archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 1
Jaargang 8
14 oktober 2010
Bezigheden > Lopen delen printen terug
Wandelen in Wales Katharina Kouwenhoven

0801BZ Wales1
Niet alleen vanwege de mooie alliteratie hadden we dit jaar voor Wales gekozen. Groot-Brittanniƫ bevalt ons goed. De mensen zijn aardig en geestig, je kunt ze goed verstaan, er is veel schoons en buitenissigs te zien en de kans op een alles verzengende hittegolf is er te verwaarlozen. Het Lake District en Schotland hadden we gehad, dus was er een andere uithoek aan de beurt: Wales, en wel speciaal een deel van het Pembroke coastpath.

Wales ligt niet echt naast de deur, maar je kunt wel rechtstreeks vliegen naar Cardiff. Van daar gingen we met de trein naar Havonford-west, een rit van ruim drie uur, alwaar wij werden opgehaald door Hughie, die ons in zijn taxi naar The Golden Lion bracht in Newport, een pub zoals die hoort te zijn, met een restaurant en een paar kamers. Het eten was er voortreffelijk. Het aardige van het Pembroke coastpath is dat er vanuit verschillende plaatsen busjes rijden naar allerlei strandjes waar je het kustpad op kunt pikken. Een klein probleem is dat die busjes maar driemaal per dag rijden en je je soms uit de naad moet lopen om op tijd bij de opstapplaats te zijn, of onwezenlijk vroeg moet ontbijten om de eerste bus te halen.

Onze eerste wandeldag werden we geacht in Newport de bus te nemen en naar het noorden te rijden, naar Moylegrove (of Trewyddel op zijn Wales) om van daar langs het kustpad terug te lopen naar Newport. Die bus wisten we net op tijd te halen. Op het kustpad beland bleek dat mijn wandelvriendin hoogtevrees had en moord en brand schreeuwde op de gedeeltes waar aan de zeekant geen beschermende beschoeiing was aangebracht. Alleen op handen en voeten durfde zij die gedeeltes te overbruggen. Ik vertelde haar dat het zou wennen. Op het kustpad in Cornwall had ik ook gelopen met iemand met hoogtevrees en die was er na een dag overheen. Het kustpad van Cornwall vond ik overigens zwaarder; langere en steilere klimpartijen en veel langere trappen met veel te hoge treden.

Het Pembroke kustpad werd om andere redenen een zware klus. Op weg naar Wales had ik mij verstapt bij het bestijgen van de trein. Zittend en liggend had ik er geen last van. De narigheid begon pas na urenlang lopen. Aan het einde van de eerste dag begon mijn linkerknie flink op te spelen en dat werd elke dag erger. De tweede wandeldag, naar Fishguard (Abergwaun - vraag me niet hoe je het uitspreekt - op zijn Wales) liep ik na een paar uur binnensmonds te vloeken. Toen het de derde wandeldag naar Trefin ook nog onafgebroken regende, hebben we bij het prachtige Lighthouse Strumble Head veel eerder dan de bedoeling was de bus genomen. Geheel doorweekt, uitgeput en zinderend van de pijn bereikten we ons Guesthouse. De vrouw des huizes was er een van het0801BZ Wales2 ouderwetse type die in de wintermaanden gruwelijke quilts maakte (ze lagen op onze bedden) en in de zomer, tussen het kokkerellen voor de gasten door, groente en fruit wekte. Omdat mijn wandelvriendin ook pijn had, in haar rug, besloten we een dag rust te nemen.

Dat bekwam ons goed, maar daarna moesten we weer op pad, naar St Davids, waar we ook twee nachten bleven. Die wandeling hebben we flink ingekort en vanwege de regen ook grotendeels over een landweg, parallel aan het kustpad, afgelegd. Het kustpad was levensgevaarlijk geworden.
Gelukkig had ik een stok meegenomen. Nordic walking stokken, die mijn wandelvriendin in Schotland had aangeschaft, vond ik te zwaar om te dragen en daarom had ik een lichte opvouwbare wandelstok aangeschaft. Die stok heeft me op dat gladde pad met zijn onmogelijke treden en steile hellinkjes voor veel narigheid behoed. Maar naar St Davids hebben we grotendeels op het asfalt gelopen en ook al snel de bus genomen.

Het was de bedoeling de volgende dag nog een wandeling te maken, maar daar hebben we vanaf gezien. Het vriendelijke echtpaar van het pension, dat somberde over het feit dat ze geen opvolger konden vinden, raadde ons aan een boottochtje te gaan maken. Dat hebben we gedaan. Daarvoor moest je met de bus naar St Justinians waar je een boot kon nemen en om Ramsey Island heen varen. 'Boot' bleek niet helemaal het juiste woord. Een groot rubber luchtkussen was het, met een paar bankjes, dat als een gek planeerde op het water. Het was een type reddingboot, dat door twee stoere zeebonken bij voorkeur zo schuin op het water werd gelegd dat slagzij maken onvermijdelijk leek. Niettemin was het een fantastisch tochtje. Het leukst waren de zeeleeuwen die op de strandjes in de zon lagen te dutten met hun bijna onzichtbare, witte, kroost. Zeeleeuwen 'in het wild'! Na die tocht liepen we terug naar St Davids om te lunchen en daarna de kathedraal te bezoeken; zelden zo'n mooie kerk gezien.
's Avonds uitgebreid gevierd dat we de volgende dag weer naar huis gingen.

De twijfelachtige ervaring van wandelen in Wales lag niet aan Wales. Het is er mooi, het kustpad is aantrekkelijk, de dorpjes de moeite waard en de bewoners zijn buitengewoon vriendelijk. Maar het weer moet wel een beetje mee zitten. En voor een wandeling over het kustpad moet je topfit zijn. Klauteren met een ontstoken knie maakt het tot een helletocht.
 
**********************************
Boekhandel van Rossum is gevestigd aan de
Beethovenstraat 32 in Amsterdam.
Ga voor informatie naar www.boekhandelvanrossum.nl


© 2010 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Wandelen in Wales Katharina Kouwenhoven
0801BZ Wales1
Niet alleen vanwege de mooie alliteratie hadden we dit jaar voor Wales gekozen. Groot-Brittanniƫ bevalt ons goed. De mensen zijn aardig en geestig, je kunt ze goed verstaan, er is veel schoons en buitenissigs te zien en de kans op een alles verzengende hittegolf is er te verwaarlozen. Het Lake District en Schotland hadden we gehad, dus was er een andere uithoek aan de beurt: Wales, en wel speciaal een deel van het Pembroke coastpath.

Wales ligt niet echt naast de deur, maar je kunt wel rechtstreeks vliegen naar Cardiff. Van daar gingen we met de trein naar Havonford-west, een rit van ruim drie uur, alwaar wij werden opgehaald door Hughie, die ons in zijn taxi naar The Golden Lion bracht in Newport, een pub zoals die hoort te zijn, met een restaurant en een paar kamers. Het eten was er voortreffelijk. Het aardige van het Pembroke coastpath is dat er vanuit verschillende plaatsen busjes rijden naar allerlei strandjes waar je het kustpad op kunt pikken. Een klein probleem is dat die busjes maar driemaal per dag rijden en je je soms uit de naad moet lopen om op tijd bij de opstapplaats te zijn, of onwezenlijk vroeg moet ontbijten om de eerste bus te halen.

Onze eerste wandeldag werden we geacht in Newport de bus te nemen en naar het noorden te rijden, naar Moylegrove (of Trewyddel op zijn Wales) om van daar langs het kustpad terug te lopen naar Newport. Die bus wisten we net op tijd te halen. Op het kustpad beland bleek dat mijn wandelvriendin hoogtevrees had en moord en brand schreeuwde op de gedeeltes waar aan de zeekant geen beschermende beschoeiing was aangebracht. Alleen op handen en voeten durfde zij die gedeeltes te overbruggen. Ik vertelde haar dat het zou wennen. Op het kustpad in Cornwall had ik ook gelopen met iemand met hoogtevrees en die was er na een dag overheen. Het kustpad van Cornwall vond ik overigens zwaarder; langere en steilere klimpartijen en veel langere trappen met veel te hoge treden.

Het Pembroke kustpad werd om andere redenen een zware klus. Op weg naar Wales had ik mij verstapt bij het bestijgen van de trein. Zittend en liggend had ik er geen last van. De narigheid begon pas na urenlang lopen. Aan het einde van de eerste dag begon mijn linkerknie flink op te spelen en dat werd elke dag erger. De tweede wandeldag, naar Fishguard (Abergwaun - vraag me niet hoe je het uitspreekt - op zijn Wales) liep ik na een paar uur binnensmonds te vloeken. Toen het de derde wandeldag naar Trefin ook nog onafgebroken regende, hebben we bij het prachtige Lighthouse Strumble Head veel eerder dan de bedoeling was de bus genomen. Geheel doorweekt, uitgeput en zinderend van de pijn bereikten we ons Guesthouse. De vrouw des huizes was er een van het0801BZ Wales2 ouderwetse type die in de wintermaanden gruwelijke quilts maakte (ze lagen op onze bedden) en in de zomer, tussen het kokkerellen voor de gasten door, groente en fruit wekte. Omdat mijn wandelvriendin ook pijn had, in haar rug, besloten we een dag rust te nemen.

Dat bekwam ons goed, maar daarna moesten we weer op pad, naar St Davids, waar we ook twee nachten bleven. Die wandeling hebben we flink ingekort en vanwege de regen ook grotendeels over een landweg, parallel aan het kustpad, afgelegd. Het kustpad was levensgevaarlijk geworden.
Gelukkig had ik een stok meegenomen. Nordic walking stokken, die mijn wandelvriendin in Schotland had aangeschaft, vond ik te zwaar om te dragen en daarom had ik een lichte opvouwbare wandelstok aangeschaft. Die stok heeft me op dat gladde pad met zijn onmogelijke treden en steile hellinkjes voor veel narigheid behoed. Maar naar St Davids hebben we grotendeels op het asfalt gelopen en ook al snel de bus genomen.

Het was de bedoeling de volgende dag nog een wandeling te maken, maar daar hebben we vanaf gezien. Het vriendelijke echtpaar van het pension, dat somberde over het feit dat ze geen opvolger konden vinden, raadde ons aan een boottochtje te gaan maken. Dat hebben we gedaan. Daarvoor moest je met de bus naar St Justinians waar je een boot kon nemen en om Ramsey Island heen varen. 'Boot' bleek niet helemaal het juiste woord. Een groot rubber luchtkussen was het, met een paar bankjes, dat als een gek planeerde op het water. Het was een type reddingboot, dat door twee stoere zeebonken bij voorkeur zo schuin op het water werd gelegd dat slagzij maken onvermijdelijk leek. Niettemin was het een fantastisch tochtje. Het leukst waren de zeeleeuwen die op de strandjes in de zon lagen te dutten met hun bijna onzichtbare, witte, kroost. Zeeleeuwen 'in het wild'! Na die tocht liepen we terug naar St Davids om te lunchen en daarna de kathedraal te bezoeken; zelden zo'n mooie kerk gezien.
's Avonds uitgebreid gevierd dat we de volgende dag weer naar huis gingen.

De twijfelachtige ervaring van wandelen in Wales lag niet aan Wales. Het is er mooi, het kustpad is aantrekkelijk, de dorpjes de moeite waard en de bewoners zijn buitengewoon vriendelijk. Maar het weer moet wel een beetje mee zitten. En voor een wandeling over het kustpad moet je topfit zijn. Klauteren met een ontstoken knie maakt het tot een helletocht.
 
**********************************
Boekhandel van Rossum is gevestigd aan de
Beethovenstraat 32 in Amsterdam.
Ga voor informatie naar www.boekhandelvanrossum.nl
© 2010 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2