archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 9
23 mei 2012
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Lieve Willem (5) Marcel Duyvestijn

0914BS Marceldubbel
Verdikkie. Daar zit ik dan. Helemaal klaar om een brief aan jou te tikken. De Beatles op mijn oren. Bier. Nou doe ik niets liever, maar Jezus, hoe kan ik jouw Olga-brief overtreffen?

De dood als orgasme.
Zoiets.

Ik ga er niks meer over zeggen, Willem.
Jij hebt je Olga.
Punt.
En over een hoogtepunt moet je niet heen willen.

Daarom iets anders. Ik vraag je mijn psycholoog te zijn. Laat me op je sofa liggen en laat me vertellen. Over mezelf. De aanleiding is een sms van mijn lief.

‘Borsten, neuken, godslastering. Je zou bijna denken dat je weer vrijgezel bent’
(…)

Ze doelde op het gedicht dat ik had uitgesproken, als gast bij ‘Het Eerste Avondmaal’, georganiseerd door ‘StroomWest’, een christelijke jongerenclub op zoek naar zingeving. Ik mocht daar een gedicht voordragen.

Toen ik klaar was, was het stil. Doodstil.

Ik had dan ook God Reviaans in z’n reet genaaid. Waar het op neerkwam, is dat ik God liet neerdalen om te vertellen dat hij niet bestond en dat we meer moesten neuken. Een boodschap die ik sowieso iedereen mee wil geven: Doe de liefde! Maar die boodschap ging er niet in als Gods woord in een ouderling.

‘Waarom moet je ons beledigen? ' vroeg een lief meisje achter in de zaal.
‘Ik word er boos van’, zei mijn buurman, de organisator.

Ik ben een opruier. Een provocateur. Een poseur, zoals je wilt. Dat weet ik. Het kan nooit een keer normaal. Als ik een zaal Fortuynisten toespreek, ga ik Ad Melkert bewieroken. Als ik een grote groep Marokkanen voor me zie, kan ik het niet laten op de goede kanten van Geert Wilders te wijzen. Het is een soort aandachttrekkerij.

Ja, zeg het maar, het is gewoon kleinzielige aanstellerij. Maar waarom doe ik dat?

Gisteren vroeg ik het de zaal zelf maar, waarom ik zo graag provoceer. Ik legde uit hoe dat werkt als ik een column of gedicht schrijf om voor te dragen. Dan zit ik ’s middags achter mijn laptop en begin te tikken. Als een wilde. Ik heb wel eens gehoord dat Ischa Meijer ook als een wilde tikte, met een vinger. De niet-tikkende arm lag om zijn tikmachine heen als was het zijn lief die hij vingerde. Maar dat terzijde. Als ik dan klaar ben, kijk ik wat ik geschreven heb. En dan zie ik het staan. Neuken. Godslastering. Tieten. En dan word ik blij. Maar waarom weet ik niet.

Als dit narcisme zou zijn, zou ik iets anders schrijven. Want eigenlijk is het vooral stil als ik gesproken heb. Je ziet mensen denken. Je ziet ze met hun hoofd in hun handen zitten. Of ze kijken plaatsvervangend beschaamd naar het plafond.

Gisteren heb ik er nog drie uur over gedaan om mensen met een goed gevoel naar huis te laten gaan. Natuurlijk had ik mazzel dat het christenen waren. Buiten dat ze vergevingsgezind zijn, vinden ze het ook fijn om te helpen. Ik ben ooit bij een zogenaamde Prayer Night geweest, waar devote jongeren voor de genezing van homoseksualiteit en Aids gingen bidden. Toen ik daar een tijdje hoofdschuddend naar luisterde, kwam een vrolijke jongen naar me toe. ‘God klopt op je deur. Net zo lang tot jij opendoet.’ Hij genoot van al mijn tegenwerpingen. Hij bleef glimlachen, legde vervolgens een hand op mijn schouder en zei dat hij de komende week voor mij ging bidden. Zo zijn christenen. Ze houden van Lazarus, die ze tot leven kunnen wekken. Zo was het gisteren ook. Toen ik in de naborrel vertelde dat ik in essentie een lieve jongen was, keken ze me aan alsof ze Jezus zagen. Blijmoedig. Ik had gebogen. Ik had mij bloot gegeven en mijn zonden met hen gedeeld. Zij hadden daarom kunnen redden. En dat gaf ze een goed gevoel.

Want dat is natuurlijk wel een punt. Jezus was ook een vreselijk onaardig mannetje. Schreeuwen. Zeuren. En altijd de betweter uithangen. PvdA’er avant la lettre. En toch hielden ze van hem.

Edoch, Willem.
Zeg iets. Geef me hulp.
Jij bent wat ouder. You’ve been there. Weet je.
Belangrijkste vraag is eigenlijk: gaat dit over?

Bronnen: Gedicht ‘God en de gemeenschap’: http://www.liefdevollid.nl/content/view/971/8/
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2012 Marcel Duyvestijn meer Marcel Duyvestijn - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Lieve Willem (5) Marcel Duyvestijn
0914BS Marceldubbel
Verdikkie. Daar zit ik dan. Helemaal klaar om een brief aan jou te tikken. De Beatles op mijn oren. Bier. Nou doe ik niets liever, maar Jezus, hoe kan ik jouw Olga-brief overtreffen?

De dood als orgasme.
Zoiets.

Ik ga er niks meer over zeggen, Willem.
Jij hebt je Olga.
Punt.
En over een hoogtepunt moet je niet heen willen.

Daarom iets anders. Ik vraag je mijn psycholoog te zijn. Laat me op je sofa liggen en laat me vertellen. Over mezelf. De aanleiding is een sms van mijn lief.

‘Borsten, neuken, godslastering. Je zou bijna denken dat je weer vrijgezel bent’
(…)

Ze doelde op het gedicht dat ik had uitgesproken, als gast bij ‘Het Eerste Avondmaal’, georganiseerd door ‘StroomWest’, een christelijke jongerenclub op zoek naar zingeving. Ik mocht daar een gedicht voordragen.

Toen ik klaar was, was het stil. Doodstil.

Ik had dan ook God Reviaans in z’n reet genaaid. Waar het op neerkwam, is dat ik God liet neerdalen om te vertellen dat hij niet bestond en dat we meer moesten neuken. Een boodschap die ik sowieso iedereen mee wil geven: Doe de liefde! Maar die boodschap ging er niet in als Gods woord in een ouderling.

‘Waarom moet je ons beledigen? ' vroeg een lief meisje achter in de zaal.
‘Ik word er boos van’, zei mijn buurman, de organisator.

Ik ben een opruier. Een provocateur. Een poseur, zoals je wilt. Dat weet ik. Het kan nooit een keer normaal. Als ik een zaal Fortuynisten toespreek, ga ik Ad Melkert bewieroken. Als ik een grote groep Marokkanen voor me zie, kan ik het niet laten op de goede kanten van Geert Wilders te wijzen. Het is een soort aandachttrekkerij.

Ja, zeg het maar, het is gewoon kleinzielige aanstellerij. Maar waarom doe ik dat?

Gisteren vroeg ik het de zaal zelf maar, waarom ik zo graag provoceer. Ik legde uit hoe dat werkt als ik een column of gedicht schrijf om voor te dragen. Dan zit ik ’s middags achter mijn laptop en begin te tikken. Als een wilde. Ik heb wel eens gehoord dat Ischa Meijer ook als een wilde tikte, met een vinger. De niet-tikkende arm lag om zijn tikmachine heen als was het zijn lief die hij vingerde. Maar dat terzijde. Als ik dan klaar ben, kijk ik wat ik geschreven heb. En dan zie ik het staan. Neuken. Godslastering. Tieten. En dan word ik blij. Maar waarom weet ik niet.

Als dit narcisme zou zijn, zou ik iets anders schrijven. Want eigenlijk is het vooral stil als ik gesproken heb. Je ziet mensen denken. Je ziet ze met hun hoofd in hun handen zitten. Of ze kijken plaatsvervangend beschaamd naar het plafond.

Gisteren heb ik er nog drie uur over gedaan om mensen met een goed gevoel naar huis te laten gaan. Natuurlijk had ik mazzel dat het christenen waren. Buiten dat ze vergevingsgezind zijn, vinden ze het ook fijn om te helpen. Ik ben ooit bij een zogenaamde Prayer Night geweest, waar devote jongeren voor de genezing van homoseksualiteit en Aids gingen bidden. Toen ik daar een tijdje hoofdschuddend naar luisterde, kwam een vrolijke jongen naar me toe. ‘God klopt op je deur. Net zo lang tot jij opendoet.’ Hij genoot van al mijn tegenwerpingen. Hij bleef glimlachen, legde vervolgens een hand op mijn schouder en zei dat hij de komende week voor mij ging bidden. Zo zijn christenen. Ze houden van Lazarus, die ze tot leven kunnen wekken. Zo was het gisteren ook. Toen ik in de naborrel vertelde dat ik in essentie een lieve jongen was, keken ze me aan alsof ze Jezus zagen. Blijmoedig. Ik had gebogen. Ik had mij bloot gegeven en mijn zonden met hen gedeeld. Zij hadden daarom kunnen redden. En dat gaf ze een goed gevoel.

Want dat is natuurlijk wel een punt. Jezus was ook een vreselijk onaardig mannetje. Schreeuwen. Zeuren. En altijd de betweter uithangen. PvdA’er avant la lettre. En toch hielden ze van hem.

Edoch, Willem.
Zeg iets. Geef me hulp.
Jij bent wat ouder. You’ve been there. Weet je.
Belangrijkste vraag is eigenlijk: gaat dit over?

Bronnen: Gedicht ‘God en de gemeenschap’: http://www.liefdevollid.nl/content/view/971/8/
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2012 Marcel Duyvestijn
powered by CJ2