archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 10
14 maart 2013
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Waar kan ik een uitrijkaart krijgen? Frits Hoorweg

1010BS Uitrijkaart
Noodgedwongen bracht ik enige tijd door op de afdeling voor spoedeisende hulp van een groot ziekenhuis. Anders dan de TV-serie Casualty doet vermoeden gaat de tijd daar tergend langzaam aan je voorbij. Af en toe komt er iemand langs die de patiënt voor de zoveelste keer vraagt wat de klachten zijn, afgewisseld door verpleegsters die een metinkje zus of zo doen en beloven dat de dokter zo dadelijk zal komen om de resultaten te bespreken. Natuurlijk heb je niets te lezen bij je en als dat wel zo was zou je de benodigde concentratie niet kunnen opbrengen.

Gelukkig was er in het aangrenzende kamertje net iemand binnengebracht met iets heel spannends. Er liepen steeds maar mensen in en uit om hem te helpen. Uit flarden van gesprekken bleek dat hij in grote ademnood was geweest en dat hij daarvoor nog steeds ‘aan de fles’ lag. Verder was hem vocht toegediend, waardoor hij hevige aandrang op de blaas had. Hij wilde eruit om te plassen, maar dat werd hem op barse toon verboden door een zuster met een Duits accent (echt, dat verbeeld ik mij niet). Later kwamen er mannen met gele jasjes en laarzen langs die de patiënt, bleek uit de conversatie die volgde, met hulp van de brandweer uit zijn huis hadden bevrijd. Hij maakte zich zorgen over de vraag wat de buurman wel moest denken van de geforceerde deur.
Zo was ik via horen zeggen toch ‘getuige’ van iets dat op een spannende film leek.

Maar het wachten duurde zo lang dat de aandacht voor deze ‘film’ verflauwde. Ik begon mij (macht der gewoonte) af te vragen of de boel wel doeltreffend en doelmatig georganiseerd was. Er liepen allerlei mensen druk te doen, maar met welk oogmerk?
Het viel mij op dat er op zo’n afdeling spoedeisende hulp veel hulp wordt verleend die helemaal niet spoedeisend is. Het leidende principe zou toch, volgens mij, moeten zijn dat levensreddend wordt opgetreden, en dat als dat gebeurd is patiënten zo snel mogelijk ‘het gewone’ medische circuit in worden geleid. Maar zo werkt het dus niet, of slechts in beperkte mate. De patiënt wordt uiteindelijk weliswaar doorverwezen naar een specialist, maar moet daar gewoon ‘achteraan aansluiten’. Hier ligt misschien een mogelijkheid de boel beter te organiseren, lijkt mij. Dat het niet gebeurt schijnt overigens ook iets te maken te hebben met het declaratiesysteem binnen de gezondheidszorg. Vraag mij niet hoe het werkt.

In de wachtruimte, ik was er ‘slechts’ als begeleider en had dus de mogelijkheid mij te vertreden, lag de gebruikelijke verzameling oninteressante tijdschriften. Er was een scherm waarop tekenfilms werden vertoond. Een kleuter zat er gebiologeerd naar te kijken, haar moeder de gelegenheid gevend ongestoord over haar misère te piekeren. Aan de muur hing een rek met brochures over ziekten die je ook nog zou kunnen krijgen.
Ah, daar was de dokter met een recept voor de apotheek. Uitnodigingen van diverse specialisten zullen binnenkort worden toegestuurd, kondigde hij aan. Enige coördinatie is er dus wel.

Waar kon ik ook al weer een uitrijkaart krijgen voor de parkeergarage?
 
************************
De tekening is van Elène Klaren


© 2013 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Waar kan ik een uitrijkaart krijgen? Frits Hoorweg
1010BS Uitrijkaart
Noodgedwongen bracht ik enige tijd door op de afdeling voor spoedeisende hulp van een groot ziekenhuis. Anders dan de TV-serie Casualty doet vermoeden gaat de tijd daar tergend langzaam aan je voorbij. Af en toe komt er iemand langs die de patiënt voor de zoveelste keer vraagt wat de klachten zijn, afgewisseld door verpleegsters die een metinkje zus of zo doen en beloven dat de dokter zo dadelijk zal komen om de resultaten te bespreken. Natuurlijk heb je niets te lezen bij je en als dat wel zo was zou je de benodigde concentratie niet kunnen opbrengen.

Gelukkig was er in het aangrenzende kamertje net iemand binnengebracht met iets heel spannends. Er liepen steeds maar mensen in en uit om hem te helpen. Uit flarden van gesprekken bleek dat hij in grote ademnood was geweest en dat hij daarvoor nog steeds ‘aan de fles’ lag. Verder was hem vocht toegediend, waardoor hij hevige aandrang op de blaas had. Hij wilde eruit om te plassen, maar dat werd hem op barse toon verboden door een zuster met een Duits accent (echt, dat verbeeld ik mij niet). Later kwamen er mannen met gele jasjes en laarzen langs die de patiënt, bleek uit de conversatie die volgde, met hulp van de brandweer uit zijn huis hadden bevrijd. Hij maakte zich zorgen over de vraag wat de buurman wel moest denken van de geforceerde deur.
Zo was ik via horen zeggen toch ‘getuige’ van iets dat op een spannende film leek.

Maar het wachten duurde zo lang dat de aandacht voor deze ‘film’ verflauwde. Ik begon mij (macht der gewoonte) af te vragen of de boel wel doeltreffend en doelmatig georganiseerd was. Er liepen allerlei mensen druk te doen, maar met welk oogmerk?
Het viel mij op dat er op zo’n afdeling spoedeisende hulp veel hulp wordt verleend die helemaal niet spoedeisend is. Het leidende principe zou toch, volgens mij, moeten zijn dat levensreddend wordt opgetreden, en dat als dat gebeurd is patiënten zo snel mogelijk ‘het gewone’ medische circuit in worden geleid. Maar zo werkt het dus niet, of slechts in beperkte mate. De patiënt wordt uiteindelijk weliswaar doorverwezen naar een specialist, maar moet daar gewoon ‘achteraan aansluiten’. Hier ligt misschien een mogelijkheid de boel beter te organiseren, lijkt mij. Dat het niet gebeurt schijnt overigens ook iets te maken te hebben met het declaratiesysteem binnen de gezondheidszorg. Vraag mij niet hoe het werkt.

In de wachtruimte, ik was er ‘slechts’ als begeleider en had dus de mogelijkheid mij te vertreden, lag de gebruikelijke verzameling oninteressante tijdschriften. Er was een scherm waarop tekenfilms werden vertoond. Een kleuter zat er gebiologeerd naar te kijken, haar moeder de gelegenheid gevend ongestoord over haar misère te piekeren. Aan de muur hing een rek met brochures over ziekten die je ook nog zou kunnen krijgen.
Ah, daar was de dokter met een recept voor de apotheek. Uitnodigingen van diverse specialisten zullen binnenkort worden toegestuurd, kondigde hij aan. Enige coördinatie is er dus wel.

Waar kon ik ook al weer een uitrijkaart krijgen voor de parkeergarage?
 
************************
De tekening is van Elène Klaren
© 2013 Frits Hoorweg
powered by CJ2