archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 8
5 mei 2011
Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Blue Highways 2011 Henk Klaren

So I’m heading for the nearest foreign border
Vancouver may be just my kind of town
‘Cause they don’t need the kind of law and order
That tends to keep the good men underground

Zongen de Flying Burrito Brothers in 1968 in My Uncle op het legendarische album The Gilded Palace of Sin. En zo kwamen we aan de Canadese singer/songwriter Frazey Ford. Haar vader was zo’n draft-dodger die de Verenigde Staten verruilde voor Canada. En Frazey Ford en haar band waren wat mij betreft het hoogtepunt van het Utrechtse Blue Highways festival: the ultimate Americana fest, nou ja.
Het is altijd een mooi festival. Ze hebben een jaartje overgeslagen, maar zijn nu weer terug. En van vier uur ’s-middags tot middernacht is er voortdurend mooie muziek te beluisteren. Als er eens iets tegenvalt ga je naar de andere zaal.

Het begon in de tent naast de rode blokkendoos van Vredenburg Leidscherijn met Jenee Halstead, begeleid door B.J. Baartmans en Gerco Aerts. Nederlandse begeleiders en een érg amerikaans knauwende zangeres, best aardig. Daarna ben ik gevlucht voor Justin Rutledge naar Boris McCutcheon & the SaltLicks in de grote zaal, een gezellige gelikte cowboyband. Van Matt the Electrician heb ik maar een klein stukje meegepikt, want die was gelijk met Frazey Ford.

Ja, Frazey Ford, díe zong goed en de liedjes waren ook mooi. Ook belangrijk: een afwisselend repertoire. Niet alleen maar eigen liedjes, maar soms ook een cover. Bijvoorbeeld Dylan’s One More Cup of Coffee. Er zat ook een a capella nummer in de set met de andere bandleden als een soort achtergrondbegeleidingskoortje. De bandleden: dat waren twee jongens op bas en drums én Trish Klein. Trish Klein is één van de twee oorspronkelijke leden van Po’Girl. Misschien wel mijn favoriete damesband. Ze speelde gitaar, banjo en mondharmonica en zong de harmonies. En naar mijn idee bepaalde ze het geluid van de band. Vooral als ze de banjo bespeelde deed ze sterk aan Po’Girl denken. O, o, wat mooi. Met terugwerkende kracht: hier kwam ik voor.
Frazey en Trish zaten of zitten ook in de Be Good Tanyas en dat is misschien óók wel mijn favoriete damesband. Frazey doet wel eens mee op albums van Po’Girl.

Brian Webb was ook heel aardig. Hij lachte een beetje te veel als Chad Hedrick, maar als je daar doorheen keek was het heel behoorlijk. Hij had een juffrouw bij zich, die een prachtige tweede stem deed en leuk speelde op de bariton-ukelele en het handharmonium (als dat zo heet). Rose Polenzani heet ze. Ze zag er uit als een SGP-lid, maar daar let je niet op. Je let op de muziek en die was mooi. Zij deden ook een cover van Cohen’s Bird on a Wire. Ik vind dat altijd slim. Het zorgt voor afwisseling. Een hele rits eigen nummers wordt soms wat eentonig. En als het publiek iets herkent is dat ook nooit weg. Bij het laatste nummer werd het echt gezellig: B.J Baartmans deed ook mee. Fraai hoor.

Voor Jesse Winchester – misschien wel de grootste naam – ben ik weer gevlucht. Ik vond het een gemaniëreerde aansteller. Maar toen was in de tent de Iain Ad Venture. En dat was weer heel leuk. Een samenwerking tussen Iain Matthews en Ad Vanderveen. Prachtige samenzang met Kersten de Ligny. Die Vanderveen heeft een heel leuke stem voor dit soort muziek. En het was samenzang waarvoor je me wakker kunt maken.

Jimmy LaFave leek me vooraf wel de moeite waard. Beetje gekeken op Youtube, nou. En de band spéélde ook betrouwbaar. Maar het leek wel of Jimmy niet echt geïnteresseerd was. Ik zag hem ook nog even op zo’n voetbalpraatprogramma met Johan Derksen en ik kreeg dezelfde indruk. Hij én de band zagen er vooral uit als uitgezakte oude mannen. Over dus naar Israel Nash Gripka & the Fieros. Dat waren jonge jongens. Dat wel. Maar nog veel lelijker dan LaFave en band. En ze maakten zo’n apocalyptische herrie (of: infaam en abject of zoiets) dat ik de trein maar ben gaan halen. En zo heb ik dan American Aquarium en de Seatsniffers gemist. Enfin, je mist meer dan je meemaakt.

Ik realiseer me dat ik een beetje veel over uiterlijkheden heb geschreven. Geloof me, ik ben mild geweest. Er was nog veel meer lelijks over lelijkheid te zeggen.
Ruud Hermans (van het betreurde radioprogramma American Connection) was er ook, evenals Jan Donkers (T-shirt ìn de broek). Dat waren de presentatoren. En wij bespeurden ook Johan Derksen. Bescheiden blauwgekleurde schoenen en een pantalon met een wel erg hoge broeksband.
Blue Highways heeft ook niks met glamour te maken. Het gaat om de muziek. Volgend jaar ga ik weer.
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2011 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Blue Highways 2011 Henk Klaren
So I’m heading for the nearest foreign border
Vancouver may be just my kind of town
‘Cause they don’t need the kind of law and order
That tends to keep the good men underground

Zongen de Flying Burrito Brothers in 1968 in My Uncle op het legendarische album The Gilded Palace of Sin. En zo kwamen we aan de Canadese singer/songwriter Frazey Ford. Haar vader was zo’n draft-dodger die de Verenigde Staten verruilde voor Canada. En Frazey Ford en haar band waren wat mij betreft het hoogtepunt van het Utrechtse Blue Highways festival: the ultimate Americana fest, nou ja.
Het is altijd een mooi festival. Ze hebben een jaartje overgeslagen, maar zijn nu weer terug. En van vier uur ’s-middags tot middernacht is er voortdurend mooie muziek te beluisteren. Als er eens iets tegenvalt ga je naar de andere zaal.

Het begon in de tent naast de rode blokkendoos van Vredenburg Leidscherijn met Jenee Halstead, begeleid door B.J. Baartmans en Gerco Aerts. Nederlandse begeleiders en een érg amerikaans knauwende zangeres, best aardig. Daarna ben ik gevlucht voor Justin Rutledge naar Boris McCutcheon & the SaltLicks in de grote zaal, een gezellige gelikte cowboyband. Van Matt the Electrician heb ik maar een klein stukje meegepikt, want die was gelijk met Frazey Ford.

Ja, Frazey Ford, díe zong goed en de liedjes waren ook mooi. Ook belangrijk: een afwisselend repertoire. Niet alleen maar eigen liedjes, maar soms ook een cover. Bijvoorbeeld Dylan’s One More Cup of Coffee. Er zat ook een a capella nummer in de set met de andere bandleden als een soort achtergrondbegeleidingskoortje. De bandleden: dat waren twee jongens op bas en drums én Trish Klein. Trish Klein is één van de twee oorspronkelijke leden van Po’Girl. Misschien wel mijn favoriete damesband. Ze speelde gitaar, banjo en mondharmonica en zong de harmonies. En naar mijn idee bepaalde ze het geluid van de band. Vooral als ze de banjo bespeelde deed ze sterk aan Po’Girl denken. O, o, wat mooi. Met terugwerkende kracht: hier kwam ik voor.
Frazey en Trish zaten of zitten ook in de Be Good Tanyas en dat is misschien óók wel mijn favoriete damesband. Frazey doet wel eens mee op albums van Po’Girl.

Brian Webb was ook heel aardig. Hij lachte een beetje te veel als Chad Hedrick, maar als je daar doorheen keek was het heel behoorlijk. Hij had een juffrouw bij zich, die een prachtige tweede stem deed en leuk speelde op de bariton-ukelele en het handharmonium (als dat zo heet). Rose Polenzani heet ze. Ze zag er uit als een SGP-lid, maar daar let je niet op. Je let op de muziek en die was mooi. Zij deden ook een cover van Cohen’s Bird on a Wire. Ik vind dat altijd slim. Het zorgt voor afwisseling. Een hele rits eigen nummers wordt soms wat eentonig. En als het publiek iets herkent is dat ook nooit weg. Bij het laatste nummer werd het echt gezellig: B.J Baartmans deed ook mee. Fraai hoor.

Voor Jesse Winchester – misschien wel de grootste naam – ben ik weer gevlucht. Ik vond het een gemaniëreerde aansteller. Maar toen was in de tent de Iain Ad Venture. En dat was weer heel leuk. Een samenwerking tussen Iain Matthews en Ad Vanderveen. Prachtige samenzang met Kersten de Ligny. Die Vanderveen heeft een heel leuke stem voor dit soort muziek. En het was samenzang waarvoor je me wakker kunt maken.

Jimmy LaFave leek me vooraf wel de moeite waard. Beetje gekeken op Youtube, nou. En de band spéélde ook betrouwbaar. Maar het leek wel of Jimmy niet echt geïnteresseerd was. Ik zag hem ook nog even op zo’n voetbalpraatprogramma met Johan Derksen en ik kreeg dezelfde indruk. Hij én de band zagen er vooral uit als uitgezakte oude mannen. Over dus naar Israel Nash Gripka & the Fieros. Dat waren jonge jongens. Dat wel. Maar nog veel lelijker dan LaFave en band. En ze maakten zo’n apocalyptische herrie (of: infaam en abject of zoiets) dat ik de trein maar ben gaan halen. En zo heb ik dan American Aquarium en de Seatsniffers gemist. Enfin, je mist meer dan je meemaakt.

Ik realiseer me dat ik een beetje veel over uiterlijkheden heb geschreven. Geloof me, ik ben mild geweest. Er was nog veel meer lelijks over lelijkheid te zeggen.
Ruud Hermans (van het betreurde radioprogramma American Connection) was er ook, evenals Jan Donkers (T-shirt ìn de broek). Dat waren de presentatoren. En wij bespeurden ook Johan Derksen. Bescheiden blauwgekleurde schoenen en een pantalon met een wel erg hoge broeksband.
Blue Highways heeft ook niks met glamour te maken. Het gaat om de muziek. Volgend jaar ga ik weer.
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2011 Henk Klaren
powered by CJ2