archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 7
Jaargang 7
28 januari 2010
Bezigheden > Galerie delen printen terug
Frank Dam, steeds iets anders Peter Schröder

0707BZ Frankdambrouwer
Een prent met daarop een poort geflankeerd door zuilen verbonden door een boog op Korinthische kapitelen *). Daarachter een duister stenig landschap met in de donkere hemel raadselachtige tekens/tekeningen. Op de grond staat een meneer in pak, hij houdt een open boek in de hand en kijkt onze kant op. Een intrigerende en ook uitnodigende prent. De man is de wiskundige Luitzen Brouwer (1881-1966), misschien wel het grootste mathematisch genie van de 20e eeuw. De tekening is een illustratie bij een stuk van Rudy Kousbroek en werd gemaakt door Frank Dam. Frank Dam (1952, Hoek van Holland) doet in Concepten en Illustraties. Het bekendst zijn de illustraties die hij maakte voor NRC/Handelsblad (Achterpagina, Wetenschapsbijlage, Opinie). Frank bedenkt bij een bepaalde thematiek een serie artikelen/interviews, zorgt voor illustraties en schrijvers, redigeert en verzorgt eventueel ook de uitgave in boekvorm. In zijn laatste boek, ‘Onbekende vaderlanders’ **) zijn de teksten en plaatjes gebundeld van de gelijknamige serie in de krant. De serie, een knipoog richting ‘Canon van Nederland’ en het sleetse begrip ‘Bekende Nederlander’, gaat over: ‘..Minder bekende helden & schurken uit de Nederlandse geschiedenis’, in verhalen van onder anderen Maarten ’t Hart, Gerrit Komrij, Nelleke Noordervliet, Rudy Kousbroek en Jan Siebelink.' Bekende auteurs over historische figuren, zoals Luitzen Brouwer, die overigens vaak bekender zijn dan uit de boektitel valt op te maken. Het boek was aanleiding voor een expositie van de illustraties uit het boek in de Openbare Bibliotheek in Den Haag, op 14 januari geopend door Maarten ’t Hart. Een mooie verzameling originele tekeningen, ga het vooral zien.***)

Les
Wat doet Frank Dam voor de kost? Frank geeft 1 dag in de week les aan de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost, Den Bosch, in het vak ‘illustratie’. Op die dag staat Frank om kwart over zeven ’s ochtends op om uit zijn huis in Rotterdam om 8 uur te vertrekken en om half tien aan te komen in Den Bosch. Daar geeft hij les aan zo’n kleine 40 leerlingen van de laatste 3 klassen. Les betekent illustratieopdrachten geven die aansluiten op het geldende jaarthema, dit jaar is dat ‘De Stad’. Frank deelt teksten uit, krantenberichten of liedteksten, en instrueert schriftelijk en mondeling de studenten die daarmee aan het werk gaan. Om de week worden de resultaten in de gang tentoongesteld, gepresenteerd en besproken. Daarbij valt best wat te lachen. Van elke 10 studenten zijn er 3 die op een vanzelfsprekende manier goed werk afleveren, 3 die er weinig van terecht brengen en 4 die veel aandacht en begeleiding nodig hebben. De goede studenten zijn vaak, niet altijd, de goede tekenaars (illustreren kan ook met foto’s), maar het zijn vooral degenen die illustreren zien als een ‘way of life’, echt illustrator willen worden en zich daar 100 procent voor inzetten. Ongeveer 8 op de 10 studenten is vrouwelijk; de vrouwen werken vaak systematischer en serieuzer dan de mannen. Lesgeven is hard en geconcentreerd werken; suffen of uit het raam staren is er niet bij, dienstbaarheid staat voorop. Het is ook zeer dankbaar werk: studenten kunnen vaak enorm inspireren. Het vak is sterk in beweging; er komen steeds nieuwe beeldverwerkingstechnieken als 3D animatie en nieuwe genres als de Graphic Novel. Aan het eind van de dag terug naar Rotterdam, naar huis bij Elly. Moe maar voldaan.

Ondernemer
Voor de rest van de werktijd is hij professional, een zelfstandige ondernemer met kantoor en atelier aan huis, zakelijk geadviseerd door Elly. Om 8 uur op, om 9 uur aan de slag. De mail, de telefoon, met opdrachten van de reguliere mediabedrijven. Wat moet er deze week worden gemaakt. Frank werkt als freelancer en moet er voor zorgen dat de opdrachtenstroom blijft lopen, het netwerk met opdrachtgevers en bemiddelaars moet permanent worden onderhouden. Toen hij dit werk begon was het de boer op, op stap naar vooral Amsterdamse kantoren, sjouwen met mappen vol werk naar de burelen van de art directors van de publieksmedia, maar ook de (royaal betalende) glossy periodieken van bedrijven en het andere commerciële drukwerk (jaarverslagen, brochures), om te laten zien wat voor originele, opvallende, persoonlijke en onmisbare stijl je werk had. Mooie plaatjes maken is één, ze ook overtuigend kunnen verkopen is net zo belangrijk. Vandaag kan veel van het verkeer van acquisitie en promotie via de mail en de eigen website naar een veel meer diffuus gevestigde (industrieterreinen in de polder i.p.v. de knusse Amsterdamse grachten) mediawereld. Maar uiteindelijk vragen vruchtbare werkrelaties om bekrachtiging in face to face contact. Op kantoren, maar ook op recepties en andere intermenselijke vertoningen. Er zijn in Nederland steeds meer illustratoren met een goed aanbod, maar de ruimte om hun werk te plaatsen is niet evenredig toegenomen: het is niet makkelijk om het artistieke hoofd boven water te houden.

Het Werk
Hoe gaat het werk zelf? Frank maakt de laatste tijd veel collages van elementen (lucht, zee, gebouwen, mensen) uit oude gravures, zwart/wit plaatjes in lijn. Die komen uit boeken (19e eeuwse encyclopedie, geografische, medische, technische handboeken) en uit stapels mappen. De eigen collectie plaatjes, de stock, verzameld op rommelmarkten en antiquariaten, is het bronnenmateriaal, de beeldbank, het werkkapitaal van Frank. Daaruit zoekt hij plaatjes die hij al in z’n hoofd heeft en krijgt hij door andere plaatjes uit de collectie weer nieuwe ideeën in zijn hoofd. Afgestemd op de opdracht maakt Frank uit het geschikte materiaal een montage en voorziet dat werk verder bijvoorbeeld van een steunkleur en een raster. Het is allemaal handwerk, met het kopieerapparaat, Photoshop komt er (nog) niet aan te pas. Als thuiswerker achter de tekentafel bezig met beeldbewerking, in fors tempo. Toen hij op de academie zat werkte Frank bij muziek van Van Morrison (‘Astral Weeks’) en de Stones, tegenwoordig werkt hij meestal in stilte. Eerder maakte Frank vooral ‘zelfgemaakte’ tekeningen; zijn prachtige tekening ‘Vrije Geluiden’ ****) waarop twee (achtste) muzieknoten kordaat met opgeheven vlaggen over een pagina bladmuziek lopen (zie www.frankdam.nl0707BZ Vrije Geluiden en ook nog de prentbriefkaart van Art Unlimited) staat bij velen in het geheugen gegrift.
Daarna was het tijd voor iets anders.
De te illustreren teksten, gesprekken met opdrachtgevers, de tentoonstellingsagenda’s en de plaatjesverzameling brengen vaak meer op gang dan in de illustraties kan worden gestopt. Zo is Frank in de loop der tijden steeds meer eigen projecten begonnen. Hij maakte bijvoorbeeld een serie interviews met zangeressen uit de sixties, ‘Beatmeisjes’, organiseerde een tentoonstelling over Hitweek, een festival met (Neder)beatfilms en maakte boekjes. Soms gaan de projecten samen met het werk op de St.Joost academie, nu eens worden eigen interviewseries gebundeld en dan weer wordt er een nieuw eigen project opgezet. Bijv. die Onbekende vaderlanders, waarvoor Frank auteurs bij elkaar zocht, de illustraties verzorgde en het boekje redigeerde. Het is een fors bezette werkweek in de ‘buitendienst’, waarin Frank veel op pad is om met aanstekelijk enthousiasme en drukke armgebaren steeds nieuwe projecten op gang te brengen. Op het ogenblik is hij bezig met een project over de oorlogservaringen van zijn moeder in het Duitse plaatsje Baruth: ’Een brief aan mijn moeder’. Het werk gaat de hele week, de hele dag, tot laat in de avond door. Het vraagt de energie van een Frank Dam.

Hoe begonnen?
Frank werd geboren in Hoek van Holland waar een kosmopolitische romantiek heerste vanwege het internationaal knooppunt van spoor- en scheepslijnen (naar Moskou, naar Londen). Tijdens een langdurig ziekbed had hij veel tijd om sprookjes- en jeugdboeken te lezen en daarin werd hij steeds meer geboeid door de illustraties. Het waren de ‘ouderwetse’, spannende jongensboeken van uitgevers als Van Goor, met illustraties van Pim van Boxsel of Anton Pieck bij de sprookjes van Grimm (en de onbekend gebleven illustrator John Hummel). Later droomde Frank weg in de swingende wereld van lang haar en beat die werd opgeroepen in Hitweek. Hij begon gitaar te spelen en reed in het weekend op de brommer naar de scene in Den Haag, Beatstad No.1. waar het gebeurde met al dat lange haar, die gitaren en die ‘beatmeisjes’.

Na de middelbare school volgde hij de Academie van Beeldende Kunsten (nu: de Willem de Kooning Academie) in Rotterdam om met het vak illustratie meer te leren over ‘verhalend’ tekenen. In die tijd stond ook bij de docenten het vak niet in hoog artistiek aanzien, voor kunstenaars als Woody van Amen en Peter Blokhuis rook het teveel naar het maakwerk van reclamejongens (‘verhalend werken kan je ook zonder te illustreren’). Frank wilde een eigen, originele illustratiestijl ontwikkelen, in de stijl die hij te pakken kreeg gingen bestaande oude gravures een steeds belangrijker plaats innemen. Pionier in die aanpak was ooit de surrealistische kunstenaar Max Ernst (1891-1976), een televisievariant dook op met Monty Python, maar bij Frank was vooral Willem de Ridder van Hitweek een inspiratiebron. Van het surrealistische Collage, via ready made uit de Pop Art naar de cut & paste van het Internettijdperk.

Aan de slag
Na zijn studie aan de academie ging Frank op zoek naar werk en werd loopjongen, ‘buizenist’ bij NRC/Handelsblad in Rotterdam: hij scheurde de prints van de telex, vulde papier bij in de kopieermachine en bracht koffie rond. Op een gegeven moment stond hij bij de telex en zag een illustratie voor het Cultureel Supplement, hij ging naar vormgever Kees Endenburg: ‘Ik kan ook tekenen, dit kan ik beter’. Endenburg reageerde met: ‘Probeer maar eens wat, hier heb je een artikel van W.F. Hermans, het moet er dinsdag zijn’. Frank werkte 4 dagen aan de tekening en hij werd geplaatst. Wat was zijn moeder trots! Frank kreeg er f 300.- voor, dat was meer dan hij als loopjongen in een maand verdiende. Hij bleef tekenen voor de krant, niet meer voor CS. - toen K.L. Poll hoorde dat er in zijn bijlage werd getekend door een loopjongen was het meteen afgelopen - maar in het Zaterdags bijvoegsel waarvan Henry Cannon de vormgeving verzorgde (Poll gaf later zijn bezwaar op). Frank woonde nog steeds in Hoek van Holland en kwam soms zijn tekenwerk persoonlijk op de fiets in Rotterdam afleveren. Hij herinnert zich de keer dat hij hijgend naar binnen holde, zijn werk wilde laten zien en merkte dat het ondertussen uit zijn koker verdwenen was. Na NRC/Handelsblad volgden tijdschriften als Avenue en de VPRO Gids, waar Boudewijn Paans toen hoofdredacteur was. Van art director Piet Schreuders kreeg hij de opdracht voor een proefnummer van het voor VPRO leden bestemde ‘Vrije Geluiden’ een omslag te maken: de bovengenoemde tekening van de twee noten.

Zo nu
Een jaar of tien geleden kreeg Frank van een vriend een bandje met 60'er jaren beatmuziek en dat riep weer zoveel herinneringen aan zijn vroegere muziekhelden wakker dat hij niet veel later begon aan een serie interviews met ondertussen veel ouder geworden gitaarreuzen en zangeressen van toen. Frank had nog niet journalistiek geschreven maar bleek er goed mee overweg te kunnen. Op de Achterpagina van de krant was te lezen hoe het de helden was vergaan. Ze waren ouder, vaak kaler en/of dikker geworden, aan lager wal geraakt of nog goed op dreef en tevreden aan het werk. Het werden memorabele series, eerst over de muzikanten, daarna over de zangeressen en dan over (destijds) bekende ‘mediavrouwen’, de interviews voorzagen duidelijk in een behoefte.
Zoals gezegd zijn de illustraties bij de laatste serie met episodes uit de vaderlandse geschiedenis nu als zelfstandige kunstwerken te zien in de Haagse Openbare Bibliotheek. Een mooie tentoonstelling van het werk van een gedreven eigenzinnig kunstenaar.

*) Zie illustratie 1.
**) NRC boeken 2009, ISBN 978 90 79985 08 I, € 14.95
***) De tentoonstelling is nog t/m 8 februari te zien in de Openbare Bibliotheek in Den Haag.
****) Zie illustratie 2.
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2010 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Galerie" -
Bezigheden > Galerie
Frank Dam, steeds iets anders Peter Schröder
0707BZ Frankdambrouwer
Een prent met daarop een poort geflankeerd door zuilen verbonden door een boog op Korinthische kapitelen *). Daarachter een duister stenig landschap met in de donkere hemel raadselachtige tekens/tekeningen. Op de grond staat een meneer in pak, hij houdt een open boek in de hand en kijkt onze kant op. Een intrigerende en ook uitnodigende prent. De man is de wiskundige Luitzen Brouwer (1881-1966), misschien wel het grootste mathematisch genie van de 20e eeuw. De tekening is een illustratie bij een stuk van Rudy Kousbroek en werd gemaakt door Frank Dam. Frank Dam (1952, Hoek van Holland) doet in Concepten en Illustraties. Het bekendst zijn de illustraties die hij maakte voor NRC/Handelsblad (Achterpagina, Wetenschapsbijlage, Opinie). Frank bedenkt bij een bepaalde thematiek een serie artikelen/interviews, zorgt voor illustraties en schrijvers, redigeert en verzorgt eventueel ook de uitgave in boekvorm. In zijn laatste boek, ‘Onbekende vaderlanders’ **) zijn de teksten en plaatjes gebundeld van de gelijknamige serie in de krant. De serie, een knipoog richting ‘Canon van Nederland’ en het sleetse begrip ‘Bekende Nederlander’, gaat over: ‘..Minder bekende helden & schurken uit de Nederlandse geschiedenis’, in verhalen van onder anderen Maarten ’t Hart, Gerrit Komrij, Nelleke Noordervliet, Rudy Kousbroek en Jan Siebelink.' Bekende auteurs over historische figuren, zoals Luitzen Brouwer, die overigens vaak bekender zijn dan uit de boektitel valt op te maken. Het boek was aanleiding voor een expositie van de illustraties uit het boek in de Openbare Bibliotheek in Den Haag, op 14 januari geopend door Maarten ’t Hart. Een mooie verzameling originele tekeningen, ga het vooral zien.***)

Les
Wat doet Frank Dam voor de kost? Frank geeft 1 dag in de week les aan de Academie voor Kunst en Vormgeving St. Joost, Den Bosch, in het vak ‘illustratie’. Op die dag staat Frank om kwart over zeven ’s ochtends op om uit zijn huis in Rotterdam om 8 uur te vertrekken en om half tien aan te komen in Den Bosch. Daar geeft hij les aan zo’n kleine 40 leerlingen van de laatste 3 klassen. Les betekent illustratieopdrachten geven die aansluiten op het geldende jaarthema, dit jaar is dat ‘De Stad’. Frank deelt teksten uit, krantenberichten of liedteksten, en instrueert schriftelijk en mondeling de studenten die daarmee aan het werk gaan. Om de week worden de resultaten in de gang tentoongesteld, gepresenteerd en besproken. Daarbij valt best wat te lachen. Van elke 10 studenten zijn er 3 die op een vanzelfsprekende manier goed werk afleveren, 3 die er weinig van terecht brengen en 4 die veel aandacht en begeleiding nodig hebben. De goede studenten zijn vaak, niet altijd, de goede tekenaars (illustreren kan ook met foto’s), maar het zijn vooral degenen die illustreren zien als een ‘way of life’, echt illustrator willen worden en zich daar 100 procent voor inzetten. Ongeveer 8 op de 10 studenten is vrouwelijk; de vrouwen werken vaak systematischer en serieuzer dan de mannen. Lesgeven is hard en geconcentreerd werken; suffen of uit het raam staren is er niet bij, dienstbaarheid staat voorop. Het is ook zeer dankbaar werk: studenten kunnen vaak enorm inspireren. Het vak is sterk in beweging; er komen steeds nieuwe beeldverwerkingstechnieken als 3D animatie en nieuwe genres als de Graphic Novel. Aan het eind van de dag terug naar Rotterdam, naar huis bij Elly. Moe maar voldaan.

Ondernemer
Voor de rest van de werktijd is hij professional, een zelfstandige ondernemer met kantoor en atelier aan huis, zakelijk geadviseerd door Elly. Om 8 uur op, om 9 uur aan de slag. De mail, de telefoon, met opdrachten van de reguliere mediabedrijven. Wat moet er deze week worden gemaakt. Frank werkt als freelancer en moet er voor zorgen dat de opdrachtenstroom blijft lopen, het netwerk met opdrachtgevers en bemiddelaars moet permanent worden onderhouden. Toen hij dit werk begon was het de boer op, op stap naar vooral Amsterdamse kantoren, sjouwen met mappen vol werk naar de burelen van de art directors van de publieksmedia, maar ook de (royaal betalende) glossy periodieken van bedrijven en het andere commerciële drukwerk (jaarverslagen, brochures), om te laten zien wat voor originele, opvallende, persoonlijke en onmisbare stijl je werk had. Mooie plaatjes maken is één, ze ook overtuigend kunnen verkopen is net zo belangrijk. Vandaag kan veel van het verkeer van acquisitie en promotie via de mail en de eigen website naar een veel meer diffuus gevestigde (industrieterreinen in de polder i.p.v. de knusse Amsterdamse grachten) mediawereld. Maar uiteindelijk vragen vruchtbare werkrelaties om bekrachtiging in face to face contact. Op kantoren, maar ook op recepties en andere intermenselijke vertoningen. Er zijn in Nederland steeds meer illustratoren met een goed aanbod, maar de ruimte om hun werk te plaatsen is niet evenredig toegenomen: het is niet makkelijk om het artistieke hoofd boven water te houden.

Het Werk
Hoe gaat het werk zelf? Frank maakt de laatste tijd veel collages van elementen (lucht, zee, gebouwen, mensen) uit oude gravures, zwart/wit plaatjes in lijn. Die komen uit boeken (19e eeuwse encyclopedie, geografische, medische, technische handboeken) en uit stapels mappen. De eigen collectie plaatjes, de stock, verzameld op rommelmarkten en antiquariaten, is het bronnenmateriaal, de beeldbank, het werkkapitaal van Frank. Daaruit zoekt hij plaatjes die hij al in z’n hoofd heeft en krijgt hij door andere plaatjes uit de collectie weer nieuwe ideeën in zijn hoofd. Afgestemd op de opdracht maakt Frank uit het geschikte materiaal een montage en voorziet dat werk verder bijvoorbeeld van een steunkleur en een raster. Het is allemaal handwerk, met het kopieerapparaat, Photoshop komt er (nog) niet aan te pas. Als thuiswerker achter de tekentafel bezig met beeldbewerking, in fors tempo. Toen hij op de academie zat werkte Frank bij muziek van Van Morrison (‘Astral Weeks’) en de Stones, tegenwoordig werkt hij meestal in stilte. Eerder maakte Frank vooral ‘zelfgemaakte’ tekeningen; zijn prachtige tekening ‘Vrije Geluiden’ ****) waarop twee (achtste) muzieknoten kordaat met opgeheven vlaggen over een pagina bladmuziek lopen (zie www.frankdam.nl0707BZ Vrije Geluiden en ook nog de prentbriefkaart van Art Unlimited) staat bij velen in het geheugen gegrift.
Daarna was het tijd voor iets anders.
De te illustreren teksten, gesprekken met opdrachtgevers, de tentoonstellingsagenda’s en de plaatjesverzameling brengen vaak meer op gang dan in de illustraties kan worden gestopt. Zo is Frank in de loop der tijden steeds meer eigen projecten begonnen. Hij maakte bijvoorbeeld een serie interviews met zangeressen uit de sixties, ‘Beatmeisjes’, organiseerde een tentoonstelling over Hitweek, een festival met (Neder)beatfilms en maakte boekjes. Soms gaan de projecten samen met het werk op de St.Joost academie, nu eens worden eigen interviewseries gebundeld en dan weer wordt er een nieuw eigen project opgezet. Bijv. die Onbekende vaderlanders, waarvoor Frank auteurs bij elkaar zocht, de illustraties verzorgde en het boekje redigeerde. Het is een fors bezette werkweek in de ‘buitendienst’, waarin Frank veel op pad is om met aanstekelijk enthousiasme en drukke armgebaren steeds nieuwe projecten op gang te brengen. Op het ogenblik is hij bezig met een project over de oorlogservaringen van zijn moeder in het Duitse plaatsje Baruth: ’Een brief aan mijn moeder’. Het werk gaat de hele week, de hele dag, tot laat in de avond door. Het vraagt de energie van een Frank Dam.

Hoe begonnen?
Frank werd geboren in Hoek van Holland waar een kosmopolitische romantiek heerste vanwege het internationaal knooppunt van spoor- en scheepslijnen (naar Moskou, naar Londen). Tijdens een langdurig ziekbed had hij veel tijd om sprookjes- en jeugdboeken te lezen en daarin werd hij steeds meer geboeid door de illustraties. Het waren de ‘ouderwetse’, spannende jongensboeken van uitgevers als Van Goor, met illustraties van Pim van Boxsel of Anton Pieck bij de sprookjes van Grimm (en de onbekend gebleven illustrator John Hummel). Later droomde Frank weg in de swingende wereld van lang haar en beat die werd opgeroepen in Hitweek. Hij begon gitaar te spelen en reed in het weekend op de brommer naar de scene in Den Haag, Beatstad No.1. waar het gebeurde met al dat lange haar, die gitaren en die ‘beatmeisjes’.

Na de middelbare school volgde hij de Academie van Beeldende Kunsten (nu: de Willem de Kooning Academie) in Rotterdam om met het vak illustratie meer te leren over ‘verhalend’ tekenen. In die tijd stond ook bij de docenten het vak niet in hoog artistiek aanzien, voor kunstenaars als Woody van Amen en Peter Blokhuis rook het teveel naar het maakwerk van reclamejongens (‘verhalend werken kan je ook zonder te illustreren’). Frank wilde een eigen, originele illustratiestijl ontwikkelen, in de stijl die hij te pakken kreeg gingen bestaande oude gravures een steeds belangrijker plaats innemen. Pionier in die aanpak was ooit de surrealistische kunstenaar Max Ernst (1891-1976), een televisievariant dook op met Monty Python, maar bij Frank was vooral Willem de Ridder van Hitweek een inspiratiebron. Van het surrealistische Collage, via ready made uit de Pop Art naar de cut & paste van het Internettijdperk.

Aan de slag
Na zijn studie aan de academie ging Frank op zoek naar werk en werd loopjongen, ‘buizenist’ bij NRC/Handelsblad in Rotterdam: hij scheurde de prints van de telex, vulde papier bij in de kopieermachine en bracht koffie rond. Op een gegeven moment stond hij bij de telex en zag een illustratie voor het Cultureel Supplement, hij ging naar vormgever Kees Endenburg: ‘Ik kan ook tekenen, dit kan ik beter’. Endenburg reageerde met: ‘Probeer maar eens wat, hier heb je een artikel van W.F. Hermans, het moet er dinsdag zijn’. Frank werkte 4 dagen aan de tekening en hij werd geplaatst. Wat was zijn moeder trots! Frank kreeg er f 300.- voor, dat was meer dan hij als loopjongen in een maand verdiende. Hij bleef tekenen voor de krant, niet meer voor CS. - toen K.L. Poll hoorde dat er in zijn bijlage werd getekend door een loopjongen was het meteen afgelopen - maar in het Zaterdags bijvoegsel waarvan Henry Cannon de vormgeving verzorgde (Poll gaf later zijn bezwaar op). Frank woonde nog steeds in Hoek van Holland en kwam soms zijn tekenwerk persoonlijk op de fiets in Rotterdam afleveren. Hij herinnert zich de keer dat hij hijgend naar binnen holde, zijn werk wilde laten zien en merkte dat het ondertussen uit zijn koker verdwenen was. Na NRC/Handelsblad volgden tijdschriften als Avenue en de VPRO Gids, waar Boudewijn Paans toen hoofdredacteur was. Van art director Piet Schreuders kreeg hij de opdracht voor een proefnummer van het voor VPRO leden bestemde ‘Vrije Geluiden’ een omslag te maken: de bovengenoemde tekening van de twee noten.

Zo nu
Een jaar of tien geleden kreeg Frank van een vriend een bandje met 60'er jaren beatmuziek en dat riep weer zoveel herinneringen aan zijn vroegere muziekhelden wakker dat hij niet veel later begon aan een serie interviews met ondertussen veel ouder geworden gitaarreuzen en zangeressen van toen. Frank had nog niet journalistiek geschreven maar bleek er goed mee overweg te kunnen. Op de Achterpagina van de krant was te lezen hoe het de helden was vergaan. Ze waren ouder, vaak kaler en/of dikker geworden, aan lager wal geraakt of nog goed op dreef en tevreden aan het werk. Het werden memorabele series, eerst over de muzikanten, daarna over de zangeressen en dan over (destijds) bekende ‘mediavrouwen’, de interviews voorzagen duidelijk in een behoefte.
Zoals gezegd zijn de illustraties bij de laatste serie met episodes uit de vaderlandse geschiedenis nu als zelfstandige kunstwerken te zien in de Haagse Openbare Bibliotheek. Een mooie tentoonstelling van het werk van een gedreven eigenzinnig kunstenaar.

*) Zie illustratie 1.
**) NRC boeken 2009, ISBN 978 90 79985 08 I, € 14.95
***) De tentoonstelling is nog t/m 8 februari te zien in de Openbare Bibliotheek in Den Haag.
****) Zie illustratie 2.
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2010 Peter Schröder
powered by CJ2