archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 11
30 januari 2014
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Nooit genoeg van Jan Wolkers Mas Papo

1107VG WolkersTelkens als ik vanaf de boot via de Pontweg naar De Koog rijd, kom ik langs afslag 11, de Rozendijk. En altijd moet ik dan denken aan Jan Wolkers. Hij werkte en woonde aan de Rozendijk. Zijn huis en werkplaats, verscholen in het groen, met vanuit zijn beroemde tuin uitzicht op landerijen, richting Den Hoorn. Wat moet hij daar in zijn element geweest zijn. Karina woont er nog en signeert tegenwoordig zijn dagboeken en andere werken die na zijn dood zijn uitgegeven. Zelf schrijft ze verhalen en niet onverdienstelijk.

Ik heb Jan Wolkers een keer ontmoet op 1 mei 2003 tijdens de presentatie van zijn kunstwerk het “Thijsse-monument.” Met een helikopter is het monument op een kunstmatig eiland in de eendenvijver geplaatst. Na de toespraak op het schoolplein van de belendende Jac. P. Thijsseschool mocht ik hem de hand schudden. Hij dacht dat ik fotograaf was, en dat liet ik toen maar zo, want je wilt toch iets zijn. Met diezelfde hand signeerde hij mijn boek, zijn boek. De hand waar hij later zo’n last van had dat schrijven onmogelijk werd en hij zijn boeken signeerde met een stempel. Zijn naam vergezeld van een haan.

Een enorme fascinatie had hij voor de natuur, mede dankzij diezelfde Jac. P. Thijsse die vele Verkadealbums schreef over planten en dieren en Texel. Waar plaatjes bij hoorde, die in rollen beschuit zaten verborgen. “Het is een eresaluut aan God. Thijsse was een kleine god, van de duinpannen. Het is een eerbetoon aan de natuurkenner,” volgens Wolkers over het monument. Ook zelf schreef hij over alles wat groeide en bloeide. Al in zijn eerste boeken komt naast dood en de liefde, de natuur voor: Vlezige regenwormen met een gele band midden in het lichaam, of ze een verstuikte knie hebben. Uit Serpentina’s petticoat, zijn debuutroman.

In het boekje “De grazige weide” uitgegeven door mijn vrienden van boekhandel “het Open Boek” op Texel, ter gelegenheid van de onthulling van het Thijsse-monument schreef hij in een volzin: “Terwijl de buitenwereld op kookpunt raakte, over de radio de hysterische falsetstem van een doortrapte rancuneuze kleinburger opriep tot haat en vernietiging, …. lag ik daar in een overdaad van watergentianen, zilverschoon, levendbarende hagedissen, koningsmantels, die albumplaatjesgewijs aan mijn aandachtig ook voorbijtrokken op het rustige ritme van de liefdevolle stem van Jac. P. Thijsse”. Op de stippels nog meer ellende, die zich in die tijd afspeelde.

Iemand die zo schrijft over gebeurtenissen en zo via de natuur weet te relativeren wordt node gemist. Zijn laatste woorden waren: ”Zo is het genoeg”. Maar dat geldt niet voor mij, ik krijg geen genoeg van zijn geschriften.

********************************
Het plaatje is geleverd door de schrijver


© 2014 Mas Papo meer Mas Papo - meer "De wereldliteratuur roept"
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Nooit genoeg van Jan Wolkers Mas Papo
1107VG WolkersTelkens als ik vanaf de boot via de Pontweg naar De Koog rijd, kom ik langs afslag 11, de Rozendijk. En altijd moet ik dan denken aan Jan Wolkers. Hij werkte en woonde aan de Rozendijk. Zijn huis en werkplaats, verscholen in het groen, met vanuit zijn beroemde tuin uitzicht op landerijen, richting Den Hoorn. Wat moet hij daar in zijn element geweest zijn. Karina woont er nog en signeert tegenwoordig zijn dagboeken en andere werken die na zijn dood zijn uitgegeven. Zelf schrijft ze verhalen en niet onverdienstelijk.

Ik heb Jan Wolkers een keer ontmoet op 1 mei 2003 tijdens de presentatie van zijn kunstwerk het “Thijsse-monument.” Met een helikopter is het monument op een kunstmatig eiland in de eendenvijver geplaatst. Na de toespraak op het schoolplein van de belendende Jac. P. Thijsseschool mocht ik hem de hand schudden. Hij dacht dat ik fotograaf was, en dat liet ik toen maar zo, want je wilt toch iets zijn. Met diezelfde hand signeerde hij mijn boek, zijn boek. De hand waar hij later zo’n last van had dat schrijven onmogelijk werd en hij zijn boeken signeerde met een stempel. Zijn naam vergezeld van een haan.

Een enorme fascinatie had hij voor de natuur, mede dankzij diezelfde Jac. P. Thijsse die vele Verkadealbums schreef over planten en dieren en Texel. Waar plaatjes bij hoorde, die in rollen beschuit zaten verborgen. “Het is een eresaluut aan God. Thijsse was een kleine god, van de duinpannen. Het is een eerbetoon aan de natuurkenner,” volgens Wolkers over het monument. Ook zelf schreef hij over alles wat groeide en bloeide. Al in zijn eerste boeken komt naast dood en de liefde, de natuur voor: Vlezige regenwormen met een gele band midden in het lichaam, of ze een verstuikte knie hebben. Uit Serpentina’s petticoat, zijn debuutroman.

In het boekje “De grazige weide” uitgegeven door mijn vrienden van boekhandel “het Open Boek” op Texel, ter gelegenheid van de onthulling van het Thijsse-monument schreef hij in een volzin: “Terwijl de buitenwereld op kookpunt raakte, over de radio de hysterische falsetstem van een doortrapte rancuneuze kleinburger opriep tot haat en vernietiging, …. lag ik daar in een overdaad van watergentianen, zilverschoon, levendbarende hagedissen, koningsmantels, die albumplaatjesgewijs aan mijn aandachtig ook voorbijtrokken op het rustige ritme van de liefdevolle stem van Jac. P. Thijsse”. Op de stippels nog meer ellende, die zich in die tijd afspeelde.

Iemand die zo schrijft over gebeurtenissen en zo via de natuur weet te relativeren wordt node gemist. Zijn laatste woorden waren: ”Zo is het genoeg”. Maar dat geldt niet voor mij, ik krijg geen genoeg van zijn geschriften.

********************************
Het plaatje is geleverd door de schrijver
© 2014 Mas Papo
powered by CJ2