archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 11
Jaargang 8
24 maart 2011
Bezigheden > Galerie delen printen terug
Cultureel kapitaal van Monet Peter Schröder

0811BZ Queue
Peinzen
‘Soms, als ik zo maar wat zit na te denken, gaat er van alles door mij heen’, zingen Sesamstraat’s Bert en Ernie in de Nederlandse bewerking van het lied ‘Imagination’. Ze kunnen dat mooi, die meer existentiële liederen zingen, denk bijvoorbeeld ook aan ‘Waarom, waarom, waarom ?’ of ‘Wat zal ik doen ?’
Komen we nog wel voldoende toe aan een bespiegeling van de eeuwige levensvragen ? Wisten we het maar. In het 2e decennium van de 21e eeuw trekken de filosofische gedachten in de Media weer de nodige aandacht. Volgt een hoger gedachtegoed van enige vrijblijvendheid, wars van platvloerse empirie en kwantificering, een periode van no-nonsense op? En is juist in dat traject de ‘vrije wil’ afgeschaft, zoals 40 jaar eerder God werd doodverklaard ?

Verrassing
Mijn vrouw en ik waren in Parijs en zouden de blockbuster tentoonstelling van de Franse schilder Claude Monet (1840-1926) in het Grand Palais (sept. 2010 – jan. 2011) gaan bezoeken. De reis en het hotel als goede ANWB leden tijdig geboekt, maar 2 weken van tevoren bleken er geen kaartjes meer voor Monet te kunnen worden gereserveerd. Dus dan maar naar het Palais om ‘aan de zaal’ kaartjes te kopen en ai!, daar oog in oog te staan met een queue van tussen de 1½ en 2 uur. Kunstmusea en hun tentoonstellingen zijn aantrekkelijk, ook omdat het er rustig is en je je bevindt tussen beschaafd volk dat niet dringt, schreeuwt of spuugt. Kunsttentoonstellingen worden behoorlijk onaantrekkelijk als je in vrij dichte menselijke pakking in de kou buiten tussen de 1½ en 2 uur op je beurt moet wachten.

Nee en ook Ja
Dus weer weg – er valt in Parijs immers ook buiten het Grand Palais veel te genieten. Iets later bleek dat de Monet tentoonstelling de laatste dagen 24 uur per dag geopend zou zijn en toen dachten we ’s avonds te kunnen rekenen op een hanteerbare queue. Ten tweede male bij de hotspot aangeland maakten we elkaar wijs dat het ons niet meer dan een uur zou kosten om binnen te komen. Wat zal ik zeggen: cognitieve dissonantie? Er speciaal voor gekomen? Er al zoveel in geïnvesteerd dat we wel verder moesten? Was hier nog sprake van een keuze? We waren verkocht en ik had ruim de tijd om eens goed na te denken over de Waarom en Waartoe vragen.

Individuele expressie
Ik kijk graag naar mooie schilderijen, ik ben dol op plaatjes die eens een andere, verrassender wereld oproepen en kijk in de praktijk vooral naar plaatjes van schilderijen in boeken. Dat geeft zeer veel voldoening, maar op gezette tijden kijk ik nog liever naar de originelen in musea. Liefst niet van die schilderijen uit de Top 10 (Nederland komt overigens niet verder dan de Nachtwacht Top 1), maar wat minder bekend werk dat in die boeken minder te vinden is – laat u eens verrassen. Ik denk dat mijn schilderijenbeleving een redelijk persoonlijk programma volgt, maar ik ben socioloog genoeg om te weten dat ik zelden als eenzame burger aan het kijken ben. Daar in Parijs kon je alleen met geheel gesloten oogkleppen in de waan verkeren een origineel individualistisch bezoek te hebben bedacht.

Processie van cultureel kapitaal
Het lijkt me aannemelijk dat mijn goede smaak mede gevormd is door vrouw, kinderen ouders, verdere familie en kennissen. En verder heb ik van Pierre Bourdieu begrepen dat ik mij met gevoelsgenoten (lotgenoten) genesteld heb in een fors gezelschap kennissen en onbekenden dat zich met zijn culturele voorkeuren goed wil onderscheiden van groeperingen met andere voorkeuren. Met andere woorden: stonden we daar (…en konden we niet anders…) ook met de vereniging Goede Smaak om de wereld (van discojeugd, soapkijkers, sportverdwaasden) te laten zien dat er hogere zaken bestaan waaraan alleen min of meer ingewijden deel kunnen hebben? (Zouden we ook meetellen als sociaal netwerk in de virtuele zin van het woord? Vinden we het leuk?) En die uitverkorenen, die kunnen daarvan het beste getuigen door oog in oog te staan met ingelijste authentieke doeken met olieverf.

Authenticiteit
Het hoeft van mij eigenlijk niet altijd echt & authentiek zijn, twee jaar gelden was er ter gelegenheid van een Brueghel jaar in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel een prachtige tentoonstelling te zien van alle schilderijen van Brueghel – in perfecte kopieën. In alle rust (het was er zeer stil) kon ik alle schilderijen van mijn favoriete schilder naast elkaar bekijken. Wat wil je nog meer. (In de Albertina in Wenen hangen veel beroemde aquarellen van Dürer en pas als je de bijschriften volledig leest weet je dat het kopieën zijn). Maar ditmaal zaten we vast in de fuik van de authenticiteit van Monet met meer dan 200 onvervalste olieverfschilderijen weggehaald uit beroemde musea en collecties van geheime particulieren over heel de wereld. Ons wachten en dat van onze lotgenoten werd beloond met gezamenlijke toegang tot het zeer gevulde paleis. Daar schoof een kunstminnende cortège van overwegend post-50ers (met hier en daar een kersverse wereldburger in de draagzak van een jeugdige moeder/vader) zich langs al die mooie schilderijen.

Hoe zal ik het zeggen
Het waren mooie schilderijen. Erg mooi. En steeds autonome plaatjes, ik bedoel: je hoeft verder niet al te veel van Monet en zijn motieven/ jeugd/ gevoelens/ frustraties te weten om toegang tot zijn werk te krijgen. Schilderkunst van na 1900 moet het maar al te vaak0811BZ Monet hebben van een ‘verhaal’ of zelfs een ‘theorie’ (zie ‘The Painted Word’ van Tom Wolfe), maar zover was het nog niet bij Monet (1840-1926). Plaatjes moet je zien, wat valt er over te schrijven aan bijvoorbeeld de blinde medemens? Mooie kleuren? Vrolijke dames en heren? Een prachtige zee? ‘Een schitterende streek!’? En dan ‘raak getypeerd’?, ‘Bevroren stilte’? ‘Uitbundige bloemenweelde’? Het kan. Maar hier nu deze keer iets anders, feitelijkers, meer objectieve cijfers (‘meten is weten’), ook al gaat het dan niet over de schilderijen zelf, maar over de tentoonstelling en zijn bezoekers.

Records
In totaal werd de vier maanden durende tentoonstelling bezocht door 913.064. personen. Dat is flink wat, maar minder dan de stoet van 1.2 miljoen bezoekers van de Toetanchamon (een Egyptenaar!) tentoonstelling van 1967, die wel 6 maanden duurde, maar daarentegen in het Petit Palais plaatsvond, meldt de Réunion de musées nationaux. Maar weer meer dan de processie van 740.000 bezoekers aan de tentoonstelling van 2008 met schilderijen van (de Spanjaard) Picasso in hetzelfde Grand Palais. Ter vergelijking: het Louvre ontvangt jaarlijks 8,5 miljoen bezoekers, het Musée d’Orsay haalt er zo’n 3.2 miljoen en het Centre Pompidou om en nabij de 2.75 miljoen. Dat zijn wat Franse cijfers, hoe staat het met de scores in Nederland? Het totaalbezoek aan Nederlandse kunstmusea bedroeg in 2007 6.511.000 personen, daarvan kwamen er 1.429.854 de schilderijen in het Van Gogh museum bekijken. Het Haagse Gemeentemuseum trok in 2010 460.000 bezoekers, Boijmans van Beuningen, al enige tijd het aktiefste (en aardigste) Nederlandse museum van ons land, haalt jaarlijks zo’n 250.000 kunstliefhebbers.

De Top 4
Ons kleine land is, zoals hier al eerder opgemerkt, groots in het afsluiten van het grootste deel van de belangrijke Amsterdamse musea wegens verbouwing (bedankt voor uw begrip). ‘De meest hoogwaardige selectie Nederlandse schilderijen uit de Gouden Eeuw’ uit het Rijksmuseum is tot 6 juni te zien in het Museum of Islamic Art (MIA) in Doha (Qatar). In 2010 trok het open gedeelte van het Rijksmuseum ongeveer 900.000 bezoekers. Het ‘Temporary Stedelijk’ kreeg in dat jaar 50.000 kunstminnaars langs in 2 maanden. Ooit organiseerde Nederland ook museale blockbusters: de Van Gogh tentoonstelling in 1990 trok in 4 maanden 900.000 liefhebbers, de Rembrandt tentoonstelling in 1993 kwam tot 441.000. Na de omvang van de verschillende supportersscharen nog iets over de populariteit van individuele kunstenaars. We gaan voor de ultiem hoogwaardige Wereld-Top 4, daar staat op 1 Van Gogh, met daarna ongeveer ex-aequo Monet, Rembrandt en Picasso. In die volgorde halen ze ook de hoogste veilingprijzen bij Sotheby’s en Christie’s.

6 Schilderijen per minuut
Naar aanleiding van die Rembrandt tentoonstelling van 1993 zorgde socioloog Kees Bruin voor het zeer lezenswaardige boek ‘De echte Rembrandt’, Verering van een genie in de 20e eeuw, Amsterdam, Balans, 1995. Wat kunnen nette mensen zich in onverwachte bochten wringen als het gaat om deelname aan de echte onvervalste politiek en maatschappelijk correcte hoogwaardige kunst! Vooral deskundigen; die kunnen hun deskundigheid uiteindelijk alleen maar ontlenen aan de bestrijding van de deskundigheid van andere deskundigen. In het boek van Bruin ook mooie cijfers over, laten we zeggen, de feitelijke bezichtiging van de opgehangen schilderijen. Belangrijkste gegevens: bezoekers in de langzaam door de blockbuster voortschuifelende processie bekijken meestal niet meer dan de helft van het aanbod en per bekeken schilderij wordt er zelden langer dan 10 seconden genoten. Gaat het toch enigszins om een snelwandelwedstrijd met hindernissen? Een serie intense indrukken in homeopathische verdunning?

De totaalflow
Is zo’n tenstoonstelling vergelijkbaar met een popconcert in een stadion waarin de hoofden van The Stones alleen op speldeknopgrootte zijn waar te nemen? Of met een Super Bowl match? Reiken dan eindelijk de Hogere en de Lagere Cultuur elkaar de hand?
Weet u wat het is? Het gaat in de 21e Eeuw meer om het gevoel en minder om het verstand. Een auto mag niet worden verkocht als een vervoermiddel, maar als een beleving. Een waterkoker is ook en vooral een design object, dat getoetst wordt aan zijn uitstraling. Dat huis is een materialisatie van je diepste zelf . (Of juist een vergeestelijking van je stoffellijke manifestatie?). Probeer in de 21e Eeuw niet te veel te rationaliseren en te verbaliseren aan het bezoek van een toptenstoonstelling. Beleef dat sublieme kunstgevoel, dat deelhebben aan die hoger sferen door die vluchtige picturale indrukken van al die doeken met verf een eigen plaats te geven. Dat gevoel, dat beperkt zich niet tot het kijken naar een schilderij of een tentoonstelling, maar dat begint al lang daarvoor, bij die brainwave thuis of op kantoor. Het zet zich voort in de reis er heen, in de queue voor, de stoet tijdens, het is een grote flow van creatieve virtuele aanraking. Elke 10 seconden weer zo’n impuls!
En zoals al gezegd: Het waren mooie schilderijen. Erg mooi.
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl


© 2011 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Galerie" -
Bezigheden > Galerie
Cultureel kapitaal van Monet Peter Schröder
0811BZ Queue
Peinzen
‘Soms, als ik zo maar wat zit na te denken, gaat er van alles door mij heen’, zingen Sesamstraat’s Bert en Ernie in de Nederlandse bewerking van het lied ‘Imagination’. Ze kunnen dat mooi, die meer existentiële liederen zingen, denk bijvoorbeeld ook aan ‘Waarom, waarom, waarom ?’ of ‘Wat zal ik doen ?’
Komen we nog wel voldoende toe aan een bespiegeling van de eeuwige levensvragen ? Wisten we het maar. In het 2e decennium van de 21e eeuw trekken de filosofische gedachten in de Media weer de nodige aandacht. Volgt een hoger gedachtegoed van enige vrijblijvendheid, wars van platvloerse empirie en kwantificering, een periode van no-nonsense op? En is juist in dat traject de ‘vrije wil’ afgeschaft, zoals 40 jaar eerder God werd doodverklaard ?

Verrassing
Mijn vrouw en ik waren in Parijs en zouden de blockbuster tentoonstelling van de Franse schilder Claude Monet (1840-1926) in het Grand Palais (sept. 2010 – jan. 2011) gaan bezoeken. De reis en het hotel als goede ANWB leden tijdig geboekt, maar 2 weken van tevoren bleken er geen kaartjes meer voor Monet te kunnen worden gereserveerd. Dus dan maar naar het Palais om ‘aan de zaal’ kaartjes te kopen en ai!, daar oog in oog te staan met een queue van tussen de 1½ en 2 uur. Kunstmusea en hun tentoonstellingen zijn aantrekkelijk, ook omdat het er rustig is en je je bevindt tussen beschaafd volk dat niet dringt, schreeuwt of spuugt. Kunsttentoonstellingen worden behoorlijk onaantrekkelijk als je in vrij dichte menselijke pakking in de kou buiten tussen de 1½ en 2 uur op je beurt moet wachten.

Nee en ook Ja
Dus weer weg – er valt in Parijs immers ook buiten het Grand Palais veel te genieten. Iets later bleek dat de Monet tentoonstelling de laatste dagen 24 uur per dag geopend zou zijn en toen dachten we ’s avonds te kunnen rekenen op een hanteerbare queue. Ten tweede male bij de hotspot aangeland maakten we elkaar wijs dat het ons niet meer dan een uur zou kosten om binnen te komen. Wat zal ik zeggen: cognitieve dissonantie? Er speciaal voor gekomen? Er al zoveel in geïnvesteerd dat we wel verder moesten? Was hier nog sprake van een keuze? We waren verkocht en ik had ruim de tijd om eens goed na te denken over de Waarom en Waartoe vragen.

Individuele expressie
Ik kijk graag naar mooie schilderijen, ik ben dol op plaatjes die eens een andere, verrassender wereld oproepen en kijk in de praktijk vooral naar plaatjes van schilderijen in boeken. Dat geeft zeer veel voldoening, maar op gezette tijden kijk ik nog liever naar de originelen in musea. Liefst niet van die schilderijen uit de Top 10 (Nederland komt overigens niet verder dan de Nachtwacht Top 1), maar wat minder bekend werk dat in die boeken minder te vinden is – laat u eens verrassen. Ik denk dat mijn schilderijenbeleving een redelijk persoonlijk programma volgt, maar ik ben socioloog genoeg om te weten dat ik zelden als eenzame burger aan het kijken ben. Daar in Parijs kon je alleen met geheel gesloten oogkleppen in de waan verkeren een origineel individualistisch bezoek te hebben bedacht.

Processie van cultureel kapitaal
Het lijkt me aannemelijk dat mijn goede smaak mede gevormd is door vrouw, kinderen ouders, verdere familie en kennissen. En verder heb ik van Pierre Bourdieu begrepen dat ik mij met gevoelsgenoten (lotgenoten) genesteld heb in een fors gezelschap kennissen en onbekenden dat zich met zijn culturele voorkeuren goed wil onderscheiden van groeperingen met andere voorkeuren. Met andere woorden: stonden we daar (…en konden we niet anders…) ook met de vereniging Goede Smaak om de wereld (van discojeugd, soapkijkers, sportverdwaasden) te laten zien dat er hogere zaken bestaan waaraan alleen min of meer ingewijden deel kunnen hebben? (Zouden we ook meetellen als sociaal netwerk in de virtuele zin van het woord? Vinden we het leuk?) En die uitverkorenen, die kunnen daarvan het beste getuigen door oog in oog te staan met ingelijste authentieke doeken met olieverf.

Authenticiteit
Het hoeft van mij eigenlijk niet altijd echt & authentiek zijn, twee jaar gelden was er ter gelegenheid van een Brueghel jaar in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel een prachtige tentoonstelling te zien van alle schilderijen van Brueghel – in perfecte kopieën. In alle rust (het was er zeer stil) kon ik alle schilderijen van mijn favoriete schilder naast elkaar bekijken. Wat wil je nog meer. (In de Albertina in Wenen hangen veel beroemde aquarellen van Dürer en pas als je de bijschriften volledig leest weet je dat het kopieën zijn). Maar ditmaal zaten we vast in de fuik van de authenticiteit van Monet met meer dan 200 onvervalste olieverfschilderijen weggehaald uit beroemde musea en collecties van geheime particulieren over heel de wereld. Ons wachten en dat van onze lotgenoten werd beloond met gezamenlijke toegang tot het zeer gevulde paleis. Daar schoof een kunstminnende cortège van overwegend post-50ers (met hier en daar een kersverse wereldburger in de draagzak van een jeugdige moeder/vader) zich langs al die mooie schilderijen.

Hoe zal ik het zeggen
Het waren mooie schilderijen. Erg mooi. En steeds autonome plaatjes, ik bedoel: je hoeft verder niet al te veel van Monet en zijn motieven/ jeugd/ gevoelens/ frustraties te weten om toegang tot zijn werk te krijgen. Schilderkunst van na 1900 moet het maar al te vaak0811BZ Monet hebben van een ‘verhaal’ of zelfs een ‘theorie’ (zie ‘The Painted Word’ van Tom Wolfe), maar zover was het nog niet bij Monet (1840-1926). Plaatjes moet je zien, wat valt er over te schrijven aan bijvoorbeeld de blinde medemens? Mooie kleuren? Vrolijke dames en heren? Een prachtige zee? ‘Een schitterende streek!’? En dan ‘raak getypeerd’?, ‘Bevroren stilte’? ‘Uitbundige bloemenweelde’? Het kan. Maar hier nu deze keer iets anders, feitelijkers, meer objectieve cijfers (‘meten is weten’), ook al gaat het dan niet over de schilderijen zelf, maar over de tentoonstelling en zijn bezoekers.

Records
In totaal werd de vier maanden durende tentoonstelling bezocht door 913.064. personen. Dat is flink wat, maar minder dan de stoet van 1.2 miljoen bezoekers van de Toetanchamon (een Egyptenaar!) tentoonstelling van 1967, die wel 6 maanden duurde, maar daarentegen in het Petit Palais plaatsvond, meldt de Réunion de musées nationaux. Maar weer meer dan de processie van 740.000 bezoekers aan de tentoonstelling van 2008 met schilderijen van (de Spanjaard) Picasso in hetzelfde Grand Palais. Ter vergelijking: het Louvre ontvangt jaarlijks 8,5 miljoen bezoekers, het Musée d’Orsay haalt er zo’n 3.2 miljoen en het Centre Pompidou om en nabij de 2.75 miljoen. Dat zijn wat Franse cijfers, hoe staat het met de scores in Nederland? Het totaalbezoek aan Nederlandse kunstmusea bedroeg in 2007 6.511.000 personen, daarvan kwamen er 1.429.854 de schilderijen in het Van Gogh museum bekijken. Het Haagse Gemeentemuseum trok in 2010 460.000 bezoekers, Boijmans van Beuningen, al enige tijd het aktiefste (en aardigste) Nederlandse museum van ons land, haalt jaarlijks zo’n 250.000 kunstliefhebbers.

De Top 4
Ons kleine land is, zoals hier al eerder opgemerkt, groots in het afsluiten van het grootste deel van de belangrijke Amsterdamse musea wegens verbouwing (bedankt voor uw begrip). ‘De meest hoogwaardige selectie Nederlandse schilderijen uit de Gouden Eeuw’ uit het Rijksmuseum is tot 6 juni te zien in het Museum of Islamic Art (MIA) in Doha (Qatar). In 2010 trok het open gedeelte van het Rijksmuseum ongeveer 900.000 bezoekers. Het ‘Temporary Stedelijk’ kreeg in dat jaar 50.000 kunstminnaars langs in 2 maanden. Ooit organiseerde Nederland ook museale blockbusters: de Van Gogh tentoonstelling in 1990 trok in 4 maanden 900.000 liefhebbers, de Rembrandt tentoonstelling in 1993 kwam tot 441.000. Na de omvang van de verschillende supportersscharen nog iets over de populariteit van individuele kunstenaars. We gaan voor de ultiem hoogwaardige Wereld-Top 4, daar staat op 1 Van Gogh, met daarna ongeveer ex-aequo Monet, Rembrandt en Picasso. In die volgorde halen ze ook de hoogste veilingprijzen bij Sotheby’s en Christie’s.

6 Schilderijen per minuut
Naar aanleiding van die Rembrandt tentoonstelling van 1993 zorgde socioloog Kees Bruin voor het zeer lezenswaardige boek ‘De echte Rembrandt’, Verering van een genie in de 20e eeuw, Amsterdam, Balans, 1995. Wat kunnen nette mensen zich in onverwachte bochten wringen als het gaat om deelname aan de echte onvervalste politiek en maatschappelijk correcte hoogwaardige kunst! Vooral deskundigen; die kunnen hun deskundigheid uiteindelijk alleen maar ontlenen aan de bestrijding van de deskundigheid van andere deskundigen. In het boek van Bruin ook mooie cijfers over, laten we zeggen, de feitelijke bezichtiging van de opgehangen schilderijen. Belangrijkste gegevens: bezoekers in de langzaam door de blockbuster voortschuifelende processie bekijken meestal niet meer dan de helft van het aanbod en per bekeken schilderij wordt er zelden langer dan 10 seconden genoten. Gaat het toch enigszins om een snelwandelwedstrijd met hindernissen? Een serie intense indrukken in homeopathische verdunning?

De totaalflow
Is zo’n tenstoonstelling vergelijkbaar met een popconcert in een stadion waarin de hoofden van The Stones alleen op speldeknopgrootte zijn waar te nemen? Of met een Super Bowl match? Reiken dan eindelijk de Hogere en de Lagere Cultuur elkaar de hand?
Weet u wat het is? Het gaat in de 21e Eeuw meer om het gevoel en minder om het verstand. Een auto mag niet worden verkocht als een vervoermiddel, maar als een beleving. Een waterkoker is ook en vooral een design object, dat getoetst wordt aan zijn uitstraling. Dat huis is een materialisatie van je diepste zelf . (Of juist een vergeestelijking van je stoffellijke manifestatie?). Probeer in de 21e Eeuw niet te veel te rationaliseren en te verbaliseren aan het bezoek van een toptenstoonstelling. Beleef dat sublieme kunstgevoel, dat deelhebben aan die hoger sferen door die vluchtige picturale indrukken van al die doeken met verf een eigen plaats te geven. Dat gevoel, dat beperkt zich niet tot het kijken naar een schilderij of een tentoonstelling, maar dat begint al lang daarvoor, bij die brainwave thuis of op kantoor. Het zet zich voort in de reis er heen, in de queue voor, de stoet tijdens, het is een grote flow van creatieve virtuele aanraking. Elke 10 seconden weer zo’n impuls!
En zoals al gezegd: Het waren mooie schilderijen. Erg mooi.
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
© 2011 Peter Schröder
powered by CJ2