archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 19
Jaargang 14
14 september 2017
Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
Dan liever oorlog! Frits Hoorweg

1419BZ FlashmanSpannende boeken, dat waren voor mij eigenlijk altijd detectiefjes. In de loop der tijd is mijn belangstelling ervoor sterk gedaald, omdat het nieuwe dat op dat gebied verschijnt van karakter is veranderd. De boeken, ik vat het even ongenuanceerd samen, zijn tegenwoordig twee keer zo dik en de speurders zijn steeds grotere neuroten geworden. De extra pagina’s die je moet doorworstelen worden veelal gevuld met psychologische kletskoek en ééndimensionale maatschappijkritiek. Natuurlijk een traumaatje hier en daar geeft diepte aan een persoonlijkheid, maar het is voor mij teveel en te diep geworden.

Wat blijft is de behoefte om af en toe een niemendalletje te lezen. Daarom ben ik eigenlijk constant op zoek naar (veelal gedateerde) vermaakliteratuur die wel aan mijn eisen voldoet. Zo ben ik o.a. terechtgekomen bij oorlogsverhalen, een genre waar ik vroeger mijn neus voor ophaalde, onder andere bij Bernard Cornwell (1944-  ), een schrijver die trouwens nog steeds actief is. Hij schreef een serie boeken die in de Franse tijd speelden (heel aardig) en is nu overgeschakeld naar de schermutselingen die heel lang geleden moeten hebben plaatsvonden in Engeland. Die boeken verschijnen in zo’n moordend tempo dat ik mij afvraag of er niet ergens een schrijverscollectief onder zijn naam aan het werk is.

Een andere ‘ontdekking’ die ik deed is C.S. Forester (1899-1966). Die is trouwens zijn carrière begonnen met het schrijven van een paar aardige detectiefjes, maar bij gebrek aan voldoende succes (vermoed ik) is hij overgeschakeld naar oorlogsverhalen. Hij boekte veel succes met een serie boeken over Horatio Hornblower, een fictieve zeeman die carrière maakte bij de Engels marine. Aardige boeken, heel aardig zelfs, maar ik heb er een bedenking bij: de beschrijvingen van zeeslagen en vooral de manoeuvres met zeilschepen vullen aardig wat pagina’s en zijn niet aan mij besteed. Eerlijk gezegd heb ik dat ook al bij de actiescènes in de boeken van Cornwell (en in gewone detectiefjes!), maar daar stoort het mij minder, ik lees er overheen.

Door een lang artikel in het laatste kerstnummer van The Economist kwam ik terecht bij wat weer een subvariant is van dit genre: de schelmenroman. De schelm in kwestie heet Flashman, zijn avonturen werden geboekstaafd door George McDonald Fraser (1925-2008). Flashman doorloopt een militaire carrière met veel bravoure en succes. Hij combineert het vermogen zijn snor te drukken als het link wordt met de kunst om er net weer te zijn als de eer voor een overwinning kan worden opgeëist.

Vaak wordt hij daarbij door het toeval geholpen. Zo overleeft hij in het eerste boek van de serie (Flashman) de belegering van een fort door ziekte voor te wenden. Zijn ‘maten’ verdedigen het fort heroïsch, maar tevergeefs. Als hun verzet bijna gebroken is besluit Flashman zich over te gaan geven. Hij hult zich in een Engelse vlag en probeert zijn intentie over te brengen aan de vijand. Juist op dat moment wordt de belegeraar in de rug aangevallen door andere Engelse troepen. Flashman wordt door hen bewusteloos in de puinhopen aangetroffen. Hij blijkt de laatste overlevende te zijn, gehuld in de Engelse vlag! Eeuwige roem is zijn deel.

Zo slingert hij zich door twaalf boeken heen en doet onderweg het hele Engelse koloniale rijk aan. McDonald Fraser was een gewetensvol historicus. Flashman is fictie, maar wat rondom hem gebeurt volgt nauwkeurig wat zich feitelijk heeft afgespeeld. In het artikel van de Economist wordt het gedrag van Flashman ten voorbeeld gehouden aan correspondenten. Blijf uit de buurt van het schieten, in een hotelletje hoor je vaak meer dan aan het feitelijke front. Zorg voor jezelf. Je hoeft niet perse bevriend te raken met de strijders. Probeer vooral je de taal een beetje eigen te maken, dan kun je de situatie doornemen met het kamermeisje.

Lees het verhaal zelf: The cad as correspondent. De Economist heeft niet de vaste gewoonte de naam van de auteur bij zo’n artikel te zetten, maar ik vermoed dat het Robert Guest is.


© 2017 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Misdaadboeken" -
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
Dan liever oorlog! Frits Hoorweg
1419BZ FlashmanSpannende boeken, dat waren voor mij eigenlijk altijd detectiefjes. In de loop der tijd is mijn belangstelling ervoor sterk gedaald, omdat het nieuwe dat op dat gebied verschijnt van karakter is veranderd. De boeken, ik vat het even ongenuanceerd samen, zijn tegenwoordig twee keer zo dik en de speurders zijn steeds grotere neuroten geworden. De extra pagina’s die je moet doorworstelen worden veelal gevuld met psychologische kletskoek en ééndimensionale maatschappijkritiek. Natuurlijk een traumaatje hier en daar geeft diepte aan een persoonlijkheid, maar het is voor mij teveel en te diep geworden.

Wat blijft is de behoefte om af en toe een niemendalletje te lezen. Daarom ben ik eigenlijk constant op zoek naar (veelal gedateerde) vermaakliteratuur die wel aan mijn eisen voldoet. Zo ben ik o.a. terechtgekomen bij oorlogsverhalen, een genre waar ik vroeger mijn neus voor ophaalde, onder andere bij Bernard Cornwell (1944-  ), een schrijver die trouwens nog steeds actief is. Hij schreef een serie boeken die in de Franse tijd speelden (heel aardig) en is nu overgeschakeld naar de schermutselingen die heel lang geleden moeten hebben plaatsvonden in Engeland. Die boeken verschijnen in zo’n moordend tempo dat ik mij afvraag of er niet ergens een schrijverscollectief onder zijn naam aan het werk is.

Een andere ‘ontdekking’ die ik deed is C.S. Forester (1899-1966). Die is trouwens zijn carrière begonnen met het schrijven van een paar aardige detectiefjes, maar bij gebrek aan voldoende succes (vermoed ik) is hij overgeschakeld naar oorlogsverhalen. Hij boekte veel succes met een serie boeken over Horatio Hornblower, een fictieve zeeman die carrière maakte bij de Engels marine. Aardige boeken, heel aardig zelfs, maar ik heb er een bedenking bij: de beschrijvingen van zeeslagen en vooral de manoeuvres met zeilschepen vullen aardig wat pagina’s en zijn niet aan mij besteed. Eerlijk gezegd heb ik dat ook al bij de actiescènes in de boeken van Cornwell (en in gewone detectiefjes!), maar daar stoort het mij minder, ik lees er overheen.

Door een lang artikel in het laatste kerstnummer van The Economist kwam ik terecht bij wat weer een subvariant is van dit genre: de schelmenroman. De schelm in kwestie heet Flashman, zijn avonturen werden geboekstaafd door George McDonald Fraser (1925-2008). Flashman doorloopt een militaire carrière met veel bravoure en succes. Hij combineert het vermogen zijn snor te drukken als het link wordt met de kunst om er net weer te zijn als de eer voor een overwinning kan worden opgeëist.

Vaak wordt hij daarbij door het toeval geholpen. Zo overleeft hij in het eerste boek van de serie (Flashman) de belegering van een fort door ziekte voor te wenden. Zijn ‘maten’ verdedigen het fort heroïsch, maar tevergeefs. Als hun verzet bijna gebroken is besluit Flashman zich over te gaan geven. Hij hult zich in een Engelse vlag en probeert zijn intentie over te brengen aan de vijand. Juist op dat moment wordt de belegeraar in de rug aangevallen door andere Engelse troepen. Flashman wordt door hen bewusteloos in de puinhopen aangetroffen. Hij blijkt de laatste overlevende te zijn, gehuld in de Engelse vlag! Eeuwige roem is zijn deel.

Zo slingert hij zich door twaalf boeken heen en doet onderweg het hele Engelse koloniale rijk aan. McDonald Fraser was een gewetensvol historicus. Flashman is fictie, maar wat rondom hem gebeurt volgt nauwkeurig wat zich feitelijk heeft afgespeeld. In het artikel van de Economist wordt het gedrag van Flashman ten voorbeeld gehouden aan correspondenten. Blijf uit de buurt van het schieten, in een hotelletje hoor je vaak meer dan aan het feitelijke front. Zorg voor jezelf. Je hoeft niet perse bevriend te raken met de strijders. Probeer vooral je de taal een beetje eigen te maken, dan kun je de situatie doornemen met het kamermeisje.

Lees het verhaal zelf: The cad as correspondent. De Economist heeft niet de vaste gewoonte de naam van de auteur bij zo’n artikel te zetten, maar ik vermoed dat het Robert Guest is.
© 2017 Frits Hoorweg
powered by CJ2