archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 12
26 februari 2015
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Oscarlief en -leed Hans Knegtmans

1209VG Oscars1Vaak is de bekendmaking van de Oscarwinnaars een aanslag op mijn zenuwen en humeur. De leden van de Academy die hun stem uitbrengen zijn voor het overgrote deel witte Amerikaanse mannen van gevorderde leeftijd. Die hebben al decennialang  een bedenkelijke middle-of- the-roadsmaak. Langzaamaan neemt hun tolerantie van nieuwigheid iets toe, maar dat laat onverlet dat de uitslag ook nu desastreus had kunnen zijn.

De strijd om de twee hoofdprijzen (beste Engelstalige film en beste regisseur) leek enkele maanden terug nog te zullen uitlopen op een monsteroverwinning van de film Boyhood. Hoe ik over die film denk beschreef ik bij de presentatie van mijn filmtoptien van 2014. Een interessant experiment dat veel slechter had kunnen uitpakken: met dezelfde acteurs gedurende twaalf jaar een stukje film opnemen, zodat zij qua leeftijd samenvallen met de personages die ze in het verhaal spelen. Als bonus zijn er mooie rollen van de moeder des huizes (Patricia Arquette) en haar opgroeiende zoontje (Ellar Coltrane). Maar desondanks niks bijzonders, een beetje saai zelfs. Daar dachten vele critici in binnen- en buitenland heel anders over en – zo gaat dat bij serieuze films – het publiek bleef niet achter.

Mijn vrees voor een lawine van Oscars nam alleen maar toe toen de film Golden Globes in de wacht sleepte voor regisseur en film en dat dubbele kunststukje herhaalde met het winnen van de Engelse Bafta Awards. Maar kijk nu toch, te elfder ure viel Birdman het meest in de smaak bij het gezaghebbende Directors Guild of America. De bookmakers stelden als de sodemieter hun odds bij en aan de vooravond van de verkiezingen had Birdman de koppositie in de klassementen voor beste film en beste regie overgenomen. De afloop kent u.

Eind goed al goed? Ja, althans voor deze twee categorieën. Birdman is de beste film van het nog jonge jaar, al heeft de film lang niet de hype ontketend die zijn eerdere concurrent ten deel viel. De al wat oudere acteur Riggan Thomson, die vroeger succes oogstte met zijn stunts in een drietal actiefilms over de ongenaakbare Vogelman, betreurt het dat hij nooit tot de rangen van Serieuze Acteurs heeft kunnen doordringen. Hij heeft het ambitieuze plan opgevat om een toneelstuk te schrijven, produceren, regisseren en er ook nog eens de hoofdrol in te spelen. Het stuk is gebaseerd op het korte verhaal What We Talk About When We Talk About Love van schrijflegende Raymond Carver en zal binnenkort van start gaan in een theater Off Broadway. Het kan best dat ik dit jaar nog betere films zal zien, maar Birdman is in alle categorieën een traktatie: regie (van het wonderkind Alejandro González Iñárritu), scenario (idem), camerawerk (Emmanuel Lubezki) en een - niet bekroonde - magistrale hoofdrol (Michael Keaton). Ga dat zien.

Nu we het toch over mannelijke acteurs hebben: de uitverkiezing van Eddie Redmayne voor beste hoofdrol, in zijn vertolking van het genie Stephen Hawking, was even dubieus als voorspelbaar. Of hij daar nu blij mee is is een tweede, maar de grote wetenschapper valt in verschijning en gedrag onmiskenbaar in de klasse der weirdo’s en weirdo’s winnen Oscars, dat weten we sinds Rain Man (Dustin Hoffman) en Forrest Gump (Tom Hanks).  Ik zie ook wel dat Redmayne waarschijnlijk als geen ander Hawking kan nadoen en in het kader van een cabaretvoorstelling zou de zaal waarschijnlijk in een deuk liggen. The Theory of Everything evenwel is een serieuze studie. (Zij het niet van zijn baanbrekende wetenschappelijke1209VG Oscars2 ideeën maar van zijn huwelijk, wat twijfels oproept over de niet-verzilverde nominatie voor beste film.) Er is één moment dat we uitdrukkelijk wél mogen lachen. Bij het oefenen met zijn spreekmachientje spreekt de geleerde de tekst uit: ‘Frankly, my dear, I don’t give a damn.’ Herkent u het citaat? Rhett Butler poeiert Scarlett O’Hara af in Gone With the Wind. Niemand in de zaal had die film gezien, zodat ik als enige plezier had.

Niet alleen is Redmaynes uitverkiezing discutabel, daarenboven is het onbegrijpelijk dat David Oyelowo (als Martin Luther King in Selma) en de sublieme Ralph Fiennes (als Chief Steward in The Grand Budapest Hotel) zelfs niet genomineerd waren.

Hoezeer ik de makers van Birdman hun hoofdprijzen ook gun, het is spijtig dat daardoor The Grand Budapest Hotel achter het net viste in de chique categorieën waarvoor hij wel genomineerd was: beste regie en film, beste oorspronkelijk scenario (van regisseur Wes Anderson) en beste cinematografie (Robert D. Yeoman,  Andersons vaste cameraman). Nu legde de film alleen beslag op de betere troostprijzen: art direction, muziek, kostuums en make-up. Het blijft natuurlijk een feit dat de film een aantal Oscars in de wacht sleepte waar menige andere genomineerde filmproducent stinkend jaloers op zal zijn.

Alleen de als heldenepos bedoelde muziekdraak Whiplash kwam in de buurt met drie Oscars. Ter herinnering: de film vertelt het verhaal van een jonge drummer met steraspiraties, die door een meedogenloze muziekpedagoog tot grote hoogten gedreven wordt. Drilsergeant van dienst J.K. Simmons kreeg een Oscar voor de beste mannelijke bijrol, en andere prijzen gingen naar de montage (spectaculair slagwerk is erg filmgeniek) en geluidsmixage (wat je kennelijk ook heel verkeerd kunt aanpakken).
Grote verliezers van deze Oscareditie waren naast Boyhood (één prijs, voor beste vrouwelijke bijrol van Patricia Arquette) The Imitation Game (beste bewerkte scenario), American Sniper (geluidsmontage), Interstellar (visuele effecten) en Selma (het beste liedje). Het veelvoudig genomineerde Foxcatcher (5x) en Mr. Turner (4x) bleven zelfs met lege handen achter wat, gezien de concurrentie, niet als een verrassing kwam. Ook bij het beroemdste filmfeest van het jaar schijt de duivel op de grote hoop.

Eén belangrijke Oscar is nog niet aan bod geweest. De prijs voor beste vrouwelijke hoofdrol ging naar Julianne Moore in Still Alice. Omdat die film (over Alzheimer!) pas vanaf 12 maart de bioscoop bereikt, en de persvoorstelling zelfs nog moet plaatsvinden, kan ik daar weinig verstandigs over zeggen. Hooguit dat Moore in de regel solide acteert, terwijl de verrichtingen van de overige kandidaten mij niet in vuur en vlam hebben gezet. Laten we het er voorlopig maar op houden dat het met die prijs wel goed zit. Zo niet, dan praat ik u graag bij.

--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
---------------------------------------------
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2015 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Oscarlief en -leed Hans Knegtmans
1209VG Oscars1Vaak is de bekendmaking van de Oscarwinnaars een aanslag op mijn zenuwen en humeur. De leden van de Academy die hun stem uitbrengen zijn voor het overgrote deel witte Amerikaanse mannen van gevorderde leeftijd. Die hebben al decennialang  een bedenkelijke middle-of- the-roadsmaak. Langzaamaan neemt hun tolerantie van nieuwigheid iets toe, maar dat laat onverlet dat de uitslag ook nu desastreus had kunnen zijn.

De strijd om de twee hoofdprijzen (beste Engelstalige film en beste regisseur) leek enkele maanden terug nog te zullen uitlopen op een monsteroverwinning van de film Boyhood. Hoe ik over die film denk beschreef ik bij de presentatie van mijn filmtoptien van 2014. Een interessant experiment dat veel slechter had kunnen uitpakken: met dezelfde acteurs gedurende twaalf jaar een stukje film opnemen, zodat zij qua leeftijd samenvallen met de personages die ze in het verhaal spelen. Als bonus zijn er mooie rollen van de moeder des huizes (Patricia Arquette) en haar opgroeiende zoontje (Ellar Coltrane). Maar desondanks niks bijzonders, een beetje saai zelfs. Daar dachten vele critici in binnen- en buitenland heel anders over en – zo gaat dat bij serieuze films – het publiek bleef niet achter.

Mijn vrees voor een lawine van Oscars nam alleen maar toe toen de film Golden Globes in de wacht sleepte voor regisseur en film en dat dubbele kunststukje herhaalde met het winnen van de Engelse Bafta Awards. Maar kijk nu toch, te elfder ure viel Birdman het meest in de smaak bij het gezaghebbende Directors Guild of America. De bookmakers stelden als de sodemieter hun odds bij en aan de vooravond van de verkiezingen had Birdman de koppositie in de klassementen voor beste film en beste regie overgenomen. De afloop kent u.

Eind goed al goed? Ja, althans voor deze twee categorieën. Birdman is de beste film van het nog jonge jaar, al heeft de film lang niet de hype ontketend die zijn eerdere concurrent ten deel viel. De al wat oudere acteur Riggan Thomson, die vroeger succes oogstte met zijn stunts in een drietal actiefilms over de ongenaakbare Vogelman, betreurt het dat hij nooit tot de rangen van Serieuze Acteurs heeft kunnen doordringen. Hij heeft het ambitieuze plan opgevat om een toneelstuk te schrijven, produceren, regisseren en er ook nog eens de hoofdrol in te spelen. Het stuk is gebaseerd op het korte verhaal What We Talk About When We Talk About Love van schrijflegende Raymond Carver en zal binnenkort van start gaan in een theater Off Broadway. Het kan best dat ik dit jaar nog betere films zal zien, maar Birdman is in alle categorieën een traktatie: regie (van het wonderkind Alejandro González Iñárritu), scenario (idem), camerawerk (Emmanuel Lubezki) en een - niet bekroonde - magistrale hoofdrol (Michael Keaton). Ga dat zien.

Nu we het toch over mannelijke acteurs hebben: de uitverkiezing van Eddie Redmayne voor beste hoofdrol, in zijn vertolking van het genie Stephen Hawking, was even dubieus als voorspelbaar. Of hij daar nu blij mee is is een tweede, maar de grote wetenschapper valt in verschijning en gedrag onmiskenbaar in de klasse der weirdo’s en weirdo’s winnen Oscars, dat weten we sinds Rain Man (Dustin Hoffman) en Forrest Gump (Tom Hanks).  Ik zie ook wel dat Redmayne waarschijnlijk als geen ander Hawking kan nadoen en in het kader van een cabaretvoorstelling zou de zaal waarschijnlijk in een deuk liggen. The Theory of Everything evenwel is een serieuze studie. (Zij het niet van zijn baanbrekende wetenschappelijke1209VG Oscars2 ideeën maar van zijn huwelijk, wat twijfels oproept over de niet-verzilverde nominatie voor beste film.) Er is één moment dat we uitdrukkelijk wél mogen lachen. Bij het oefenen met zijn spreekmachientje spreekt de geleerde de tekst uit: ‘Frankly, my dear, I don’t give a damn.’ Herkent u het citaat? Rhett Butler poeiert Scarlett O’Hara af in Gone With the Wind. Niemand in de zaal had die film gezien, zodat ik als enige plezier had.

Niet alleen is Redmaynes uitverkiezing discutabel, daarenboven is het onbegrijpelijk dat David Oyelowo (als Martin Luther King in Selma) en de sublieme Ralph Fiennes (als Chief Steward in The Grand Budapest Hotel) zelfs niet genomineerd waren.

Hoezeer ik de makers van Birdman hun hoofdprijzen ook gun, het is spijtig dat daardoor The Grand Budapest Hotel achter het net viste in de chique categorieën waarvoor hij wel genomineerd was: beste regie en film, beste oorspronkelijk scenario (van regisseur Wes Anderson) en beste cinematografie (Robert D. Yeoman,  Andersons vaste cameraman). Nu legde de film alleen beslag op de betere troostprijzen: art direction, muziek, kostuums en make-up. Het blijft natuurlijk een feit dat de film een aantal Oscars in de wacht sleepte waar menige andere genomineerde filmproducent stinkend jaloers op zal zijn.

Alleen de als heldenepos bedoelde muziekdraak Whiplash kwam in de buurt met drie Oscars. Ter herinnering: de film vertelt het verhaal van een jonge drummer met steraspiraties, die door een meedogenloze muziekpedagoog tot grote hoogten gedreven wordt. Drilsergeant van dienst J.K. Simmons kreeg een Oscar voor de beste mannelijke bijrol, en andere prijzen gingen naar de montage (spectaculair slagwerk is erg filmgeniek) en geluidsmixage (wat je kennelijk ook heel verkeerd kunt aanpakken).
Grote verliezers van deze Oscareditie waren naast Boyhood (één prijs, voor beste vrouwelijke bijrol van Patricia Arquette) The Imitation Game (beste bewerkte scenario), American Sniper (geluidsmontage), Interstellar (visuele effecten) en Selma (het beste liedje). Het veelvoudig genomineerde Foxcatcher (5x) en Mr. Turner (4x) bleven zelfs met lege handen achter wat, gezien de concurrentie, niet als een verrassing kwam. Ook bij het beroemdste filmfeest van het jaar schijt de duivel op de grote hoop.

Eén belangrijke Oscar is nog niet aan bod geweest. De prijs voor beste vrouwelijke hoofdrol ging naar Julianne Moore in Still Alice. Omdat die film (over Alzheimer!) pas vanaf 12 maart de bioscoop bereikt, en de persvoorstelling zelfs nog moet plaatsvinden, kan ik daar weinig verstandigs over zeggen. Hooguit dat Moore in de regel solide acteert, terwijl de verrichtingen van de overige kandidaten mij niet in vuur en vlam hebben gezet. Laten we het er voorlopig maar op houden dat het met die prijs wel goed zit. Zo niet, dan praat ik u graag bij.

--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
---------------------------------------------
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2015 Hans Knegtmans
powered by CJ2