archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 16
Jaargang 7
24 juni 2010
Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
De Anthonie van Dijckstraat Katharina Kouwenhoven

0716VG A Dijckstraat
De Anthonie van Dijckstraat bevindt zich tussen de Albrecht Dürerstraat en de Rubensstraat en loopt parallel aan de Gerrit van der Veenstraat. Amsterdam-Zuid dus. In en om de Anthonie van Dijckstraat bevinden zich een aantal opmerkelijke gebouwen in de stijl van het Nieuwe Bouwen, waaraan in deze buurt voor het eerst ruimte werd gegeven. Onder invloed van de architecten Gratama en Staal werd de invloed van Berlage en het juk van de Amsterdamse School voor het eerst afgeschud. Dientengevolge bevindt zich op de nummers 4 - 12 in de van Dijckstraat een klein blokje fascinerend mooie huizen. Het zijn de eerste drive-in woningen in Nederland en inmiddels een Rijksmonument.

Van de architecten Gratama en Staal is vooral Staal een opmerkelijke figuur, want hij was aanvankelijk ook een Amsterdamse School architect, die zich later bekeerde tot het Nieuwe Bouwen en als zodanig de ontwerper van bijvoorbeeld de Wolkenkrabber. Hij was getrouwd met de eerste vrouw die als architect haar brood verdiende: Margaret Kropholler, die het verfoeilijke blok in de Orteliusstraat bouwde, waar ik als kind opgroeide (zie jaargang 7, no. 8). Deze Margaret Kropholler was op haar beurt de zuster van een architect, A. J. Kropholler, een traditionalist, die de loodzware Linneaushof heeft gebouwd, een opmerkelijke katholieke enclave in Amsterdam.

De huizen in de Anthonie van Dijkcstraat werden in 1936 ontworpen door Mart Stam en zijn toenmalige vrouw Lotte Beese en zij zijn het enige voorbeeld van een vooroorlogs project in Nederland van de 'wereldberoemde' Stam, want Stam (1899 - 1986) bouwde vooral in het buitenland, met name in socialistische heilstaten als Rusland en na de oorlog Oost-Duitsland. Groot is zijn oeuvre overigens niet, want de meeste van zijn ontwerpen zijn niet uitgevoerd of zijn bijdrage is omstreden; zijn reputatie is vooral gebaseerd op artikelen in tijdschriften. Wel wordt hij beschouwd als de wegbereider van het functionalisme en door de uitwassen daarvan worden we nog steeds geplaagd.

In Amsterdam bevindt zich nog een Stam-ontwerp, een flatgebouw aan de Linnaeusstraat uit 1952, dat kraak noch smaak kent. Maar zijn huizen aan de Anthonie van Dijckstraat zijn zowel van binnen als van buiten ongekend voor die tijd en nog steeds onovertroffen door hun strakke vorm, transparantie, de gebruikte materialen, de voorzieningen en de functionele inrichting met een parkeergarage als integraal onderdeel van het ontwerp. De huizen bevatten toen reeds centrale verwarming, een vuilnisstortkoker, electrische voordeuropeners, deurtelefoons, oprolbare zonneschermen en opklapbare wastafels (!).
Ze zijn opgetrokken uit geglazuurde witte baksteen, met kozijnen van hout en staal, betonnen balkons met stalen hekjes en het karakter van deze huizen komt prachtig uit, omdat de straat ter plekke verbreed is tot een pleintje met een plantsoentje ervoor en ze weldadig afsteken tegen de lompe huizen in de rest van de straat. Oorspronkelijk waren bepaalde onderdelen gekleurd, maar heden ten dagen zijn ze geheel wit.

In een van deze huizen woonde tot 1970 de familie d'Aulnis de Bourouill, waarvan de vader, baron d'Aulnis de Bourouill, een bekende verzetsstrijder was geweest, die onder andere het bevolkingsregister van Den Haag had gebombardeerd. Na afloop van een van de vele eindexamenfeesten ben ik ooit met zijn dochter Fleur bij zonsopgang in dat huis beland, waar wij voor het gehele gezelschap eieren bakten op een fornuis dat op hout gestookt werd. Zoiets had ik in een moderne woning nog nooit gezien. Een ongewone familie vormden ze, die voor ze in de van Dijckstraat domicilie kozen in de Sixhaven hadden gewoond op een grote woonboot. Niet direct iets dat je verwacht van een adellijk gezin. Overigens wonen er in de Anthonie van Dijckstraat nog steeds veel 'deftige' mensen, als je afgaat op de dubbele namen die er hun thuisbasis hebben.

In de buurt zijn meer voorbeelden van het Nieuwe Bouwen, zoals de Openluchtschool in de Cliostraat (parallel aan de Anthonie van Dijckstraat), in 1930 gebouwd door Duiker en de Montessorischool op de hoek van de Albrecht Dürerstraat uit 1935 van Van Tijen. Verreweg het mooiste en imposantste gebouw bevindt zich op de hoek van de Apollolaan, de voormalige Rijksverzekeringsbank, in 1939 gebouwd door Roosenburg. Dit gebouw van zeven verdiepingen staat diagonaal op de kruising met de Stadionweg en heeft een heel aparte vorm: smal, met afgeronde zijkanten en een ronde laagbouw eromheen. Het bestaat uit een stalen skelet op een betonnen basis, dat is bekleed met witte platen van keramiek. Aan de voorkant rust het op poten waartussen een trap naar de ingang leidt. Het was het eerste gebouw in Nederland met een glazenwassersgondel.

De architect Dirk Roosenburg had ook ooit voor Berlage gewerkt, maar zich ontwikkeld tot een moderne bouwer, die het monumentale niet schuwde en zeker gevoel had voor esthetiek. Bij hem geen 'functie baart vorm'. Roosenburg is de grootvader van Rem Koolhaas, die als functionalist nog heel wat van hem kan leren.
De Anthonie van Dijckstraat en omgeving, daar moet je zijn voor het Nieuwe Bouwen. Als je de huizen in de Anthonie van Dijckstraat ziet en die voormalige Rijksverzekeringsbank, begrijp je de aantrekkingskracht van deze bouwstijl. Prachtig, prachtig en ongehoord origineel. Helaas is deze stijl sinds de oorlog en nog tot in de huidige tijd in de handen van vele onmachtige epigonen verworden tot een gruwelijke eenvormigheid van beton, staal en glas, die elke stimulerende schoonheid en oorspronkelijkheid ontbeert. En het blijft maar doorgaan, dat Nieuwe Bouwen, dat nu natuurlijk van een groot conservatisme getuigt.
 
********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.
Kijk op: www.deleunstoel.nl/donateur.php


© 2010 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
De Anthonie van Dijckstraat Katharina Kouwenhoven
0716VG A Dijckstraat
De Anthonie van Dijckstraat bevindt zich tussen de Albrecht Dürerstraat en de Rubensstraat en loopt parallel aan de Gerrit van der Veenstraat. Amsterdam-Zuid dus. In en om de Anthonie van Dijckstraat bevinden zich een aantal opmerkelijke gebouwen in de stijl van het Nieuwe Bouwen, waaraan in deze buurt voor het eerst ruimte werd gegeven. Onder invloed van de architecten Gratama en Staal werd de invloed van Berlage en het juk van de Amsterdamse School voor het eerst afgeschud. Dientengevolge bevindt zich op de nummers 4 - 12 in de van Dijckstraat een klein blokje fascinerend mooie huizen. Het zijn de eerste drive-in woningen in Nederland en inmiddels een Rijksmonument.

Van de architecten Gratama en Staal is vooral Staal een opmerkelijke figuur, want hij was aanvankelijk ook een Amsterdamse School architect, die zich later bekeerde tot het Nieuwe Bouwen en als zodanig de ontwerper van bijvoorbeeld de Wolkenkrabber. Hij was getrouwd met de eerste vrouw die als architect haar brood verdiende: Margaret Kropholler, die het verfoeilijke blok in de Orteliusstraat bouwde, waar ik als kind opgroeide (zie jaargang 7, no. 8). Deze Margaret Kropholler was op haar beurt de zuster van een architect, A. J. Kropholler, een traditionalist, die de loodzware Linneaushof heeft gebouwd, een opmerkelijke katholieke enclave in Amsterdam.

De huizen in de Anthonie van Dijkcstraat werden in 1936 ontworpen door Mart Stam en zijn toenmalige vrouw Lotte Beese en zij zijn het enige voorbeeld van een vooroorlogs project in Nederland van de 'wereldberoemde' Stam, want Stam (1899 - 1986) bouwde vooral in het buitenland, met name in socialistische heilstaten als Rusland en na de oorlog Oost-Duitsland. Groot is zijn oeuvre overigens niet, want de meeste van zijn ontwerpen zijn niet uitgevoerd of zijn bijdrage is omstreden; zijn reputatie is vooral gebaseerd op artikelen in tijdschriften. Wel wordt hij beschouwd als de wegbereider van het functionalisme en door de uitwassen daarvan worden we nog steeds geplaagd.

In Amsterdam bevindt zich nog een Stam-ontwerp, een flatgebouw aan de Linnaeusstraat uit 1952, dat kraak noch smaak kent. Maar zijn huizen aan de Anthonie van Dijckstraat zijn zowel van binnen als van buiten ongekend voor die tijd en nog steeds onovertroffen door hun strakke vorm, transparantie, de gebruikte materialen, de voorzieningen en de functionele inrichting met een parkeergarage als integraal onderdeel van het ontwerp. De huizen bevatten toen reeds centrale verwarming, een vuilnisstortkoker, electrische voordeuropeners, deurtelefoons, oprolbare zonneschermen en opklapbare wastafels (!).
Ze zijn opgetrokken uit geglazuurde witte baksteen, met kozijnen van hout en staal, betonnen balkons met stalen hekjes en het karakter van deze huizen komt prachtig uit, omdat de straat ter plekke verbreed is tot een pleintje met een plantsoentje ervoor en ze weldadig afsteken tegen de lompe huizen in de rest van de straat. Oorspronkelijk waren bepaalde onderdelen gekleurd, maar heden ten dagen zijn ze geheel wit.

In een van deze huizen woonde tot 1970 de familie d'Aulnis de Bourouill, waarvan de vader, baron d'Aulnis de Bourouill, een bekende verzetsstrijder was geweest, die onder andere het bevolkingsregister van Den Haag had gebombardeerd. Na afloop van een van de vele eindexamenfeesten ben ik ooit met zijn dochter Fleur bij zonsopgang in dat huis beland, waar wij voor het gehele gezelschap eieren bakten op een fornuis dat op hout gestookt werd. Zoiets had ik in een moderne woning nog nooit gezien. Een ongewone familie vormden ze, die voor ze in de van Dijckstraat domicilie kozen in de Sixhaven hadden gewoond op een grote woonboot. Niet direct iets dat je verwacht van een adellijk gezin. Overigens wonen er in de Anthonie van Dijckstraat nog steeds veel 'deftige' mensen, als je afgaat op de dubbele namen die er hun thuisbasis hebben.

In de buurt zijn meer voorbeelden van het Nieuwe Bouwen, zoals de Openluchtschool in de Cliostraat (parallel aan de Anthonie van Dijckstraat), in 1930 gebouwd door Duiker en de Montessorischool op de hoek van de Albrecht Dürerstraat uit 1935 van Van Tijen. Verreweg het mooiste en imposantste gebouw bevindt zich op de hoek van de Apollolaan, de voormalige Rijksverzekeringsbank, in 1939 gebouwd door Roosenburg. Dit gebouw van zeven verdiepingen staat diagonaal op de kruising met de Stadionweg en heeft een heel aparte vorm: smal, met afgeronde zijkanten en een ronde laagbouw eromheen. Het bestaat uit een stalen skelet op een betonnen basis, dat is bekleed met witte platen van keramiek. Aan de voorkant rust het op poten waartussen een trap naar de ingang leidt. Het was het eerste gebouw in Nederland met een glazenwassersgondel.

De architect Dirk Roosenburg had ook ooit voor Berlage gewerkt, maar zich ontwikkeld tot een moderne bouwer, die het monumentale niet schuwde en zeker gevoel had voor esthetiek. Bij hem geen 'functie baart vorm'. Roosenburg is de grootvader van Rem Koolhaas, die als functionalist nog heel wat van hem kan leren.
De Anthonie van Dijckstraat en omgeving, daar moet je zijn voor het Nieuwe Bouwen. Als je de huizen in de Anthonie van Dijckstraat ziet en die voormalige Rijksverzekeringsbank, begrijp je de aantrekkingskracht van deze bouwstijl. Prachtig, prachtig en ongehoord origineel. Helaas is deze stijl sinds de oorlog en nog tot in de huidige tijd in de handen van vele onmachtige epigonen verworden tot een gruwelijke eenvormigheid van beton, staal en glas, die elke stimulerende schoonheid en oorspronkelijkheid ontbeert. En het blijft maar doorgaan, dat Nieuwe Bouwen, dat nu natuurlijk van een groot conservatisme getuigt.
 
********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.
Kijk op: www.deleunstoel.nl/donateur.php
© 2010 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2