archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 3
Jaargang 8
18 november 2010
Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
Weerzien in café Edel Henk Bergman

Reünies. Ik ken genoeg mensen die er niets van willen weten. Zelf lust ik er wel pap van. Er hoeft maar een aankondiging langs te komen en ik teken in. School? Studentenvereniging? Werkgever? Voetbalclub? Kom maar op, ik ben van de partij. Sterker: ik heb er nu zelf een georganiseerd.

Dat komt zo. Op de website Schoolbank staan zowel klasgenoten van mijn lagere als van mijn middelbare school. Die van de lagere school – de Corantijnschool in Amsterdam West – interesseerden me om een of andere reden nooit zo veel. Als ik wel eens contact zocht dan was dat altijd met iemand die ik kende uit de HBS-tijd. Ik had wel gezien dat Kees de Groot, een klasgenoot van de lagere school, een foto op Schoolbank had geplaatst van ons schoolreisje met de zesde klas naar Renkum in 1959. Er staan 42 leerlingen op, maar van slechts enkelen was de naam vermeld. Ik heb een goed geheugen voor nutteloze zaken, dus kon ik – op drie na – moeiteloos de resterende voor- en achternamen opdreunen. Ik stuurde ze aan Kees; hij bedankte me en plaatste ze bij de foto. We mailden een paar keer en wisselden herinneringen uit.

Kees de Groot was de beste voetballer van de klas. Hij speelde als enige ook bij een echte club: Rivalen. Ik was zelf veel minder goed, maar toch werden Kees en ik toen we in de vijfde zaten samen uitgenodigd om met klas zes mee te doen aan het jaarlijkse schoolvoetbaltoernooi in de paasvakantie. We moesten spelen op de velden aan de Hemweg. Ik weet nog dat hij mij die dag – veel te vroeg – thuis kwam ophalen. We waren allebei behoorlijk zenuwachtig. Het was ook niet niks: meedoen met de zesde! Maar het werd een drama. De aanvoerder was zo onhandig om op het wedstrijdformulier onze eigen namen te vermelden; hij was even vergeten dat we bij de verplichte aanmelding vóór het toernooi niet opgegeven waren. We moesten bij twee strenge meneren komen, die ons op zalvende toon verboden om mee te doen. Een zware teleurstelling; de tranen stonden ons in de ogen.

Afgelopen zomer maakten Kees en ik een afspraak. We troffen elkaar op een zaterdagmiddag in een café in Alkmaar – een voor de hand liggende keuze gezien onze huidige woonplaatsen. Ruim vijftig jaar hadden we elkaar niet gezien, maar de conversatie liep meteen goed. Hij werkte – anders dan ik – al geruime tijd niet meer. Zijn beroep als elektricien kon hij niet meer uitoefenen na een fietsongeluk waarbij hij een nekhernia opliep. Wel was hij nog actief in de voetbalwereld, nu als scout. Voetbal was ook nog steeds zijn hobby – dat had ik ook al op de site bij zijn profiel zien staan. Ergens halverwege ons gesprek opperde ik het idee om te proberen de leerlingen uit onze zesde klas die we via Schoolbank konden bereiken uit te nodigen voor een reünietje. Niks groots, gewoon een afspraakje in Amsterdam in een café dicht bij de oude school – die nog gewoon bestaat. Kees was meteen akkoord.

Het duurde om allerlei redenen even, maar half oktober stuurde ik de vijftien oud-klasgenoten die op Schoolbank staan een uitnodiging om op zaterdag 20 november vanaf vier uur naar café Edel aan de Postjesweg te komen. Vier van de vijftien stonden niet zelf op de site, maar hun broer of zuster ­– die ook op onze school zaten – wel. In die gevallen koos ik dus noodgedwongen voor de indirecte weg. Dat leverde toch twee reacties op. Jan de Boer liet me weten geen contact meer met zijn broer Gerard (mijn klasgenoot) te hebben, maar gaf me wel zijn woonadres. Ik heb hem de geprinte mail in een envelop gestuurd.

Ook Jenny de Wit, de jongere zuster van mijn klasgenoot Nel, deed goed werk. Ze stuurde de uitnodiging door, waarna Nel prompt contact met mij opnam. We woonden destijds in dezelfde straat: de Antillenstraat bij het Surinameplein (Jenny stuurde me ook nog foto’s die ze een jaar geleden had gemaakt). Vader en moeder De Wit hadden een Coöp-kruidenierszaak. Dat was niet altijd makkelijk, vooral niet omdat er vlakbij een filiaal van De Gruyter stond. (Ik moest bekennen dat mijn moeder daar haar boodschappen deed). Nel vertelde me wat haar vader het meest frustreerde: dat er ’s avonds laat klanten van De Gruyter – waar dan niemand was – bij hem aanbelden om met veel bombarie gas- en lichtpenningen te kopen. Een service waarop hij bijna niets verdiende, maar die hij als kleine zelfstandige wel gedwongen was te bieden. Je wist immers maar nooit of die avondklanten na een prettige bediening niet ook overdag bij hem zouden gaan kopen. Maar dat gebeurde nooit, zei Nel.

Vijf klasgenoten hebben me gemaild dat ze in ieder geval komen; twee hielden een slag om de arm. Inclusief Kees en ik zijn we dus minimaal met zeven. Voor mij wordt het een drukke middag. In het mailcontact met Nel de Wit stelde ik voor om vóór de reünie samen een buurtwandeling te maken. Ze vond het een goed idee. We hebben afgesproken in haar ouderlijk huis annex kruidenierszaak – waarin nu een café is gevestigd.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2010 Henk Bergman meer Henk Bergman - meer "Ontmoetingen"
Bezigheden > Ontmoetingen
Weerzien in café Edel Henk Bergman
Reünies. Ik ken genoeg mensen die er niets van willen weten. Zelf lust ik er wel pap van. Er hoeft maar een aankondiging langs te komen en ik teken in. School? Studentenvereniging? Werkgever? Voetbalclub? Kom maar op, ik ben van de partij. Sterker: ik heb er nu zelf een georganiseerd.

Dat komt zo. Op de website Schoolbank staan zowel klasgenoten van mijn lagere als van mijn middelbare school. Die van de lagere school – de Corantijnschool in Amsterdam West – interesseerden me om een of andere reden nooit zo veel. Als ik wel eens contact zocht dan was dat altijd met iemand die ik kende uit de HBS-tijd. Ik had wel gezien dat Kees de Groot, een klasgenoot van de lagere school, een foto op Schoolbank had geplaatst van ons schoolreisje met de zesde klas naar Renkum in 1959. Er staan 42 leerlingen op, maar van slechts enkelen was de naam vermeld. Ik heb een goed geheugen voor nutteloze zaken, dus kon ik – op drie na – moeiteloos de resterende voor- en achternamen opdreunen. Ik stuurde ze aan Kees; hij bedankte me en plaatste ze bij de foto. We mailden een paar keer en wisselden herinneringen uit.

Kees de Groot was de beste voetballer van de klas. Hij speelde als enige ook bij een echte club: Rivalen. Ik was zelf veel minder goed, maar toch werden Kees en ik toen we in de vijfde zaten samen uitgenodigd om met klas zes mee te doen aan het jaarlijkse schoolvoetbaltoernooi in de paasvakantie. We moesten spelen op de velden aan de Hemweg. Ik weet nog dat hij mij die dag – veel te vroeg – thuis kwam ophalen. We waren allebei behoorlijk zenuwachtig. Het was ook niet niks: meedoen met de zesde! Maar het werd een drama. De aanvoerder was zo onhandig om op het wedstrijdformulier onze eigen namen te vermelden; hij was even vergeten dat we bij de verplichte aanmelding vóór het toernooi niet opgegeven waren. We moesten bij twee strenge meneren komen, die ons op zalvende toon verboden om mee te doen. Een zware teleurstelling; de tranen stonden ons in de ogen.

Afgelopen zomer maakten Kees en ik een afspraak. We troffen elkaar op een zaterdagmiddag in een café in Alkmaar – een voor de hand liggende keuze gezien onze huidige woonplaatsen. Ruim vijftig jaar hadden we elkaar niet gezien, maar de conversatie liep meteen goed. Hij werkte – anders dan ik – al geruime tijd niet meer. Zijn beroep als elektricien kon hij niet meer uitoefenen na een fietsongeluk waarbij hij een nekhernia opliep. Wel was hij nog actief in de voetbalwereld, nu als scout. Voetbal was ook nog steeds zijn hobby – dat had ik ook al op de site bij zijn profiel zien staan. Ergens halverwege ons gesprek opperde ik het idee om te proberen de leerlingen uit onze zesde klas die we via Schoolbank konden bereiken uit te nodigen voor een reünietje. Niks groots, gewoon een afspraakje in Amsterdam in een café dicht bij de oude school – die nog gewoon bestaat. Kees was meteen akkoord.

Het duurde om allerlei redenen even, maar half oktober stuurde ik de vijftien oud-klasgenoten die op Schoolbank staan een uitnodiging om op zaterdag 20 november vanaf vier uur naar café Edel aan de Postjesweg te komen. Vier van de vijftien stonden niet zelf op de site, maar hun broer of zuster ­– die ook op onze school zaten – wel. In die gevallen koos ik dus noodgedwongen voor de indirecte weg. Dat leverde toch twee reacties op. Jan de Boer liet me weten geen contact meer met zijn broer Gerard (mijn klasgenoot) te hebben, maar gaf me wel zijn woonadres. Ik heb hem de geprinte mail in een envelop gestuurd.

Ook Jenny de Wit, de jongere zuster van mijn klasgenoot Nel, deed goed werk. Ze stuurde de uitnodiging door, waarna Nel prompt contact met mij opnam. We woonden destijds in dezelfde straat: de Antillenstraat bij het Surinameplein (Jenny stuurde me ook nog foto’s die ze een jaar geleden had gemaakt). Vader en moeder De Wit hadden een Coöp-kruidenierszaak. Dat was niet altijd makkelijk, vooral niet omdat er vlakbij een filiaal van De Gruyter stond. (Ik moest bekennen dat mijn moeder daar haar boodschappen deed). Nel vertelde me wat haar vader het meest frustreerde: dat er ’s avonds laat klanten van De Gruyter – waar dan niemand was – bij hem aanbelden om met veel bombarie gas- en lichtpenningen te kopen. Een service waarop hij bijna niets verdiende, maar die hij als kleine zelfstandige wel gedwongen was te bieden. Je wist immers maar nooit of die avondklanten na een prettige bediening niet ook overdag bij hem zouden gaan kopen. Maar dat gebeurde nooit, zei Nel.

Vijf klasgenoten hebben me gemaild dat ze in ieder geval komen; twee hielden een slag om de arm. Inclusief Kees en ik zijn we dus minimaal met zeven. Voor mij wordt het een drukke middag. In het mailcontact met Nel de Wit stelde ik voor om vóór de reünie samen een buurtwandeling te maken. Ze vond het een goed idee. We hebben afgesproken in haar ouderlijk huis annex kruidenierszaak – waarin nu een café is gevestigd.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2010 Henk Bergman
powered by CJ2