archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 11
Jaargang 13
24 maart 2016
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Robert D. Kaplan, citatenkanon? Willem Minderhout

1311VG KaplanKaplan was afgelopen zondag in Buitenhof. Er bleek een nieuw boek van hem in vertaling uit te zijn ‘Duister Europa’. Omdat ik toevallig toch langs de boekhandel kwam besloot ik het aan te schaffen. Robert Kaplan richt zich vanuit alle hoeken en gaten van de aarde, maar meestal niet de meest vanzelfsprekende, op ‘de wereldgeschiedenis in wording’ en doet daar regelmatig verslag van in een groeiende reeks boeken. Ik ben dol op die boeken.

Mijn liefde voor Robert Kaplan begon onverwacht toen ik minstens tien jaar geleden in De Slegte ‘Het Anarchistisch Pandemonium’ kocht. Ik had indertijd net ‘Nostromo’ van Joseph Conrad gelezen. Ik was daar niet alleen zwaar van onder de indruk omdat het zo’n prachtig verhaal is, maar omdat het volgens mij om meerdere redenen heel erg actueel was. Ik zat daar nog op te herkauwen toen ik in ‘Het Anarchistisch Pandemonium’ ontdekte dat Kaplan een hoofdstuk aan dat boek had gewijd, waarin hij beter dan ik ooit had kunnen verwoorden de actualiteit van ‘Nostromo’ beschreef: ‘ik weet geen boek te vinden dat problemen van de wereld niet zo ver van ons vandaan zo goed beschrijft en analyseert als Nostromo.’ 

Waarom dat zo is, kunt u daar lezen. Om een tip van de sluier op te lichten: Kaplans ‘realistische’ standpunt dat goede bedoelingen niet altijd (meestal niet) tot goede resultaten leiden en dat je op een of andere manier met het kwaad, of het egoïsme, in de mensheid rekening moet houden om iets te kunnen bereiken, komt sterk overeen met Conrads beschrijving van de verwikkelingen in het imaginaire Costaguana.

Met instemming citeert hij in dat artikel over Conrad de Franse politicoloog Marco Diani: ‘Het lijden van elke gemeenschap is te vinden in haar literatuur, vaak eerder en duidelijker dan in haar sociale wetenschappen.’ Hij is een van die schrijvers die op basis van een enorme eruditie de wereld bekijken en vervolgens allerlei associatieve gedachten en denkbeelden produceren. Dit wil overigens niet zeggen dat Kaplan alleen romanschrijvers als referentiekader voor zijn bespiegelingen gebruikt, ook uit het werk van tal van filosofen, geschiedschrijvers en sociale wetenschappers weet hij te putten om een bepaalde situatie te verhelderen en in perspectief te zetten. Dat werkt meestal goed. In ‘Krijgspolitiek’ doet hij dat erg expliciet door de lessen van zijn helden – van Sun Tzu tot Churchill – voor het begrijpen van de hedendaagse politieke situatie te beschrijven.

In de proloog van ‘Duister Europa’ legt hij nog eens uit hoe bepaalde, wetenschappelijke of literaire, boeken hem helpen om de wereld te begrijpen. Hij is een echte bibliofiel, want hij schrijft: ‘Geen levenloos voorwerp is zo sensueel als een boek’. Dat vind ik een aansprekend citaat, dat zich ook goed laat twitteren. (Grappig genoeg begint Paul Brill zijn interview in De Balie, dat ik op internet aantrof ook met dat citaat. Zie link.)

Maar … nu ik een eindje in het boek gevorderd ben, begint het me enigszins te irriteren. Soms lijkt het of Kaplan al die boekenwijsheid niet gebruikt om de wereld te begrijpen, maar dat de wereld hem een ordeningssysteem voor zijn boekenwijsheid biedt. Hij doet me soms aan die andere citatenmitrailleur Slavoj Zizek denken, die op grond van een terloopse opmerking van Hercule Poirot de meest vergaande conclusies trekt.

Om u een voorbeeld te geven: Kaplan vertelt dat hij enorm geleden heeft onder het feit dat hij aanvankelijke achter de invasie van Irak stond. ‘Net als prins Nechljoedov in Opstanding van Tolstoi werd ik letterlijk ziek van afschuw over wat er gebeurd was’. Wat moeten wij hier als lezer mee? Geeft dit een helderder beeld op de politieke toestand van Irak, of het ziektebeeld van Kaplan? Wat is dit anders dan koketteren met boekenwijsheid? Of is Kaplan net als prins Nechljoedov door ‘Irak’ een devoot Christen geworden, of zoiets? Het deed mij denken aan de vrouw van de toneelcriticus die in Wim T. Schippers’ meesterwerk ‘De Ondergang van de Onan’ zichzelf herkende in de plotselinge hoofdpijn van een van de actrices omdat haar dat op de camping in Bakkum ook was overkomen. (Ja, ook ik heb mijn citaatjes, paraat.)

In de keuken van Kaplan is Praalhans keukenmeester, maar hopelijk heeft hij uiteindelijk nog iets zinnigs te zeggen over Roemenië. Zo dat moest ik even kwijt. Nu ga ik verder lezen.

Paul Brill interviewt Robert Kaplan: https://vimeo.com/159099758

---
Het plaatje is van Henk Klaren
----
Bestel uw boeken en wat al niet
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!

© 2016 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Robert D. Kaplan, citatenkanon? Willem Minderhout
1311VG KaplanKaplan was afgelopen zondag in Buitenhof. Er bleek een nieuw boek van hem in vertaling uit te zijn ‘Duister Europa’. Omdat ik toevallig toch langs de boekhandel kwam besloot ik het aan te schaffen. Robert Kaplan richt zich vanuit alle hoeken en gaten van de aarde, maar meestal niet de meest vanzelfsprekende, op ‘de wereldgeschiedenis in wording’ en doet daar regelmatig verslag van in een groeiende reeks boeken. Ik ben dol op die boeken.

Mijn liefde voor Robert Kaplan begon onverwacht toen ik minstens tien jaar geleden in De Slegte ‘Het Anarchistisch Pandemonium’ kocht. Ik had indertijd net ‘Nostromo’ van Joseph Conrad gelezen. Ik was daar niet alleen zwaar van onder de indruk omdat het zo’n prachtig verhaal is, maar omdat het volgens mij om meerdere redenen heel erg actueel was. Ik zat daar nog op te herkauwen toen ik in ‘Het Anarchistisch Pandemonium’ ontdekte dat Kaplan een hoofdstuk aan dat boek had gewijd, waarin hij beter dan ik ooit had kunnen verwoorden de actualiteit van ‘Nostromo’ beschreef: ‘ik weet geen boek te vinden dat problemen van de wereld niet zo ver van ons vandaan zo goed beschrijft en analyseert als Nostromo.’ 

Waarom dat zo is, kunt u daar lezen. Om een tip van de sluier op te lichten: Kaplans ‘realistische’ standpunt dat goede bedoelingen niet altijd (meestal niet) tot goede resultaten leiden en dat je op een of andere manier met het kwaad, of het egoïsme, in de mensheid rekening moet houden om iets te kunnen bereiken, komt sterk overeen met Conrads beschrijving van de verwikkelingen in het imaginaire Costaguana.

Met instemming citeert hij in dat artikel over Conrad de Franse politicoloog Marco Diani: ‘Het lijden van elke gemeenschap is te vinden in haar literatuur, vaak eerder en duidelijker dan in haar sociale wetenschappen.’ Hij is een van die schrijvers die op basis van een enorme eruditie de wereld bekijken en vervolgens allerlei associatieve gedachten en denkbeelden produceren. Dit wil overigens niet zeggen dat Kaplan alleen romanschrijvers als referentiekader voor zijn bespiegelingen gebruikt, ook uit het werk van tal van filosofen, geschiedschrijvers en sociale wetenschappers weet hij te putten om een bepaalde situatie te verhelderen en in perspectief te zetten. Dat werkt meestal goed. In ‘Krijgspolitiek’ doet hij dat erg expliciet door de lessen van zijn helden – van Sun Tzu tot Churchill – voor het begrijpen van de hedendaagse politieke situatie te beschrijven.

In de proloog van ‘Duister Europa’ legt hij nog eens uit hoe bepaalde, wetenschappelijke of literaire, boeken hem helpen om de wereld te begrijpen. Hij is een echte bibliofiel, want hij schrijft: ‘Geen levenloos voorwerp is zo sensueel als een boek’. Dat vind ik een aansprekend citaat, dat zich ook goed laat twitteren. (Grappig genoeg begint Paul Brill zijn interview in De Balie, dat ik op internet aantrof ook met dat citaat. Zie link.)

Maar … nu ik een eindje in het boek gevorderd ben, begint het me enigszins te irriteren. Soms lijkt het of Kaplan al die boekenwijsheid niet gebruikt om de wereld te begrijpen, maar dat de wereld hem een ordeningssysteem voor zijn boekenwijsheid biedt. Hij doet me soms aan die andere citatenmitrailleur Slavoj Zizek denken, die op grond van een terloopse opmerking van Hercule Poirot de meest vergaande conclusies trekt.

Om u een voorbeeld te geven: Kaplan vertelt dat hij enorm geleden heeft onder het feit dat hij aanvankelijke achter de invasie van Irak stond. ‘Net als prins Nechljoedov in Opstanding van Tolstoi werd ik letterlijk ziek van afschuw over wat er gebeurd was’. Wat moeten wij hier als lezer mee? Geeft dit een helderder beeld op de politieke toestand van Irak, of het ziektebeeld van Kaplan? Wat is dit anders dan koketteren met boekenwijsheid? Of is Kaplan net als prins Nechljoedov door ‘Irak’ een devoot Christen geworden, of zoiets? Het deed mij denken aan de vrouw van de toneelcriticus die in Wim T. Schippers’ meesterwerk ‘De Ondergang van de Onan’ zichzelf herkende in de plotselinge hoofdpijn van een van de actrices omdat haar dat op de camping in Bakkum ook was overkomen. (Ja, ook ik heb mijn citaatjes, paraat.)

In de keuken van Kaplan is Praalhans keukenmeester, maar hopelijk heeft hij uiteindelijk nog iets zinnigs te zeggen over Roemenië. Zo dat moest ik even kwijt. Nu ga ik verder lezen.

Paul Brill interviewt Robert Kaplan: https://vimeo.com/159099758

---
Het plaatje is van Henk Klaren
----
Bestel uw boeken en wat al niet
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2016 Willem Minderhout
powered by CJ2