archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 10
14 maart 2013
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Christensocialisten aan de Hoerenkil Willem Minderhout

1010VG Plaquette Plockhoy
Vervolg op: Pieter Plockhoy, held uit de Gouden Eeuw http://deleunstoel.nl/zoeken.php?artikel_id=3379
 
Sinds mijn vorige artikel over Plockhoy werd ik van verschillende kanten op internetbronnen gewezen met aanvullende informatie. In een artikel van Henk Looijesteijn kwam ik iets meer biografische gegevens tegen. Plockhoy was alles behalve een geschoolde intellectueel maar een ambachtsman: een timmerman of tinsmid met een bovengemiddelde intellectuele belangstelling. Tussen 1649 en 1652 was hij als Doopsgezinde voorganger in Middelburg actief. Hij was geen onomstreden figuur en moest die stad verlaten vanwege zijn losse seksuele moraal. Dat was de aanleiding om naar het Engeland van Cromwell uit te wijken. Looijesteijn concentreert zich in zijn artikel op de ‘arbeidsethiek’ van Plockhoy. Hij maakt het heel aannemelijk dat Plockhoys ‘coöperatieve systeem’ er vooral op gericht was om aan de noden van ambachtslieden zoals hij zelf een einde te maken, waarbij hij zwaar op een Bijbelse ethiek leunde.

Velen – niet alleen Quack, maar ook Karl Kautsky en Theun de Vries – hebben de wortels van het socialisme gelokaliseerd in allerlei, vooral door ambachtslieden gevormde, Christelijke sekten door de eeuwen heen. Momenteel wordt Christendom en socialisme echter niet vaak meer in een adem genoemd. Zeker de meest luidruchtige manifestaties van het Amerikaanse Christendom zijn alles behalve ‘links’ te noemen. Ik vond het daarom opmerkelijk dat ik op het weblog van Nelleke Noordervliet een foto van een plaquette aantrof uit het stadje Lewes, waarop – blijkbaar vol trots – verwezen werd naar het feit dat op die plaats een ‘communistic settlement established by Mennonites from Holland under Peter Cornelius Plockhoy‘ gevestigd was geweest.

Er blijkt nog zo’n soort plaquette te bestaan. In het stadhuis – nu museum – van Plockhoy’s geboortestad Zierikzee hangt er een waarop hij wordt geëerd als ‘pioneer of Christian Civilization in America’. Deze plaquette werd in 1913 aangeboden door ‘The Netherlands Society of Philadelphia’. In 1962 was dit aanleiding voor de Zierikzeeënaar W. van Lelyveld, die in Smyrna, Delaware - een stadje op ongeveer honderd kilometer van het voormalige Swaenendael (nu Lewes) – verbleef om wat naspeuringen te doen. Veel nieuws voegt het artikel niet toe aan wat ik reeds over Plockhoy te weten was gekomen, maar wel een aantal aardige details.

Plockhoy had voor Swaenendael ‘117 articles of government’ opgesteld waarin het coöperatieve karakter van de nederzetting waren vastgelegd. Een van die artikelen verbood slavernij. Volgens Van Lelyveld was dit de eerste wet in Amerika die de slavernij verbood. Dat moet dus ruim voor de anti-slavernijpetitie van de Quakers uit zijn laatste woonplaats Germantown zijn geweest, die door Wikipedia als de geboorte van de anti-slavernijbeweging wordt genoemd. Ook zou Plockhoy tussen de verwoesting van Swaenendael en zijn aankomst in Germantown nog ergens geprobeerd hebben om een cooperatieve nederzetting te stichten. Deze informatie kom ik echter nergens anders tegen. Tot slot noemt Lelyveld hem consequent ‘Plockhooy’. Daar kom ik later op terug.

Het krantenartikel werd geïllustreerd met een foto van het museum van Lewes. Dit museum is1010VG Delaware en Lenape een kopie van het stadhuis van Hoorn en werd in 1931 gebouwd ter ere van het feit dat driehonderd jaar eerder de eerste Nederlanders zich daar gevestigd hadden. Het museum bestaat nog steeds, heet het Zwaanendael Museum en heeft een website.

Zelfs nu blijkt Plockhoy nog niet vergeten te zijn in de Verenigde Staten. Ik vond een artikel van Erika Klap die naar gegevens over hem op zoek was gegaan naar aanleiding van een boek van Leland en Marvin Harder, Plockhoy from Zurik-zee uit 1952. Klap vindt het werk van de gebroeders Harder geen al te objectieve bron, omdat zij als mede-Mennonieten wellicht iets te positief over Plockhoy zouden oordelen. Haar artikel geeft wel interessante informatie over de achtergrond van de interesse van het Amsterdamse gemeentebestuur om de oversteek van Nederlandse kolonisten naar de Delaware-baai (toen ‘Zuidrivier’ genoemd) te stimuleren. Steeds meer Zweden hadden zich daar gevestigd, waardoor de Nederlanders de controle over het gebied dreigden te verliezen. Na veel getouwtrek kreeg Plockhoy uiteindelijk toestemming om ‘bij de Hoerenkil, waar vroeger het patroonschap Swanendael gevestigd was’ zijn kolonie te beginnen.

En de Amerikaanse Mennonieten blijven boeken schrijven waarin Plockhoy voorkomt. In 2005 verscheen The homeland in my heart van James Landis. Fragmenten van dit boek zijn op internet te lezen. Mij trof vooral een voetnoot bij de passage waarin de hoofdpersoon – een mesties - Hermanus Wiltbanck tegenkomt die zich introduceert als de zwager van de broers Harmen Cornelisen Spijcker en Pieter Cornelisen Plockhoy. In die noot worden de bijnamen ‘spijker’ en ‘plockhoy’ verklaard: ‘nail’ en ‘haystack’. Plockhoy heeft dus niets met het Russische ‘плохой’ te maken, maar betekent gewoon een pluk hooi, een hooiberg.

In de Nederlandse literatuur is Plockhoy nu ook – zij het voorzichtigjes – doorgedrongen. In Vrij Man schrijft Nelleke Noordervliet dat Franciscus van den Enden niet in opdracht van Plockhoy de Amsterdamse magistraten bestookte met zijn kolonisatieplannen, maar dat hij zelf een kolonie wilde stichten. De Amsterdamse vroede vaderen zouden echter de voorkeur gegeven hebben aan ‘de brave menist’ Plockhoy boven de van atheïsme verdachte Van den Enden. De twee zouden zelfs vijanden van elkaar zijn geworden. Ik heb geen idee waar Noordervliet die interpretatie op baseert, maar de kop is er af: Pieter Plockhoy leeft. Ook in Nederland.
 
Met dank aan J.W. Minderhout, S. Velasco en J.D. Snel voor de ‘nieuwe sporen’.
 
 
Henk Looijestein, Between Sin and Salvation: The Seventeenth-Century Dutch Artisan Pieter Plockhoy and His
Ethics of Work, IRSH 56 (2011), Special Issue, pp. 69–88
 
Erika Klap, ‘DE VESTIGING VAN PLOCKHOY AAN DE HOERENKIL IDEALISME IN NIEUW-NEDERLAND’
 
W.J.R van Lelyveld, ‘Pieter Corneliszoon Plockhooy, een groot burger van Zierikzee’, Zierikzeesche Nieuwsbode, 13 september 1962
 
James G. Landis (2005), The Homeland in My Heart , Conquest Publishing, Petersburg (USA)
 
Nelleke Noordervliet (2012), Vrij Man, Augustus, Amsterdam/Antwerpen.


© 2013 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Christensocialisten aan de Hoerenkil Willem Minderhout
1010VG Plaquette Plockhoy
Vervolg op: Pieter Plockhoy, held uit de Gouden Eeuw http://deleunstoel.nl/zoeken.php?artikel_id=3379
 
Sinds mijn vorige artikel over Plockhoy werd ik van verschillende kanten op internetbronnen gewezen met aanvullende informatie. In een artikel van Henk Looijesteijn kwam ik iets meer biografische gegevens tegen. Plockhoy was alles behalve een geschoolde intellectueel maar een ambachtsman: een timmerman of tinsmid met een bovengemiddelde intellectuele belangstelling. Tussen 1649 en 1652 was hij als Doopsgezinde voorganger in Middelburg actief. Hij was geen onomstreden figuur en moest die stad verlaten vanwege zijn losse seksuele moraal. Dat was de aanleiding om naar het Engeland van Cromwell uit te wijken. Looijesteijn concentreert zich in zijn artikel op de ‘arbeidsethiek’ van Plockhoy. Hij maakt het heel aannemelijk dat Plockhoys ‘coöperatieve systeem’ er vooral op gericht was om aan de noden van ambachtslieden zoals hij zelf een einde te maken, waarbij hij zwaar op een Bijbelse ethiek leunde.

Velen – niet alleen Quack, maar ook Karl Kautsky en Theun de Vries – hebben de wortels van het socialisme gelokaliseerd in allerlei, vooral door ambachtslieden gevormde, Christelijke sekten door de eeuwen heen. Momenteel wordt Christendom en socialisme echter niet vaak meer in een adem genoemd. Zeker de meest luidruchtige manifestaties van het Amerikaanse Christendom zijn alles behalve ‘links’ te noemen. Ik vond het daarom opmerkelijk dat ik op het weblog van Nelleke Noordervliet een foto van een plaquette aantrof uit het stadje Lewes, waarop – blijkbaar vol trots – verwezen werd naar het feit dat op die plaats een ‘communistic settlement established by Mennonites from Holland under Peter Cornelius Plockhoy‘ gevestigd was geweest.

Er blijkt nog zo’n soort plaquette te bestaan. In het stadhuis – nu museum – van Plockhoy’s geboortestad Zierikzee hangt er een waarop hij wordt geëerd als ‘pioneer of Christian Civilization in America’. Deze plaquette werd in 1913 aangeboden door ‘The Netherlands Society of Philadelphia’. In 1962 was dit aanleiding voor de Zierikzeeënaar W. van Lelyveld, die in Smyrna, Delaware - een stadje op ongeveer honderd kilometer van het voormalige Swaenendael (nu Lewes) – verbleef om wat naspeuringen te doen. Veel nieuws voegt het artikel niet toe aan wat ik reeds over Plockhoy te weten was gekomen, maar wel een aantal aardige details.

Plockhoy had voor Swaenendael ‘117 articles of government’ opgesteld waarin het coöperatieve karakter van de nederzetting waren vastgelegd. Een van die artikelen verbood slavernij. Volgens Van Lelyveld was dit de eerste wet in Amerika die de slavernij verbood. Dat moet dus ruim voor de anti-slavernijpetitie van de Quakers uit zijn laatste woonplaats Germantown zijn geweest, die door Wikipedia als de geboorte van de anti-slavernijbeweging wordt genoemd. Ook zou Plockhoy tussen de verwoesting van Swaenendael en zijn aankomst in Germantown nog ergens geprobeerd hebben om een cooperatieve nederzetting te stichten. Deze informatie kom ik echter nergens anders tegen. Tot slot noemt Lelyveld hem consequent ‘Plockhooy’. Daar kom ik later op terug.

Het krantenartikel werd geïllustreerd met een foto van het museum van Lewes. Dit museum is1010VG Delaware en Lenape een kopie van het stadhuis van Hoorn en werd in 1931 gebouwd ter ere van het feit dat driehonderd jaar eerder de eerste Nederlanders zich daar gevestigd hadden. Het museum bestaat nog steeds, heet het Zwaanendael Museum en heeft een website.

Zelfs nu blijkt Plockhoy nog niet vergeten te zijn in de Verenigde Staten. Ik vond een artikel van Erika Klap die naar gegevens over hem op zoek was gegaan naar aanleiding van een boek van Leland en Marvin Harder, Plockhoy from Zurik-zee uit 1952. Klap vindt het werk van de gebroeders Harder geen al te objectieve bron, omdat zij als mede-Mennonieten wellicht iets te positief over Plockhoy zouden oordelen. Haar artikel geeft wel interessante informatie over de achtergrond van de interesse van het Amsterdamse gemeentebestuur om de oversteek van Nederlandse kolonisten naar de Delaware-baai (toen ‘Zuidrivier’ genoemd) te stimuleren. Steeds meer Zweden hadden zich daar gevestigd, waardoor de Nederlanders de controle over het gebied dreigden te verliezen. Na veel getouwtrek kreeg Plockhoy uiteindelijk toestemming om ‘bij de Hoerenkil, waar vroeger het patroonschap Swanendael gevestigd was’ zijn kolonie te beginnen.

En de Amerikaanse Mennonieten blijven boeken schrijven waarin Plockhoy voorkomt. In 2005 verscheen The homeland in my heart van James Landis. Fragmenten van dit boek zijn op internet te lezen. Mij trof vooral een voetnoot bij de passage waarin de hoofdpersoon – een mesties - Hermanus Wiltbanck tegenkomt die zich introduceert als de zwager van de broers Harmen Cornelisen Spijcker en Pieter Cornelisen Plockhoy. In die noot worden de bijnamen ‘spijker’ en ‘plockhoy’ verklaard: ‘nail’ en ‘haystack’. Plockhoy heeft dus niets met het Russische ‘плохой’ te maken, maar betekent gewoon een pluk hooi, een hooiberg.

In de Nederlandse literatuur is Plockhoy nu ook – zij het voorzichtigjes – doorgedrongen. In Vrij Man schrijft Nelleke Noordervliet dat Franciscus van den Enden niet in opdracht van Plockhoy de Amsterdamse magistraten bestookte met zijn kolonisatieplannen, maar dat hij zelf een kolonie wilde stichten. De Amsterdamse vroede vaderen zouden echter de voorkeur gegeven hebben aan ‘de brave menist’ Plockhoy boven de van atheïsme verdachte Van den Enden. De twee zouden zelfs vijanden van elkaar zijn geworden. Ik heb geen idee waar Noordervliet die interpretatie op baseert, maar de kop is er af: Pieter Plockhoy leeft. Ook in Nederland.
 
Met dank aan J.W. Minderhout, S. Velasco en J.D. Snel voor de ‘nieuwe sporen’.
 
 
Henk Looijestein, Between Sin and Salvation: The Seventeenth-Century Dutch Artisan Pieter Plockhoy and His
Ethics of Work, IRSH 56 (2011), Special Issue, pp. 69–88
 
Erika Klap, ‘DE VESTIGING VAN PLOCKHOY AAN DE HOERENKIL IDEALISME IN NIEUW-NEDERLAND’
 
W.J.R van Lelyveld, ‘Pieter Corneliszoon Plockhooy, een groot burger van Zierikzee’, Zierikzeesche Nieuwsbode, 13 september 1962
 
James G. Landis (2005), The Homeland in My Heart , Conquest Publishing, Petersburg (USA)
 
Nelleke Noordervliet (2012), Vrij Man, Augustus, Amsterdam/Antwerpen.
© 2013 Willem Minderhout
powered by CJ2