archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 12
9 april 2015
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Regelfetisjisten en eindtijdverwachters Willem Minderhout

1212VG WitteveenHet is misschien moeilijk te accepteren in deze tijd waarin ‘deregulering’ tot het hoogste goed is verklaard, maar mensen zijn dol op regels. Zonder regels slaan we elkaar de hersens in en is het leven ‘nasty, brutish and short’, zoals Thomas Hobbes veronderstelde. Willem Witteveen* verwijst in zijn boek ‘De wet als kunstwerk’ naar de utopische roman Reis naar Icaria. In dat Icaria is iedereen gelukkig en tevree en wordt alles in goed overleg en zeer democratisch beslist. Dat dat er toe leidt dat alles volgens de regels moet worden vastgesteld – ‘van de stadsplattegrond tot het formaat hoeden’ – mag blijkbaar de pret niet drukken. Ook wordt er een lijst van toegestane voedingsmiddelen opgesteld, want ‘niemand kan iets eten wat niet door de Republiek is goedgekeurd’. Een ‘Voedsel- en Warenautoriteit’ avant la lettre.

Icaria had behalve regels dus nog iets anders: een procedure waarlangs voor iedereen geldige en acceptabele regels tot stand kwamen. Het grootste probleem met regels is natuurlijk dat iedereen vooral wil dat de ander zich aan zijn regels houdt. Er is dus een autoriteit nodig die eenduidige regels dwingend kan opleggen: een koning, een hogepriester, een dictator, een democratisch ‘systeem’, of een charismatische wetgever als Solon. Solon stelde nieuwe wetten op voor het tot op het bot verdeelde Athene.  Vervolgens ging hij tien jaar in vrijwillige ballingschap nadat hij de Atheners had laten beloven om in zijn afwezigheid de wet niet te veranderen. Toen hij terugkwam bleken de Atheners zich aan deze belofte gehouden te hebben. Ze waren na tien jaar al zo aan die wetten gewend dat ze niet eens meer de behoefte hadden om ze aan te passen.

Zou de afwezigheid van de wetgever een ‘kritische succesfactor’ zijn? In dat geval moeten wetten die afkomstig zijn van God, de eeuwige afwezige, wel helemaal ideaal zijn. Rousseau noemt Mozes de ideale wetgever. Met zijn van God gegeven wetten smeedde hij een stelletje berooide zwervers om tot een politiek lichaam dat de millennia wist te doorstaan: de Joden.

Jona Lendering** maakt in ‘Israël verdeeld’ echter duidelijk dat de wetten van een afwezige God weliswaar een grote samenbindende kracht hebben, maar dan dient er op aarde wel een koning of een hoge priester te zijn die die wetten met macht of gezag van de juiste interpretatie weet te voorzien. Tijdens de periode die hij beschrijft – ruwweg tussen de Makkabese opstand (ca. 180 voor Christus) en de verwoesting van de tempel door Titus in 70 na Christus – is zowel de koning als de hoge priester, als hij al aanwezig is, niet onomstreden. U raadt al wat er dan gebeurt: allerlei figuren gaan de Goddelijke wetten zelf interpreteren en er ontstaat onenigheid, die zich weer vertaalt in allerlei concurrerende stromingen. Lendering noemt onder meer de ‘Leraar der Gerechtigheid’, die opduikt in de Dode Zeerollen. Deze ‘Leraar’ liet zijn licht schijnen over vele halachische1212VG Lendering (de Joodse leefregels betreffende) kwesties als de prangende vraag of water uit een reine kan onrein wordt als je het in een onreine kom giet. Voor het goede antwoord leze men Lendering!

Is dat allemaal overleefde flauwekul uit ver vervlogen tijden? Ik denk het niet. Misschien dat discussies over de ‘stelselherziening sociale zekerheid’ allemaal heel rationeel en nuttig zijn, maar daarnaast buigt ieder zich op zijn tijd ook over kwesties die de ‘Leraar der Gerechtigheid’ nog heel herkenbaar zou vinden. Van de mensen die alleen hala, kosher, of super foods willen eten tot de kijkers naar ‘Hoe heurt het eigenlijk’ zijn we allemaal op zoek naar de juiste leefregels.

Gewoonlijk levert dat in onze geïndividualiseerde samenleving geen al te grote botsingen op, zolang de ene groep zijn leefregels niet aan de andere wil opleggen. Tegelijkertijd blijkt daaruit dat we ons toch ook weer aan de regels houden: de regels van de liberale democratie.

Met de komst van de Islamitische Staat is er ineens weer een beweging in het brandpunt van de belangstelling gekomen die nogal grote aandacht schenkt aan het op een correcte wijze uitvoeren van de leefregels op straffe van het verlies van het hoofd. Wat correcte leefregels zijn wordt bepaald door een kalief, Gods vertegenwoordiger op aarde. Deze kalief schijnt volgens sommige deskundigen tevens te geloven dat het Einde der Tijden is aangebroken. Heeft het een iets met het andere te maken?

Als ik Lendering goed begrijp is er inderdaad een connectie tussen regelfetisjisten en eindtijdverwachters. In de Joodse traditie wordt de eindtijd aangekondigd door een Messias, een boodschapper van God, die of de gedaante van een hogepriester, of van een koning aanneemt. Soms is er zelfs sprake van twee messiassen, uit elke genoemde beroepsgroep één. Zo’n messias kwam voor eens en altijd uitleggen wat de goede regels waren en wee degenen die zich daar niet aan hielden!

Ook Jezus, zo maakt Lendering aannemelijk, dacht dat het Einde der Tijden was aangebroken. Er zijn echter geen aanwijzingen dat hij dit als een ‘koning messias’ te vuur en te zwaard wilde afdwingen. Simon bar Giora, één van de verdedigers van de tempel in 70, was wel zo’n gewelddadige guerrillero-achtige ‘koning messias’, maar ook zijn inspanningen brachten het Einde der Tijden geen stap dichterbij.

Zit er een moraal in dit verhaal? Misschien kunnen we hieruit concluderen dat de discussie over de juiste regels een gebed zonder eind is. En dat dat maar goed is ook.

*Willem Witteveen (2015), ‘De wet als kunstwerk’, Boom.
**Jona Lendering (2014), ‘Israël verdeeld’, Atheneum – Polak & Van Gennep

----------------------------------------------------
De plaatjes zijn gemaakt door Henk Klaren
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2015 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Regelfetisjisten en eindtijdverwachters Willem Minderhout
1212VG WitteveenHet is misschien moeilijk te accepteren in deze tijd waarin ‘deregulering’ tot het hoogste goed is verklaard, maar mensen zijn dol op regels. Zonder regels slaan we elkaar de hersens in en is het leven ‘nasty, brutish and short’, zoals Thomas Hobbes veronderstelde. Willem Witteveen* verwijst in zijn boek ‘De wet als kunstwerk’ naar de utopische roman Reis naar Icaria. In dat Icaria is iedereen gelukkig en tevree en wordt alles in goed overleg en zeer democratisch beslist. Dat dat er toe leidt dat alles volgens de regels moet worden vastgesteld – ‘van de stadsplattegrond tot het formaat hoeden’ – mag blijkbaar de pret niet drukken. Ook wordt er een lijst van toegestane voedingsmiddelen opgesteld, want ‘niemand kan iets eten wat niet door de Republiek is goedgekeurd’. Een ‘Voedsel- en Warenautoriteit’ avant la lettre.

Icaria had behalve regels dus nog iets anders: een procedure waarlangs voor iedereen geldige en acceptabele regels tot stand kwamen. Het grootste probleem met regels is natuurlijk dat iedereen vooral wil dat de ander zich aan zijn regels houdt. Er is dus een autoriteit nodig die eenduidige regels dwingend kan opleggen: een koning, een hogepriester, een dictator, een democratisch ‘systeem’, of een charismatische wetgever als Solon. Solon stelde nieuwe wetten op voor het tot op het bot verdeelde Athene.  Vervolgens ging hij tien jaar in vrijwillige ballingschap nadat hij de Atheners had laten beloven om in zijn afwezigheid de wet niet te veranderen. Toen hij terugkwam bleken de Atheners zich aan deze belofte gehouden te hebben. Ze waren na tien jaar al zo aan die wetten gewend dat ze niet eens meer de behoefte hadden om ze aan te passen.

Zou de afwezigheid van de wetgever een ‘kritische succesfactor’ zijn? In dat geval moeten wetten die afkomstig zijn van God, de eeuwige afwezige, wel helemaal ideaal zijn. Rousseau noemt Mozes de ideale wetgever. Met zijn van God gegeven wetten smeedde hij een stelletje berooide zwervers om tot een politiek lichaam dat de millennia wist te doorstaan: de Joden.

Jona Lendering** maakt in ‘Israël verdeeld’ echter duidelijk dat de wetten van een afwezige God weliswaar een grote samenbindende kracht hebben, maar dan dient er op aarde wel een koning of een hoge priester te zijn die die wetten met macht of gezag van de juiste interpretatie weet te voorzien. Tijdens de periode die hij beschrijft – ruwweg tussen de Makkabese opstand (ca. 180 voor Christus) en de verwoesting van de tempel door Titus in 70 na Christus – is zowel de koning als de hoge priester, als hij al aanwezig is, niet onomstreden. U raadt al wat er dan gebeurt: allerlei figuren gaan de Goddelijke wetten zelf interpreteren en er ontstaat onenigheid, die zich weer vertaalt in allerlei concurrerende stromingen. Lendering noemt onder meer de ‘Leraar der Gerechtigheid’, die opduikt in de Dode Zeerollen. Deze ‘Leraar’ liet zijn licht schijnen over vele halachische1212VG Lendering (de Joodse leefregels betreffende) kwesties als de prangende vraag of water uit een reine kan onrein wordt als je het in een onreine kom giet. Voor het goede antwoord leze men Lendering!

Is dat allemaal overleefde flauwekul uit ver vervlogen tijden? Ik denk het niet. Misschien dat discussies over de ‘stelselherziening sociale zekerheid’ allemaal heel rationeel en nuttig zijn, maar daarnaast buigt ieder zich op zijn tijd ook over kwesties die de ‘Leraar der Gerechtigheid’ nog heel herkenbaar zou vinden. Van de mensen die alleen hala, kosher, of super foods willen eten tot de kijkers naar ‘Hoe heurt het eigenlijk’ zijn we allemaal op zoek naar de juiste leefregels.

Gewoonlijk levert dat in onze geïndividualiseerde samenleving geen al te grote botsingen op, zolang de ene groep zijn leefregels niet aan de andere wil opleggen. Tegelijkertijd blijkt daaruit dat we ons toch ook weer aan de regels houden: de regels van de liberale democratie.

Met de komst van de Islamitische Staat is er ineens weer een beweging in het brandpunt van de belangstelling gekomen die nogal grote aandacht schenkt aan het op een correcte wijze uitvoeren van de leefregels op straffe van het verlies van het hoofd. Wat correcte leefregels zijn wordt bepaald door een kalief, Gods vertegenwoordiger op aarde. Deze kalief schijnt volgens sommige deskundigen tevens te geloven dat het Einde der Tijden is aangebroken. Heeft het een iets met het andere te maken?

Als ik Lendering goed begrijp is er inderdaad een connectie tussen regelfetisjisten en eindtijdverwachters. In de Joodse traditie wordt de eindtijd aangekondigd door een Messias, een boodschapper van God, die of de gedaante van een hogepriester, of van een koning aanneemt. Soms is er zelfs sprake van twee messiassen, uit elke genoemde beroepsgroep één. Zo’n messias kwam voor eens en altijd uitleggen wat de goede regels waren en wee degenen die zich daar niet aan hielden!

Ook Jezus, zo maakt Lendering aannemelijk, dacht dat het Einde der Tijden was aangebroken. Er zijn echter geen aanwijzingen dat hij dit als een ‘koning messias’ te vuur en te zwaard wilde afdwingen. Simon bar Giora, één van de verdedigers van de tempel in 70, was wel zo’n gewelddadige guerrillero-achtige ‘koning messias’, maar ook zijn inspanningen brachten het Einde der Tijden geen stap dichterbij.

Zit er een moraal in dit verhaal? Misschien kunnen we hieruit concluderen dat de discussie over de juiste regels een gebed zonder eind is. En dat dat maar goed is ook.

*Willem Witteveen (2015), ‘De wet als kunstwerk’, Boom.
**Jona Lendering (2014), ‘Israël verdeeld’, Atheneum – Polak & Van Gennep

----------------------------------------------------
De plaatjes zijn gemaakt door Henk Klaren
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2015 Willem Minderhout
powered by CJ2