archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 8
13 januari 2011
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Weet je wie er dood is? (2) Katharina Kouwenhoven

0806BS Begraafplaats
Aan het eind van het jaar worden er in de media overzichten gepresenteerd van van alles en nog wat. Zo gaf de NRC ons een jaaroverzicht, per maand geordend, van alle in 2010 ontslapenen, voorzover de krant het belangwekkende personen achtte natuurlijk. Toen ik die lijst bekeken had, vroeg ik mij vol verbazing af wie deze selectie had gemaakt en waarom. Van de 173 namen met korte kwalificaties in dit doodskatern kwam bijna de helft mij volstrekt onbekend voor. Terwijl ik toch elke dag een krant lees, menig periodiek en wekelijks een paar boeken.

Van de oudste (104) uit het overzicht, de Japanse danser Kazuo Ohno, had ik nog nooit gehoord. Dat gold niet voor de oudjes Miep Gies (101) en John Ferrier (100), hoewel ik voor de laatste wel diep in het geheugen moest tasten. De jongste gecrepeerden waren de 40 net gepasseerd: modeontwerper Alexander McQueen (41), Cubaans mensenrechtenactivist Orlando Zapata (42), rapper Guru (44) en acteur Antonie Kamerling. Van hen kende ik eigenlijk alleen de laatste. Van de rapper weet ik het niet, maar de andere drie zijn door eigen toedoen omgekomen. Zo op het oog leek het dat de geselecteerden niet in de wieg gesmoord waren. Bij nadere beschouwing bleek dat te kloppen: de helft van de ontslapenen is 82 jaar of ouder geworden en bijna 40% was gestorven tussen 80 en 89. Voorwaar een bevoorrechte elite, als je een hoge leeftijd op prijs stelt.

Waren er bij de 89 mij bekende persoonlijkheden mensen van wie ik het heengaan betreurde? Het verscheiden van Harry Mulisch betreurde ik bijvoorbeeld geenszins, want ik heb hem altijd een matige schrijver gevonden. Over anderen had ik wel een enigszins spijtig gevoel. Dat gold voor: Hans van Mierlo, waarvan ik de hele politieke loopbaan heb gevolgd, vanaf de viering van de eerste verkiezingsoverwinning in Krasnapolsky tot aan zijn afscheid, zonder ooit op zijn partij gestemd te hebben, want daarvoor was het toch te veel een one-issue-partij; en de detectiveschrijver Dick Francis, met wiens paardenboeken ik me menig uurtje prettig heb beziggehouden; en de schrijfster Beryl Bainbridge van de kleine, maar fijne juweeltjes, die ik graag mag herlezen; en voor de tekenaar Peter Vos, omdat niemand zo mooi vogeltjes kon tekenen; en de gangmaker Norbert (Noppie) Koch, die ik tijdens de Populaires op donderdagavond in het Olympsich Stadion zo vaak op zijn motor zijn rondjes heb zien draaien met een zich suf trappende renner aan zijn 'rol' gekleefd; en Jean Nelissen, die ik weliswaar een zeer matig verslaggever vond, ondanks zijn grote kennis van het wielrennen, maar die zich onsterfelijk heeft gemaakt met zijn eigen journaaltjes in het Tourjournaal van een paar jaar geleden.

Een echt gevoel van 'jammer' had ik bij het doodblijven van J.D. Salinger, want dat is een van de schrijvers waarvan ik heb geleerd wat literatuur is en bij de muzikanten Willem Breuker en Captain Beefhart, omdat ze zo eigengereid en recalcitrant en onverstoorbaar hun eigen gang gingen en muziek produceerden waar weinigen aan kunnen tippen.

Echt betreuren doe ik eigenlijk alleen de dood van Rudy Kousbroek en Jan Blokker. Het betekent het afscheid van de zoveelste 'vaders', die niet verder mochten en mij dus achter laten met een gevoel van gemis. Mensen als Kousbroek en Blokker zijn er niet veel en je mag blij zijn als je er een paar onder je 'vaders' hebt. Ze konden beiden prachtig schrijven, formuleerden precies goed, met de juiste toon en zonder dat er een speld tussen was te krijgen. Maar wat hen vooral bijzonder maakte, was het feit dat ze niet laf waren. Ze durfden voor hun mening uit te komen, trokken zich niets aan van de waan van de dag of politieke (in)correctheid en bekommerden zich niet om het volk dat ze tegen de haren in streken.

Gelukkig waren het schrijvers, zodat je ze kunt blijven lezen en je verbazen over het feit dat er na Rudy Kousbroek nog steeds gelovigen bestaan. Dat ze nu nog niet beter weten! En niemand kon zo ontroerend over varkens schrijven als Kousbroek. Ik ga binnenkort al hun boeken kopen en tijdens mijn volgende vakantie op Texel allemaal lezen.
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl


© 2011 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Weet je wie er dood is? (2) Katharina Kouwenhoven
0806BS Begraafplaats
Aan het eind van het jaar worden er in de media overzichten gepresenteerd van van alles en nog wat. Zo gaf de NRC ons een jaaroverzicht, per maand geordend, van alle in 2010 ontslapenen, voorzover de krant het belangwekkende personen achtte natuurlijk. Toen ik die lijst bekeken had, vroeg ik mij vol verbazing af wie deze selectie had gemaakt en waarom. Van de 173 namen met korte kwalificaties in dit doodskatern kwam bijna de helft mij volstrekt onbekend voor. Terwijl ik toch elke dag een krant lees, menig periodiek en wekelijks een paar boeken.

Van de oudste (104) uit het overzicht, de Japanse danser Kazuo Ohno, had ik nog nooit gehoord. Dat gold niet voor de oudjes Miep Gies (101) en John Ferrier (100), hoewel ik voor de laatste wel diep in het geheugen moest tasten. De jongste gecrepeerden waren de 40 net gepasseerd: modeontwerper Alexander McQueen (41), Cubaans mensenrechtenactivist Orlando Zapata (42), rapper Guru (44) en acteur Antonie Kamerling. Van hen kende ik eigenlijk alleen de laatste. Van de rapper weet ik het niet, maar de andere drie zijn door eigen toedoen omgekomen. Zo op het oog leek het dat de geselecteerden niet in de wieg gesmoord waren. Bij nadere beschouwing bleek dat te kloppen: de helft van de ontslapenen is 82 jaar of ouder geworden en bijna 40% was gestorven tussen 80 en 89. Voorwaar een bevoorrechte elite, als je een hoge leeftijd op prijs stelt.

Waren er bij de 89 mij bekende persoonlijkheden mensen van wie ik het heengaan betreurde? Het verscheiden van Harry Mulisch betreurde ik bijvoorbeeld geenszins, want ik heb hem altijd een matige schrijver gevonden. Over anderen had ik wel een enigszins spijtig gevoel. Dat gold voor: Hans van Mierlo, waarvan ik de hele politieke loopbaan heb gevolgd, vanaf de viering van de eerste verkiezingsoverwinning in Krasnapolsky tot aan zijn afscheid, zonder ooit op zijn partij gestemd te hebben, want daarvoor was het toch te veel een one-issue-partij; en de detectiveschrijver Dick Francis, met wiens paardenboeken ik me menig uurtje prettig heb beziggehouden; en de schrijfster Beryl Bainbridge van de kleine, maar fijne juweeltjes, die ik graag mag herlezen; en voor de tekenaar Peter Vos, omdat niemand zo mooi vogeltjes kon tekenen; en de gangmaker Norbert (Noppie) Koch, die ik tijdens de Populaires op donderdagavond in het Olympsich Stadion zo vaak op zijn motor zijn rondjes heb zien draaien met een zich suf trappende renner aan zijn 'rol' gekleefd; en Jean Nelissen, die ik weliswaar een zeer matig verslaggever vond, ondanks zijn grote kennis van het wielrennen, maar die zich onsterfelijk heeft gemaakt met zijn eigen journaaltjes in het Tourjournaal van een paar jaar geleden.

Een echt gevoel van 'jammer' had ik bij het doodblijven van J.D. Salinger, want dat is een van de schrijvers waarvan ik heb geleerd wat literatuur is en bij de muzikanten Willem Breuker en Captain Beefhart, omdat ze zo eigengereid en recalcitrant en onverstoorbaar hun eigen gang gingen en muziek produceerden waar weinigen aan kunnen tippen.

Echt betreuren doe ik eigenlijk alleen de dood van Rudy Kousbroek en Jan Blokker. Het betekent het afscheid van de zoveelste 'vaders', die niet verder mochten en mij dus achter laten met een gevoel van gemis. Mensen als Kousbroek en Blokker zijn er niet veel en je mag blij zijn als je er een paar onder je 'vaders' hebt. Ze konden beiden prachtig schrijven, formuleerden precies goed, met de juiste toon en zonder dat er een speld tussen was te krijgen. Maar wat hen vooral bijzonder maakte, was het feit dat ze niet laf waren. Ze durfden voor hun mening uit te komen, trokken zich niets aan van de waan van de dag of politieke (in)correctheid en bekommerden zich niet om het volk dat ze tegen de haren in streken.

Gelukkig waren het schrijvers, zodat je ze kunt blijven lezen en je verbazen over het feit dat er na Rudy Kousbroek nog steeds gelovigen bestaan. Dat ze nu nog niet beter weten! En niemand kon zo ontroerend over varkens schrijven als Kousbroek. Ik ga binnenkort al hun boeken kopen en tijdens mijn volgende vakantie op Texel allemaal lezen.
 
********************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
© 2011 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2