archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 7
28 januari 2010
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
Of het één of het ander Katharina Kouwenhoven

0309 VG TV
Vier jaar geleden schreef ik een stukje over het voorspellen van de uitslagen van de schaatswedstrijden (Statistiek voor sportverslaggevers, Jrg 3, Nr 10)). Volgens een van die verslaggevers wist je het op de Olympische Spelen namelijk nooit: daar kon van alles gebeuren en werden wedstrijden gewonnen door deelnemers waarvan je dat allerminst verwachtte.

Na enig rekenwerk, voor de 1000 en 5000 meter, bleken de uitslagen heel aardig voorspelbaar op basis van de resultaten van de Worldcupwedstrijden. Er was helemaal geen sprake van een loterij. Het aardige is dat de KNSB zich mijn conclusies blijkbaar ter harte heeft genomen want er zijn enkele psychometrici aan het werk gezet om na te gaan wie de meeste kans hebben op het winnen van plakken. Heel verstandig. Psychometrici zijn veel beter dan ik in staat modellen te construeren waarin met van alles en nog wat rekening wordt gehouden.

Ogenschijnlijk is dit een heel goede zet ware het niet dat de Schaatsbond met de resultaten van deze knappe rekenwonders vreemde dingen deed. De psychometrici leverden een zogenaamde prestatiematrix op basis van de resultaten van het Nederlandse Kampioenschap Afstanden en de Worldcupwedstrijden. So far so good, maar waar wordt deze matrix voor gebruikt? Niet om te bepalen wie er afgevaardigd werden naar de Olympische Spelen, maar om te bepalen wie er aan de selectiewedstrijden mochten meedoen. En omdat er altijd potentiële kandidaten zijn die hieraan door overmacht niet kunnen deelnemen, worden er zelfs tweemaal selectiewedstrijden gehouden.

Als je echter een model hebt op basis waarvan je kunt voorspellen wie er medailles gaan winnen, c.q. bij de beste acht eindigen, zijn selectiewedstrijden geheel en al overbodig! Selectiewedstrijden schijnen een crime te zijn voor sporters omdat het ritme van inspanning en ontspanning er ernstig door verstoord wordt. Die selectiewedstrijden, vanaf 27 december j.l. gehouden, waren kennelijk al gepland voordat die psychometrici geraadpleegd werden en moesten dus doorgang vinden. De topschaatsers hadden zich erop ingesteld en de kaartjes waren al verkocht.

Tijdens de wedstrijden werd al snel duidelijk dat ze geheel overbodig waren. Slechts één deelnemer heeft zich onverwacht opgeworpen als medaillekandidaat: de mij onbekende Van der Kieft op de 10.000 meter. Eén zeker geachte deelnemer werd verwezen naar de volgende selectiewedstrijd: Carl Verheijen op de 5000 meter. Waren deze wedstrijden niet gehouden dan had alleen van der Kieft pech gehad, want van hem waren geen resultaten van Worldcupwedstrijden bekend, omdat hij daar niet aan had deelgenomen. Alle andere geselecteerden voldeden volledig aan de verwachtingen0310VG TV gebaseerd op de prestatiematrix (en met inachtneming van het aantal deelnemers dat afgevaardigd mocht worden, van het aantal deelnemers aan meerdere afstanden en nog zo wat randvoorwaarden).

En nu wordt er nog een selectiewedstrijd gehouden, op 22 en 25 januari a.s. Op de 500 en 1000 meter speciaal voor Marianne Timmer, die bij een valpartij op de 500 meter een blessure opliep en op de 5000 meter voor Carl Verheijen en, ik meen, twee deelnemers die ziek waren bij de vorige selectiewedstrijden. Als Marianne Timmer niet deelneemt, gaan die wedstrijden op de 500 en 1000 meter niet door. Kennelijk wordt ze geacht deze in haar eentje te rijden, maar wat is dan het selectiecriterium?

Heeft het zin om zo vlak voor het begin van de Spelen nog selectiewedstrijden te organiseren voor zieken? Vanwege die ziekten of blessures hebben zij zich immers niet goed kunnen voorbereiden. Dat zou in de prestatiematrix tot uitdrukking moeten worden gebracht; heel goed mogelijk, maar kennelijk niet gebeurd. En dus moet een aantal schaatsers op een onplezierig moment het onmogelijke proberen. Alleen Carl Verheijen heeft een echte mogelijkheid, maar dat had hij al bewezen.

De KNSB moet nog maar eens goed nadenken over dit inconsequente beleid. Je kunt twee dingen doen. Als je selectiewedstrijden houdt, dien je ook echte selectiewedstrijden te houden en geen schaatsers al heel of half te plaatsen. Het gaat dan om de prestatie van dat moment die bepaalt wie er naar de Spelen gaan. Geheel volgens het Amerikaanse model. Ben je ziek of geblesseerd, dan heb je pech gehad. Precies zo gaat het tenslotte ook op de Olympische Spelen zelf, dus die selectiewedstrijden zijn een goede graadmeter voor de eigenlijke wedstrijden.
Je kunt ook deelnemers aanwijzen op basis van hun prestaties in voorafgaande wedstrijden met een vergelijkbaar karakter, zoals het Nederlands Kampioenschap Afstanden en de Worldcupwedstrijden, en die kunnen worden samengevat in een prestatiematrix, waarbij gewogen kan worden voor: rijden in de A- of B-groep, de sterkte van het deelnemersveld, rijden op een hoog- of laaglandbaan, tijdens de wedstrijden al dan niet besmet zijn met een geheimzinnig virus en wat je verder maar in ogenschouw wil nemen. Maar je doet het één of het ander en niet een of andere halfzachte combinatie van beide. Ik denk dat iedereen, schaatsers en toeschouwers incluis, opteert voor de tweede mogelijkheid.
Weg met die verfoeilijke selectiewedstrijden!
 
************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2010 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
Of het één of het ander Katharina Kouwenhoven
0309 VG TV
Vier jaar geleden schreef ik een stukje over het voorspellen van de uitslagen van de schaatswedstrijden (Statistiek voor sportverslaggevers, Jrg 3, Nr 10)). Volgens een van die verslaggevers wist je het op de Olympische Spelen namelijk nooit: daar kon van alles gebeuren en werden wedstrijden gewonnen door deelnemers waarvan je dat allerminst verwachtte.

Na enig rekenwerk, voor de 1000 en 5000 meter, bleken de uitslagen heel aardig voorspelbaar op basis van de resultaten van de Worldcupwedstrijden. Er was helemaal geen sprake van een loterij. Het aardige is dat de KNSB zich mijn conclusies blijkbaar ter harte heeft genomen want er zijn enkele psychometrici aan het werk gezet om na te gaan wie de meeste kans hebben op het winnen van plakken. Heel verstandig. Psychometrici zijn veel beter dan ik in staat modellen te construeren waarin met van alles en nog wat rekening wordt gehouden.

Ogenschijnlijk is dit een heel goede zet ware het niet dat de Schaatsbond met de resultaten van deze knappe rekenwonders vreemde dingen deed. De psychometrici leverden een zogenaamde prestatiematrix op basis van de resultaten van het Nederlandse Kampioenschap Afstanden en de Worldcupwedstrijden. So far so good, maar waar wordt deze matrix voor gebruikt? Niet om te bepalen wie er afgevaardigd werden naar de Olympische Spelen, maar om te bepalen wie er aan de selectiewedstrijden mochten meedoen. En omdat er altijd potentiële kandidaten zijn die hieraan door overmacht niet kunnen deelnemen, worden er zelfs tweemaal selectiewedstrijden gehouden.

Als je echter een model hebt op basis waarvan je kunt voorspellen wie er medailles gaan winnen, c.q. bij de beste acht eindigen, zijn selectiewedstrijden geheel en al overbodig! Selectiewedstrijden schijnen een crime te zijn voor sporters omdat het ritme van inspanning en ontspanning er ernstig door verstoord wordt. Die selectiewedstrijden, vanaf 27 december j.l. gehouden, waren kennelijk al gepland voordat die psychometrici geraadpleegd werden en moesten dus doorgang vinden. De topschaatsers hadden zich erop ingesteld en de kaartjes waren al verkocht.

Tijdens de wedstrijden werd al snel duidelijk dat ze geheel overbodig waren. Slechts één deelnemer heeft zich onverwacht opgeworpen als medaillekandidaat: de mij onbekende Van der Kieft op de 10.000 meter. Eén zeker geachte deelnemer werd verwezen naar de volgende selectiewedstrijd: Carl Verheijen op de 5000 meter. Waren deze wedstrijden niet gehouden dan had alleen van der Kieft pech gehad, want van hem waren geen resultaten van Worldcupwedstrijden bekend, omdat hij daar niet aan had deelgenomen. Alle andere geselecteerden voldeden volledig aan de verwachtingen0310VG TV gebaseerd op de prestatiematrix (en met inachtneming van het aantal deelnemers dat afgevaardigd mocht worden, van het aantal deelnemers aan meerdere afstanden en nog zo wat randvoorwaarden).

En nu wordt er nog een selectiewedstrijd gehouden, op 22 en 25 januari a.s. Op de 500 en 1000 meter speciaal voor Marianne Timmer, die bij een valpartij op de 500 meter een blessure opliep en op de 5000 meter voor Carl Verheijen en, ik meen, twee deelnemers die ziek waren bij de vorige selectiewedstrijden. Als Marianne Timmer niet deelneemt, gaan die wedstrijden op de 500 en 1000 meter niet door. Kennelijk wordt ze geacht deze in haar eentje te rijden, maar wat is dan het selectiecriterium?

Heeft het zin om zo vlak voor het begin van de Spelen nog selectiewedstrijden te organiseren voor zieken? Vanwege die ziekten of blessures hebben zij zich immers niet goed kunnen voorbereiden. Dat zou in de prestatiematrix tot uitdrukking moeten worden gebracht; heel goed mogelijk, maar kennelijk niet gebeurd. En dus moet een aantal schaatsers op een onplezierig moment het onmogelijke proberen. Alleen Carl Verheijen heeft een echte mogelijkheid, maar dat had hij al bewezen.

De KNSB moet nog maar eens goed nadenken over dit inconsequente beleid. Je kunt twee dingen doen. Als je selectiewedstrijden houdt, dien je ook echte selectiewedstrijden te houden en geen schaatsers al heel of half te plaatsen. Het gaat dan om de prestatie van dat moment die bepaalt wie er naar de Spelen gaan. Geheel volgens het Amerikaanse model. Ben je ziek of geblesseerd, dan heb je pech gehad. Precies zo gaat het tenslotte ook op de Olympische Spelen zelf, dus die selectiewedstrijden zijn een goede graadmeter voor de eigenlijke wedstrijden.
Je kunt ook deelnemers aanwijzen op basis van hun prestaties in voorafgaande wedstrijden met een vergelijkbaar karakter, zoals het Nederlands Kampioenschap Afstanden en de Worldcupwedstrijden, en die kunnen worden samengevat in een prestatiematrix, waarbij gewogen kan worden voor: rijden in de A- of B-groep, de sterkte van het deelnemersveld, rijden op een hoog- of laaglandbaan, tijdens de wedstrijden al dan niet besmet zijn met een geheimzinnig virus en wat je verder maar in ogenschouw wil nemen. Maar je doet het één of het ander en niet een of andere halfzachte combinatie van beide. Ik denk dat iedereen, schaatsers en toeschouwers incluis, opteert voor de tweede mogelijkheid.
Weg met die verfoeilijke selectiewedstrijden!
 
************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2010 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2