archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 7
20 mei 2010
Vermaak en Genot > Poëtisch delen printen terug
Het levenslied Jaap van Lakerveld

0714VG Levenslied
Wie van de lezers maakt er bij deze tekst een passende melodie?
De schrijver houdt zich aanbevolen.

Refrein
Het levenslied, het levenslied
Ik zing het van mijn leven niet
Hoe mooi het mag zijn
Het gaat altijd om pijn,
Een geliefde die eenzaam het leven liet

Het levenslied, het levenslied
Ik zing het van mijn leven niet
Met zijn halve noot
Van mineur, van de dood
Want er is nog zoveel dat het leven ons biedt

Het levenslied, mijn lieveling,
Denk maar niet dat ik daar over zing.

Couplet
Hij hield zo zielsveel van zijn liefje
Dat hij haar ten huwelijk vroeg
Hij wist niet dat zij een zwak hart had
Dat die schok van gevoel niet verdroeg
Hij zei: ‘allerliefste’ en toonde de ring
Voordat hij aan het stotteren sloeg
Zij schoot toen al vol en dat was genoeg.
Denk maar niet dat ik daarover zing

Na jaren de zeeën bevaren
Koos haar jongen voor haar en de wal
Gesmeekt en gebeden had zij hem bijna
Toen ze huilde: ‘stel dat ik beval’.
Dat toen op de terugreis het zeeschip verging
De meesten zijn nog wel gered
Maar dat hij om haar foto zijn hut weer inging,
Denk maar niet dat ik daarover zing

Dat haar schoot zoiets moois had geworpen
Zo’n schoonheid, lieftallig en fijn
Dat zij daarvan moeder mocht wezen
Dat zo’n meisje haar dochter mocht zijn
Zij telde daarvan elke zegening
Tot haar leventje bruut werd verstoord
Van loverboys had ze nog nimmer gehoord,
Denk maar niet dat ik daarover zing.

De verhouding was altijd gespannen
Hun dochter had keuzes gemaakt
Zij hadden die vaak niet begrepen
Maar het had hen wel danig geraakt
Totdat op een morgen de deurbel ging
En zij daar toen stond met een kind
Zij wou niet meer leven, voor zonneschijn blind
Denk maar niet dat ik daarover zing

Na veel lief en veel leed met elkander
Waren zij zo vergroeid met elkaar
Dat zij ervoor vreesde dat hij eerst zou gaan
En hij dacht datzelfde van haar
De levensavond, die schemering
’t onvermijdelijk duister verschiet
Dat gun je die ouwetjes niet
Denk maar niet dat ik daarover zing.

Na de plechtigheid was het gezellig
De familie ontmoette mekaar
En te midden van cake en van koffie
Had men nauwelijks oog meer voor haar
Aan haar broze hand zijn te wijde ring
In gedachten was zij nog bij hem
En eventjes dacht ze: hoor ik daar zijn stem?
Ik denk dat ik daarover zing!

Het levenslied, het levenslied
Je moet het wel zingen het levenslied
Het lied moet er zijn
Met zijn smart met zijn pijn
Om ieder die eenzaam het leven liet

Het levenslied, het levenslied
Nee, zonder leven kan ik niet
Met zijn halve noot
van mineur, van de dood
want dat alles is juist wat het leven biedt

Het levenslied, het levenslied
Is de troost voor de pijn die het leven biedt
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2010 Jaap van Lakerveld meer Jaap van Lakerveld - meer "Poëtisch" -
Vermaak en Genot > Poëtisch
Het levenslied Jaap van Lakerveld
0714VG Levenslied
Wie van de lezers maakt er bij deze tekst een passende melodie?
De schrijver houdt zich aanbevolen.

Refrein
Het levenslied, het levenslied
Ik zing het van mijn leven niet
Hoe mooi het mag zijn
Het gaat altijd om pijn,
Een geliefde die eenzaam het leven liet

Het levenslied, het levenslied
Ik zing het van mijn leven niet
Met zijn halve noot
Van mineur, van de dood
Want er is nog zoveel dat het leven ons biedt

Het levenslied, mijn lieveling,
Denk maar niet dat ik daar over zing.

Couplet
Hij hield zo zielsveel van zijn liefje
Dat hij haar ten huwelijk vroeg
Hij wist niet dat zij een zwak hart had
Dat die schok van gevoel niet verdroeg
Hij zei: ‘allerliefste’ en toonde de ring
Voordat hij aan het stotteren sloeg
Zij schoot toen al vol en dat was genoeg.
Denk maar niet dat ik daarover zing

Na jaren de zeeën bevaren
Koos haar jongen voor haar en de wal
Gesmeekt en gebeden had zij hem bijna
Toen ze huilde: ‘stel dat ik beval’.
Dat toen op de terugreis het zeeschip verging
De meesten zijn nog wel gered
Maar dat hij om haar foto zijn hut weer inging,
Denk maar niet dat ik daarover zing

Dat haar schoot zoiets moois had geworpen
Zo’n schoonheid, lieftallig en fijn
Dat zij daarvan moeder mocht wezen
Dat zo’n meisje haar dochter mocht zijn
Zij telde daarvan elke zegening
Tot haar leventje bruut werd verstoord
Van loverboys had ze nog nimmer gehoord,
Denk maar niet dat ik daarover zing.

De verhouding was altijd gespannen
Hun dochter had keuzes gemaakt
Zij hadden die vaak niet begrepen
Maar het had hen wel danig geraakt
Totdat op een morgen de deurbel ging
En zij daar toen stond met een kind
Zij wou niet meer leven, voor zonneschijn blind
Denk maar niet dat ik daarover zing

Na veel lief en veel leed met elkander
Waren zij zo vergroeid met elkaar
Dat zij ervoor vreesde dat hij eerst zou gaan
En hij dacht datzelfde van haar
De levensavond, die schemering
’t onvermijdelijk duister verschiet
Dat gun je die ouwetjes niet
Denk maar niet dat ik daarover zing.

Na de plechtigheid was het gezellig
De familie ontmoette mekaar
En te midden van cake en van koffie
Had men nauwelijks oog meer voor haar
Aan haar broze hand zijn te wijde ring
In gedachten was zij nog bij hem
En eventjes dacht ze: hoor ik daar zijn stem?
Ik denk dat ik daarover zing!

Het levenslied, het levenslied
Je moet het wel zingen het levenslied
Het lied moet er zijn
Met zijn smart met zijn pijn
Om ieder die eenzaam het leven liet

Het levenslied, het levenslied
Nee, zonder leven kan ik niet
Met zijn halve noot
van mineur, van de dood
want dat alles is juist wat het leven biedt

Het levenslied, het levenslied
Is de troost voor de pijn die het leven biedt
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2010 Jaap van Lakerveld
powered by CJ2