archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 17
Jaargang 6
9 juli 2009
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Neem mee op vakantie! Frits Hoorweg

0617VG Meenemen
Martin Bril heeft veel geschreven. Sinds zijn overlijden is er ook heel veel over hem geschreven. Vaak kwam je in die stukken over hem de verzuchting tegen dat hij zo gemakkelijk en snel schreef. M’n hoela, hij deed net alsof, dat durf ik te wedden. Waarschijnlijk dacht hij voor hij achter zijn PC ging zitten heel goed na. En vast en zeker herschikte hij zinnen nadat de eerste versie gereed was. Zijn eerste stuk in de Volkskrant na de laatste langdurige afwezigheid eindigde met het woord ‘toegift’. Toeval? Ik dacht het niet! In zijn laatste bundel (C’est la vie, Prometheus) staat een, voor zijn doen, lang stuk dat hij schreef voor de website van Max Pam. Ogenschijnlijk is het een zonder veel nadenken genoteerd relaas van het bezoek aan een sekstent. Maar het is o zo zorgvuldig gecomponeerd. Het verhaal wordt regelmatig onderbroken door terzijdes over de eigenaar van Napoleons lul op sterk water (‘een vreemd, wormachtig, donkerbruin friemeltje dat hij had gekocht van een boekverkoper in Philadelphia, ene Rosenbach,’). Misschien niet al te verfijnde symboliek, maar goed gevonden en niks snel geschreven. Vergeet het.
 
Wat ik heel erg vind is: op een feestje gekoppeld raken aan iemand met wie je alleen over auto’s kan praten. Toch heb ik de pas gebundelde briefwisseling van Hermans en Kousbroek (Machines en emoties, De Bezige Bij) met veel plezier gelezen. En die gaat vooral over auto’s! Weliswaar hadden de heren een voorkeur voor klassieke modellen, maar dat zijn tenslotte ook auto’s. En als het niet over auto’s gaat, dan wel over fototoestellen of stoommachines, ook niet mijn lievelingsonderwerpen.
Goede schrijvers kunnen blijkbaar overal leuke verhaaltjes over schrijven, maar er is nog iets anders. Het is een spannend boek, omdat je steeds het idee hebt dat ze op het punt staan ruzie te krijgen. Er is constant sprake van een onderhuidse spanning, dat fanatieke gedoe over auto’s lijkt wel een uitvlucht. Alsof ieder ander onderwerp gedoe kan opleveren. Of voel ik die spanning alleen maar omdat Willem Otterspeer, de bezorger van deze briefwisseling, de lezer er bij voorbaat op wijst?
 
Het Verzameld proza van Heinrich von Kleist is (opnieuw) vertaald (door Ria van Hengel) en door Atheneum- Polak & Van Gennep in een band uitgegeven. Mooi spul. Vooral Michael Kohlhaas, het lange verhaal waarmee de bundel begint, maakt een overweldigende indruk. Een paardenhandelaar wordt onrecht aangedaan en wordt daar zo razend over dat hij alle gevoel voor betrekkelijkheid uit het oog verliest. Op een gegeven moment trekt hij met een bijeengeraapt legertje brandschattend door het Duitsland van de 16e eeuw. Hoe maakt men in zo’n geval nog onderscheid tussen goed en kwaad?
Een meeslepend verhaal en goed verteld. Eerst keek ik wat op van de gekozen lay-out. De bladzijden zijn dichtbedrukt, zonder de tegenwoordig gebruikelijke regels wit tussen tekstfragmenten en slechts hier en daar met een inspring om een nieuwe alinea te markeren. Maar na een paar bladzijden merk je dat die lay-out goed past bij de bijna gehaaste verteltrant. Bij het lezen kreeg ik wel ernstig behoefte aan informatie over de 'staatsinrichting' van het Duitsland van de 16e eeuw. Slotvoogden, prinsen en keurvorsten schieten voorbij zonder dat je snapt wat hun onderlinge relatie is. Na verloop van tijd geef je het op om te pogen de ene autoriteit van de andere te onderscheiden. Misschien was dat ook wel de bedoeling van de schrijver.

Dezelfde berusting daalde op me neer bij lezing van A most wanted man (Hodder&Stoughton) van Le Carré. Fantastisch boek overigens, over de illegale vluchteling Issa die zich meldt bij een bank in Hamburg. Zijn vader zou daar ooit een geheimzinnige bankrekening geopend hebben. Issa krijgt hulp van een juriste die bij vluchtelingenhulp werkt en zij zorgt ervoor dat ook de bankdirecteur schoorvoetend gaat meewerken.
Tot zover is het nog redelijk overzichtelijk, maar dan komen de ‘spionnen’ van diverse pluimage het verhaal binnen. Günther Bachman, van een na 9/11 gevormde dienst, wil Issa gebruiken om groter wild te vangen, maar hij heeft het niet alleen voor het zeggen. In Duitsland alleen al blijken 3 of 4 instanties een vinger in de pap te willen hebben. En dan zijn er ook nog de Amerikanen en de Engelsen! Het onderscheid tussen de ene en de andere dienst vervaagt voor de lezer alras, net zoals het zicht op de betekenis van gerechtigheid.
 
*********************************
Boekhandel Schimmelpennink aan de
Weteringschans in Amsterdam heeft een mooie website:


© 2009 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Neem mee op vakantie! Frits Hoorweg
0617VG Meenemen
Martin Bril heeft veel geschreven. Sinds zijn overlijden is er ook heel veel over hem geschreven. Vaak kwam je in die stukken over hem de verzuchting tegen dat hij zo gemakkelijk en snel schreef. M’n hoela, hij deed net alsof, dat durf ik te wedden. Waarschijnlijk dacht hij voor hij achter zijn PC ging zitten heel goed na. En vast en zeker herschikte hij zinnen nadat de eerste versie gereed was. Zijn eerste stuk in de Volkskrant na de laatste langdurige afwezigheid eindigde met het woord ‘toegift’. Toeval? Ik dacht het niet! In zijn laatste bundel (C’est la vie, Prometheus) staat een, voor zijn doen, lang stuk dat hij schreef voor de website van Max Pam. Ogenschijnlijk is het een zonder veel nadenken genoteerd relaas van het bezoek aan een sekstent. Maar het is o zo zorgvuldig gecomponeerd. Het verhaal wordt regelmatig onderbroken door terzijdes over de eigenaar van Napoleons lul op sterk water (‘een vreemd, wormachtig, donkerbruin friemeltje dat hij had gekocht van een boekverkoper in Philadelphia, ene Rosenbach,’). Misschien niet al te verfijnde symboliek, maar goed gevonden en niks snel geschreven. Vergeet het.
 
Wat ik heel erg vind is: op een feestje gekoppeld raken aan iemand met wie je alleen over auto’s kan praten. Toch heb ik de pas gebundelde briefwisseling van Hermans en Kousbroek (Machines en emoties, De Bezige Bij) met veel plezier gelezen. En die gaat vooral over auto’s! Weliswaar hadden de heren een voorkeur voor klassieke modellen, maar dat zijn tenslotte ook auto’s. En als het niet over auto’s gaat, dan wel over fototoestellen of stoommachines, ook niet mijn lievelingsonderwerpen.
Goede schrijvers kunnen blijkbaar overal leuke verhaaltjes over schrijven, maar er is nog iets anders. Het is een spannend boek, omdat je steeds het idee hebt dat ze op het punt staan ruzie te krijgen. Er is constant sprake van een onderhuidse spanning, dat fanatieke gedoe over auto’s lijkt wel een uitvlucht. Alsof ieder ander onderwerp gedoe kan opleveren. Of voel ik die spanning alleen maar omdat Willem Otterspeer, de bezorger van deze briefwisseling, de lezer er bij voorbaat op wijst?
 
Het Verzameld proza van Heinrich von Kleist is (opnieuw) vertaald (door Ria van Hengel) en door Atheneum- Polak & Van Gennep in een band uitgegeven. Mooi spul. Vooral Michael Kohlhaas, het lange verhaal waarmee de bundel begint, maakt een overweldigende indruk. Een paardenhandelaar wordt onrecht aangedaan en wordt daar zo razend over dat hij alle gevoel voor betrekkelijkheid uit het oog verliest. Op een gegeven moment trekt hij met een bijeengeraapt legertje brandschattend door het Duitsland van de 16e eeuw. Hoe maakt men in zo’n geval nog onderscheid tussen goed en kwaad?
Een meeslepend verhaal en goed verteld. Eerst keek ik wat op van de gekozen lay-out. De bladzijden zijn dichtbedrukt, zonder de tegenwoordig gebruikelijke regels wit tussen tekstfragmenten en slechts hier en daar met een inspring om een nieuwe alinea te markeren. Maar na een paar bladzijden merk je dat die lay-out goed past bij de bijna gehaaste verteltrant. Bij het lezen kreeg ik wel ernstig behoefte aan informatie over de 'staatsinrichting' van het Duitsland van de 16e eeuw. Slotvoogden, prinsen en keurvorsten schieten voorbij zonder dat je snapt wat hun onderlinge relatie is. Na verloop van tijd geef je het op om te pogen de ene autoriteit van de andere te onderscheiden. Misschien was dat ook wel de bedoeling van de schrijver.

Dezelfde berusting daalde op me neer bij lezing van A most wanted man (Hodder&Stoughton) van Le Carré. Fantastisch boek overigens, over de illegale vluchteling Issa die zich meldt bij een bank in Hamburg. Zijn vader zou daar ooit een geheimzinnige bankrekening geopend hebben. Issa krijgt hulp van een juriste die bij vluchtelingenhulp werkt en zij zorgt ervoor dat ook de bankdirecteur schoorvoetend gaat meewerken.
Tot zover is het nog redelijk overzichtelijk, maar dan komen de ‘spionnen’ van diverse pluimage het verhaal binnen. Günther Bachman, van een na 9/11 gevormde dienst, wil Issa gebruiken om groter wild te vangen, maar hij heeft het niet alleen voor het zeggen. In Duitsland alleen al blijken 3 of 4 instanties een vinger in de pap te willen hebben. En dan zijn er ook nog de Amerikanen en de Engelsen! Het onderscheid tussen de ene en de andere dienst vervaagt voor de lezer alras, net zoals het zicht op de betekenis van gerechtigheid.
 
*********************************
Boekhandel Schimmelpennink aan de
Weteringschans in Amsterdam heeft een mooie website:
© 2009 Frits Hoorweg
powered by CJ2