archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 6
Jaargang 1
15 januari 2004
Bezigheden > Mode delen printen terug
Winteruitverkoop Marianne Bernard

De uitverkoop is alweer een tijdje geleden begonnen. Zeker nu we de broekriem moeten aanhalen willen wij geen koopjes missen. Maar wie echt zuinig denkt moet helaas vaststellen eigenlijk niets nodig te hebben. Is dat wel zo? Laten we eens kijken. Voor het huis: alles staat er al - eigenlijk niets nodig. Kleding? Broeken - eerder te veel dan te weinig. Rokken idem (en die hangen toch de meeste tijd in de kast). Truien – vorig jaar in de uitverkoop al overdreven toegeslagen. Nee echt, niets nodig. Maar heeft u wel een echte nette jas? Zo’n jas die een mantel is, van wol met kasjmier met een nette sjaalkraag erop? Poeh, u draagt altijd uw dikke winterjack en dat kan nog jaren mee.

Kijk eens in een drukke winkelstraat naar het kledingbeeld en zie hoe de Nederlander erbij loopt: als een vutter. Wij dragen altijd een lekker jack, lekker warm, lekker makkelijk. We denken dat we er vlot en sportief uitzien. Wim Sonneveld zei ooit: “We vertruien zo”. Dat is lang geleden, maar wat de jassen betreft klopt het nog steeds. Een jack is eigenlijk bedoeld voor buiten, voor een boswandeling in weer en wind, voor een fietstochtje in het weekend.

We doen niet aan nette jassen. En dat terwijl onderzoek aantoont dat je beter wordt behandeld in winkels als je ‘goed’ gekleed gaat. Dezelfde twee dames gingen winkelen. Eerst met ‘slordig’ onverzorgd, nonchalant uiterlijk, in een oude broek met een jack, en een volgende keer in een nette jas, met goede laarzen, een dure tas etcetera. Het verschil in bejegening was enorm. De slordige types werden onbeleefd afgesnauwd en zo snel mogelijk weer naar buiten gewerkt, terwijl de nette dames met egards werden ontvangen, zelfs een drankje of kopje koffie kregen aangeboden.

Zelf heb ik sinds de uitverkoop van vorig jaar zo’n hele ‘nette jas’, een lange donkerblauwe, zwierig getailleerd, met een donkerbruine (nep) bontkraag erop. Die jas maakt mij van een onopvallend persoontje tot een grande dame. Het effect is ongelooflijk. Mensen doen aardig en beleefd. Auto’s stoppen bij de zebra (in Amsterdam!), portiers groeten hoffelijk en openen de deur voor je. Eerst begreep ik niet eens waar het aan lag, maar het komt door die jas. Je wordt ermee gezien, je komt niet binnen, nee, je maakt een entree. Bovendien zit hij heerlijk warm om me heen als we uitgaan en ik mijn LBD (Little Black Dress) aan heb.

Mijn vroegere baas had altijd een net jasje op een haakje in het kantoor hangen. Moest hij onverwacht belangrijke klanten ontvangen of bij de directie komen, dan ging de trui uit en het jasje aan. Het lijkt flauw dat je goed gekleed meer serieus wordt genomen, maar toch is het zo. En zeg niet: ze moeten me maar nemen zoals ik ben, want zo werkt het niet. Dat is een eis die je aan je intimi kunt stellen; de buitenwereld reageert anders.

Dus u begrijpt al waar ik heen wil: ga in de uitverkoop een mooie nette jas kopen.
De heren ook. Kijk maar eens wat Nederlandse politici aan hebben als ze voor de formatie naar de koningin gaan: geen jack te zien, allemaal nette jassen. Ze mogen nog zo fout en stom zijn, dát hebben ze gesnapt. Zelfs mijn eigen man, die het liefst in een donkergroen oeroud jack loopt, heeft een nette jas; die draagt hij bij zijn powerdress outfit. Het werkt ook goed als we samen ergens heen willen: in een restaurant waar we niet hebben gereserveerd vinden ze toch nog een tafeltje.

© 2004 Marianne Bernard meer Marianne Bernard - meer "Mode" -
Bezigheden > Mode
Winteruitverkoop Marianne Bernard
De uitverkoop is alweer een tijdje geleden begonnen. Zeker nu we de broekriem moeten aanhalen willen wij geen koopjes missen. Maar wie echt zuinig denkt moet helaas vaststellen eigenlijk niets nodig te hebben. Is dat wel zo? Laten we eens kijken. Voor het huis: alles staat er al - eigenlijk niets nodig. Kleding? Broeken - eerder te veel dan te weinig. Rokken idem (en die hangen toch de meeste tijd in de kast). Truien – vorig jaar in de uitverkoop al overdreven toegeslagen. Nee echt, niets nodig. Maar heeft u wel een echte nette jas? Zo’n jas die een mantel is, van wol met kasjmier met een nette sjaalkraag erop? Poeh, u draagt altijd uw dikke winterjack en dat kan nog jaren mee.

Kijk eens in een drukke winkelstraat naar het kledingbeeld en zie hoe de Nederlander erbij loopt: als een vutter. Wij dragen altijd een lekker jack, lekker warm, lekker makkelijk. We denken dat we er vlot en sportief uitzien. Wim Sonneveld zei ooit: “We vertruien zo”. Dat is lang geleden, maar wat de jassen betreft klopt het nog steeds. Een jack is eigenlijk bedoeld voor buiten, voor een boswandeling in weer en wind, voor een fietstochtje in het weekend.

We doen niet aan nette jassen. En dat terwijl onderzoek aantoont dat je beter wordt behandeld in winkels als je ‘goed’ gekleed gaat. Dezelfde twee dames gingen winkelen. Eerst met ‘slordig’ onverzorgd, nonchalant uiterlijk, in een oude broek met een jack, en een volgende keer in een nette jas, met goede laarzen, een dure tas etcetera. Het verschil in bejegening was enorm. De slordige types werden onbeleefd afgesnauwd en zo snel mogelijk weer naar buiten gewerkt, terwijl de nette dames met egards werden ontvangen, zelfs een drankje of kopje koffie kregen aangeboden.

Zelf heb ik sinds de uitverkoop van vorig jaar zo’n hele ‘nette jas’, een lange donkerblauwe, zwierig getailleerd, met een donkerbruine (nep) bontkraag erop. Die jas maakt mij van een onopvallend persoontje tot een grande dame. Het effect is ongelooflijk. Mensen doen aardig en beleefd. Auto’s stoppen bij de zebra (in Amsterdam!), portiers groeten hoffelijk en openen de deur voor je. Eerst begreep ik niet eens waar het aan lag, maar het komt door die jas. Je wordt ermee gezien, je komt niet binnen, nee, je maakt een entree. Bovendien zit hij heerlijk warm om me heen als we uitgaan en ik mijn LBD (Little Black Dress) aan heb.

Mijn vroegere baas had altijd een net jasje op een haakje in het kantoor hangen. Moest hij onverwacht belangrijke klanten ontvangen of bij de directie komen, dan ging de trui uit en het jasje aan. Het lijkt flauw dat je goed gekleed meer serieus wordt genomen, maar toch is het zo. En zeg niet: ze moeten me maar nemen zoals ik ben, want zo werkt het niet. Dat is een eis die je aan je intimi kunt stellen; de buitenwereld reageert anders.

Dus u begrijpt al waar ik heen wil: ga in de uitverkoop een mooie nette jas kopen.
De heren ook. Kijk maar eens wat Nederlandse politici aan hebben als ze voor de formatie naar de koningin gaan: geen jack te zien, allemaal nette jassen. Ze mogen nog zo fout en stom zijn, dát hebben ze gesnapt. Zelfs mijn eigen man, die het liefst in een donkergroen oeroud jack loopt, heeft een nette jas; die draagt hij bij zijn powerdress outfit. Het werkt ook goed als we samen ergens heen willen: in een restaurant waar we niet hebben gereserveerd vinden ze toch nog een tafeltje.
© 2004 Marianne Bernard
powered by CJ2