archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 17
Jaargang 8
7 juli 2011
Bezigheden > Galerie delen printen terug
Gelijkenis Katharina Kouwenhoven

0817BZ Mozart
Wie een goedgelijkend portret wil van zichzelf of zijn gezinsleden gaat naar de fotograaf, al kunnen ook foto's vreemde afwijkingen vertonen van de vermeende werkelijkheid. Er zijn echter altijd nog mensen die een schilder uitnodigen om een portret van ze te maken. Van deze schilder (het kan ook een beeldhouwer zijn als ze zichzelf driedimensionaal vereeuwigd willen zien in duurzaam materiaal als steen of brons) eisen ze ook de grootst mogelijke gelijkenis. Als ze geen zin hebben om langdurig te poseren, laten ze hem een foto naschilderen. De echte portretschilder vindt dit maar surrogaat en schildert alleen naar model. Gelukkig zijn genoeg kunstenaar bereid om wat water in de wijn te doen; er moet tenslotte brood op de plank.

In een gerenommeerd museum als de National Portret Gallery in Londen tref je zalen vol portretten uit verschillende eeuwen. Je ziet de schilderstijl veranderen, maar over het algemeen zijn het geen interessante schilderijen. Is dat het gevolg van het feit dat een goede gelijkenis prioriteit nummer één was? Bij de selectie van deze portretten lijkt vooral de persoon van de geportretteerde het criterium geweest te zijn: leden van het koninklijk huis en belangrijke openbare figuren. Of er een aantrekkelijk schilderij tot stand gekomen was speelt pas in de twintigste eeuw een rol. Of deze portretten gelijken valt niet meer te beoordelen. Je krijgt de indruk dat de geportretteerde zo gunstig mogelijk werd afgebeeld, met veel aandacht voor uiterlijke tekenen van zijn of haar waardigheid en maatschappelijke status. De burgemeester is recht van lijf en leden, heeft een stevig postuur, een gladde huid, straalt gezag uit, heeft een fiere oogopslag en een gezonde huidskleur, terwijl de burgemeester in werkelijkheid waarschijnlijk veel kleiner was, een beetje krom, met een licht gehandicapte arm of been, een zorgelijke uitdrukking en de gelaatskleur van een teringlijder.

Afgezien van deze upgrading kan zo'n portret in de kern nog steeds goed gelijkend zijn. Daarbij is vooral van belang dat de mond goed getroffen is, want de mond en niet de ogen, zoals veel mensen denken, bepaalt of een portret lijkt of niet. Of schilders uit vorige eeuwen naar gelijkenis streefden is de vraag. In de NRC van 26 januari 2006 (ja, wie wat bewaart die heeft wat) stonden wel 15 portretten van Wolgang Amadeus Mozart. Als het oorspronkelijke model niet meer0817BZ Jagger beschikbaar is, dan is het vergelijken van verschillende portretten van dit model een redelijk alternatief om de gelijkenis te beoordelen. Het is schokkend om te zien hoe weinig deze portretten gemeen hebben.

Nu zijn er portretten van Mozart als kind, als jonge volwassene en als bijna bejaarde. Maar je zou in één portret toch op zijn minst een aantal andere portretten moeten kunnen herkennen. De enige overeenkomst tussen de verschillende portretten is de vorm van het hoofd (eivormig). Zelfs dat gaat niet op voor allemaal, want er zijn er bij waarop Mozart wordt afgeschilderd met een uitgesproken rond hoofd. Op de jeugdportretten zag hij er nooit uit als een kind. Het was in die tijd echter gebruikelijk om kinderen af te beelden als kleine volwassenen en geen rekening te houden met hun specifieke lichaamsverhoudingen. Verder lijkt hij altijd een man van een jaar of veertig. Over hoe hij er in werkelijkheid uit heeft gezien valt niet meer te zeggen dan dat hij waarschijnlijk een eivormig hoofd had.

Wat wel opvalt, is dat hij op bijna alle portretten in dezelfde houding staat afgebeeld: alleen het bovenlichaam, ‘en profil’ of drie-kwart en het hoofd drie-kwart of ‘en face’, zodat het hoofd altijd iets gedraaid staat ten opzichte van het lichaam. Dit suggereert dat de portretkunst in die tijd in hoge mate aan conventies gebonden was. En gelijkenis behoorde waarschijnlijk niet tot deze conventies. Interessante schilderijen zijn het echter ook niet. Wat het doel van de schilders was is mij niet duidelijk. Waarschijnlijk niet veel meer dan een herinnering vastleggen, een kiekje maken.

Nu wil iemand die zich laat portretteren door een kunstenaar een goed gelijkend portret. Maar waarom eigenlijk? Schilderen naar de werkelijkheid is onmogelijk en eigenlijk ook onwenselijk. Die werkelijkheid is er immers al en een zo letterlijk mogelijke afbeelding ervan maken kan dus nooit iets origineels opleveren. Een interessant schilderij 'naar aanleiding van' een bepaald persoon, dat moet het doel zijn. Zoals het portret dat Andy Warhol in 1975 maakte van Mick Jagger.
 
********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.


© 2011 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Galerie" -
Bezigheden > Galerie
Gelijkenis Katharina Kouwenhoven
0817BZ Mozart
Wie een goedgelijkend portret wil van zichzelf of zijn gezinsleden gaat naar de fotograaf, al kunnen ook foto's vreemde afwijkingen vertonen van de vermeende werkelijkheid. Er zijn echter altijd nog mensen die een schilder uitnodigen om een portret van ze te maken. Van deze schilder (het kan ook een beeldhouwer zijn als ze zichzelf driedimensionaal vereeuwigd willen zien in duurzaam materiaal als steen of brons) eisen ze ook de grootst mogelijke gelijkenis. Als ze geen zin hebben om langdurig te poseren, laten ze hem een foto naschilderen. De echte portretschilder vindt dit maar surrogaat en schildert alleen naar model. Gelukkig zijn genoeg kunstenaar bereid om wat water in de wijn te doen; er moet tenslotte brood op de plank.

In een gerenommeerd museum als de National Portret Gallery in Londen tref je zalen vol portretten uit verschillende eeuwen. Je ziet de schilderstijl veranderen, maar over het algemeen zijn het geen interessante schilderijen. Is dat het gevolg van het feit dat een goede gelijkenis prioriteit nummer één was? Bij de selectie van deze portretten lijkt vooral de persoon van de geportretteerde het criterium geweest te zijn: leden van het koninklijk huis en belangrijke openbare figuren. Of er een aantrekkelijk schilderij tot stand gekomen was speelt pas in de twintigste eeuw een rol. Of deze portretten gelijken valt niet meer te beoordelen. Je krijgt de indruk dat de geportretteerde zo gunstig mogelijk werd afgebeeld, met veel aandacht voor uiterlijke tekenen van zijn of haar waardigheid en maatschappelijke status. De burgemeester is recht van lijf en leden, heeft een stevig postuur, een gladde huid, straalt gezag uit, heeft een fiere oogopslag en een gezonde huidskleur, terwijl de burgemeester in werkelijkheid waarschijnlijk veel kleiner was, een beetje krom, met een licht gehandicapte arm of been, een zorgelijke uitdrukking en de gelaatskleur van een teringlijder.

Afgezien van deze upgrading kan zo'n portret in de kern nog steeds goed gelijkend zijn. Daarbij is vooral van belang dat de mond goed getroffen is, want de mond en niet de ogen, zoals veel mensen denken, bepaalt of een portret lijkt of niet. Of schilders uit vorige eeuwen naar gelijkenis streefden is de vraag. In de NRC van 26 januari 2006 (ja, wie wat bewaart die heeft wat) stonden wel 15 portretten van Wolgang Amadeus Mozart. Als het oorspronkelijke model niet meer0817BZ Jagger beschikbaar is, dan is het vergelijken van verschillende portretten van dit model een redelijk alternatief om de gelijkenis te beoordelen. Het is schokkend om te zien hoe weinig deze portretten gemeen hebben.

Nu zijn er portretten van Mozart als kind, als jonge volwassene en als bijna bejaarde. Maar je zou in één portret toch op zijn minst een aantal andere portretten moeten kunnen herkennen. De enige overeenkomst tussen de verschillende portretten is de vorm van het hoofd (eivormig). Zelfs dat gaat niet op voor allemaal, want er zijn er bij waarop Mozart wordt afgeschilderd met een uitgesproken rond hoofd. Op de jeugdportretten zag hij er nooit uit als een kind. Het was in die tijd echter gebruikelijk om kinderen af te beelden als kleine volwassenen en geen rekening te houden met hun specifieke lichaamsverhoudingen. Verder lijkt hij altijd een man van een jaar of veertig. Over hoe hij er in werkelijkheid uit heeft gezien valt niet meer te zeggen dan dat hij waarschijnlijk een eivormig hoofd had.

Wat wel opvalt, is dat hij op bijna alle portretten in dezelfde houding staat afgebeeld: alleen het bovenlichaam, ‘en profil’ of drie-kwart en het hoofd drie-kwart of ‘en face’, zodat het hoofd altijd iets gedraaid staat ten opzichte van het lichaam. Dit suggereert dat de portretkunst in die tijd in hoge mate aan conventies gebonden was. En gelijkenis behoorde waarschijnlijk niet tot deze conventies. Interessante schilderijen zijn het echter ook niet. Wat het doel van de schilders was is mij niet duidelijk. Waarschijnlijk niet veel meer dan een herinnering vastleggen, een kiekje maken.

Nu wil iemand die zich laat portretteren door een kunstenaar een goed gelijkend portret. Maar waarom eigenlijk? Schilderen naar de werkelijkheid is onmogelijk en eigenlijk ook onwenselijk. Die werkelijkheid is er immers al en een zo letterlijk mogelijke afbeelding ervan maken kan dus nooit iets origineels opleveren. Een interessant schilderij 'naar aanleiding van' een bepaald persoon, dat moet het doel zijn. Zoals het portret dat Andy Warhol in 1975 maakte van Mick Jagger.
 
********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.
© 2011 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2