archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 10
25 april 2013
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Hoe realistisch is ‘Lijmen’? Frits Hoorweg

1013VG Kaas
De laatste maanden ben ik druk geweest met het maken van een boek. Door kennis te nemen van de titel: ‘De Zoeterwoudse boerenkaasmakers’ weet U meteen waar het over gaat. A.s. zondag, de 28e april, wordt het gepresenteerd, tijdens het (tweejaarlijkse) Boerenkaasfeest in De Meester, te Zoeterwoude natuurlijk. De boekpresentatie is rond 13.00 uur, zelf kan ik er helaas niet bij zijn, maar dat is voor U geen reden ook weg te blijven.

Voor de goede orde: ik ben niet de enige auteur van het boek, er is aan gewerkt door diverse mensen. Zelf heb ik wat interviews gehouden en een wandeling gemaakt, en die vervolgens beschreven. Tegen mijn gewoonte in heb ik mij tijdens de voorbereiding ook laten inschakelen bij de fondsenwerving. Dat leverde een paar opmerkelijke ervaringen op.

Om te beginnen moesten de boeren waar het over zou gaan (negen in getal) overgehaald worden om allemaal mee te doen, en om een substantiële bijdrage te leveren. Dat leek ons een voorwaarde om mogelijke andere financiers over te brug te kunnen halen. Maar ja, wat is een substantiële bijdrage? En hoe voorkomen we dat er boeren af gaan vallen, omdat ze de gevraagde bijdrage, zeg maar, te substantieel vinden? In dat stadium van de voorbereiding kwam onze projectleider met het volgende voorstel op de proppen.

‘Aangezien de boeken een verkoopprijs krijgen van 10 euro, denk ik aan de volgende staffel:

Bijdrage veehouder
Aantal boeken
Voordeel bij verkoop
250 euro
25
Nul (25 is minimum)
350
40
+ 50
400
50
+ 100
500
65
+ 150

Anders1013VG Zelfkazen gezegd, als de kaasmaker de boeken in de winkel actief verkoopt, kan hij/zij er nog wat aan overhouden ook! Over dat laatste, de staffeling en bijbehorende cijfers/aantallen, hoor ik graag jullie mening.’

Hier kreeg ik bijkans de slappe lach van, terwijl tevens alarmbellen begonnen te rinkelen in mijn hoofd. Dit lijkt zo uit ‘Lijmen’ van Elsschot te komen! Het illustere duo Boorman en Laarmans probeert (pag. 130 *) een eenvoudige vrouw honderdduizend exemplaren van het Wereldtijdschrift te verkopen, met als argument dat het voordeliger is dan een kleiner aantal. En dan komt er ook zo’n staffel ter tafel, die door Elsschot trouwens als ‘cijferladder’ wordt aangemerkt.
Toen ik mijn medeauteurs van dit inzicht op de hoogte had gebracht keken zij me verbijsterd aan. ‘Hoe heet dat boek? Goh, dat moet ik dan misschien toch eens lezen.’ Uit de toon waarop deze zinnen werden uitgesproken bleek dat het waarschijnlijk bij die constatering zou blijven.
Aan mijn dringende verzoek om niet met die staffel naar buiten te gaan werd echter zonder morren gevolg gegeven.

Later in het proces deed zich iets voor dat mij opnieuw aan hetzelfde boek deed denken. Tijdens een bijeenkomst van de zelfkazende boeren, ter voorbereiding van dat feestje van a.s. zondag, moest een besluit worden genomen over het boek. Ter tafel lag het voorstel dat iedereen 225 euro zou bijdragen in ruil voor 25 boeken. Daar gingen ze uiteindelijk mee akkoord, de laatste in de rij, een kaasboerin, onder deze verzuchting: ‘Goed, OK, maar wat moet ik met al die boeken?’ Kijk, daar heb je nou een opmerking die duidelijk maakt dat het niet aangaat ‘Lijmen’ alleen te zien als een ‘naar het leven getekend’ verhaal. Iemand met een beetje gezond verstand trapt niet in die truc met de cijferladder van Elsschot.

Overigens om mogelijke misverstanden te vermijden moet ik nog wel even benadrukken dat wij (de auteurs) niet bezig waren met een poging tot zelfverrijking. Wij probeerden slechts uit de kosten te komen. Of zou Boorman dat ook gezegd kunnen hebben?

* Willem Elsschot, Lijmen – Het Been, Atheneum, Polak & Van Gennep, Amsterdam 2002
 
*************************
De tekening is van Pepijn Lampe
Meer informatie op: www.pepdesign.be


© 2013 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Hoe realistisch is ‘Lijmen’? Frits Hoorweg
1013VG Kaas
De laatste maanden ben ik druk geweest met het maken van een boek. Door kennis te nemen van de titel: ‘De Zoeterwoudse boerenkaasmakers’ weet U meteen waar het over gaat. A.s. zondag, de 28e april, wordt het gepresenteerd, tijdens het (tweejaarlijkse) Boerenkaasfeest in De Meester, te Zoeterwoude natuurlijk. De boekpresentatie is rond 13.00 uur, zelf kan ik er helaas niet bij zijn, maar dat is voor U geen reden ook weg te blijven.

Voor de goede orde: ik ben niet de enige auteur van het boek, er is aan gewerkt door diverse mensen. Zelf heb ik wat interviews gehouden en een wandeling gemaakt, en die vervolgens beschreven. Tegen mijn gewoonte in heb ik mij tijdens de voorbereiding ook laten inschakelen bij de fondsenwerving. Dat leverde een paar opmerkelijke ervaringen op.

Om te beginnen moesten de boeren waar het over zou gaan (negen in getal) overgehaald worden om allemaal mee te doen, en om een substantiële bijdrage te leveren. Dat leek ons een voorwaarde om mogelijke andere financiers over te brug te kunnen halen. Maar ja, wat is een substantiële bijdrage? En hoe voorkomen we dat er boeren af gaan vallen, omdat ze de gevraagde bijdrage, zeg maar, te substantieel vinden? In dat stadium van de voorbereiding kwam onze projectleider met het volgende voorstel op de proppen.

‘Aangezien de boeken een verkoopprijs krijgen van 10 euro, denk ik aan de volgende staffel:

Bijdrage veehouder
Aantal boeken
Voordeel bij verkoop
250 euro
25
Nul (25 is minimum)
350
40
+ 50
400
50
+ 100
500
65
+ 150

Anders1013VG Zelfkazen gezegd, als de kaasmaker de boeken in de winkel actief verkoopt, kan hij/zij er nog wat aan overhouden ook! Over dat laatste, de staffeling en bijbehorende cijfers/aantallen, hoor ik graag jullie mening.’

Hier kreeg ik bijkans de slappe lach van, terwijl tevens alarmbellen begonnen te rinkelen in mijn hoofd. Dit lijkt zo uit ‘Lijmen’ van Elsschot te komen! Het illustere duo Boorman en Laarmans probeert (pag. 130 *) een eenvoudige vrouw honderdduizend exemplaren van het Wereldtijdschrift te verkopen, met als argument dat het voordeliger is dan een kleiner aantal. En dan komt er ook zo’n staffel ter tafel, die door Elsschot trouwens als ‘cijferladder’ wordt aangemerkt.
Toen ik mijn medeauteurs van dit inzicht op de hoogte had gebracht keken zij me verbijsterd aan. ‘Hoe heet dat boek? Goh, dat moet ik dan misschien toch eens lezen.’ Uit de toon waarop deze zinnen werden uitgesproken bleek dat het waarschijnlijk bij die constatering zou blijven.
Aan mijn dringende verzoek om niet met die staffel naar buiten te gaan werd echter zonder morren gevolg gegeven.

Later in het proces deed zich iets voor dat mij opnieuw aan hetzelfde boek deed denken. Tijdens een bijeenkomst van de zelfkazende boeren, ter voorbereiding van dat feestje van a.s. zondag, moest een besluit worden genomen over het boek. Ter tafel lag het voorstel dat iedereen 225 euro zou bijdragen in ruil voor 25 boeken. Daar gingen ze uiteindelijk mee akkoord, de laatste in de rij, een kaasboerin, onder deze verzuchting: ‘Goed, OK, maar wat moet ik met al die boeken?’ Kijk, daar heb je nou een opmerking die duidelijk maakt dat het niet aangaat ‘Lijmen’ alleen te zien als een ‘naar het leven getekend’ verhaal. Iemand met een beetje gezond verstand trapt niet in die truc met de cijferladder van Elsschot.

Overigens om mogelijke misverstanden te vermijden moet ik nog wel even benadrukken dat wij (de auteurs) niet bezig waren met een poging tot zelfverrijking. Wij probeerden slechts uit de kosten te komen. Of zou Boorman dat ook gezegd kunnen hebben?

* Willem Elsschot, Lijmen – Het Been, Atheneum, Polak & Van Gennep, Amsterdam 2002
 
*************************
De tekening is van Pepijn Lampe
Meer informatie op: www.pepdesign.be
© 2013 Frits Hoorweg
powered by CJ2