedereen doet denken aan Jack Nicholson in The Shining. Dat is niet het slotakkoord dat deze film en de voortreffelijke acteurs verdienen.

------
De plaatjes zijn geselecteerd door de schrijver 
© 2018 Hans Knegtmans
powered by CJ2