archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 8
Jaargang 10
14 februari 2013
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Pieter Plockhoy, held uit de Gouden Eeuw Willem Minderhout

1008VG Plockhoy
‘In 1694 arriveerde in Pennsylvania in het dorp Germantown, gesticht en bewoond door Doopsgezinden uit Crefelds omstreken en uit Holland, een oude blinde man met zijn vrouw. Zijn ellende wekte het teedere medelijden op der Doopsgezinden aldaar. Zij gaven hem het burgerrecht vrij van alle lasten. Aan het einde der dorpsstraat wezen zij hem een stuk gronds van twaalf roeden lengte en een roede breedte toe waar hij zich een klein huis kon bouwen omringd door een tuin.’ 1)

Wie was die arme blinde sloeber die Germantown, nu een wijk van Philadelphia, kwam binnen strompelen? Een voetnoot in de geschiedenis? Misschien wel, maar de man kwam mijn leven in vrij korte tijd op drie manieren binnenwandelen. Hij wordt uitgebreid beschreven door Quack in zijn ‘Socialisten’ dat mij door een toeval in de schoot werd geworpen. 2) Ik kwam hem weer tegen in The Island at the Center of the World 3) en tot slot dook hij op in Israels Radical Enlightenment. 4)

Zijn naam was Pieter Plockhoy en hij kwam uit Zierikzee. Zijn merkwaardige naam wekte mijn belangstelling. In het Russisch betekent ‘плохой’ zoiets als ‘de slechte’. Zou hij Russische voorouders hebben gehad? Ik ben het niet te weten gekomen. Wat ik wel te weten gekomen ben is dat deze Plockhoy een van de interessantste personen was uit onze Gouden Eeuw.

Plockhoy streefde een soort universeel Christendom na. Hij gruwde van dogmatische sektes en priesters die alleen oog hadden voor de onzichtbare ziel, maar geen oog hadden voor de behoeften van het lichaam. Hij vond dat de staat geen partij moest kiezen in die sektenstrijd maar de vrije discussie moest stimuleren om zo de waarheid te benaderen. Hij was dus een vroege pleitbezorger van de scheiding van kerk en staat. Quack noemt Plockhoy een Doopsgezinde, maar deze opvatting lijkt meer op die van de Collegianten waartoe Israel hem rekent.

In het midden van de zeventiende eeuw verbleef Plockhoy in Engeland. Hij schreef een aantal brieven aan Oliver Cromwell waarin hij zijn plannen uiteenzette. Na Cromwells dood bundelde hij die brieven in een pamflet: The way to the Peace and Settlement in these Nations. De Puriteinse Revolutie was echter op zijn retour, dus zijn pleidooi vond geen weerklank. Of dat alleen aan de slechte timing lag is overigens nog maar de vraag.

Plockhoy had echter al een ander project waar hij al zijn energie in stak. Hij had een manier gevonden om de armen gelukkig te maken. Hij zette zijn plan uiteen in 1659 in het pamflet A way propounded to make the poor in these and other Nations happy. Quack beschrijft dit pamflet uitgebreid. Het is een minutieus uitgewerkt plan voor coöperaties gevestigd in een stads- en een plattelandscommune waarin alle inwoners werken naar vermogen, gebruik maken van allerlei gemeenschappelijke voorzieningen, gezamenlijk risico dragen en waarin een grote mate van gelijkheid – ook tussen man en vrouw – bestaat. Quack noemt hem een voorloper van utopische socialisten als Fourier en Owen. Israel weet zelfs te melden dat de ‘Manchester Cooperative Union’ nog in 1934 Plockhoy roemde als ‘father or founder of our cooperative movement’. (Het grappige is dat mijn editie van Quack werd uitgereikt aan een aftredend lid van het bondsbestuur van de Centralen Bond van Nederlandsche Coöperatieve Verbruiksverenigingen. Zie noot 2.)

Zijn pamflet eindigde met een oproep aan mogelijke geïnteresseerden om zich ook daadwerkelijk aan te melden om de Plockhoyaanse utopie ten uitvoer te brengen. Hoewel zijn gedachten wel door andere idealisten werden opgepikt (zelfs gepikt: ene Abraham van Akkeren bracht het pamflet later onder zijn eigen naam uit) werden er geen coöperatieve communes opgericht en Plockhoy keerde terug naar Nederland.

Terug in het vaderland leek zich ineens een gouden kans voor te doen om zijn ideeën toch nog te verwezenlijken. De stad Amsterdam was op zoek naar kolonisten die Nieuw-Nederland (het gebied rond Nieuw-Amsterdam het huidige New York) wilden bevolken. Quack is heel summier in zijn beschrijving hoe hij de Amsterdamse magistraten zo ver kreeg om hem permissie – en een lening – te geven om daadwerkelijk naar Nieuw-Nederland te vertrekken. Shorto en Israel zijn wat gedetailleerder: Plockhoy had de diensten ingeroepen van Franciscus van den Enden! Indien deze naam bij u geen bel doet rinkelen: Van den Enden - een uitgetreden monnik die uitermate vrijzinnig was - leidde in Amsterdam een Latijnse School waar hij ondermeer Baruch Spinoza als leerling had.

Van den Enden bestookte de Amsterdamse vroedschap met pleidooien voor Plockhoys plannen totdat ze uiteindelijk overstag gingen. In 1663 vertrok hij met een gezelschap van 41 mensen naar Zwanendael aan de de Delaware rivier. Zou dan eindelijk zijn utopie gerealiseerd worden? Helaas! Hij had weer pech. Een paar maanden nadat ze voet aan Amerikaanse kust hadden gezet pikte Engeland Nieuw-Nederland in. Quack schrijft: ‘Toen Sir Richard Carr zich ten behoeve der Engelschen in het bezit stelde van de Delaware zond hij in 1664 een bewapende boot naar de streek, waar Plockhoy’s kolonie was gevestigd. De bemanning dezer boot plunderde en vernietigde de kolonie, liet geen spijker dáár vastzitten en verstrooide alle gezellen.’

Plockhoy overleefde en sleet zijn laatste dagen, blind en versleten, in Germantown. Op de plaats waar eens Zwanendael was, in het stadje Lewes, staat een plaquette die aan hem gewijd is. Ik vond hem op het blog van Nelleke Noordervliet. Mogelijk figureert hij ook in Vrij Man, maar dat heb ik nog niet gelezen. 5)
 
PS1: Volgens Wikipedia werd Germantown ‘in 1688, five years after its founding, ‘the birthplace of the anti-slavery movement in America.’ Dat zal toch wel iets met de geest van Plockhoy te maken hebben gehad! 6) не плохо!
 
PS2: Een meelezende geleerde dame wees me op een bron die er op duidt dat Plockhoy helemaal niets te maken heeft met het Russische плохой, maar zeer Nederlands is. Daar zit een mooi vervolgstukje in, dus dat leest u volgende keer.
 
*********************************************
Het plaatje komt van Nelleke Noordervliets blog (zie onder)

1) Mr. H.P.G. Quack (5e druk, 1921), De socialisten. Personen en stelsels. Deel 1, Van Kampen, Amsterdam, p. 179.
2) Willem Minderhout, ‘Een hoogbejaarde maagd in zes delen’, http://deleunstoel.nl/zoeken.php?artikel_id=1534
3) Russell Shorto (2004), The Island at the Center of the World, Vintage, New York.
4) Jonathan Israel (2002), Radical Enlightenment, Oxford University Press
5) Nelleke Noordervliet op weg naar Vrij man 9 (blog)


© 2013 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Pieter Plockhoy, held uit de Gouden Eeuw Willem Minderhout
1008VG Plockhoy
‘In 1694 arriveerde in Pennsylvania in het dorp Germantown, gesticht en bewoond door Doopsgezinden uit Crefelds omstreken en uit Holland, een oude blinde man met zijn vrouw. Zijn ellende wekte het teedere medelijden op der Doopsgezinden aldaar. Zij gaven hem het burgerrecht vrij van alle lasten. Aan het einde der dorpsstraat wezen zij hem een stuk gronds van twaalf roeden lengte en een roede breedte toe waar hij zich een klein huis kon bouwen omringd door een tuin.’ 1)

Wie was die arme blinde sloeber die Germantown, nu een wijk van Philadelphia, kwam binnen strompelen? Een voetnoot in de geschiedenis? Misschien wel, maar de man kwam mijn leven in vrij korte tijd op drie manieren binnenwandelen. Hij wordt uitgebreid beschreven door Quack in zijn ‘Socialisten’ dat mij door een toeval in de schoot werd geworpen. 2) Ik kwam hem weer tegen in The Island at the Center of the World 3) en tot slot dook hij op in Israels Radical Enlightenment. 4)

Zijn naam was Pieter Plockhoy en hij kwam uit Zierikzee. Zijn merkwaardige naam wekte mijn belangstelling. In het Russisch betekent ‘плохой’ zoiets als ‘de slechte’. Zou hij Russische voorouders hebben gehad? Ik ben het niet te weten gekomen. Wat ik wel te weten gekomen ben is dat deze Plockhoy een van de interessantste personen was uit onze Gouden Eeuw.

Plockhoy streefde een soort universeel Christendom na. Hij gruwde van dogmatische sektes en priesters die alleen oog hadden voor de onzichtbare ziel, maar geen oog hadden voor de behoeften van het lichaam. Hij vond dat de staat geen partij moest kiezen in die sektenstrijd maar de vrije discussie moest stimuleren om zo de waarheid te benaderen. Hij was dus een vroege pleitbezorger van de scheiding van kerk en staat. Quack noemt Plockhoy een Doopsgezinde, maar deze opvatting lijkt meer op die van de Collegianten waartoe Israel hem rekent.

In het midden van de zeventiende eeuw verbleef Plockhoy in Engeland. Hij schreef een aantal brieven aan Oliver Cromwell waarin hij zijn plannen uiteenzette. Na Cromwells dood bundelde hij die brieven in een pamflet: The way to the Peace and Settlement in these Nations. De Puriteinse Revolutie was echter op zijn retour, dus zijn pleidooi vond geen weerklank. Of dat alleen aan de slechte timing lag is overigens nog maar de vraag.

Plockhoy had echter al een ander project waar hij al zijn energie in stak. Hij had een manier gevonden om de armen gelukkig te maken. Hij zette zijn plan uiteen in 1659 in het pamflet A way propounded to make the poor in these and other Nations happy. Quack beschrijft dit pamflet uitgebreid. Het is een minutieus uitgewerkt plan voor coöperaties gevestigd in een stads- en een plattelandscommune waarin alle inwoners werken naar vermogen, gebruik maken van allerlei gemeenschappelijke voorzieningen, gezamenlijk risico dragen en waarin een grote mate van gelijkheid – ook tussen man en vrouw – bestaat. Quack noemt hem een voorloper van utopische socialisten als Fourier en Owen. Israel weet zelfs te melden dat de ‘Manchester Cooperative Union’ nog in 1934 Plockhoy roemde als ‘father or founder of our cooperative movement’. (Het grappige is dat mijn editie van Quack werd uitgereikt aan een aftredend lid van het bondsbestuur van de Centralen Bond van Nederlandsche Coöperatieve Verbruiksverenigingen. Zie noot 2.)

Zijn pamflet eindigde met een oproep aan mogelijke geïnteresseerden om zich ook daadwerkelijk aan te melden om de Plockhoyaanse utopie ten uitvoer te brengen. Hoewel zijn gedachten wel door andere idealisten werden opgepikt (zelfs gepikt: ene Abraham van Akkeren bracht het pamflet later onder zijn eigen naam uit) werden er geen coöperatieve communes opgericht en Plockhoy keerde terug naar Nederland.

Terug in het vaderland leek zich ineens een gouden kans voor te doen om zijn ideeën toch nog te verwezenlijken. De stad Amsterdam was op zoek naar kolonisten die Nieuw-Nederland (het gebied rond Nieuw-Amsterdam het huidige New York) wilden bevolken. Quack is heel summier in zijn beschrijving hoe hij de Amsterdamse magistraten zo ver kreeg om hem permissie – en een lening – te geven om daadwerkelijk naar Nieuw-Nederland te vertrekken. Shorto en Israel zijn wat gedetailleerder: Plockhoy had de diensten ingeroepen van Franciscus van den Enden! Indien deze naam bij u geen bel doet rinkelen: Van den Enden - een uitgetreden monnik die uitermate vrijzinnig was - leidde in Amsterdam een Latijnse School waar hij ondermeer Baruch Spinoza als leerling had.

Van den Enden bestookte de Amsterdamse vroedschap met pleidooien voor Plockhoys plannen totdat ze uiteindelijk overstag gingen. In 1663 vertrok hij met een gezelschap van 41 mensen naar Zwanendael aan de de Delaware rivier. Zou dan eindelijk zijn utopie gerealiseerd worden? Helaas! Hij had weer pech. Een paar maanden nadat ze voet aan Amerikaanse kust hadden gezet pikte Engeland Nieuw-Nederland in. Quack schrijft: ‘Toen Sir Richard Carr zich ten behoeve der Engelschen in het bezit stelde van de Delaware zond hij in 1664 een bewapende boot naar de streek, waar Plockhoy’s kolonie was gevestigd. De bemanning dezer boot plunderde en vernietigde de kolonie, liet geen spijker dáár vastzitten en verstrooide alle gezellen.’

Plockhoy overleefde en sleet zijn laatste dagen, blind en versleten, in Germantown. Op de plaats waar eens Zwanendael was, in het stadje Lewes, staat een plaquette die aan hem gewijd is. Ik vond hem op het blog van Nelleke Noordervliet. Mogelijk figureert hij ook in Vrij Man, maar dat heb ik nog niet gelezen. 5)
 
PS1: Volgens Wikipedia werd Germantown ‘in 1688, five years after its founding, ‘the birthplace of the anti-slavery movement in America.’ Dat zal toch wel iets met de geest van Plockhoy te maken hebben gehad! 6) не плохо!
 
PS2: Een meelezende geleerde dame wees me op een bron die er op duidt dat Plockhoy helemaal niets te maken heeft met het Russische плохой, maar zeer Nederlands is. Daar zit een mooi vervolgstukje in, dus dat leest u volgende keer.
 
*********************************************
Het plaatje komt van Nelleke Noordervliets blog (zie onder)

1) Mr. H.P.G. Quack (5e druk, 1921), De socialisten. Personen en stelsels. Deel 1, Van Kampen, Amsterdam, p. 179.
2) Willem Minderhout, ‘Een hoogbejaarde maagd in zes delen’, http://deleunstoel.nl/zoeken.php?artikel_id=1534
3) Russell Shorto (2004), The Island at the Center of the World, Vintage, New York.
4) Jonathan Israel (2002), Radical Enlightenment, Oxford University Press
5) Nelleke Noordervliet op weg naar Vrij man 9 (blog)
© 2013 Willem Minderhout
powered by CJ2