archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 4
Jaargang 8
9 december 2010
Bezigheden > Mode delen printen terug
Je gewone kloffie Marianne Bernard

0804BZ Kloffie
Het afstuderen aan een universiteit is een sleutelmoment in een mensenleven, net zoals je eindexamen van de middelbare school, je huwelijk, je promotie, en later je zilveren en gouden bruiloft. Het zijn feestelijke gebeurtenissen die iedereen wil meemaken: je hele familie en al je vrienden. Dagen waarop iedereen zijn beste kleren aantrekt. Vrouwen gaan naar de kapper en doen een nieuwe jurk aan. Voor mannen is zo’n dag vaak dé aanleiding om een nieuw pak te kopen.
 
Mijn neef ging afstuderen, dus het was logisch dat ik daar als tante ook heen ging.
In het kleine zaaltje aan de Amsterdamse Roetersstraat was een gemengd gezelschap bijeen. Mijn neef (27) zag er tiptop uit. Zo netjes dat ik hem bijna niet herkende. Hij is het leren-jackje-type. Nu had hij voor de gelegenheid een nieuw donkergrijs pak aan met een mooi lila overhemd en een bijpassende das. Mijn schoonzus, zijn moeder, droeg een leuke nieuwe jurk. Verder was er zijn oma, een keurige dame van 93, en zijn verloofde en zijn schoonouders. Ook was er een aantal studievrienden, een paar collega’s van het instituut waar hij zijn onderzoek had gedaan, en nog wat gewone vrienden. Allen waren netjes gekleed en in feestelijke stemming.
 
De deur ging open en het ‘college’ kwam binnen: drie hoogleraren en het hoofd van de facultaire examencommissie. Vier mannen in spijkerbroek en verwassen T-shirts met halflange, grijzige haren. Ze zagen eruit als typische ‘soixante-huitards’, de generatie die in 1968 de toon aangaf en nu (helaas) nog geen steek veranderd is, behalve dan dat ze inmiddels meer dan veertig jaar ouder zijn.
 
Ze namen plaats achter de tafel en gingen over tot de plechtigheid. Mijn neef hield een inleidend zogenaamd leken-praatje, hij deelde informatiemappen uit en gaf een powerpoint-presentatie over zijn onderzoek. De hoogleraren stelden wat vragen en ook het publiek mocht meedoen. Al met al duurde de ceremonie ongeveer twintig minuten. Tot slot gingen de hoogleraren nog even de zaal uit om over het judicium en het cijfer te overleggen.
Bij de deur hoorde ik ze in het voorbijgaan tegen elkaar een opmerking maken over het pak van mijn neef. ‘Nee’, zei de een, ‘dat hadden we niet afgesproken, “je gewone kloffie” hadden we gezegd, en zo is het goed.’

Onlangs hoorde ik van een vriend die bij de Universiteit Maastricht werkt, dat het ook anders kan. Ik zag hem bij een feestje in een keurig donker pak. Dat verwonderde me, want hij liep vroeger ook altijd in een ribfluwelen jasje met spijkerbroek. Maar nu dus niet meer.
‘Dat pak heb ik nu eenmaal voor mijn werk bij de universiteit’, zei hij. ‘Als er ouders bij zijn, trek ik altijd mijn nette pak aan. Zo hoort dat bij ons als er studenten-plechtigheden zijn. Dan komen er ouders en dan is het bon ton dat je als hoogleraar je pak aantrekt. Dat maakt de gelegenheid tot een echt life-moment.’
 
Is het typisch Hollandse kleinburgerlijkheid om bij feestelijke gelegenheden, die keerpunten in het leven vormen, toch te zeggen: ‘We houden het klein’? Daarmee bedoelen ze dus het aloude ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Ze vergeten dat ze het daarmee voor anderen lelijk kunnen verpesten.
Met mijn neef komt het wel goed. Hij is trots op zijn diploma en vol plannen voor zijn toekomst. Zijn vader, wijlen mijn broer, zou tevreden zijn.
 
***********************************
Pepijn Lampe is product & grafisch ontwerper.
Informatie op: www.pepdesign.be


© 2010 Marianne Bernard meer Marianne Bernard - meer "Mode" -
Bezigheden > Mode
Je gewone kloffie Marianne Bernard
0804BZ Kloffie
Het afstuderen aan een universiteit is een sleutelmoment in een mensenleven, net zoals je eindexamen van de middelbare school, je huwelijk, je promotie, en later je zilveren en gouden bruiloft. Het zijn feestelijke gebeurtenissen die iedereen wil meemaken: je hele familie en al je vrienden. Dagen waarop iedereen zijn beste kleren aantrekt. Vrouwen gaan naar de kapper en doen een nieuwe jurk aan. Voor mannen is zo’n dag vaak dé aanleiding om een nieuw pak te kopen.
 
Mijn neef ging afstuderen, dus het was logisch dat ik daar als tante ook heen ging.
In het kleine zaaltje aan de Amsterdamse Roetersstraat was een gemengd gezelschap bijeen. Mijn neef (27) zag er tiptop uit. Zo netjes dat ik hem bijna niet herkende. Hij is het leren-jackje-type. Nu had hij voor de gelegenheid een nieuw donkergrijs pak aan met een mooi lila overhemd en een bijpassende das. Mijn schoonzus, zijn moeder, droeg een leuke nieuwe jurk. Verder was er zijn oma, een keurige dame van 93, en zijn verloofde en zijn schoonouders. Ook was er een aantal studievrienden, een paar collega’s van het instituut waar hij zijn onderzoek had gedaan, en nog wat gewone vrienden. Allen waren netjes gekleed en in feestelijke stemming.
 
De deur ging open en het ‘college’ kwam binnen: drie hoogleraren en het hoofd van de facultaire examencommissie. Vier mannen in spijkerbroek en verwassen T-shirts met halflange, grijzige haren. Ze zagen eruit als typische ‘soixante-huitards’, de generatie die in 1968 de toon aangaf en nu (helaas) nog geen steek veranderd is, behalve dan dat ze inmiddels meer dan veertig jaar ouder zijn.
 
Ze namen plaats achter de tafel en gingen over tot de plechtigheid. Mijn neef hield een inleidend zogenaamd leken-praatje, hij deelde informatiemappen uit en gaf een powerpoint-presentatie over zijn onderzoek. De hoogleraren stelden wat vragen en ook het publiek mocht meedoen. Al met al duurde de ceremonie ongeveer twintig minuten. Tot slot gingen de hoogleraren nog even de zaal uit om over het judicium en het cijfer te overleggen.
Bij de deur hoorde ik ze in het voorbijgaan tegen elkaar een opmerking maken over het pak van mijn neef. ‘Nee’, zei de een, ‘dat hadden we niet afgesproken, “je gewone kloffie” hadden we gezegd, en zo is het goed.’

Onlangs hoorde ik van een vriend die bij de Universiteit Maastricht werkt, dat het ook anders kan. Ik zag hem bij een feestje in een keurig donker pak. Dat verwonderde me, want hij liep vroeger ook altijd in een ribfluwelen jasje met spijkerbroek. Maar nu dus niet meer.
‘Dat pak heb ik nu eenmaal voor mijn werk bij de universiteit’, zei hij. ‘Als er ouders bij zijn, trek ik altijd mijn nette pak aan. Zo hoort dat bij ons als er studenten-plechtigheden zijn. Dan komen er ouders en dan is het bon ton dat je als hoogleraar je pak aantrekt. Dat maakt de gelegenheid tot een echt life-moment.’
 
Is het typisch Hollandse kleinburgerlijkheid om bij feestelijke gelegenheden, die keerpunten in het leven vormen, toch te zeggen: ‘We houden het klein’? Daarmee bedoelen ze dus het aloude ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Ze vergeten dat ze het daarmee voor anderen lelijk kunnen verpesten.
Met mijn neef komt het wel goed. Hij is trots op zijn diploma en vol plannen voor zijn toekomst. Zijn vader, wijlen mijn broer, zou tevreden zijn.
 
***********************************
Pepijn Lampe is product & grafisch ontwerper.
Informatie op: www.pepdesign.be
© 2010 Marianne Bernard
powered by CJ2