archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 1
Jaargang 7
15 oktober 2009
Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Geef mij een optocht Katharina Kouwenhoven

0701BZ Optochtje
Laatst vroeg ik mij af waarom er in de stad nooit meer optochten gehouden worden. In Amsterdam heb je alleen nog de intocht van Sinterklaas en het bloemencorso. Het bloemencorso daar heb ik nooit veel aan gevonden, maar de Sinterklaasoptocht was een belevenis. Als kind nam mijn moeder me op die dag mee naar het Leidsebosje (vlakbij het Leidseplein), vanwaar je volgens haar het beste zicht had op de stoet en bovendien was het dicht bij café Suisse, aan de kop van de Overtoom, waar ze zulke lekkere erwtensoep hadden (waar ik als kind overigens van gruwde). Dit was de enige gelegenheid dat ik met mijn moeder in een café kwam, waarschijnlijk ook de enige gelegenheid dat zij zonder man in een café kwam.

Tijdens de Sinterklaasoptocht kon het behoorlijk koud zijn. We gingen altijd vroeg, want dan had je de goede plekken nog voor het uitzoeken, maar je stond wel uren te blauwbekken, ondanks wollen sokken en warme wantjes. Hoe mijn moeder dat volhield op haar pumps en met haar nylonkousen is mij een raadsel. De gedachte aan die erwtensoep hield haar waarschijnlijk op de been.
De echte gelukkigen kenden iemand die aan de route woonde, zodat je met een natje en een droogje vanuit de behaaglijkheid van een huiskamer de stoet kon volgen. Een paar jaar had ik zelf de mazzel om aan de route te wonen, waar op de dag van de intocht de kamer zich vulde met druk en ongedurig grut en ouders die zich opwarmden met bisschopswijn.

De intocht van Sinterklaas en het bloemencorso, alles goed en wel, maar waar zijn al die andere optochten gebleven?
In mijn jeugd trok elke zaterdagmiddag de fanfare van de speeltuinvereniging door de buurt, voorafgegaan door een paar meisjes met blauwe benen en ultrakorte rokjes, die later majorettes genoemd werden en toen ingewikkelde toeren uithaalden met een stokje. Mijn buurmeisjes konden dat niet, maar stapten niettemin fier voor de blaaskapel uit.
Er was ook regelmatig een optocht van de AJC, de jeugdvereniging van de Partij van de Arbeid, waarin gezwaaid werd met rode vlaggen en vaandels en strijdliederen gezongen werden. Het Leger des Heils presenteerde zich al toeterend en blazend, allerlei soorten padvinders en verenigingen. Altijd met muziek en dingen aan stokken die in de hoogte gestoken werden.
Eens per jaar vond er een wielerkoers plaats en scheurden felgekleurde fietsers door onze straat, die bij het ronden van het Mercatorplein de bocht uit vlogen. Kom daar nog maar eens om!

Als zich in de buurt voor een paar weken een circus vestigde, in de Jan van Galenstraat bijvoorbeeld, dan was er een intocht met in de stoet de olifanten en rollebollende clowns, galopperende paarden, ratslagen draaiende acrobaten, menselijke torens en blaaspoepen. Ik herinner me nog die keer dat er in zo'n stoet alleen maar vreemde, kleine mensen meeliepen, die hun kunsten bleken te vertonen in een opmerkelijk kleine tent. Het circus van de Lilliputters. Daarna heb ik nooit meer een Lilliputter gezien en ook geen circusoptochten meer.
Er gebeurt eigenlijk nooit meer iets. Ja, we hebben de Gay Pride, maar dat is een optocht van bootjes en telt voor mij niet mee.

Begrijp me goed, ik pleit niet voor een cortège van ter dood veroordeelden, die onder luid gejuich van het publiek met slaande trom naar de plek van hun openbare executie gesleept worden, maar geef mij dan wel een dixielandbandje op een kar, dat vooraf gaat aan een lijkstoet van diepzwart geklede rouwenden met de kist op een boerenwagen, die getrokken wordt door een zwart paard met omzwachtelde hoeven en begeleid door een omfloerste trom. Daarachter lopen de leden van de tennisclub, waar de overledene lid van was, in smetteloos witte tenniskledij en met het banier van de club, gevolgd door de afdeling Clearing van de Bank waar de overledene zijn hele leven heeft gewerkt, uitgedost in de Bankkleuren of desnoods als blauwe leeuwen; en ten slotte de leden van zijn filatelistenvereniging, die manshoge postzegels dragen. Alles omlijst door de kinderen van Circus Elleboog, die voortrollen op hoge ballen, bokkensprongen maken op stelten en onmogelijke fietsjes berijden. Zulke optochten wil ik zien, elke week minstens één.
Zo'n optocht duurt minstens een half uur en voor hij helemaal voorbij is schiet je een paar straten door, zodat je hem verderop nog een keer kunt zien passeren. Zulke dingen stel ik me voor, zulke dingen mis ik in de stad.
 
********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Geef mij een optocht Katharina Kouwenhoven
0701BZ Optochtje
Laatst vroeg ik mij af waarom er in de stad nooit meer optochten gehouden worden. In Amsterdam heb je alleen nog de intocht van Sinterklaas en het bloemencorso. Het bloemencorso daar heb ik nooit veel aan gevonden, maar de Sinterklaasoptocht was een belevenis. Als kind nam mijn moeder me op die dag mee naar het Leidsebosje (vlakbij het Leidseplein), vanwaar je volgens haar het beste zicht had op de stoet en bovendien was het dicht bij café Suisse, aan de kop van de Overtoom, waar ze zulke lekkere erwtensoep hadden (waar ik als kind overigens van gruwde). Dit was de enige gelegenheid dat ik met mijn moeder in een café kwam, waarschijnlijk ook de enige gelegenheid dat zij zonder man in een café kwam.

Tijdens de Sinterklaasoptocht kon het behoorlijk koud zijn. We gingen altijd vroeg, want dan had je de goede plekken nog voor het uitzoeken, maar je stond wel uren te blauwbekken, ondanks wollen sokken en warme wantjes. Hoe mijn moeder dat volhield op haar pumps en met haar nylonkousen is mij een raadsel. De gedachte aan die erwtensoep hield haar waarschijnlijk op de been.
De echte gelukkigen kenden iemand die aan de route woonde, zodat je met een natje en een droogje vanuit de behaaglijkheid van een huiskamer de stoet kon volgen. Een paar jaar had ik zelf de mazzel om aan de route te wonen, waar op de dag van de intocht de kamer zich vulde met druk en ongedurig grut en ouders die zich opwarmden met bisschopswijn.

De intocht van Sinterklaas en het bloemencorso, alles goed en wel, maar waar zijn al die andere optochten gebleven?
In mijn jeugd trok elke zaterdagmiddag de fanfare van de speeltuinvereniging door de buurt, voorafgegaan door een paar meisjes met blauwe benen en ultrakorte rokjes, die later majorettes genoemd werden en toen ingewikkelde toeren uithaalden met een stokje. Mijn buurmeisjes konden dat niet, maar stapten niettemin fier voor de blaaskapel uit.
Er was ook regelmatig een optocht van de AJC, de jeugdvereniging van de Partij van de Arbeid, waarin gezwaaid werd met rode vlaggen en vaandels en strijdliederen gezongen werden. Het Leger des Heils presenteerde zich al toeterend en blazend, allerlei soorten padvinders en verenigingen. Altijd met muziek en dingen aan stokken die in de hoogte gestoken werden.
Eens per jaar vond er een wielerkoers plaats en scheurden felgekleurde fietsers door onze straat, die bij het ronden van het Mercatorplein de bocht uit vlogen. Kom daar nog maar eens om!

Als zich in de buurt voor een paar weken een circus vestigde, in de Jan van Galenstraat bijvoorbeeld, dan was er een intocht met in de stoet de olifanten en rollebollende clowns, galopperende paarden, ratslagen draaiende acrobaten, menselijke torens en blaaspoepen. Ik herinner me nog die keer dat er in zo'n stoet alleen maar vreemde, kleine mensen meeliepen, die hun kunsten bleken te vertonen in een opmerkelijk kleine tent. Het circus van de Lilliputters. Daarna heb ik nooit meer een Lilliputter gezien en ook geen circusoptochten meer.
Er gebeurt eigenlijk nooit meer iets. Ja, we hebben de Gay Pride, maar dat is een optocht van bootjes en telt voor mij niet mee.

Begrijp me goed, ik pleit niet voor een cortège van ter dood veroordeelden, die onder luid gejuich van het publiek met slaande trom naar de plek van hun openbare executie gesleept worden, maar geef mij dan wel een dixielandbandje op een kar, dat vooraf gaat aan een lijkstoet van diepzwart geklede rouwenden met de kist op een boerenwagen, die getrokken wordt door een zwart paard met omzwachtelde hoeven en begeleid door een omfloerste trom. Daarachter lopen de leden van de tennisclub, waar de overledene lid van was, in smetteloos witte tenniskledij en met het banier van de club, gevolgd door de afdeling Clearing van de Bank waar de overledene zijn hele leven heeft gewerkt, uitgedost in de Bankkleuren of desnoods als blauwe leeuwen; en ten slotte de leden van zijn filatelistenvereniging, die manshoge postzegels dragen. Alles omlijst door de kinderen van Circus Elleboog, die voortrollen op hoge ballen, bokkensprongen maken op stelten en onmogelijke fietsjes berijden. Zulke optochten wil ik zien, elke week minstens één.
Zo'n optocht duurt minstens een half uur en voor hij helemaal voorbij is schiet je een paar straten door, zodat je hem verderop nog een keer kunt zien passeren. Zulke dingen stel ik me voor, zulke dingen mis ik in de stad.
 
********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2