archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 8
9 december 2010
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Wanneer was een leven tragisch? Frits Hoorweg

0804VG Tragisch
In zijn nieuwste, autobiografische, boek* gaat Michael Frayn weer terug naar vroeger. Hij wil de lezer doen geloven dat zijn kinderen hem daartoe hebben aangezet, maar helemaal geloofwaardig is dat niet, want het lijkt wel of hij niets liever doet. In ‘Spies’ (fictie overigens) uit 2002 liet hij de verteller dat ook al doen. In het eerste hoofdstuk vertelt deze zijn kinderen dat hij een poosje naar Londen gaat. ‘Kunnen we je ergens bereiken?’ vraagt zijn schoondochter. ‘Memory Lane, misschien,’ suggereert zijn zoon. ‘Precies,’ antwoordt de verteller. ‘Het laatste huis voor je de bocht om gaat en het Amnesia Avenue wordt.’

Deze keer lijkt hij wel geobsedeerd door de vraag hoe tragisch het leven van zijn vader eigenlijk was. Met enige regelmaat maakt hij een soort balans op. Aan de minkant daarvan staat een indrukwekkende lijst.

Vader kwam uit een gezin van slechthorenden en werd zelf ook al snel ernstig doof. Thuis was het armoe troef, waardoor van iets meer dan basisonderwijs geen sprake kon zijn. Toen hij op het punt stond te gaan trouwen kon dat ‘even’ niet doorgaan omdat zijn vader overleed en hij opgezadeld werd met de zorg voor zijn moeder en een gehandicapt zusje. Na elf jaar wachten kon dat voorgenomen huwelijk dan eindelijk doorgaan, maar was er weer een ander probleem bijgekomen. Zijn kersverse schoonouders waren zozeer aan lager wal geraakt dat schoonmoeder permanent bij het jonge paar introk (schoonvader begon aan een zwervend bestaan, maar kwam regelmatig in het weekend logeren).

Na 14 jaar, de oorlog was net afgelopen, overleed zijn vrouw abrupt. Vier jaar later trouwde hij opnieuw en nog wel met een weduwe die bulkte van het geld. Op het eerste gezicht een gebeurtenis die in het andere rijtje thuis hoort, maar het ging niet goed: zijn dochter kon aanvankelijk niet met haar opschieten (zijn zoon, de latere schrijver, wel) en bovendien bleek ze last te hebben van depressies. Tegen beter weten in bleef hij jaren bij haar, maar in 1962 stond hij nogal abrupt op straat omdat zij het gemeenschappelijke huis, dat nog steeds van haar was, had verkocht. Een paar jaar later had hij een jongere vriendin (die er misschien al eerder was) maar de vreugde duurde maar kort. Hij kreeg kort daarna kanker en overleed na een paar zware jaren in 1970.

En dan was er (de schrijver slaat hier enigszins aan het schmieren) ook nog een zoon die zich geen enkele praktische vaardigheid leek te kunnen eigen maken! Met name het feit dat deze geen bal kon raken bij cricket maakte hem erg verdrietig.
Stond er dan helemaal niets aan de goede kant van de balans?
Michael Frayn kan maar twee dingen bedenken. Hij was tijdens de Eerste Wereldoorlog te jong om opgeroepen te worden voor de militaire dienst en in de Tweede Wereldoorlog te oud.

De conclusie lijkt voor de hand te liggen: een tragisch leven. Dat is dan ook een oordeel dat je mensen nogal eens hoort uitspreken, ogenschijnlijk als resultante van een dergelijke afweging. Maar Frayn kan het niet geloven, want, stelt hij, telkens als ik tot die slotsom neig zie ik zijn hoofd om de hoek van de deur verschijnen, met die onweerstaanbare grijns.

Goed gezien, de tragiek van het leven leent zich, bij nader inzien, niet voor een boekhoudkundige benadering.

* My father’s fortune, A life, Faber and Faber 2010
 
**************************************
Meer over Linda Hulshof op: www.lindahulshof.nl


© 2010 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Wanneer was een leven tragisch? Frits Hoorweg
0804VG Tragisch
In zijn nieuwste, autobiografische, boek* gaat Michael Frayn weer terug naar vroeger. Hij wil de lezer doen geloven dat zijn kinderen hem daartoe hebben aangezet, maar helemaal geloofwaardig is dat niet, want het lijkt wel of hij niets liever doet. In ‘Spies’ (fictie overigens) uit 2002 liet hij de verteller dat ook al doen. In het eerste hoofdstuk vertelt deze zijn kinderen dat hij een poosje naar Londen gaat. ‘Kunnen we je ergens bereiken?’ vraagt zijn schoondochter. ‘Memory Lane, misschien,’ suggereert zijn zoon. ‘Precies,’ antwoordt de verteller. ‘Het laatste huis voor je de bocht om gaat en het Amnesia Avenue wordt.’

Deze keer lijkt hij wel geobsedeerd door de vraag hoe tragisch het leven van zijn vader eigenlijk was. Met enige regelmaat maakt hij een soort balans op. Aan de minkant daarvan staat een indrukwekkende lijst.

Vader kwam uit een gezin van slechthorenden en werd zelf ook al snel ernstig doof. Thuis was het armoe troef, waardoor van iets meer dan basisonderwijs geen sprake kon zijn. Toen hij op het punt stond te gaan trouwen kon dat ‘even’ niet doorgaan omdat zijn vader overleed en hij opgezadeld werd met de zorg voor zijn moeder en een gehandicapt zusje. Na elf jaar wachten kon dat voorgenomen huwelijk dan eindelijk doorgaan, maar was er weer een ander probleem bijgekomen. Zijn kersverse schoonouders waren zozeer aan lager wal geraakt dat schoonmoeder permanent bij het jonge paar introk (schoonvader begon aan een zwervend bestaan, maar kwam regelmatig in het weekend logeren).

Na 14 jaar, de oorlog was net afgelopen, overleed zijn vrouw abrupt. Vier jaar later trouwde hij opnieuw en nog wel met een weduwe die bulkte van het geld. Op het eerste gezicht een gebeurtenis die in het andere rijtje thuis hoort, maar het ging niet goed: zijn dochter kon aanvankelijk niet met haar opschieten (zijn zoon, de latere schrijver, wel) en bovendien bleek ze last te hebben van depressies. Tegen beter weten in bleef hij jaren bij haar, maar in 1962 stond hij nogal abrupt op straat omdat zij het gemeenschappelijke huis, dat nog steeds van haar was, had verkocht. Een paar jaar later had hij een jongere vriendin (die er misschien al eerder was) maar de vreugde duurde maar kort. Hij kreeg kort daarna kanker en overleed na een paar zware jaren in 1970.

En dan was er (de schrijver slaat hier enigszins aan het schmieren) ook nog een zoon die zich geen enkele praktische vaardigheid leek te kunnen eigen maken! Met name het feit dat deze geen bal kon raken bij cricket maakte hem erg verdrietig.
Stond er dan helemaal niets aan de goede kant van de balans?
Michael Frayn kan maar twee dingen bedenken. Hij was tijdens de Eerste Wereldoorlog te jong om opgeroepen te worden voor de militaire dienst en in de Tweede Wereldoorlog te oud.

De conclusie lijkt voor de hand te liggen: een tragisch leven. Dat is dan ook een oordeel dat je mensen nogal eens hoort uitspreken, ogenschijnlijk als resultante van een dergelijke afweging. Maar Frayn kan het niet geloven, want, stelt hij, telkens als ik tot die slotsom neig zie ik zijn hoofd om de hoek van de deur verschijnen, met die onweerstaanbare grijns.

Goed gezien, de tragiek van het leven leent zich, bij nader inzien, niet voor een boekhoudkundige benadering.

* My father’s fortune, A life, Faber and Faber 2010
 
**************************************
Meer over Linda Hulshof op: www.lindahulshof.nl
© 2010 Frits Hoorweg
powered by CJ2