archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 14
25 mei 2017
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Zoekend Zoetermeer Willem Minderhout

1415BS ZmeerZoetermeer wil een Outlet Center onder de codenaam ‘Holland Outlet Mall’ (HOM). Dat is een winkelcentrum waarin zich winkels bevinden die verouderde of licht afwijkende producten van slechts één, maar liefst wel zeer prestigieus, merk verkopen. Ik ben nog nooit in zo’n center geweest, maar ze schijnen erg populair te zijn. Het gemeentebestuur verwacht er veel van. De Zoetermeerse wethouder Mariëtte van Leeuwen van de Groep Nawijn meent: ‘We moeten onze stad aantrekkelijk houden en blijven investeren om aan de veranderde wensen van consumenten te voldoen. Zij willen beleving, en dat biedt de HOM. Een dagje uit in Zoetermeer kan de bestaande winkels in het Stadshart en de Dorpsstraat samen ruim 20 miljoen extra omzet per jaar opleveren.’

De winkeliers van Zoetermeer denken daar anders over. Zij vrezen dat de HOM het toch al kwakkelende Stadshart nog verder leeg trekt. Omdat de gemeenteraad van Zoetermeer heeft ingestemd om de plannen verder uit te werken zijn alle ogen nu gericht op de provincie. Ik moet er als Statenlid dus iets van gaan vinden. Niet dat de Staten domweg ja of nee tegen de HOM kunnen zeggen, overigens. Het enige dat we kunnen doen is controleren of het College van Gedeputeerde Staten de spelregels met betrekking tot het detailhandelsbeleid goed toepast. Dat beleid is nogal restrictief omdat er veel leegstand is. De detailhandel is, mede door internetaankopen, sterk aan het veranderen. Grofweg kun je zeggen dat de winkelcentra voor de dagelijkse boodschappen en de grootstedelijke winkelcentra, als het centrum van Den Haag, het nog redelijk tot goed doen. Alles wat daar tussen zit kwakkelt.

De provincie probeert de stedelijke kernen gezond te houden door perifere ontwikkelingen aan strenge regels te verbinden, kwakkelende centra te saneren en kansloze plannen voor nog meer detailhandel een andere bestemming te geven. In de ‘Visie Ruimte en Mobiliteit’ staan die spelregels zo geformuleerd: ‘De gezamenlijke inspanning van de provincie en andere partijen is gericht op het terugbrengen van het winkelvloeroppervlak en de planvoorraad op die plaatsen waar ruimtelijk gezien de minste vraag is. Toevoeging van winkelmeters kan slechts in enkele perspectiefrijke onderdelen van de bestaande provinciale detailhandelsstructuur aan de orde zijn.’

Voldoen de Zoetermeerse plannen daaraan? De HOM is vlak naast het Stadshart geprojecteerd, zodat je van een binnenstedelijke ontwikkeling zou kunnen spreken. De daarnaast gelegen Meubelboulevard krijgt een andere bestemming, zodat er netto weinig verandert aan het aantal vierkante meters winkeloppervlak.

Wat nog rest is inzicht in de effecten op de detailhandel in de regio. Niet alleen de winkeliers van het Stadshart maken zich zorgen, ook alle omliggende kernen staan momenteel niet bepaald te juichen. De provincie laat zich over dit soort zaken adviseren door de Adviescommissie Detailhandel. Het leek me wel handig als dit adviesorgaan tijdig zijn mening zou ventileren, zodat er aan het begin van het traject al enige duidelijkheid zou ontstaan. De commissie adviseert echter alleen op basis van alle relevante informatie, dus eerst moet het planvormingstraject geheel doorlopen zijn.

Er kan natuurlijk ondertussen wel worden nagedacht. Zo bezocht ik een ‘expert meeting’.  Een ontwikkelaar van Outlet Centers vertelde daar dat dit soort centra een erg lange aanlooptijd hebben. De grote merken stappen pas in als het een succes blijkt te zijn en vragen dan vaak enorme bedragen als ‘instappremie’. Bovendien, zo zei hij, lopen dit soort concepten het best in de grensstreek. Belgen en Duitsers zijn dol op Outlet Centra en geven veel meer geld uit dan de Nederlandse consument.

Wim Derksen wees op de hernieuwde ‘trek naar de stad’ en de onduidelijke rol die Zoetermeer op dit moment speelt sinds er geen ruimtelijke ordeningspolitiek meer bestaat. Zoetermeer is begonnen als een ‘groeikern’, een technocratisch project, maar nu is die rol onduidelijk. Volgens Derksen moet Zoetermeer zich er bij neerleggen dat het een voorstad van Den Haag is. ‘Als de HOM slaagt, verliest Zoetermeer, want zoveel bezoekers kan de stad niet aan. Als de HOM mislukt verliest Zoetermeer ook, want dan zitten ze met een leegstaand gebouw midden in het centrum wat je nergens anders voor kunt gebruiken.’

Derksen pleit ervoor dat Zoetermeer zich concentreert op waar ze echt goed in zijn: het bestendigen en uitbouwen van zijn positie als aantrekkelijke groene woonstad. Een aanwezige ondernemer sloot daar op aan: ‘een echte woonstad heeft juist een goede woonboulevard nodig en die wordt nu net de nek om gedraaid.’

Gelukkig hoef ik er zelf als Statenlid voorlopig niets van te vinden. Ik kreeg wel de indruk dat er in Zoetermeer nog eens heel goed moet worden nagedacht.

-------
Het plaatje is van de schrijver


© 2017 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Zoekend Zoetermeer Willem Minderhout
1415BS ZmeerZoetermeer wil een Outlet Center onder de codenaam ‘Holland Outlet Mall’ (HOM). Dat is een winkelcentrum waarin zich winkels bevinden die verouderde of licht afwijkende producten van slechts één, maar liefst wel zeer prestigieus, merk verkopen. Ik ben nog nooit in zo’n center geweest, maar ze schijnen erg populair te zijn. Het gemeentebestuur verwacht er veel van. De Zoetermeerse wethouder Mariëtte van Leeuwen van de Groep Nawijn meent: ‘We moeten onze stad aantrekkelijk houden en blijven investeren om aan de veranderde wensen van consumenten te voldoen. Zij willen beleving, en dat biedt de HOM. Een dagje uit in Zoetermeer kan de bestaande winkels in het Stadshart en de Dorpsstraat samen ruim 20 miljoen extra omzet per jaar opleveren.’

De winkeliers van Zoetermeer denken daar anders over. Zij vrezen dat de HOM het toch al kwakkelende Stadshart nog verder leeg trekt. Omdat de gemeenteraad van Zoetermeer heeft ingestemd om de plannen verder uit te werken zijn alle ogen nu gericht op de provincie. Ik moet er als Statenlid dus iets van gaan vinden. Niet dat de Staten domweg ja of nee tegen de HOM kunnen zeggen, overigens. Het enige dat we kunnen doen is controleren of het College van Gedeputeerde Staten de spelregels met betrekking tot het detailhandelsbeleid goed toepast. Dat beleid is nogal restrictief omdat er veel leegstand is. De detailhandel is, mede door internetaankopen, sterk aan het veranderen. Grofweg kun je zeggen dat de winkelcentra voor de dagelijkse boodschappen en de grootstedelijke winkelcentra, als het centrum van Den Haag, het nog redelijk tot goed doen. Alles wat daar tussen zit kwakkelt.

De provincie probeert de stedelijke kernen gezond te houden door perifere ontwikkelingen aan strenge regels te verbinden, kwakkelende centra te saneren en kansloze plannen voor nog meer detailhandel een andere bestemming te geven. In de ‘Visie Ruimte en Mobiliteit’ staan die spelregels zo geformuleerd: ‘De gezamenlijke inspanning van de provincie en andere partijen is gericht op het terugbrengen van het winkelvloeroppervlak en de planvoorraad op die plaatsen waar ruimtelijk gezien de minste vraag is. Toevoeging van winkelmeters kan slechts in enkele perspectiefrijke onderdelen van de bestaande provinciale detailhandelsstructuur aan de orde zijn.’

Voldoen de Zoetermeerse plannen daaraan? De HOM is vlak naast het Stadshart geprojecteerd, zodat je van een binnenstedelijke ontwikkeling zou kunnen spreken. De daarnaast gelegen Meubelboulevard krijgt een andere bestemming, zodat er netto weinig verandert aan het aantal vierkante meters winkeloppervlak.

Wat nog rest is inzicht in de effecten op de detailhandel in de regio. Niet alleen de winkeliers van het Stadshart maken zich zorgen, ook alle omliggende kernen staan momenteel niet bepaald te juichen. De provincie laat zich over dit soort zaken adviseren door de Adviescommissie Detailhandel. Het leek me wel handig als dit adviesorgaan tijdig zijn mening zou ventileren, zodat er aan het begin van het traject al enige duidelijkheid zou ontstaan. De commissie adviseert echter alleen op basis van alle relevante informatie, dus eerst moet het planvormingstraject geheel doorlopen zijn.

Er kan natuurlijk ondertussen wel worden nagedacht. Zo bezocht ik een ‘expert meeting’.  Een ontwikkelaar van Outlet Centers vertelde daar dat dit soort centra een erg lange aanlooptijd hebben. De grote merken stappen pas in als het een succes blijkt te zijn en vragen dan vaak enorme bedragen als ‘instappremie’. Bovendien, zo zei hij, lopen dit soort concepten het best in de grensstreek. Belgen en Duitsers zijn dol op Outlet Centra en geven veel meer geld uit dan de Nederlandse consument.

Wim Derksen wees op de hernieuwde ‘trek naar de stad’ en de onduidelijke rol die Zoetermeer op dit moment speelt sinds er geen ruimtelijke ordeningspolitiek meer bestaat. Zoetermeer is begonnen als een ‘groeikern’, een technocratisch project, maar nu is die rol onduidelijk. Volgens Derksen moet Zoetermeer zich er bij neerleggen dat het een voorstad van Den Haag is. ‘Als de HOM slaagt, verliest Zoetermeer, want zoveel bezoekers kan de stad niet aan. Als de HOM mislukt verliest Zoetermeer ook, want dan zitten ze met een leegstaand gebouw midden in het centrum wat je nergens anders voor kunt gebruiken.’

Derksen pleit ervoor dat Zoetermeer zich concentreert op waar ze echt goed in zijn: het bestendigen en uitbouwen van zijn positie als aantrekkelijke groene woonstad. Een aanwezige ondernemer sloot daar op aan: ‘een echte woonstad heeft juist een goede woonboulevard nodig en die wordt nu net de nek om gedraaid.’

Gelukkig hoef ik er zelf als Statenlid voorlopig niets van te vinden. Ik kreeg wel de indruk dat er in Zoetermeer nog eens heel goed moet worden nagedacht.

-------
Het plaatje is van de schrijver
© 2017 Willem Minderhout
powered by CJ2