archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 9
Jaargang 11
27 februari 2014
Beschouwingen > Van de redactie delen printen terug
In memoriam Frans de Jong Frits Hoorweg

0318BS Mens
Zaterdag j.l. kwam een gemeenschappelijke vriend mij vertellen dat Frans de Jong overleden was. Frans schreef wel eens voor De Leunstoel, meestal waren dat co-producties. Samen gebruikten wij daarvoor het pseudoniem Alphons Voorschot, maar kortgeleden werkte hij onder eigen naam mee aan een aflevering van de rubriek De Verbazing. Het leek wel of een ‘aangever’ het beste in hem boven bracht.
 
Een van onze laatste contacten verliep via Whats App. Op een begraafplaatsje in (op, zeggen ze daar) Scheveningen was ik een oude, verweerde gedenksteen tegengekomen voor Guillaume Groen van Prinsterer. Op mijn foto ervan was nauwelijks iets te onderscheiden, maar Frans had geen nadere uitleg nodig. ‘Tegen de revolutie!’ was zijn enthousiaste reactie. Opmerkelijk was dat wel: de gretigheid waarmee hij koketteerde met zijn ‘roots’, terwijl hij op het eerste gezicht toch eerder als een vrije denker was aan te merken.
 
Nadat hij bij ons ministerie was komen werken (ik heb het over zo’n 30 jaar geleden!) viel het mij op dat hij bijna altijd te laat bij vergaderingen arriveerde. ‘Oh, sorry, ik wist niet dat jullie precies om 14.00 begonnen,’ zei hij dan bijvoorbeeld. Vervolgens haakte hij meteen in op de kwestie die aan de orde was. Het leek wel of hij achter de deur had staan luisteren en het goede moment had afgewacht om zijn intrede te doen. Vaak droeg hij meteen een goed idee aan om een probleem op te lossen, liefst door er op een geheel andere manier tegenaan te kijken. In de lacherige sfeer die nogal eens ontstond (dat bleek een bonus) lukte het goed meningsverschillen te laten verdampen.
 
Die rol: ergens binnenvallen om de aanwezigen een nieuwe kijk op de zaken te geven, was hem op het lijf geschreven. In de laatste jaren had hij daar dan ook zijn werk van gemaakt. ‘Management, dat moet ik maar niet meer doen,’ heb ik hem meermalen tegen zichzelf horen zeggen. Adviseren lag hem om meerdere redenen heel goed. Hij legde makkelijk contacten en het onderhouden daarvan was een tweede natuur, al ging dat dan wel op zijn speciale manier. Binnen no-time zat je middenin een gesprek over het laatste WRR-rapport of de theorieën van Kropotkin. Hij deed dat zonder aanzien des persoons! Met de mogelijkheid dat zijn gesprekspartner geen notie had waar het over ging wenste hij geen rekening te houden. Het grappige was dat de meeste mensen daar geen aanstoot aan namen, integendeel: ze voelden zich misschien wel gevleid.
 
Wat natuurlijk vooral telde was dat hij een veelzijdige belangstelling had en een snel werkend, dynamisch brein. Een probleem per dag aanpakken, dat was eigenlijk niet genoeg, graag een per dagdeel en dan bij de lunch ook nog een goed gesprek over iets dat hij de week daarvoor in de kroeg had meegemaakt. Hij dartelde graag van de ene kwestie naar de andere. (Hoewel het woord dartelen, vooral de laatste jaren met die knie, niet al te letterlijk moet worden opgevat.) Met enige trots vertelde hij mij een keer dat iemand (ik geloof de beheerder van een jachthaven) hem had voorgesteld aan een ander, onder toevoeging van de waarschuwende woorden: ‘deze meneer z’n hersens werken als een flipperkast’.
 
De gedachte, of eigenlijk de wetenschap, dat dit speelgoed hem zou worden afgepakt was blijkbaar onverdraaglijk voor hem. Daar moeten wij vrede mee hebben, al valt te vrezen dat ik die woorden nog vaak tegen mijzelf zal moeten zeggen.
 
---------------------------
De tekening van Frans is (waarschijnlijk) gemaakt door: Floris Wiegerinck,
voor bij het Interview met hem dat geplaatst werd in Jrg 3, Nr 18.

----------------------------------------------------------------------------------
Frans de Jong (1952-2014) wordt a.s. vrijdag begraven in Lexmond.


© 2014 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Van de redactie" -
Beschouwingen > Van de redactie
In memoriam Frans de Jong Frits Hoorweg
0318BS Mens
Zaterdag j.l. kwam een gemeenschappelijke vriend mij vertellen dat Frans de Jong overleden was. Frans schreef wel eens voor De Leunstoel, meestal waren dat co-producties. Samen gebruikten wij daarvoor het pseudoniem Alphons Voorschot, maar kortgeleden werkte hij onder eigen naam mee aan een aflevering van de rubriek De Verbazing. Het leek wel of een ‘aangever’ het beste in hem boven bracht.
 
Een van onze laatste contacten verliep via Whats App. Op een begraafplaatsje in (op, zeggen ze daar) Scheveningen was ik een oude, verweerde gedenksteen tegengekomen voor Guillaume Groen van Prinsterer. Op mijn foto ervan was nauwelijks iets te onderscheiden, maar Frans had geen nadere uitleg nodig. ‘Tegen de revolutie!’ was zijn enthousiaste reactie. Opmerkelijk was dat wel: de gretigheid waarmee hij koketteerde met zijn ‘roots’, terwijl hij op het eerste gezicht toch eerder als een vrije denker was aan te merken.
 
Nadat hij bij ons ministerie was komen werken (ik heb het over zo’n 30 jaar geleden!) viel het mij op dat hij bijna altijd te laat bij vergaderingen arriveerde. ‘Oh, sorry, ik wist niet dat jullie precies om 14.00 begonnen,’ zei hij dan bijvoorbeeld. Vervolgens haakte hij meteen in op de kwestie die aan de orde was. Het leek wel of hij achter de deur had staan luisteren en het goede moment had afgewacht om zijn intrede te doen. Vaak droeg hij meteen een goed idee aan om een probleem op te lossen, liefst door er op een geheel andere manier tegenaan te kijken. In de lacherige sfeer die nogal eens ontstond (dat bleek een bonus) lukte het goed meningsverschillen te laten verdampen.
 
Die rol: ergens binnenvallen om de aanwezigen een nieuwe kijk op de zaken te geven, was hem op het lijf geschreven. In de laatste jaren had hij daar dan ook zijn werk van gemaakt. ‘Management, dat moet ik maar niet meer doen,’ heb ik hem meermalen tegen zichzelf horen zeggen. Adviseren lag hem om meerdere redenen heel goed. Hij legde makkelijk contacten en het onderhouden daarvan was een tweede natuur, al ging dat dan wel op zijn speciale manier. Binnen no-time zat je middenin een gesprek over het laatste WRR-rapport of de theorieën van Kropotkin. Hij deed dat zonder aanzien des persoons! Met de mogelijkheid dat zijn gesprekspartner geen notie had waar het over ging wenste hij geen rekening te houden. Het grappige was dat de meeste mensen daar geen aanstoot aan namen, integendeel: ze voelden zich misschien wel gevleid.
 
Wat natuurlijk vooral telde was dat hij een veelzijdige belangstelling had en een snel werkend, dynamisch brein. Een probleem per dag aanpakken, dat was eigenlijk niet genoeg, graag een per dagdeel en dan bij de lunch ook nog een goed gesprek over iets dat hij de week daarvoor in de kroeg had meegemaakt. Hij dartelde graag van de ene kwestie naar de andere. (Hoewel het woord dartelen, vooral de laatste jaren met die knie, niet al te letterlijk moet worden opgevat.) Met enige trots vertelde hij mij een keer dat iemand (ik geloof de beheerder van een jachthaven) hem had voorgesteld aan een ander, onder toevoeging van de waarschuwende woorden: ‘deze meneer z’n hersens werken als een flipperkast’.
 
De gedachte, of eigenlijk de wetenschap, dat dit speelgoed hem zou worden afgepakt was blijkbaar onverdraaglijk voor hem. Daar moeten wij vrede mee hebben, al valt te vrezen dat ik die woorden nog vaak tegen mijzelf zal moeten zeggen.
 
---------------------------
De tekening van Frans is (waarschijnlijk) gemaakt door: Floris Wiegerinck,
voor bij het Interview met hem dat geplaatst werd in Jrg 3, Nr 18.

----------------------------------------------------------------------------------
Frans de Jong (1952-2014) wordt a.s. vrijdag begraven in Lexmond.
© 2014 Frits Hoorweg
powered by CJ2