archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 14
25 mei 2017
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Nogmaals Rome Katharina Kouwenhoven

1415BS Rome1Als ik het woord ‘catacombe’ hoor raak ik meteen opgewonden. Dat komt waarschijnlijk omdat het me tot nu nooit gelukt is de catacomben van Parijs te bezoeken, onder het plein Denfert-Rochereau. Als ik me daar meldde waren ze dicht, in restauratie of er stond een rij van 100 meter met verlangende bezoekers.

In Palermo was het geen enkel probleem de catacomben van het kapucijnenklooster te bezoeken. Er waren meer belangstellenden, maar je kon na een kaartje gekocht te hebben zo binnen lopen en uitgebreid genieten. Honderden hele of halve mummies, gesorteerd op geslacht, leeftijd en beroepsgroep, met flarden van kleren aan, stonden en lagen daar opgesteld als in een installatie van een kunstenaar. En er was niets lugubers aan. Het is misschien een beetje raar om te zeggen, maar ik genoot ervan.

Recentelijk was ik voor de tweede keer in Rome. Er is daar zoveel te zien dat dat niet in één keer lukt, zeker niet als je slecht ter been bent. Er resteerden dus nog een boel bezienswaardigheden. Onder andere de crypte van de kapucijnerkerk Sante Maria della Concezione. Hier bevinden zich de beenderen van 4000 skeletten van kapucijnermonniken, speciaal samengebracht in deze kerk en keurig gerangschikt: knieschijven, vingerkootjes, jukbeenderen, wervels, schouderbladen, bekkens, ribben, ellepijpen en natuurlijk schedels. Met deze beenderen waren de vijf kamers van de crypte versierd, in rozetten en bloemmotieven en gestapeld tot pilaren. Alleen monniken die in een geur van heiligheid waren gestoven bleven intact en zijn in hun pij aan de muren vastgeklonken. Ook hier is niets lugubers aan. Het is vooral bizar. En weer genoot ik.

Waarom het speciaal Kapucijners zijn die zo artistiek met de resten van hun overleden collega’s omgaan; ik kon er niet achter komen. Vrezen voor de hel deden ze kennelijk niet. Voor mij was dit een belevenis, maar er was natuurlijk meer te beleven in de eeuwige stad.

Het Etruskenmuseum1415BS Rome2 bijvoorbeeld. Even buiten het centrum ligt het enorme park Bioparce Villa Borghese. Hierin bevinden zich drie musea: de Villa Borghese, de Galeria Nationale d’Arte Moderne en de Villa Giulia. Bij villa moet je hier niet denken aan een stadsvilla, maar meer aan een palazzo. In de Villa Giulia bevindt zich de nalatenschap van de Etrusken, voor zover tot nu toe opgegraven. De Etrusken woonden in Noordwest Italië en bezaten een hoogontwikkelde cultuur voordat de Romeinen er domicilie kozen. Die volken hebben zich gemengd en of je nu nog een Etrusk tegen kunt komen is twijfelachtig. Wat ze produceerden aan artefacten is deels erg Romeins, zoals blijkt uit de vele amphora die er te zien zijn, en deels volstrekt eigen. Dat blijkt vooral uit de menselijke figuren, die veel realistischer en levendiger zijn dan de Griekse en Romeinse beelden, die gevormd zijn op basis van voorgeschreven verhoudingen. Wat ik zelf het leukst vind zijn kleine dingen als sieraden, spelden en knopen. Daarmee wordt de afstand in tijd overbrugd, want je ziet dan hoe vrouwen toen bezig waren met kettingen (stenen en schelpen), oorbellen en ringen, zoals ze dat nu nog steeds zijn. Alleszins de moeite waard en het museum beschikt ook nog over een prachtige tuin.

Tot mijn favoriete activiteiten in Rome behoren wandelingen langs de Tiber (Tevere). Ik zoek altijd overal het water op en dat is in Rome niet moeilijk, maar verrassend genoeg ben ik een van de weinigen. Op zo’n wandeling kom je praktisch niemand tegen, terwijl het zeer verfrissend is op een warme dag. Het is heel vreemd dat er niets gebeurt op en langs die Tiber, maar zolang dat zo is, is het een ideale plek om de grote meute te mijden; net als het kerkhof Verano trouwens.

Er zijn honderdduizenden toeristen in Rome, maar ze staan allemaal bij de Trevi-fontein. Gelukkig is het niet moeilijk om ze uit de weg te gaan.

-------
De plaatjes zijn geleverd door de schrijfster


© 2017 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Nogmaals Rome Katharina Kouwenhoven
1415BS Rome1Als ik het woord ‘catacombe’ hoor raak ik meteen opgewonden. Dat komt waarschijnlijk omdat het me tot nu nooit gelukt is de catacomben van Parijs te bezoeken, onder het plein Denfert-Rochereau. Als ik me daar meldde waren ze dicht, in restauratie of er stond een rij van 100 meter met verlangende bezoekers.

In Palermo was het geen enkel probleem de catacomben van het kapucijnenklooster te bezoeken. Er waren meer belangstellenden, maar je kon na een kaartje gekocht te hebben zo binnen lopen en uitgebreid genieten. Honderden hele of halve mummies, gesorteerd op geslacht, leeftijd en beroepsgroep, met flarden van kleren aan, stonden en lagen daar opgesteld als in een installatie van een kunstenaar. En er was niets lugubers aan. Het is misschien een beetje raar om te zeggen, maar ik genoot ervan.

Recentelijk was ik voor de tweede keer in Rome. Er is daar zoveel te zien dat dat niet in één keer lukt, zeker niet als je slecht ter been bent. Er resteerden dus nog een boel bezienswaardigheden. Onder andere de crypte van de kapucijnerkerk Sante Maria della Concezione. Hier bevinden zich de beenderen van 4000 skeletten van kapucijnermonniken, speciaal samengebracht in deze kerk en keurig gerangschikt: knieschijven, vingerkootjes, jukbeenderen, wervels, schouderbladen, bekkens, ribben, ellepijpen en natuurlijk schedels. Met deze beenderen waren de vijf kamers van de crypte versierd, in rozetten en bloemmotieven en gestapeld tot pilaren. Alleen monniken die in een geur van heiligheid waren gestoven bleven intact en zijn in hun pij aan de muren vastgeklonken. Ook hier is niets lugubers aan. Het is vooral bizar. En weer genoot ik.

Waarom het speciaal Kapucijners zijn die zo artistiek met de resten van hun overleden collega’s omgaan; ik kon er niet achter komen. Vrezen voor de hel deden ze kennelijk niet. Voor mij was dit een belevenis, maar er was natuurlijk meer te beleven in de eeuwige stad.

Het Etruskenmuseum1415BS Rome2 bijvoorbeeld. Even buiten het centrum ligt het enorme park Bioparce Villa Borghese. Hierin bevinden zich drie musea: de Villa Borghese, de Galeria Nationale d’Arte Moderne en de Villa Giulia. Bij villa moet je hier niet denken aan een stadsvilla, maar meer aan een palazzo. In de Villa Giulia bevindt zich de nalatenschap van de Etrusken, voor zover tot nu toe opgegraven. De Etrusken woonden in Noordwest Italië en bezaten een hoogontwikkelde cultuur voordat de Romeinen er domicilie kozen. Die volken hebben zich gemengd en of je nu nog een Etrusk tegen kunt komen is twijfelachtig. Wat ze produceerden aan artefacten is deels erg Romeins, zoals blijkt uit de vele amphora die er te zien zijn, en deels volstrekt eigen. Dat blijkt vooral uit de menselijke figuren, die veel realistischer en levendiger zijn dan de Griekse en Romeinse beelden, die gevormd zijn op basis van voorgeschreven verhoudingen. Wat ik zelf het leukst vind zijn kleine dingen als sieraden, spelden en knopen. Daarmee wordt de afstand in tijd overbrugd, want je ziet dan hoe vrouwen toen bezig waren met kettingen (stenen en schelpen), oorbellen en ringen, zoals ze dat nu nog steeds zijn. Alleszins de moeite waard en het museum beschikt ook nog over een prachtige tuin.

Tot mijn favoriete activiteiten in Rome behoren wandelingen langs de Tiber (Tevere). Ik zoek altijd overal het water op en dat is in Rome niet moeilijk, maar verrassend genoeg ben ik een van de weinigen. Op zo’n wandeling kom je praktisch niemand tegen, terwijl het zeer verfrissend is op een warme dag. Het is heel vreemd dat er niets gebeurt op en langs die Tiber, maar zolang dat zo is, is het een ideale plek om de grote meute te mijden; net als het kerkhof Verano trouwens.

Er zijn honderdduizenden toeristen in Rome, maar ze staan allemaal bij de Trevi-fontein. Gelukkig is het niet moeilijk om ze uit de weg te gaan.

-------
De plaatjes zijn geleverd door de schrijfster
© 2017 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2