archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 13
Jaargang 7
29 april 2010
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Voorjaar in het land Peter Schröder

0713BS 75.1
Fluitende vogels
We schreven het al: het voorjaar is weer in het land. De Wielewaal zingt Diedeljoo en de zich voldoende jeugdig voelende bevolking gaat zo luchtig mogelijk gekleed naar buiten, om zich zoveel mogelijk bloot te stellen aan zonlicht. Er wordt geparadeerd, een glaasje gedronken en er wordt op die steeds verder oprukkende terrassen ook steeds meer gegeten. Door gewone mensen. Niet alleen maar pizza’s met analoogkaas en hamburgers met separatorvlees, maar ook meeromvattende menu’s voorzien van frisfruitige wijntjes. Niet te goed kijken naar de lunchbevolking op de terrassen; het worstelen met slabladeren en zalmmoten is zelden een verheffend schouwspel.

Nederigheid
Laten we niet vergeten wat de uiteindelijke drijfveer achter de voorjaardrukte is: de aandrang om met de medemens verdere (nieuwe, intensere) sociale bindingen aan te gaan. Uiteindelijk paarsgewijs, meestal in heterofiele combinatie. Hofmakerij, het werven van de ander door het afficheren van de eigen kwaliteiten in het vertonen van gestileerde kunststukjes van ingehouden poëzie, zang en dans. Lang was de aktieve werving voorbehouden aan het sterke geslacht, dat zich voor goedkeuring diende te vervoegen bij de ouders van de kandidate. Maar al in het begin van de 20e eeuw kon een ondernemende heer ook een direct aanzoek doen aan de dame van zijn keuze. Daarvan getuigen ook de historische prentbriefkaarten. Op kaart 1a zien we een keurig geklede heer een knieval maken voor een dame in lange jurk, binnenshuis gezeten op een stoel. Ze kijkt de kandidaat niet aan, maar denkt, het hoofd geleund op beide armen, hard (hard to get?) na over de voors en tegens: wordt het Go of No-Go?

Riskante intimiteit
Op de later verschenen kaart 1b zien we een meer vrijgevochten stel nader tot elkaar komen. Hij fluistert haar lieve woordjes in het oor op een romantisch bergpad en is bezig haar stevig beet te pakken. Daarbij zit een mooi boeket van rozen enigszins in de weg (Au, dat kan prikken!). Zij lijkt hem wel leuk te vinden, maar toont (alweer) enige reserve. Alweer hard to get? Is het gespeeld of oprecht? Het lijkt overigens raadzaam daar op dat bergpad niet al te onstuimig in de weer te gaan: voor je het weet kukelt er een, of kukelen er twee, naar beneden, of in die prikkerige (Au!) Agave. De kaart werd in 1921 door Gerard zonder verder bericht verstuurd aan de Jongejuffrouw Berkhof in Maastricht.

Terechtwijzing
Vaak kent hofmakerij complicaties. Beide partijen kunnen te kampen krijgen met voortschrijdend0713BS 75.2 inzicht omtrent eerder gemaakte keuzen. Schijn kan bedriegen en wat in het vat zit kan verzuren. Of een nieuwe aanbieding biedt veel aantrekkelijker opties. Vaak gaat het niet om rechtlijnige beslissingen na rationele afwegingen, maar is er veel ambivalentie en onzekerheid. Bovendien geven de mogelijk ingeruilden hun positie niet zonder meer op. De gevestigde belangen kunnen in het voordeel zijn en de nieuwlichterij dwingend terecht wijzen. Dat is te zien op kaart 2a. Een jongeman licht zijn hoed en maakt zich uit de voeten. Uit de voeten bij een bank waarvoor een boze man die hem, goed gezien, terechtwijst. Hij lijkt zich te beschouwen als de rechtmatige partner van de elegante dame met hoed en parasol, die nu een beetje sip naar de weggestuurde pretendent kijkt. Ze zal hem enigszins missen. De kaart werd in 1908 door Marietje verstuurd aan Cor. Zij schrijft dat ze niet meegaat omdat ze haast niet kan lopen, ze gaat naar de dokter en hoopt dat Cor haar dat niet kwalijk neemt. Zou die mevrouw op het plaatje ook slecht ter been zijn?

Allegorie
En dan, tja, waar is dat nu weer voor nodig, op kaart 2b, die combinatie van humoristisch op te vatten folklore? We zien de vermaledijde Bretonse ‘stapelbedstee’, met bovenin vol verwachting een jongeman en op een krukje een met slaapmuts getooide jongedame die bezig is de bedstee-afdeling van de heer binnen te gaan. Ten einde de verbintenis te consumeren? Dat is nog lang niet het hele verhaal, want in de onderafdeling is een grijsaard zichtbaar die belangstellend onder de rokken van de dame kijkt. Gelukkig geeft het onderschrift enig houvast: ‘Rond de bedstee: de verzoeking van de heilige Antonius’. Juist: een ordinaire grap versierd met een Bijbels etiket. Antoine en Marie verstuurden de kaart in 1925 naar meneer Barthlemy Coindon. Zij feliciteren hem met zijn verjaardag. Is het een waarschuwing?
 
Beter Beeld
Goed nieuws: de plaatjes uit deze rubriek zijn voortaan veel gedetailleerder te bekijken!
Tot nu toe konden de prentbriefkaarten in De Leunstoel niet goed worden bekeken. Vanaf nu kunt u doorklikken naar mijn eigen website in opbouw, daar wordt langzaam maar zeker een beeldbank opgebouwd waarin de beelden uit deze rubriek veel beter te zien zijn. Voor de kaarten bij deze aflevering kunt u doorklikken naar
en dan op de plaatjes nog 2x klikken om te zien waarover hier wordt geschreven.


© 2010 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Voorjaar in het land Peter Schröder
0713BS 75.1
Fluitende vogels
We schreven het al: het voorjaar is weer in het land. De Wielewaal zingt Diedeljoo en de zich voldoende jeugdig voelende bevolking gaat zo luchtig mogelijk gekleed naar buiten, om zich zoveel mogelijk bloot te stellen aan zonlicht. Er wordt geparadeerd, een glaasje gedronken en er wordt op die steeds verder oprukkende terrassen ook steeds meer gegeten. Door gewone mensen. Niet alleen maar pizza’s met analoogkaas en hamburgers met separatorvlees, maar ook meeromvattende menu’s voorzien van frisfruitige wijntjes. Niet te goed kijken naar de lunchbevolking op de terrassen; het worstelen met slabladeren en zalmmoten is zelden een verheffend schouwspel.

Nederigheid
Laten we niet vergeten wat de uiteindelijke drijfveer achter de voorjaardrukte is: de aandrang om met de medemens verdere (nieuwe, intensere) sociale bindingen aan te gaan. Uiteindelijk paarsgewijs, meestal in heterofiele combinatie. Hofmakerij, het werven van de ander door het afficheren van de eigen kwaliteiten in het vertonen van gestileerde kunststukjes van ingehouden poëzie, zang en dans. Lang was de aktieve werving voorbehouden aan het sterke geslacht, dat zich voor goedkeuring diende te vervoegen bij de ouders van de kandidate. Maar al in het begin van de 20e eeuw kon een ondernemende heer ook een direct aanzoek doen aan de dame van zijn keuze. Daarvan getuigen ook de historische prentbriefkaarten. Op kaart 1a zien we een keurig geklede heer een knieval maken voor een dame in lange jurk, binnenshuis gezeten op een stoel. Ze kijkt de kandidaat niet aan, maar denkt, het hoofd geleund op beide armen, hard (hard to get?) na over de voors en tegens: wordt het Go of No-Go?

Riskante intimiteit
Op de later verschenen kaart 1b zien we een meer vrijgevochten stel nader tot elkaar komen. Hij fluistert haar lieve woordjes in het oor op een romantisch bergpad en is bezig haar stevig beet te pakken. Daarbij zit een mooi boeket van rozen enigszins in de weg (Au, dat kan prikken!). Zij lijkt hem wel leuk te vinden, maar toont (alweer) enige reserve. Alweer hard to get? Is het gespeeld of oprecht? Het lijkt overigens raadzaam daar op dat bergpad niet al te onstuimig in de weer te gaan: voor je het weet kukelt er een, of kukelen er twee, naar beneden, of in die prikkerige (Au!) Agave. De kaart werd in 1921 door Gerard zonder verder bericht verstuurd aan de Jongejuffrouw Berkhof in Maastricht.

Terechtwijzing
Vaak kent hofmakerij complicaties. Beide partijen kunnen te kampen krijgen met voortschrijdend0713BS 75.2 inzicht omtrent eerder gemaakte keuzen. Schijn kan bedriegen en wat in het vat zit kan verzuren. Of een nieuwe aanbieding biedt veel aantrekkelijker opties. Vaak gaat het niet om rechtlijnige beslissingen na rationele afwegingen, maar is er veel ambivalentie en onzekerheid. Bovendien geven de mogelijk ingeruilden hun positie niet zonder meer op. De gevestigde belangen kunnen in het voordeel zijn en de nieuwlichterij dwingend terecht wijzen. Dat is te zien op kaart 2a. Een jongeman licht zijn hoed en maakt zich uit de voeten. Uit de voeten bij een bank waarvoor een boze man die hem, goed gezien, terechtwijst. Hij lijkt zich te beschouwen als de rechtmatige partner van de elegante dame met hoed en parasol, die nu een beetje sip naar de weggestuurde pretendent kijkt. Ze zal hem enigszins missen. De kaart werd in 1908 door Marietje verstuurd aan Cor. Zij schrijft dat ze niet meegaat omdat ze haast niet kan lopen, ze gaat naar de dokter en hoopt dat Cor haar dat niet kwalijk neemt. Zou die mevrouw op het plaatje ook slecht ter been zijn?

Allegorie
En dan, tja, waar is dat nu weer voor nodig, op kaart 2b, die combinatie van humoristisch op te vatten folklore? We zien de vermaledijde Bretonse ‘stapelbedstee’, met bovenin vol verwachting een jongeman en op een krukje een met slaapmuts getooide jongedame die bezig is de bedstee-afdeling van de heer binnen te gaan. Ten einde de verbintenis te consumeren? Dat is nog lang niet het hele verhaal, want in de onderafdeling is een grijsaard zichtbaar die belangstellend onder de rokken van de dame kijkt. Gelukkig geeft het onderschrift enig houvast: ‘Rond de bedstee: de verzoeking van de heilige Antonius’. Juist: een ordinaire grap versierd met een Bijbels etiket. Antoine en Marie verstuurden de kaart in 1925 naar meneer Barthlemy Coindon. Zij feliciteren hem met zijn verjaardag. Is het een waarschuwing?
 
Beter Beeld
Goed nieuws: de plaatjes uit deze rubriek zijn voortaan veel gedetailleerder te bekijken!
Tot nu toe konden de prentbriefkaarten in De Leunstoel niet goed worden bekeken. Vanaf nu kunt u doorklikken naar mijn eigen website in opbouw, daar wordt langzaam maar zeker een beeldbank opgebouwd waarin de beelden uit deze rubriek veel beter te zien zijn. Voor de kaarten bij deze aflevering kunt u doorklikken naar
en dan op de plaatjes nog 2x klikken om te zien waarover hier wordt geschreven.
© 2010 Peter Schröder
powered by CJ2